Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Dua heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, heren ministers, dames en heren, ik wil eerst zeggen dat ik het jammer vind dat we dit actualiteitsdebat nu pas houden. U zult zich herinneren dat ik op 16 september een interpellatieverzoek heb ingediend naar aanleiding van de gegevens van de VLM. Op 22 september volgde dan het arrest van het Europees Hof van Justitie waarin Vlaanderen veroordeeld werd. Eigenlijk was dat een goede gelegenheid voor het Vlaams Parlement om kort op de bal te spelen. We zijn nu één maand later, de storm is wat geluwd, maar het probleem is natuurlijk niet opgelost. We hebben dus zeker nog een en ander om over te praten. Ik betreur dat het Vlaams Parlement er niet in slaagt om in dit soort dossiers korter op de bal te spelen.
Mijnheer de minister, als er over mest gediscussieerd wordt, is de neiging groot om in een zeer technisch debat te vervallen. Het is technisch gezien dan ook geen simpel dossier. Het lijkt me zinvol om vandaag de grote politieke lijnen ter sprake te brengen.
Voor ons is het uitgangspunt in het mestdossier dat het een kwestie is van volksgezondheid. Te veel nitraten in ons grond- en oppervlaktewater is nefast voor het leefmilieu, maar vormt ook een bedreiging voor de volksgezondheid, met name wanneer de nitraten in ons drinkwater terechtkomen. Wanneer we belang hechten aan de volksgezondheid, moeten we dat mest- en nitraatprobleem aanpakken en oplossen.
Er zijn 2 belangrijke politieke kapstokken om over dit dossier te praten. Ten eerste evolueert de toestand slecht. De voorbije 2 jaren is de nitraatvervuiling erger geworden en de gunstige evolutie die we kenden, is plots gekeerd. Ten tweede werd Vlaanderen door Europa veroordeeld voor het onvolledig omzetten van de nitraatrichtlijn.
We komen van ver. Vòòr 1999 was er heel wat discussie over de mestproblemen. Er waren verschillende mestactieplannen. De landbouwsector betwistte toen dat er een mestprobleem was. In die dagen bereikte de Vlaamse veestapel een absoluut maximum. Mijnheer Van Rompuy, u was toen minister van Landbouw en ik herinner me nog goed uw woorden: 'Ik ben een gelukkig mens zolang er in Vlaanderen meer varkens zijn dan mensen.' De mestverwerking stond nergens, er was een gigantisch overschot van 25 miljoen kilogram fosfaat en 56 miljoen kilogram stikstof, en de norm werd op meer dan 60 percent van de meetpunten overschreden.
In 1999 keurde het Vlaams Parlement een strenger MAP van de ministers Kelchtermans en Van Rompuy goed, met aangescherpte normen en een strengere uitrijregeling. Vanaf dan werd er enorm veel geïnvesteerd in sensibilisering en responsabilisering van de sector zelf. Er werd ook geïnvesteerd in betere voedingstechnieken, in verantwoorde bemesting, in ondersteuning voor mestverwerking en er werd 100 miljoen euro gespendeerd aan de sociaal begeleide afbouw van de veestapel.
De landbouwsector was zich heel goed bewust van het probleem en wilde meewerken aan een oplossing. We hebben altijd gezegd dat de Mestbank controles moet uitvoeren en de vinger aan de pols houden. Dat had duidelijk effect en het is te zien aan de meetresultaten van 2001, 2002 en 2003. Op een bepaald moment vertoonde maar 32 percent van de meetpunten een overschrijding van de norm. Daar was heel de sector over verheugd.
Mijnheer de minister, ik was trouwens blij met uw perscommuniqué van 22 september, waarin u beklemtoonde dat er sinds 1999 enorme inspanningen werden geleverd met heel positieve resultaten tot gevolg. Momenteel gaat de situatie pijlsnel bergaf. De normen van de oude meetpunten worden met 50 percent overschreden, en in bijvoorbeeld West-Vlaanderen met meer dan 70 percent. Uit de cijfers blijkt dat de gunstige tendens van de periode 1999-2000 gekeerd lijkt.
Mevrouw Dua, gaat u ermee akkoord dat we van 32 percent in de vorige periode naar 45 percent zijn gestegen? In 2003-2004 was er een stijging van de overschrijdingen, in 2004-2005 is dat opnieuw gedaald naar 41 percent.
Mijnheer de minister, ik heb alle cijfers bij en zal u zeggen waar we nu staan. Ik wilde net zeggen dat het niet altijd eenvoudig is een verklaring te vinden voor die stijging. U kunt dus beter even wachten met een defensieve reactie.
Er is 40 percent overschrijding voor wat het grondwater betreft, 40 tot 50 percent voor het oppervlaktewater, en 50 tot 60 percent voor de nitraatresidu's. Dat is de huidige situatie. We moeten proberen verklaringen te vinden voor deze stijging. Ik denk dat een aantal versoepelingen niet verstandig waren. Zo was de versoepeling van de uitrijregeling tijdens 2 opeenvolgende jaren niet goed. Iedereen, ook wie geen landbouwer is, weet dat bemesten nadat de oogst van het veld is gehaald, vragen is om de uitspoeling van nitraten. Ik heb dat ooit gedaan, eenmaal voor 2 dagen. U hebt dat systematisch gedaan voor 2 weken en bovendien in kwetsbare gebieden.
