Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, mijnheer de minister, de donkere wolken blijven zich maar opstapelen boven de luchthaven van Zaventem. Mijnheer de minister, we hebben vandaag vernomen dat de auditeur van de Raad van State die raad zou adviseren om de milieuvergunning voor de exploitatie van de luchthaven, die u op 30 september 2004 aan BIAC hebt gegeven, te schorsen wegens de afwezigheid van een milieueffectenrapport. Het blijkt om een tegenstelling te gaan tussen de Vlaamse regelgeving enerzijds, waarin staat dat er bij een vergunningsverlenging geen MER moet worden opgesteld en de auditeur anderzijds, die zegt dat volgens de Europese regelgeving er ook bij een verlenging een nieuw MER moet worden opgemaakt. Als de Raad van State het verslag van de auditeur volgt, zou dat wel eens zware gevolgen kunnen hebben.
Los daarvan trap ik een open deur in als ik zeg dat de onderhandelingen over de toekomst van de luchthaven van Zaventem muurvast zitten. We hebben u daarover op 19 oktober ondervraagd. Op 15 oktober verstreek immers de deadline van het Brusselse gewest. De Brusselse regering kon dan de dwangsommen innen voor vluchten die de Brusselse geluidsnorm overschrijden. Die bedragen 250.000 euro per 'illegale' vlucht boven Brussel. Als de Brusselse regering die zou innen, zou de luchthaven de facto moeten sluiten.
Op 19 oktober hebt u nog eens zeer duidelijk de uitgangspunten naar voren gebracht. U hebt toen ook gezegd welke concrete afspraken er al waren gemaakt. U zei dat er nog een aantal knelpunten overbleven.
Het wordt hoe langer hoe moeilijker om daar nog wegwijs uit te geraken en te zien wie nu uiteindelijk de touwtjes in handen heeft. Op 28 oktober bent u, samen met uw collega's van de Brusselse en federale regering, bijeen gekomen. De Brusselse regering is het afgebold met de mededeling dat de voorstellen van federaal minister Landuyt onaanvaardbaar, en die van de Vlaamse Regering nog veel minder aannemelijk waren.
U bent buitengekomen met de mededeling dat het voorstel van de federale regering onaanvaardbaar was en dat het voorstel van de Brusselse regering nog veel minder aanvaardbaar was omdat de geluidslast steeds meer in Vlaanderen komt te liggen. Minister Landuyt zegt dat wie het afgebold is, maar moet terugkomen. Verwarring troef dus waarbij iedereen naar iedereen kijkt.
Gisteren las ik dat minister Landuyt heeft gezegd dat het huidige spreidingsplan van kracht blijft. Vandaag lees ik dat de Brusselse regering aan minister Landuyt vraagt of dat zijn standpunt is of dat van de hele federale regering. Het is trouwens een bijzonder perfide standpunt.
Mijnheer de minister, hoe zit het nu in die moerlemei? Iedereen kijkt naar iedereen zonder dat er iemand initiatief neemt of durft te nemen. Wat is de positie van de Vlaamse Regering? Wat is er misgelopen op 28 oktober? Wat waren de knelpunten? Zal de Vlaamse Regering zelf een initiatief nemen, gelet op de impasse? U zult misschien zeggen dat het beter is te wachten op een goed akkoord dan geen akkoord te hebben, maar dit kan niet blijven duren. Hebt u de garantie dat de Brusselse regering morgen of overmorgen niet zal beginnen met het innen van dwangsommen? Als dat gebeurt, is het spel afgelopen en kunnen we de luchthaven van Zaventem sluiten.
Wanneer zal de Vlaamse Regering nu eindelijk eens druk zetten op de Brusselse waarvan iedereen vindt dat die onredelijk is? Ze was onredelijk, ze is en blijft onredelijk. Nu vragen aan de federale regering of het standpunt van minister Landuyt gedragen wordt door de hele regering, is een perfide spel spelen om de eigen interne politieke problemen te kunnen oplossen. Minister-voorzitter Picqué heeft op 3 oktober zelf gezegd dat hij grote problemen heeft. Als hij toegaf en de dwangsommen niet inde, dan had hij geen politieke meerderheid meer aan Franstalige kant. De Vlaamse partijen blijven ondertussen rustig zitten.
Het wordt tijd dat de Vlaamse Regering een initiatief neemt en de Brusselse regering de wacht aanzegt. Het kan niet langer dat één regering omwille van interne partijpolitieke redenen een luchthaven en 66.000 jobs gijzelt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer Van Hauthem, ik wil eerst meer duidelijkheid brengen over het verslag van de auditeur inzake de mogelijke schorsing van de milieuvergunning. Er is enerzijds het verslag van de auditeur en anderzijds het arrest van de Raad van State. We wachten dat arrest af en zullen er ons naar schikken, laat daar geen onduidelijkheid over bestaan. Toch meen ik dat er geen redenen zijn om tot een schorsing over te gaan, om twee belangrijke redenen.
Ten eerste is er geen ernstig nadeel in hoofde van de beroepsindieners om tot een schorsing over te gaan. Ten tweede is er de problematiek van het MER. De indieners van het beroep argumenteren dat er geen MER is uitgevoerd en op basis daarvan vragen ze de schorsing. U verwijst ook naar de Europese regelgeving. Die regelgeving legt de verplichting voor een MER op voor de aanleg van een luchthaven. In de milieuvergunning is echter geen sprake van de aanleg van een luchthaven en ook niet van het verlengen of toevoegen van een landings- of startbaan. Het gaat enkel om het opnieuw vergunnen van een bestaande luchthaven.
