Verslag plenaire vergadering
Verslag
Met toepassing van artikel 46 van het Reglement heeft de heer Stassen bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Stassen heeft het woord.
Wij hebben maandag op het Uitgebreid Bureau gevraagd een actualiteitsdebat te houden over het standpunt van de Vlaamse Regering inzake het wetsontwerp-Onkelinx betreffende het jeugdrecht. Volgens onze fractie was er binnen de Vlaamse Regering geen eensgezindheid over dat wetsontwerp maar dat werd ontkend door de minister-president. Hij heeft ons intussen een brief bezorgd waarin zowel de brief van minister Onkelinx als het standpunt van de Vlaamse Regering is opgenomen. Vandaag vernamen we via de pers dat wat maandag is gezegd, op zijn minst voorbarig is en dat er wel degelijk discussie bestaat binnen de Vlaamse meerderheid over het standpunt van de Vlaamse Regering inzake het ontwerp van jeugdrecht van minister Onkelinx. Ik herhaal dan ook mijn vraag. Wil de Vlaamse Regering haar standpunt over dat wetsontwerp duidelijk maken zodat daarna binnen deze plenaire vergadering een discussie daarover kan worden gevoerd?
Ik was maandag niet aanwezig op het Uitgebreid Bureau omdat er met de zeven assemblees een vergadering was over het subsidiariteitsbeginsel. Voor zover ik weet, heeft het Bureau geoordeeld dat er een standpunt was van de Vlaamse Regering. Vandaag heb ik van de minister-president een brief ontvangen die ik heb laten ronddelen. Daarin is de brief van minister Onkelinx en het standpunt dat de Vlaamse Regering op 25 november heeft ingenomen, opgenomen. Het Bureau heeft dan ook beslist dat er geen debat komt. Wat vandaag wel mogelijk is, is een voorstel tot wijziging van de agenda. Daar moet dan wel over gestemd worden.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw Dillen stelt daar vandaag een vraag over. Ik stel dan ook voor het antwoord van de regering af te wachten en dan te beslissen of er al dan niet een debat moet volgen.
Het Reglement bepaalt dat een debat kan worden afgedwongen indien meer dan twee personen een vraag over dat onderwerp stellen.
Dat hebben we maandagmiddag ook heel duidelijk gezegd, maar er is slechts één actuele vraag daarover ingediend.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
We kunnen blijven zoeken naar regeltjes om het debat niet te laten doorgaan.
Dit Vlaams Parlement is de plaats om te discussiëren over belangrijke zaken. Net zoals 14 dagen geleden over een ander onderwerp, hoor ik nu dat op woensdag, op het moment dat het parlement vergadert, leden van de meerderheid het blijkbaar nodig vinden om hun commentaar via de media te verspreiden. Dezelfde leden komen hier dan met het Reglement zwaaien om hun stellingen niet te moeten herhalen en niet de daad bij het woord te voegen op de plaats waar die zaken moeten worden gezegd, namelijk in het Vlaams Parlement. Ik kan dat enkel betreuren, want dat komt dit parlement niet ten goede.
Mevrouw Vogels, u hebt het over regeltjes. Een klein regeltje in een democratie stelt wel dat er een meerderheid in het parlement nodig is om een beslissing te nemen.
Ik weet het. Ik richt mijn pijlen niet op u, maar wel op de moedige mensen van de meerderheid, die liever iets tegen een journalist zeggen dan hun houding op de tribune te verduidelijken. (Applaus bij Groen!)
Ik kan me niet uitspreken over wat u hier hebt gezegd. De helft van de leden plus één moet vragen om het debat te laten plaatsvinden.
Daar kan ik zelf nu niet voor zorgen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik stel toch vast dat een lid van dit parlement over dit onderwerp een actuele vraag stelt aan de regering. Ik ga ervan uit dat het antwoord van de regering duidelijk zal maken of er überhaupt een probleem is. Voor zover ik weet, zit de Vlaamse Regering hierover op één lijn. (Rumoer)
Ik heb het over de Vlaamse Regering. We zullen zien wat het antwoord van de regering is.
De heer Caluwé heeft het woord.
Gelet op sommige merkwaardige verklaringen, begrijp ik de vraag. We hebben daarover echter afspraken. Iedereen had een vraag kunnen stellen. Iedereen die met bepaalde regeringsbeslissingen problemen heeft, had dat ook kunnen doen. Er is een vraag geagendeerd over het standpunt van de regering en het verloop van het Overlegcomité van deze morgen. Ik stel voor dat we daar naar luisteren en daarna beslissen of het nodig is daar volgende week een debat over te houden.
Mijnheer de voorzitter, ik heb nog één opmerking over wat de heer Caluwé heeft gezegd. Mijnheer Caluwé, actuele vragen moeten zijn ingediend tegen 10 uur. Ik heb de verklaringen van mevrouw Ceysens gehoord op het middagjournaal van 12 uur. (Rumoer)
De heer Stassen heeft het woord.
Ik denk dat een parlement dient om een aantal zaken te bediscussiëren en daarna een beslissing te nemen. Ik stel vast dat wat we hebben gezegd over het thema dat we op maandagmorgen op de agenda hebben geplaatst, klopt. Er is een zware discussie binnen de meerderheid over het wetsontwerp-Onkelinx.
We vragen gewoon dat de discussie die zich nu in de media afspeelt, wordt gevoerd op de plaats die daarvoor bestemd is, namelijk het Vlaams Parlement. We vragen dat de mensen die de moed hebben om naar de pers te stappen, ook de moed hebben om hier hun standpunt te herhalen. Daarvoor zijn ze verkozen.
We vragen om af te stappen van het formalisme van het Reglement. Het parlement en niet de media is de plaats om te discussiëren en te beslissen.
Mijnheer Stassen, het is de laatste keer dat ik hierop antwoord. Er is een vraag waarop iemand van de regering zal antwoorden. De minister zal antwoorden namens de regering. We zitten hier niet in het federaal parlement, waar een individueel minister een individueel antwoord kan geven, zonder dat hij daarmee de regering bindt. (Rumoer/Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
Mijnheer Stassen, een minister kan hier geen individueel antwoord geven. In de Bijzondere Wet staat zeer duidelijk dat de Vlaamse Regering bij consensus moet beslissen. Dat betekent dus dat wat hier wordt gezegd, de beslissing is van de regering, wie ook daarover het woord voert. Dat is niet het geval in de federale regering.
Het is niet aan mij om te oordelen over het verschil tussen de theorie en de praktijk. Ik ken dat verschil niet. Er kan bij het begin van de zitting een stemming worden gevraagd over de wijziging van de agenda. Dat kan daarna niet meer.
Vraagt u nu een stemming?
We vragen dat de Vlaamse Regering eerst een verklaring aflegt waarover dan kan worden gediscussieerd. We vragen dus een wijziging van de agenda.
Een verklaring afleggen betekent een wijziging van de agenda.
We spreken ons daarover nu uit.
Het voorstel tot wijziging van de agenda wordt bij zitten en opstaan niet aangenomen.Het incident is gesloten.