Mevrouw Dua, die afwijking was in zeer beperkte gebieden en zeker niet in kwetsbare.
Mijnheer Mathijs, het waren in elk geval kwetsbare gebieden want de verstrenging gold enkel voor kwetsbare gebieden. Daarop werd een uitzondering toegestaan.
Er was ook tijdens de vorige regeerperiode een afwijking toegestaan op de uitrijregeling. Wij hebben een afwijking toegestaan voor enkele dagen, net zoals Nederland trouwens, voor kwetsbare gebieden water. De weersomstandigheden waren echter zo slecht dat we een langere uitrijregeling hebben toegestaan.
Wij moeten zeer omzichtig omgaan met de versoepeling van de uitrijregeling. De verstrenging van de uitrijregeling in MAP 2 was precies een van de redenen waarom de situatie zoveel was verbeterd. Ik ben dan ook wat bang als ik lees wat er in uw nieuwe visietekst staat, namelijk dat u eventueel afwijkingen zult toestaan.
Mijnheer de minister, een ander signaal dat u hebt gegeven is dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen. De landbouwers zouden nu zelf mogen bepalen hoe ze hun mestprobleem aanpakken. De Mestbank zou in dat opzicht ook niet langer optreden als een gendarme. Er zou een ander beleid worden gevoerd waarbij minstens impliciet het signaal werd gegeven dat het allemaal wat soepeler zou verlopen. Intussen is de mestverwerking nagenoeg stilgevallen. Er is een zeer grote terughoudendheid inzake het investeren in mestverwerking omdat er grote onzekerheid is over de toekomst. Er is een nieuwe minister die zeer sussende taal spreekt en er is een nieuw MAP beloofd. Het resultaat daarvan is dat de aanvraag voor vergunningen voor mestverwerking is stilgevallen. Er is een algemene restauratiebeweging aan de gang en we keren terug naar de periode voor 1999. Dit verklaart voor een deel de terugval van de algemene milieukwaliteit. Dat is ook nefast voor de volksgezondheid.
Een tweede punt is de Europese veroordeling. Er is discussie met Europa over de afbakening van de kwetsbare gebieden. Tijdens de vorige legislatuur hebben we een belangrijke eerste stap gezet waarbij ongeveer 50 percent van Vlaanderen werd aangeduid als kwetsbaar gebied. Dat was een moeilijke oefening die bloed, zweet en tranen heeft gekost. Dit heeft geleid tot zware discussies in het parlement, binnen de regering en met de landbouworganisaties.
Want niets is zo moeilijk als onpopulaire maatregelen te nemen en niet is zo gemakkelijk als mee te drijven met en in te gaan op de verlangens van de lobbygroepen en hun woordvoerders in het parlement. Maar op een bepaald moment moeten er politiek moeilijke keuzes worden gemaakt om die leefbaarheid voor de toekomst veilig te stellen. Dat hebben we gedaan. We hebben dat gedaan door de eerste stap te zetten en door 50 percent van Vlaanderen aan te duiden als kwetsbaar gebied.
Het was een moeilijke maar ook zeer belangrijke eerste stap. Hadden we een groter gebied moeten aanduiden, mijnheer Martens? Ik herinner me nog uw vlammende perscommuniqués. Kon het meer zijn? Ik geloof het wel. We hadden inderdaad verder moeten gaan. Ik was daar toen ook van overtuigd. Maar goed, mijnheer de minister, soms moet er een belangrijke eerste stap worden gezet om daarna een volgende te kunnen zetten. Nu is het aan u om die volgende stap te zetten.
Die volgende stap kan er alleen maar uit bestaan dat heel Vlaanderen wordt aangeduid als kwetsbaar gebied. (Opmerkingen van de heer Eric van Rompuy)
Ik zal u ook uitleggen waarom ik u deze welgemeende goede raad geef. De vorige regering is na weken onderhandelen ingegaan op het voorstel van de landbouworganisaties om te werken met die flexibele kaarten. Als er ergens overschrijdingen waren van de nitraatnorm, werd de bewuste zone ingedeeld als kwetsbaar gebied. Als de toestand beter werd, kon ze worden omgeschakeld tot niet kwetsbaar gebied. Het was de bedoeling dat het systeem in de beide richtingen zou werken. De landbouworganisaties hadden daar echter een andere mening over. Ze hadden alleen oog voor de eventuele vermindering van de kwetsbare gebieden.
Mijnheer de minister, ik zou u echt willen adviseren om af te stappen van dit systeem. Iedereen weet dat de meetcijfers in Vlaanderen nergens beantwoorden aan de strengere normen voor eutrofiëring. Geen enkele rivier, geen enkele waterloop in onze regio is zo proper, zo nitraatvrij dat we kunnen stellen dat ze volledig gezond is en dus niet kwetsbaar.