Wij wachten af. De auditeur geeft zijn mening. Ik ga ervan uit dat de Raad van State in het arrest in alle duidelijkheid zal beslissen. Overigens wil ik hier vermelden dat dit argument ook in andere gelijkaardige zaken is opgedoken. Toen heeft de Raad van State gemeend dat het niet kon worden weerhouden. Ik denk dan bijvoorbeeld aan Deurne. In elk geval wacht ik nu op het arrest, en zal me eraan houden.
In het geval dat er toch een schorsing zou volgen, maakt de vraagsteller zich zorgen of we dan in een vacuüm zullen terechtkomen. Het is belangrijk te weten dat dit niet het geval zal zijn. Zonder in te gaan op de technisch-juridische aspecten, vallen we dan terug op de milieuvergunning die voortvloeide uit deze die de bestendige deputatie had afgeleverd maar waartegen beroep is aangetekend. Dat is de mening van mijn administratie en mezelf. We wachten dus rustig het arrest van de Raad van State af. Wij zijn van oordeel dat onze argumenten valabel zijn, al is het natuurlijk de Raad van State die uiteindelijk zal oordelen.
Inzake Zaventem is op 28 oktober een laatste keer overlegd met federaal minister Landuyt, onze Brusselse collega's, de minister-president en mezelf. Op die bijeenkomst heeft minister Landuyt een voorstel gedaan. Hij heeft Brussel gevraagd om een en ander te onderzoeken. Nadien heeft hij de vergadering verlaten. Vlaanderen wil een oplossing. De voorstellen die toen echter op tafel lagen, beantwoordden niet aan de eisen in de uitgangspunten waarover we het al hadden: de evenwichtige en billijke spreiding van de hinder, de organisatie van de stille momenten en een stabiel juridisch kader.
Sinds 28 oktober is er geen nieuwe vergadering meer geweest. Er is nog wel een duidelijke stand van zaken overgemaakt, maar er is geen nieuwe vergadering gehouden en een nieuwe vergaderdatum is niet afgesproken. U vraagt wie het initiatief daartoe moet nemen. Het is evident dat dit, zoals in het verleden, minister Landuyt is.
Ik heb begrepen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen dwangsommen zal eisen zolang er wordt onderhandeld. Tot vandaag is dat het geval. Ik ga ervan uit dat het gewest van oordeel is dat er nog altijd wordt onderhandeld. De dwangsommen zullen eventueel van het federale niveau worden geëist, maar Vlaanderen zal blijven werken aan een oplossing. Een oplossing is voor ons echter slechts aanvaardbaar als we hier in het parlement kunnen aantonen dat op basis van onze uitgangspunten een evenwichtige en billijke spreiding van de hinder over de gewestgrenzen heen wordt gerealiseerd.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. U creëerde duidelijkheid over de vraag of er al dan niet een nieuw MER nodig is.
Wat de stand van zaken zelf betreft, blijf ik echter toch wat op mijn honger zitten. Mijnheer de minister, uw vier uitgangspunten zijn op zich natuurlijk niet slecht, maar de situatie is wat ze is. U bevestigt hier dat er sinds 28 oktober in feite niks is gebeurd, dat er alleszins geen vergaderingen hebben plaatsgevonden. Dat lijkt me in het licht van de belangrijkheid van het dossier - en van dat belang hoeven we elkaar niet te overtuigen - nogal hallucinant. Ik krijg op de duur een beetje een gevoel van déjà vu, namelijk het gevoel dat ik ook had bij het dossier-DHL: ook daar had de Vlaamse Regering goede uitgangspunten, degelijke denksporen en redelijke voorstellen, maar liet ze alles maar gebeuren en trad ze enkel op wanneer daarom werd gevraagd.
De federale minister zegt zelf dat diegenen die weggelopen zijn, de Brusselaars, nu zelf maar moeten terugkomen. Op de duur zit iedereen echter naar iedereen te kijken en beweegt er niets. Dat is nefast voor het dossier zelf, want u weet veel beter dan ik dat de rechtsonzekerheid en de economische onzekerheid inzake het dossier van de luchthaven niet goed zijn voor het investeringsklimaat in en rond de luchthaven. Hoe langer die onzekerheid duurt, hoe onzekerder die situatie wordt. Ik zou dus graag hebben dat u zelf het initiatief neemt en dat u met de Vlaamse partijen nu ook eens in de Brusselse regering zegt waar het op staat.
Ik herhaal dat hetgeen we vandaag hebben gelezen, namelijk dat minister Landuyt moet komen vertellen of zijn voorstel het voorstel van de hele federale regering is, een perfide spel is om de MR, die federaal in de meerderheid zit, mee in het bad te trekken, omdat de MR in Brussel in de oppositie zit. Kortom, in Brussel wordt het spel gewoon partijpolitiek gespeeld en heeft men blijkbaar geen enkele aandacht meer voor het algemeen belang en voor het belang dat de luchthaven van Zaventem heeft, niet alleen voor onze regio maar voor heel dit land. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Peeters heeft het woord.
Ik herhaal nog even dat we alles doen om dit dossier tot een goed einde te brengen, dat we duidelijk onze visie naar voren hebben gebracht en onze voorstellen op tafel hebben gelegd tijdens de onderhandelingen, en dat we heel snel zullen ingaan op elke vraag om daar verder over te spreken. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Het incident is gesloten.