Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Glorieux heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de hoeveelheid fijn stof in de lucht heeft vandaag weer een hoge piek bereikt. Op zich is dit niet echt nieuws. Vorig jaar zijn al bij negentien van de 30 meetpunten overschrijdingen van de norm vastgesteld. In januari 2006 zijn reeds meer dan tien effectieve overschrijdingen vastgesteld. Indien deze trend zich voortzet, zullen we dit jaar het record verbreken.
Het gaat hier absoluut niet over een bagatel. Hoge concentraties aan fijn stof, zoals we die vandaag zien en allicht ook morgen zullen beleven, leiden rechtstreeks tot longproblemen bij heel wat mensen. Vooral zwakkere mensen, ouderen, kinderen en mensen met een verzwakte longfunctie hebben hiermee te kampen. Tegelijkertijd bevordert fijn stof astma en hart- en bloedvatenaandoeningen. Ten gevolge van de hoge concentratie aan fijn stof kunnen heel wat mensen vroegtijdig sterven. Voor Vlaanderen gaat het alvast om tamelijk spectaculaire cijfers. Op jaarbasis worden 13.000 vroegtijdige overlijdens aan de aanwezigheid van fijn stof in de omgeving toegeschreven.
Vandaag en morgen zal de aanwezigheid van fijn stof echte recordhoogtes bereiken. Ik heb het net nog even op de site van de VMM nagekeken. De waarden liggen enorm hoog. De logische vraag is uiteraard hoe de Vlaamse Regering op deze noodsituatie wil reageren.
De Vlaamse Regering beschikt over een actieplan. Dit plan voldoet duidelijk niet. Het beperkt zich immers tot een aantal noodzakelijke structurele langetermijnmaatregelen.
Ik denk bijvoorbeeld aan het gebruik van de roetfilter. Hoe sneller die wordt ingevoerd, hoe beter, maar alleen daarmee zullen we het niet redden, zelfs niet op langere termijn.
De Wereldgezondheidsorganisatie heeft duidelijk gesteld dat de milieuwinst door technische maatregelen ongedaan zal worden gemaakt door de groei van het autoverkeer. Het beleid op lange termijn moet zich ook daarmee bezighouden, maar op dit ogenblik ontbreekt dat jammer genoeg.
Als we kijken naar de acute situatie en de enorm hoge waarden van vandaag en morgen, mogen we ons niet beperken tot structurele maatregelen die op langere termijn hopelijk enig effect zullen hebben. We moeten een noodplan hebben voor vandaag en morgen. Ik denk dan aan een aantal maatregelen die ook in Nederland worden genomen. Daar wordt de snelheid op ringwegen beperkt tot 80 kilometer per uur en in Duitsland en Scandinavië worden zware vrachtwagens uit de woonkernen geweerd.
Ik herinner me dat begin januari een voorstel van resolutie van Groen! over dit thema door de meerderheid werd weggelachen met de traditionele zin dat het ging om typisch groene regelneverij. Maar ondertussen komen jaarlijks wel 13.000 mensen om door fijn stof in de omgeving.
Mijnheer de minister, u kunt ook afspraken maken met de industrie om - zeker tijdens crisismomenten zoals vandaag - milieu- en dus mensvriendelijker brandstoffen te gebruiken. Er zijn een aantal mogelijkheden die er op korte termijn voor kunnen zorgen dat de hoeveelheid fijn stof opnieuw daalt.
Mijnheer de minister, welke kortetermijnmaatregelen zult u nemen om aan deze zeer acute situatie, die een nefaste impact heeft op de volksgezondheid van vooral de zwakkere mensen uit de samenleving, het hoofd te bieden? Welke noodmaatregelen zult u uitvaardigen? Hoe zult u hierover met de bevolking communiceren, zodat op heel korte termijn - vandaag, morgen en overmorgen - de piekwaarden van fijn stof kunnen dalen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Glorieux, u hebt terecht verwezen naar de waarschuwingssignalen die onder meer door de Vlaamse Milieumaatschappij werden uitgestuurd in het kader van de situatie van de wintersmog. Het systeem heeft ook nu gewerkt. Er worden een aantal criteria gevolgd en toegepast. U hebt zelf verwezen naar de berichtgeving van de VMM, die gebeurde zoals werd afgesproken door de vorige regering.