Een andere reden is misschien nog belangrijker. Laten we stoppen met de ene landbouwer op te zetten tegen de andere. Boer A heeft land in zone A. Plots bevindt hij zich in kwetsbaar gebied omdat er in die zone een overschrijding wordt vastgesteld. Boer B heeft land in zone B. Hij mag meer mest uitrijden omdat het water in die zone minder vervuild is. Wie kan echter zeggen dat de vervuiling in zone A afkomstig is van boer A. Zeker met grondwater is het absoluut onmogelijk dat verband te leggen. Water verplaatst zich.
Uiteindelijk worden dan eindeloze discussies gevoerd, zijn er burenruzies, betwistingen, allerlei moeilijke gesprekken. Ik geef u dan ook het advies om de zaken simpel te houden. U bent trouwens voor vereenvoudiging. De mestproblematiek is een globaal Vlaams probleem. Het is beter dat iedereen gelijk voor de wet is en dat iedereen zich houdt aan dezelfde regels.
Ten slotte moeten we ook rekening houden met de Europese context. Zo was er na de veroordeling de expliciete vraag, bijna eis, van de commissaris om Vlaanderen volledig in te kleuren als kwetsbaar gebied. Het voordeel daarvan is dat er dan kan worden onderhandeld met Europa over de afwijkingen. We kunnen dan echt onderhandelen over een derogatieverzoek. Europa begint daar niet aan vooraleer de volledige nitraatrichtlijn is omgezet.
Voor alle duidelijkheid, alle landbouwers in een kwetsbaar gebied zijn momenteel volledig in overtreding omdat de derogatie niet is goedgekeurd. Ze zal allicht niet worden goedgekeurd vooraleer Europa zegt dat we in orde zijn.
Mevrouw Dua, wie had die derogatie moeten aanvragen?
Wij hebben die aangevraagd.
U hebt die aangevraagd. Is het niet zo dat u de derogatie pas mag toepassen nadat u ze hebt aangevraagd?
Inderdaad.
U moet mij dan geen zaken verwijten omdat u bepaalde dingen niet hebt gedaan.
Ik heb ze aangevraagd! Het zou erg geweest zijn indien we dat niet hadden gedaan. Het antwoord van de commissie daarop was dat we eerst in orde moesten zijn met de richtlijn. De bal ligt dus opnieuw in uw kamp. U moet zich in orde stellen met de nitraatrichtlijn. Ik adviseer u dat zo snel mogelijk te doen. Het is simpeler, het is eerlijker, het is juister. Het is beter dan een discussie te voeren per vierkante meter over de zones die moeten worden afgebakend.
Mevrouw Dua, ik ben blij dat u het ermee eens bent dat de wetenschappelijke kennis over de eutrofiëring en de problematiek van het grondwater nog vrij laag is.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416080.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416081.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416082.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416083.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416084.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416085.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416091.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416092.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416093.html was not found on this server.
Ik kan me alleen maar steunen op de uitspraken van verschillende volksvertegenwoordigers en de minister zelf. Ik hoop dat iedereen het erover eens is dat de ambtenaren van de Mestbank er ook zijn om na te gaan of de decreten worden nageleefd. Als we dat opgeven, dan komen we in de problemen.
Laten we er ook mee ophouden om van Europa de boeman te maken. De nitraatrichtlijn moet worden nageleefd. Gelukkig is die richtlijn er, zo niet zouden we allemaal tot over onze oren in de mest zitten, en toch zou iedereen nog doen alsof er geen problemen zijn. Laten we daarom de juiste conclusies trekken uit het arrest. Laat ons niet opnieuw wachten tot Europa weer van zich laat horen, om dan opnieuw te klagen over hoe slecht Europa wel is. Laten we er werk van maken.
Een duidelijk signaal is nodig. Dat kan door heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied aan te duiden en opnieuw te kiezen voor een afbouw van de intensieve veeteelt. We moeten resoluut kiezen voor duurzame landbouw, voor diversificatie, voor de harmonie van landbouw en natuurbeheer en voor de afbouw van de intensieve veeteelt. Dat alles is nodig, want we leven nu eenmaal in een kleine regio met een intensieve landbouwtraditie. Er zijn grenzen aan wat het milieu aan nitraatvervuiling kan verdragen. We hopen dat u zich realiseert dat het gaat om een belangrijk probleem van de volksgezondheid. De bal ligt nu in uw kamp. (Applaus bij Groen!)
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, geachte collega's, mevrouw Dua vraagt zich af waarom het zo lang heeft geduurd vooraleer we in de plenaire vergadering over dit onderwerp van gedachten konden wisselen. In werkelijkheid is de discussie nooit opgehouden. Hierover is al uitgebreid gedebatteerd in de commissie, naar aanleiding van interpellaties van de heer Martens en van mevrouw Dua zelf. Dat gebeurde vlak voor het zomerreces, zo'n drie maanden geleden.
Vandaag herkauwen we in feite de discussie die we toen hebben gevoerd. Binnenkort zullen we hier opnieuw over discussiëren, zowel in de commissie als hier, naar aanleiding van de uitwerking van een nieuw MAP door de Vlaamse Regering.
Dat sterkt mijn overtuiging dat sommigen er blijkbaar genoegen in scheppen om rond dit en andere thema's een spelletje 'minister pesten' te spelen. De oppositie doet dat - en dan denk ik aan Groen! -, maar ook anderen waarvan sommigen tot de meerderheid behoren, bezondigen daaraan. Hoe dan ook is dit debat geagendeerd. Ik zal hier dan ook kort ons standpunt meedelen.
