Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Loones heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, voormalig minister van Binnenlandse Aangelegenheden, de heer Van Grembergen, verklaarde na de Lambermontakkoorden met enige 'ampleur' dat Vlaanderen vanaf dan bevoegd was voor het eigen binnenland. We merken af en toe het tegendeel, zoals in verband met de politiehervorming. Dat is nochtans een lokaal bevoegdheidsdomein bij uitstek.
De VVSG heeft een noodkreet geslaakt en is erg streng voor de federale overheid. Het gaat inderdaad van kwaad naar erger. We kennen allemaal de problemen met de politiezones. Op 24 januari 2006 bleek dat er uitstel moest worden gegeven om fiscale en sociale fiches klaar te maken met betrekking tot de voorschotten die bij het begin van de politiehervorming zijn ingesteld. In een schuldbekentenis wordt gezegd dat het federale niveau niet klaar is geraakt met de boekhoudkundige verwerking. Ik vind dat heel erg.
Het is erg uit principe omdat het onbegrijpelijk is dat een federale administratie niet in staat is om vier jaar na datum klaar te geraken met een administratieve aangelegenheid. Het is ook erg omdat we de discussie kennen die hieraan vooraf is gegaan. De gemeenten verwerkten vroeger zelf de gegevens en deden dat heel goed. Uit schrik voor gemeentelijke wanorde is dit gecentraliseerd bij de Centrale Dienst voor Vaste Uitkeringen, de CDVU. Daar geraakt men er echter niet uit. Dit vormt beleidsmatig een probleem omdat het op die manier nog steeds niet duidelijk is hoeveel de politiekost precies bedraagt in Vlaanderen. Het is ook erg voor het budget van de gemeenten omdat het dreigt achterstallen bij de RSZ mee te brengen. Een aantal gemeenten heeft via de VVSG dan ook de principiële beslissing genomen om procedures aanhangig te maken.
Mijnheer de minister, dit is uiteraard niet uw bevoegdheid, maar het spreekt voor zich dat we waakzaam moeten zijn over wat een ander niveau doet. De VVSG is de stem van de gemeenten, en u bent de stem van de gemeenten op het vlak van overheidsoptreden. Ik kan me trouwens niet voorstellen dat u hierover geen mening hebt en dat u geen initiatieven kunt nemen om bij uw federale collega's aan te dringen op een oplossing. Ik ben dan ook erg benieuwd naar uw antwoord.
Minister Keulen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik ben inderdaad bevoegd voor Binnenlands Bestuur.
Ik ben bevoegd voor de bestuurlijke organisatie van onze lokale besturen: de werking van gemeenten, steden, OCMW's en provinciebesturen. Andere ministers van de Vlaamse Regering hebben op basis van hun functionele bevoegdheden zoals ruimtelijke ordening, milieu of toerisme ook contacten met die lokale besturen. Een aantal zaken zijn nog volledig in federale handen: de politie, de brandweer, de veiligheid in de ruime betekenis van het woord en belangrijke onderdelen van het OCMW-beleid. Voor die laatste zaken moeten de lokale besturen de federale regering aanspreken.
Bij deze materie ben ik al zijdelings betrokken geweest. Een aantal maanden geleden heb ik een omzendbrief verstuurd naar de ontvangers van de lokale besturen waarin ik hen de mogelijkheid geef om de achterstallen te betalen. Hij heeft nog niemand aangesproken over de achterstand inzake de fiches - in het jargon heeft men het over de sociale en fiscale terugbetalingsformulieren. Uw vraag daarover is een vraag over een eerder technische aangelegenheid, en ze wordt een beetje in het verkeerde parlement gesteld.
Als verdediger van de lokale besturen in Brussel wil ik een brug slaan naar de federale regering. Ik zal op korte termijn contact opnemen met de minister van Financiën, de heer Didier Reynders. Hij is bevoegd voor de Centrale Dienst voor de Vaste Uitgaven of de CDVU. Er moet ook contact worden opgenomen met de RSZ. De vraagsteller heeft het in zijn ingediende vraag over het risico dat lokale bestuurders een boete zullen moeten betalen omdat ze bij de RSZ in het rood staan. We willen bij de CDVU en de RSZ de stand van zaken opvragen. We willen ook van minister Reynders weten wat hij op korte termijn van plan is, en erop aandringen dat er duidelijke antwoorden komen waar de lokale besturen nood aan hebben. De vraagsteller heeft op dat vlak een punt: dit probleem sleept al sinds 2001 aan. Dat had al lang moeten zijn opgelost.
Ik verheug me over het feit dat ook de minister verontwaardigd is. Zijn antwoord roept een bedenking op. We zijn van nabij bij de politiehervorming betrokken geweest. Misschien zou Vlaanderen Octopus eens globaal moeten evalueren. Mijns inziens werken de politieraden niet zoals dat is bedoeld. Hoe langer hoe meer ben ik ervan overtuigd dat de oplossing ligt in de overheveling van alles wat met de veiligheidsdiensten heeft te maken. Ook anderen denken dat dit ons vooruit zou helpen. Denk maar aan de malversaties bij de verdeling van het verkeersboetefonds. Minister Van Brempt kan daarover meespreken. De administratieve mallemolen draait niet goed. Naast de spoorwegen en de toekomst van het koningshuis moet dit dossier dus aan de lijst worden toegevoegd voor nieuwe gesprekken over de staatshervorming.
Het gaat om een reëel probleem. Als we echte resultaten willen boeken, dan moet dit debat in de eerste plaats in de Kamer en de Senaat worden gevoerd. We kunnen hier wel een evaluatie maken en daar conclusies aan verbinden, maar uiteindelijk zullen we moeten vaststellen wat we al van bij het begin weten: we hebben er niets aan te zeggen. De staatshervorming is voor later: daarvoor liggen alle wegen open.
Mijnheer Loones, de minister heeft het inhoudelijk correct gesteld. Uw vraag heb ik echter opgenomen, al valt ze niet onmiddellijk onder onze bevoegdheid. Er zijn immers precedenten over gemeente-inkomsten. We rekenen er ietwat op dat de minister als woordvoerder van de Vlaamse gemeenten op het federale niveau tussenbeide komt. Inhoudelijk heeft de minister terecht gesteld dat het niet tot onze bevoegdheid behoort en om die reden moet dit hier ook niet worden geëvalueerd.
Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor uw bereidwilligheid. Ik noteer ook dat minister Keulen zegt dat zijn partij alle kansen tot gesprekken over de staatshervorming openhoudt. Dat is een prettige vaststelling.
Het incident is gesloten.