Vandaag en ook morgen wordt een verdere concentratie verwacht van onder meer fijn stof. In het bericht van de VMM staat dat we in een situatie zitten met een index tussen 6 en 8. Dat betekent dat de situatie middelmatig tot slecht is. We overschrijden de grens van 100 microgram per kubieke meter niet, maar we zitten wel in een waarschuwingsfase.
In hetzelfde bericht wordt een aantal te nemen maatregelen opgesomd. De wagen moet zo beperkt mogelijk worden gebruikt, de snelheidslimieten moeten overal worden gerespecteerd, men mag geen sportief rijgedrag vertonen en men moet zo weinig mogelijk energie gebruiken, waarbij naar de gebouwenverwarming wordt verwezen.
Dat is een terechte en heel goede waarschuwing.
Mijnheer Glorieux, ik wil verwijzen naar situaties waar het waarschuwingssysteem heeft gewerkt, en het is jammer dat we ook in het verleden met dergelijke situaties werden geconfronteerd. We zaten toen in een waarschuwingssysteem en niet in een alarmfase die van toepassing wordt vanaf een overschrijding van 100 microgram per kubieke meter. Het waarschuwingssysteem heeft gewerkt op 18 februari 2004, 18 augustus 2003 en 20 januari 2001. Toen werd telkens gewaarschuwd dat er een probleem was en dat de toestand goed werd gemeten en opgevolgd. Astmapatiënten en andere risicogroepen werden ook gewaarschuwd om geen extra inspanningen te doen. Ik heb hier zelfs een bericht van 3 juni 2002 toen u in debat ging over het feit of wagens met even en oneven nummerplaten zich al of niet konden begeven in het stadsgedeelte.
Het waarschuwingssysteem is van heel groot belang. Ik wil onderstrepen dat het gaat om een ernstige situatie, maar niet om een situatie die u suggereert in uw vraagstelling, zijnde een alarmfase. Daar zitten we gelukkig niet in. Dat wil niet zeggen dat we geen maatregelen moeten nemen.
Ik kom tot een tweede punt. Ik heb met mijn federale collega minister Tobback op 16 oktober 2005 een actieplan fijn stof opgesteld, ook in het kader van de overschrijdingen die in het verleden zijn gebeurd. We hebben dat aan Europa hebben overgemaakt. Daarin sommen we een aantal maatregelen op, en die zijn we aan het uitvoeren. Minister Tobback heeft gezegd dat het de eerste regio is die een dergelijk actieplan heeft opgemaakt, en ik hoop dat mijn collega's van de andere regio's dit ook zullen doen.
Ten derde wil ik aanhalen dat ik op 23 februari 2006 alle actoren van de transportsector bij mij zal roepen om op basis van het actieplan fijn stof bijkomende maatregelen te nemen. Er is voor wat betreft het fijn stof een serieus probleem, zeker voor de dieselmotoren. Ik wil dit even illustreren. U weet dat men de Euro 5-norm zal invoeren vanaf oktober 2008. In het huidige wagenpark is 30 percent van de vrachtwagens uitgerust met een type Euro 0-motor. Dat is zeer zorgwekkend, want die motor is zeer milieuonvriendelijk en problematisch ten aanzien van het fijn stof. Verder heeft 10 percent van de vrachtwagens een Euro 1-motor, 30 percent een Euro 2-motor en nog eens 30 percent een Euro 3-motor. Het aantal vrachtwagens met een Euro 4- en Euro 5-motor is vrij minimaal. Dit is een jammerlijke vaststelling.
Uit de gegevens die ik heb verzameld, blijkt dat een kleine 40 percent van de afgelegde kilometers met Euro 3-voertuigen gebeurt, 30 percent met Euro 2-voertuigen en 20 percent met nog oudere vrachtwagens. Er is dus een serieus probleem in het kader van dat fijn stof dat we moeten aanpakken. Daarom roep ik op 23 februari 2006 alle actoren bijeen, zowel de transportsector als al wie zich van een vrachtwagen bedient voor eigen gebruik, om in overleg een aantal bijkomende maatregelen te nemen, bijvoorbeeld over de roetfilter die u al hebt genoemd. De Euro 4-norm zal van toepassing zijn vanaf oktober 2006. Daar bijkomende stimulansen aan geven heeft weinig zin, maar voor de Euro 5-motoren is dat van zeer groot belang.