Mevrouw Dua heeft het hier goed verwoord: sommige fracties hebben de bedoeling om de veestapel en bijgevolg de landbouwsector zelf in Vlaanderen af te bouwen. Dat is niet ons standpunt, wel integendeel. Mevrouw Dua vraagt om niet langer de zwartepiet naar Europa door te schuiven. Ik heb daar geen problemen mee. Iedereen moet echter goed beseffen dat de nitraatrichtlijn zelf de mogelijkheid bevat om die richtlijn aan te passen.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416107.html was not found on this server.
Voor ons is mest een grondstof. Als een teveel aan mest voor een milieuprobleem zorgt, moet dit probleem op een voor de landbouwers doorzichtige, eenvoudige en zo goedkoop mogelijke manier worden weggewerkt.
We moeten iets voor ons leefmilieu overhebben. We moeten echter ook iets voor onze landbouwers overhebben. Tot nu toe heb ik hier enkel over afbouw horen spreken. Ik hoop dat de komende sprekers een ander geluid zullen laten horen. De Vlaamse landbouw is een kwaliteitsvolle en gezonde voedselverstrekker. De Vlaamse landbouwsector, met inbegrip van de toeleveringsbedrijven en de afgeleide sectoren, is zeer belangrijk voor de Vlaamse economie.
Los van het feit dat we bij bepaalde Europese regeltjes vraagtekens kunnen plaatsen, willen we steeds de eerste van de Europese klas zijn. Mijn fractie wil haar verantwoordelijkheden echter niet ontlopen. Alles draait om de zogenaamde kwetsbare gebieden. Mevrouw Dua heeft daarnet al naar de geografische en demografische eigenheid van Vlaanderen verwezen. We trekken hieruit echter niet dezelfde conclusies. Vlaanderen kent een typische landbouwstructuur, een hoge bevolkingsdichtheid en een typische verwevenheid tussen wonen en werken en tussen bedrijvigheid en open ruimte. Van een volledige inkleuring van Vlaanderen als kwetsbaar gebied kan voor ons dan ook geen sprake zijn.
Gecombineerd met wat politieke goede wil, moeten de technische en technologische mogelijkheden het mogelijk maken om de kwetsbaarheid van de gebieden flexibel te benaderen. Een fijnmazig en accuraat meetnet moet het mogelijk maken om de kwetsbaarheid jaarlijks te evalueren en bij te sturen. Het opbouwen van een uitgebreid meetpuntennet moet het zelfs mogelijk maken om jaarlijks bedrijfsmatig, of zelfs perceelsmatig, de hoeveelheid opbrengbare mest te bepalen.
Met betrekking tot dit dossier hanteert het Vlaams Belang vijf principes.
Ten eerste, laat de boer boeren. We moeten het mestbeleid en de reglementering eenvoudig en doorzichtig maken. Er mag geen ellenlange waslijst van regeltjes of administratieve rompslomp zijn. De job van de landbouwer bestaat uit het leiden van zijn bedrijf. Hij moet boeren en wij willen hem daarvoor de materiële en immateriële ruimte bieden.
Ten tweede, er mag geen openlijke of verdoken afbouw van de sector komen. Een decreet betreffende het milieu moet milieuproblemen aanpakken en mag niet in het sociaal-economisch weefsel ingrijpen. De overheid moet de mogelijke gevolgen van de landbouw door middel van andere maatregelen wegwerken of compenseren.
Mijnheer Wymeersch, ik zou toch even een vraag willen stellen. Uw uiteenzetting intrigeert me. Wat stelt Vlaams Belang voor? U wilt inspanningen leveren om ons milieu te beschermen. De boer moet echter blijven boeren en de veestapel moet verder kunnen uitbreiden. Voor de rest mogen er geen regels zijn. Kunt u ons vertellen wat de oplossing van Vlaams Belang is?
Mevrouw Dua, geduld is een mooie deugd. Binnen zeven minuten zult u een antwoord op uw vraag krijgen. (Gelach)
Koude en warme saneringen worden door ons totaal verworpen. Vandaag bestaat zowel de warme als de koude sanering. De warme sanering is decretaal bepaald. De koude sanering is de sanering bij individuele bedrijven. (Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
Mijnheer Stassen, indien u het woord wilt, moet u het aan de voorzitter vragen. (Opmerkingen van de heer Jos Stassen)
Blijkbaar wilt u het woord niet langer. U moet weten wat u wilt. Ik weet dat dit voor u moeilijk is, maar u kunt toch eens een poging doen.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416118.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416120.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416122.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416123.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416124.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416126.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416127.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416128.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416130.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416131.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416132.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416133.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416136.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416138.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416141.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416142.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416143.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416146.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416147.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416148.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416149.html was not found on this server.
Not Found
The requested URL /website/htm-spr-web/416151.html was not found on this server.
Mijnheer Callens, de verslagen zijn accuraat en vertellen dat ik een voorstel zou indienen na Pasen.
