Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed, opgemaakt in Parijs op 17 oktober 2003.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Roegiers, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, collega's, in de commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme werd gisteren het ontwerp van instemmingsdecreet bij de conventie betreffende de bescherming van het immaterieel cultureel erfgoed besproken. Door de nabijheid van de limietdatum voor ratificatie van het verdrag in kwestie bleek het aangewezen dat het Vlaams Parlement dit instemmingsdecreet met spoed zou behandelen. Daarom wordt hierover, conform artikel 36.2, derde lid van het Reglement van het Vlaams Parlement, een mondeling verslag uitgebracht aan de plenaire vergadering.
De conventie beoogt het immaterieel cultureel erfgoed te beschermen. Immaterieel cultureel erfgoed kan worden gedefinieerd als de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis en vaardigheden die overgedragen worden van generatie op generatie waarbij het voortdurend herschapen wordt door gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis. Immaterieel erfgoed geeft een gevoel van identiteit en continuïteit. Het is een hoofdbron van culturele diversiteit en een waarborg voor duurzame ontwikkeling.
Rekening houdend met de intensieve wederzijdse afhankelijkheid tussen het immaterieel cultureel erfgoed en het materieel cultureel en natuurlijk erfgoed, is het geen goede zaak dat er tussen beide een onevenwicht blijft bestaan. De bescherming van het materieel cultureel en natuurlijk erfgoed is door de conventie van 1972 wereldwijd erkend en aanvaard. Helaas dekken de maatregelen niet het immaterieel aspect van het erfgoed. De conventie van 17oktober 2003 komt aan dit nijpende probleem tegemoet.
De conventie treedt in werking drie maanden na het indienen van de dertigste akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding. Op 20 januari 2006 heeft de dertigste UNESCO-lidstaat haar ratificatieoorkonde ingediend. De conventie zal dus in werking treden op 20 april 2006. Aanvankelijk zou UNESCO uit deze eerste groep van dertig landen het comité samenstellen dat de effectieve werking van conventie zal bepalen. UNESCO heeft de deadline echter verschoven naar 30 maart 2006. Alle landen die voor deze datum hun ratificatieoorkonde indienen, kunnen deelnemen aan de algemene vergadering van lidstaten. Het comité zal worden gekozen tijdens deze algemene vergadering. Het is dus uitermate belangrijk dat België voor 30 maart 2006 deze oorkonde indient.
In zijn advies aan zowel de Franse als de Vlaamse Gemeenschap is de Raad van State het niet eens met deze zienswijze, die nochtans werd geformuleerd in de Werkgroep Gemengde Verdragen. Deze werkgroep stelde dat de conventie behoort tot de exclusieve bevoegdheid van de gemeenschappen. De Raad van State stelt dat ook de federale wetgevende kamers hun instemming moeten verlenen. De zienswijze van de Raad van State wordt betwist en dit wordt juridisch gevolgd door Buitenlands Beleid. Dit advies van de Raad van State heeft echter ten gronde niets te maken met de goedkeuring van het decreet.
Bij de besprekingen in de commissie gisteren waren er vanwege alle fracties in het algemeen felicitaties en steunbetuigingen. Er waren algemene opmerkingen over het hanteren van een brede definitie van cultuur, ruimer dan de hogere cultuur. Er werd aandacht gevraagd binnen het domein Ontwikkelingssamenwerking. Dit werd een mooie aanvulling genoemd op wat er bestaat inzake het materiële erfgoed. Toch waren er ook vragen en opmerkingen, zowel over het advies van de Raad van State als over de Engelse tekst waarover het verdrag ging.
De commissie heeft gisteren uiteindelijk het ontwerp unaniem goedgekeurd. (Applaus)
De heer Loones heeft het woord.
Ik dank de verslaggever voor zijn verslag. Ik wil er nog aan toevoegen dat er in aanwezigheid van de minister van Cultuur, die hiermee instemt en de lijst zal moeten opmaken, al een voorafname is gebeurd van mogelijk te beschermen erfgoed. Dan ging het niet alleen over het Ros Beiaard van Dendermonde, maar ook over de garnalenvissers te paard van Oostduinkerke en de staande en liggende wippen over zowat heel Vlaanderen. Mijnheer de minister, wij kijken hiernaar uit.
Minister Anciaux heeft het woord.
Gisteren hebben we in de commissie al een interessant debat gewijd aan deze kwestie. Ik kan alleen maar verheugd zijn over het feit dat er - gisteren althans - een brede consensus bestond om het immateriële culturele erfgoed voort te ondersteunen. We zijn daar beleidsmatig ook klaar voor. We zullen de volgende maanden ook initiatieven nemen om onmiddellijk uitvoering te geven aan de conventie vanaf het ogenblik dat ze wordt goedgekeurd. Ik dank u voor de steun aan en de grote aandacht voor dit belangrijke onderdeel van het erfgoedbeleid
Misschien is het ook interessant om te vermelden dat Vlaanderen de specialisten in huis heeft om een leidinggevende rol te gaan spelen binnen UNESCO bij het uitwerken van deze conventie. Daarom heb ik deze spoedbehandeling gevraagd, zodat we snel kunnen zijn en snel de nodige deskundigheid kunnen leveren. Het uitgangspunt is dat we internationaal mee een forse ondersteuning willen bieden voor die landen in ontwikkeling die zelf niet voldoende middelen hebben voor dat immateriële culturele erfgoed. In die landen heeft dat erfgoed immers vaak een veel groter aandeel dan het materiële. (Applaus bij de meerderheid)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 666/1)
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.