U verwijst naar Nederland. Zeker wat fijn stof betreft, speelt niet zozeer de snelheid een rol, maar als we met een verkeersongeval worden geconfronteerd en er zich een aanzienlijke file voordoet, worden we zeker geconfronteerd met deze problematiek, rekening houdende met de wind en dergelijke meer.
Er is dus sprake van situaties waarbij er moet worden gewaarschuwd, zeker wanneer het gaat over risicogroepen. Deze waarschuwing is gebeurd. Er is ook het actieplan inzake fijn stof dat ik vorig jaar met minister Tobback heb afgesproken. Verder worden er ten opzichte van de transportsector nog deze maand bijkomende maatregelen genomen om oudere motoren af te bouwen door een stimulerend beleid. Ik hoop dat dit actieplan in de toekomst situaties zoals deze kan voorkomen of tot een minimum herleiden. (Applaus bij CD&V)
Dat laatste hoop ik met u, maar ik heb er eerlijk gezegd geen goed oog in. (Rumoer/Opmerkingen)
Met het actieplan waarnaar u verwijst, zullen we helemaal niet in staat zijn om tegen 2010 de nieuwe verhoogde Europese normen te halen, integendeel. Gisteren luidde de titel van een persbericht van de Bond Beter Leefmilieu (BBL): 'Fijn stof: het beleid schiet tekort. Vlaamse regering neemt verkeerde beslissingen.' Dat lijkt me heel duidelijk. Verder zegt de BBL: 'Bovendien keurt de Vlaamse Regering nog steeds plannen goed die voor meer autoverkeer en dus voor meer luchtvervuiling zullen zorgen.' Het is niet omdat men over een paar jaar een roetfilter zal installeren dat het probleem is opgelost, als er tegelijk ook geen maatregelen worden genomen om de totale hoeveelheid autoverkeer terug te dringen. Wat de lange termijn betreft, schiet u tekort.
Wat de korte termijn betreft, zegt u dat we ons niet in een alarmfase bevinden. Er is enkel een toestand van hoge waakzaamheid. Dat is echter een reden te meer om nu op te treden en niet te wachten tot we een alarmfase bereiken en er nog meer mensen sterven als gevolg van deze hoge concentraties aan fijn stof. U moet nu maatregelen nemen en u niet beperken tot de suggestie dat mensen best wat minder met de wagen rijden. Een voorbeeld van een dergelijke maatregel is het verlagen van de snelheid op de ringwegen tot 80 kilometer per uur. U zegt dat het niet de snelheid is, maar de ongevallen en de files die veel uitstoot veroorzaken. Maar als de snelheid wordt verminderd, dan zal er wel minder uitstoot zijn, maar ook minder ongevallen. Zo winnen we eigenlijk tweemaal. Er mag dus zeker een groter inspanning worden geleverd.
Mijnheer Glorieux, u verwees naar de BBL, die dan weer verwijst naar het aantal missing links die we gaan wegwerken. Ik voer terzake het mobiliteitsplan uit, waarin 24 missing links zijn opgenomen. Als ik me niet vergis, dateert dit plan van 2001. Het gaat hier dus niet over bijkomende capaciteit, maar over knelpunten.
De VMM stelt een aantal maatregelen voor. Die maatregelen zijn in het verleden ook voorgesteld toen er een waarschuwingssituatie werd bereikt. Die houdt in dat er maatregelen kunnen worden genomen, zeker voor risicogroepen, maar dat er geen alarmering moet gebeuren. Dit systeem heeft ook nu gewerkt. Dat is trouwens de verdienste van vorige ministers.
Er is een actieplan. Er worden verdere acties genomen ten opzichte van de transportsector. Net als in andere landen zullen we met een stimuleringsbeleid een bijdrage kunnen leveren, zeker wat die sector betreft. Dat u dat onvoldoende vindt, is uw mening, waarop u recht hebt. Het is echter toch al een belangrijke stap in het aanpakken van fijn stof. Ik hoop dat we ook met de transportsector erin zullen slagen terzake vooruitgang te boeken.
Het incident is gesloten.