En dan verwijt u ons dat we het woord 'onverwijld' ook niet op de juiste manier gebruiken. (Applaus bij de meerderheid)
Ik stel vast dat uw regering al verscheidene keren het tijdstip waarop het nieuwe mestdecreet aan het parlement zou worden voorgesteld, vooruitschuift. Op dit ogenblik is dat niet meer dan een visietekst. De nieuwe datum voor een nieuw werkbaar MAP is nu 1 januari 2006. Over 2 weken is er herfstreces, daarna zijn er begrotingsbesprekingen. Zullen we voor het kerstreces over een nieuw en werkbaar MAP kunnen stemmen?
Ik geef wel toe dat het beter is een maand langer te werken aan een goed project dan halsoverkop een slecht project in te dienen. Mijnheer Callens, u moet iedereen meten met dezelfde maten.
Het Vlaams Belang heeft in de persoon van de heer Wymeersch in de commissie tot tweemaal toe gezegd dat het voorstel klaar was en dat hij het na de paasvakantie zou neerleggen. De minister sprak in verband met zijn voorstel over juni.
Werd daarbij een jaartal vooropgesteld?
Mijnheer de voorzitter, het is nu nog altijd na Pasen.
De VLD wil het nieuwe mestbeleid niet bekijken als een alleenstaand dossier, maar wil dat kaderen binnen het totale landbouwbeleid. De landbouw evolueert in versneld tempo naar een schaalvergroting. In 1990 waren er nog 47.500 landbouwbedrijven. In 2004 zijn er dat nog 35.500. Dat betekent dat er in 10 jaar tijd een derde van is verdwenen. Enkel door het uitbouwen van grotere bedrijfsvormen kunnen we immers de internationale concurrentie het hoofd bieden.
Het nieuwe MAP heeft vanzelfsprekend een invloed op de wijze waarop Vlaanderen in de toekomst aan landbouw zal kunnen doen. Zo zal de prijszetting van emmissierechten een invloed hebben op het soort landbouwbedrijven dat nog zal kunnen uitbreiden. Voor de VLD is de discussie over welk soort landbouw we in Vlaanderen wensen, essentieel. Willen we kleinschalige familiebedrijven of veeleer grote bedrijven waar enkel nog ruimte zal zijn voor zeer grote entiteiten, ook voor wat de stedenbouwkundige impact betreft? Mijnheer de minister, voor we echt aan het MAP kunnen beginnen, wil de VLD hierover uw mening kennen.
Mijnheer de minister, de VLD is tevreden dat uw visietekst over het MAP opschuift in de richting van het standpunt dat de VLD al meer dan 10 jaar inneemt. De visie en het geplande beleid houden een volledig nieuwe aanpak in. Het is voor de VLD dan ook niet evident dat het nieuwe MAP 3 kan worden gerealiseerd door een aantal artikelen in het bestaande MAP te wijzigen. Met het oog op de rechtszekerheid zou beter tabula rasa worden gemaakt met het oude MAP.
Uw voorstel gaat op een aantal punten niet ver genoeg voor de VLD. De VLD wil een aantal aandachtpunten onderstrepen en een aantal aanvullingen doen en herhaalt duidelijk dat niet de hoeveelheid dieren of de hoeveelheid geproduceerde mest het probleem vormt. Het probleem is wel dat het teveel aan mest als nitraten en sulfaten op het veld terechtkomt. Er bestaat dus een verschil tussen het probleem grond, het probleem dieren en het probleem mest. Alle oplossingen moeten erin bestaan het mestprobleem onder controle te houden met een minimum aan normen en regels.
De VLD wil de doelstellingen uit de nitraatrichtlijn onverkort halen. Mevrouw Dua zal dus tevreden zijn. Daarvoor is het nodig dat een nieuw akkoord wordt bereikt over de bemestingsnormen die afhankelijk moeten zijn van de nitraatgevoeligheid van de betrokken gronden en over de uitscheidingsnormen per diersoort. Die normen moeten worden aangepast aan de nieuwe veevoederkwaliteit. Deze beide gegevens moeten flexibel zijn, met andere woorden: zij moeten op hetzelfde moment worden aangepast aan de veranderde feitelijke situatie.
Ik ben geen specialist maar ik hoor dat u een onderscheid maakt tussen mest, dieren, en grond. Bestaat er echter geen verband tussen dieren en mest?
Ik had het over dieren en mest enerzijds en grond anderzijds. Ik zal later uitleggen waarom ik dat heb gezegd.
Ik heb thuis een aantal kippen lopen, dus ik ken toch wel iets van dieren.
Als u niets over dieren weet, is het beter dat u de zaal verlaat.
We laten de mogelijkheid tot een verstrenging van de bemestingsnormen indien zou blijken dat het nitraatgehalte niet daalt of tot een versoepeling indien de norm wel wordt gehaald.
Mijnheer de minister, in die zin kunnen we uw visie uiteraard onderschrijven. Het sluitstuk van een dergelijk beleid moet een sluitend en efficiënt controlesysteem zijn, waarbij via een heroriëntering in voldoende bekwaam personeel wordt voorzien.
Eens er een akkoord is, kan voor de VLD de nutriëntenhalte worden afgeschaft en worden vervangen door nutriëntenemissierechten. Die moeten dan wel worden gebaseerd op de hoeveelheid fosfaat en niet op de aantallen dieren. Afhankelijk van de hoeveelheid en de aard van het veevoeder is de nitraat- en fosfaatproductie per bedrijf verschillend. Het veroorzaakte mestoverschot in de vorm van het, zoals hier wordt gezegd, vervuilende nitraat en fosfaat is aan deze laatste productie gekoppeld en niet aan het aantal dieren. De toewijzing van de emissierechten dient dan ook hieraan verbonden te zijn.
En, nu komt het, we wensen zeker alle verantwoordelijkheid te geven aan de landbouwbedrijven om uit te maken via welk instrument of welke instrumentenmix zij, afhankelijk van hun bedrijfsvoering en ligging, hun mestoverschot wensen weg te werken. Ze beschikken daarvoor over een aantal mogelijkheden. Eerst en vooral is er de verwerking. Daarnaast kan er worden uitgereden binnen de normen, kan de mest worden geëxporteerd, kan er een regeling worden getroffen onder buren, kunnen emissierechten worden aangekocht, voeders met lage nutriënteninhoud worden gebruikt, de veestapel worden afgebouwd en gekozen voor vervanging van kunstmest. Al die zaken zijn mogelijk. In de toekomst zijn er misschien nog andere oplossingen. We laten het uiteraard aan de landbouwers zelf over om beslissingen in die richting te nemen.
Voor de VLD kan er dan ook geen sprake zijn van afroming van productierechten en kan uitbreiding van de bedrijven zonder probleem, op voorwaarde dat het daaruit resulterende bijkomende mestoverschot niet op het land terecht komt, maar wordt verwerkt of geëxporteerd. De valorisering of de verkoop van de rechten moeten ervoor zorgen dat de overheid in geen verdere middelen voor afbouw moet voorzien. Onthoud wat ik u hier zeg. Als de overheid niet in die centen moet voorzien, dan zullen we ze later ook niet moeten afnemen van de landbouwers via basisheffingen. Ik zal daar straks meer over zeggen.
Op die wijze wordt de volledige verantwoordelijkheid bij de landbouwers gelegd, waarbij een handhavings- en controlesysteem, en een progressief, flexibel boetestelsel in geval van overtreding van de bemestingsnormen voor de overheid een stok achter de deur vormen. Daarbij dienen de sancties aangepast te worden aan de mate van overschrijding van de normen. Door de bedrijven de mogelijkheid te geven om uit te breiden mits mestverwerking, zal dit laatste instrument ook de bijkomende impuls krijgen die nodig is om ze rendabel te maken.
De mestverwerking betekent voor de VLD sinds jaren het sluitstuk voor het oplossen van de mestoverschotten. Om de mestverwerking op volle snelheid mogelijk te maken, dienen dan ook de uitscheidingsnormen van de mestverwerking aan de realiteit te worden aangepast. Drinkwaterkwaliteit is daarbij niet noodzakelijk. Ik leg daarbij de nadruk op drinkwaterkwaliteit. Wel noodzakelijk is dat alle nutriënten uit het betrokken afvalwater van de verwerkingsinstallaties worden verwijderd. Ook voor mobiele be- en verwerkingsinstallaties dienen de normen realistischer te worden gemaakt. informatieverstrekking aan de gebruikers en het uitbreiden van de bestaande convenants met de landbouw op dit vlak, is voor de VLD essentieel.
De VITO moet voor ons hierbij hoogdringend worden belast met een onderzoek naar het chemisch zuurstofverbruik, of ten minste de parameter ervan.
De VLD wenst daarenboven veel meer aandacht te schenken aan de input onder de vorm van veevoeders. Uit onderzoek blijkt immers dat zowel qua vermindering van de hoeveelheid nitraat in het veevoeder als qua vermindering van de globale hoeveelheid toegediende voeders nog een ruime marge bestaat. Recent onderzoek wijst uit dat de stikstofoverschotten met nog minstens 10 miljoen kilogram en de fosforoverschotten met meer dan 4,5 miljoen kilogram kunnen worden verminderd. Daarom wenst de VLD meer middelen uit te trekken voor verder wetenschappelijk onderzoek.
Ook een doorgedreven informatieverstrekking naar de gebruikers en het uitbreiden van de bestaande convenants met de landbouw op dit vlak, is voor de VLD essentieel.
Mijnheer Callens, ik heb u erg aandachtig beluisterd. Uiteraard zijn er een aantal nuanceverschillen in onze standpunten, maar die zijn niet onoverkomenlijk. Uit discussies in de commissie heb ik geleerd dat er veel duidelijkere verschillen zijn tussen uw partij en een andere meerderheidsfractie. Als u uw standpunten hard wilt maken, bent u dan bereid om dat samen te doen met ons en eventueel nog een andere fractie uit de meerderheid en daardoor in te gaan tegen de wil van een coalitiepartner? Dit zou een werkbaar MAP kunnen opleveren, zowel voor de landbouw als het milieu.
Ik kan alleen maar zeggen dat we het hard zullen spelen. Wie onze medespeler zal zijn, weten we nog niet.
Ik neem aan dat voor u het resultaat telt en niet uw medespelers. We bieden u onze hulp aan. Er zijn kleine nuanceverschillen, maar die zijn niet onoverkomelijk. We zullen straks horen of er met de andere zijde van dit halfrond geen grote onverenigbaarheden zijn.
Mijnheer Wymeersch, alle meerderheidspartijen zullen zoeken naar de best mogelijke oplossing voor de landbouwers. (Applaus bij de VLD en CD&V)
Ik concludeer daaruit dat u ook in dit dossier het samenhouden van de meerderheid hoger inschat dan het bereiken van een werkbaar en gunstig MAP voor de landbouwsector. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Dat is uw conclusie.
Dat zal wel duidelijk worden de volgende maanden.
Dat zullen we nog zien.
Voor de VLD moeten de afroming en de opkoopregeling stoppen. Dat kost Vlaanderen miljoenen euro's. We innen van de jonge landbouwers heffingen die moeten dienen om de opkoopregeling te betalen.
De VLD en ikzelf zijn ervan overtuigd dat een landbouwer stopt als hij met pensioen gaat, of daar toch niet ver van af is. Wel, zo'n bedrijf heeft dan 20, 30 of 40 jaar inkomsten gegenereerd met de varkens- en koeienkweek. Wij vinden dat we geen x miljoenen franken moeten betalen omdat die persoon met pensioen gaat. Ik pleit dus voor de stopzetting van de opkoopregeling, voor de stopzetting van de afroming en voor de stopzetting van het innen van basisheffingen. (Applaus bij VLD-Vivant en CD&V)
De heer Martens heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, geachte collega's, het gaat niet goed met de kwaliteit van ons oppervlaktewater en de kwaliteit van ons grondwater. Ongeveer de helft van ons oppervlaktewater en 40 percent van ons grondwater is ten gevolge van de overbemesting ondrinkbaar geworden. De recentste cijfers van de VMM tonen zelfs een achteruitgang aan. Ondanks de opeenvolgende mestactieplannen, ondanks de continue verscherping van het beleid, ondanks de uitbreiding van het areaal kwetsbare gebieden met strengere bemestingsbeperkingen en ondanks de sensibilisering van de landbouwers worden op onze landbouwgronden blijkbaar nog steeds veel meer meststoffen uitgereden dan door de gewassen kunnen worden geabsorbeerd. Blijkbaar wordt het mestoverschot vooral op papier teruggedrongen, maar zit het in werkelijkheid in onze bodem, in ons oppervlaktewater en in ons grondwater.
Dat heeft ernstige gevolgen voor onze drinkwatervoorziening en voor onze biodiversiteit. Onze grondwatervoorraden worden ongeschikt voor drinkwaterproductie of de drinkwatermaatschappijen worden verplicht over te gaan tot dure investeringen om het te zuiveren. Het teveel aan nutriënten maakt van vele waterlopen 'een groene soep' waar sterke algenbloei alle zuurstof opvreet en voor vele vissoorten het leven onmogelijk maakt. Aan de kust kan het sluiten van stranden door schuimvormende algen ons met een belangrijke economische kost opzadelen terwijl toxische algen problemen kunnen scheppen voor de gezondheid van zwemmers.
Het stond dan ook in de sterren geschreven dat wij door het Europese Hof van Justitie zouden worden veroordeeld voor de niet-naleving van de nitraatrichtlijn. Het arrest van 22 september is het eindpunt van een kroniek van een aangekondigde veroordeling. De toestand is ernstig: niet alleen omwille van de milieukwaliteit die daardoor nog steeds sterk te wensen over laat, maar ook omwille van de economische consequenties van het arrest. De Europese Commissie kan immers voor het Europese Hof van Justitie dwangsommen eisen als het mestbeleid in ons land manifest strijdig blijft met de Europese regelgeving. Bovendien kan de Commissie nog voor er een nieuwe veroordeling is, de geldkraan van Europese middelen voor de structuurfondsen en het Vlaams plattelandsontwikkelingsprogramma dichtdraaien. Wie zoals het Vlaams Belang meent dat Vlaanderen een soevereine stadsstaat is, moeten we op andere gedachten brengen. De consequenties zijn immers zeer verregaand.
Ze zijn dat ook voor de landbouwers. Zij produceren een maatschappelijke meerwaarde en halen geld uit het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma. Dat programma voorziet immers in steun voor beheersovereenkomsten voor de aanleg en het beheer van natuur- en landschapswaarden. Het ondersteunt ook de reconversie naar het hoevetoerisme en de biologische landbouw. Als deze middelen wegvallen, zijn het de goede landbouwers die maatschappelijke meerwaarde produceren die het samen met de slechte moeten bekopen. Onze fractie wil niet dat Vlaanderen dat risico loopt. Wij vinden dat het maar eens gedaan moet zijn om verstoppertje te spelen voor Europa. Wij staan erop dat het mestdecreet dermate wordt bijgestuurd dat het de Europese toets kan doorstaan en de instemming van de EC krijgt. Wij willen dat hierover dringend onderhandelingen met de commissie worden opgestart en de kritiek van de commissie ernstig wordt genomen.
Ik denk dat het tijd is, beste collega's, om een beetje aan 'Realpolitik' te doen, want degenen die durven suggereren dat we ervan afkomen met flexibele kaarten, zonder dat er een afbakening is gebeurd op basis van criteria als grondwater en eutrofiëring, hebben het zeker verkeerd voor. We kennen immers de kritiek van de Europese Commissie. In het persbericht dat de Europese Commissie verspreidde naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie, stelt de Commissie onomwonden dat ze nog steeds van mening is dat op basis van de aanduidingscriteria van de nitraatrichtlijn heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied moet worden aangeduid.
De Commissie is voor deze conclusie niet over één nacht ijs gegaan, maar baseert zich daarvoor op een studie die ze zelf heeft uitbesteed aan het Institute for Environment and Sustainability. Ze baseert zich ook op rapporten die onze eigen administratie, de Vlaamse Milieumaatschappij, heeft uitgebracht en waarin dezelfde conclusie wordt getrokken, met name dat op basis van de aanduidingscriteria van de richtlijn heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied moet worden aangeduid. Zolang Vlaanderen enkel kwetsbare gebieden blijft afbakenen op basis van actuele overschrijdingen van de drinkwaternorm voor nitraat in het oppervlaktewater, en dan alleen nog die overschrijdingen die uitsluitend aan de landbouw kunnen worden toegeschreven, zal onze mestwetgeving blijven botsen op een Europees onvoldoende.
De heer Wymeersch heeft het woord.
Mijnheer Martens, ik wil u een vraag stellen. Ik meen te weten - maar wijs me terecht als ik het fout heb - dat u in dezelfde meerderheid zit als de heer Callens. Ik hoor hem daarnet echter het tegenovergestelde beweren. Hoe meent u met die fractie tot een eensluidend standpunt te komen?
Wait and see. Ik denk dat het geen gemakkelijke opgave zal worden, integendeel. We zijn echter verplicht er hoe dan ook uit te raken. Ik denk dat geen enkele fractie er belang bij heeft dat we nu een akkoord vinden over een nieuw mestdecreet dat Europa enkele maanden later opnieuw naar de prullenbak verwijst. Ik ga er ook van uit dat het overleg met de Europese Commissie veel duidelijk zal maken en de bewegingsruimte die we hier in dit parlement hebben ernstig zal versmallen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer Martens, we zullen een MAP moeten hebben dat de Europese Commissie kan steunen. Ik denk dat zowat alle fracties daarachter staan. Over de flexibele kaart zal er inderdaad nog enige discussie moeten worden gevoerd. In de vorige regering, waarvan ook de partij van de heer Martens deel uitmaakte, evenals de partij Groen!, werd echter ook gepleit voor een flexibele kaart. Ik zou dat voorstel dus zeker niet zomaar overboord gooien, zeker in de context van de motivatie die ik daarstraks heb gegeven.
Ik kom straks terug op dat aspect van de motivatie. Zolang Vlaanderen echter enkel kwetsbare gebieden afbakent - flexibel of niet - op basis van de actuele overschrijdingen van de drinkwaternorm in oppervlaktewater, zullen we op een Europees njet blijven stoten. De richtlijn verplicht immers - en iedereen weet dat - ook tot afbakeningen op basis van dreigende overschrijdingen, afbakeningen op basis van de criteria grondwater en eutrofiëring. Op basis van die criteria hebben we echter nog niet 1 hectare als kwetsbaar gebied aangeduid.
Het Europees Hof van Justitie veroordeelde - en daar wil ik toch ook nog even op wijzen - in haar arrest zelfs Wallonië omwille van het feit dat het onvoldoende kwetsbare gebieden heeft aangeduid voor de beperkte bijdrage die de Waalse landbouw levert aan de eutrofiëring van de Noordzee. Als zelfs Wallonië daarvoor wordt veroordeeld en op de vingers getikt, dan denk ik dat ook Vlaanderen daar niet aan kan ontsnappen.
Als minister Peeters - en ik wens hem daarbij alle succes toe - erin slaagt om de commissie te overtuigen van het feit dat de volledige afbakening van Vlaanderen niet noodzakelijk is om de milieu-doelstellingen te halen, zullen we ons daar niet tegen verzetten, maar we zijn wat dat betreft sceptisch. Als er een akkoord kan worden gevonden, als blijkt dat de doelstellingen op een andere manier kunnen worden gehaald, is het voor ons in orde, want het zijn inderdaad de doelstellingen die hier van belang zijn.
Sta me echter toe, mijnheer de minister, om u duidelijk te maken welke extra voordelen een volledige afbakening van Vlaanderen met zich zou meebrengen. Op de eerste plaats zou er natuurlijk sprake zijn van een serieuze administratieve vereenvoudiging. We hebben namelijk allemaal wel de mond vol van het feit dat de regelgeving te ingewikkeld is, maar een lappendeken van kwetsbare gebieden verhelpt daar uiteraard niets aan. Inzake de afbakening kan snel de goedkeuring verkregen worden van de Europese Commissie. Als we heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied aanduiden, kan het debat met de Europese Commissie dus ook al worden verlegd naar andere zaken die we nog moeten aanpassen om in overeenstemming met de Europese wetgeving te zijn.
Een goed voorbeeld hiervan is de bespreking van de derogatienormen, de afwijkende normen die we in kwetsbare gebieden toepassen. De Europese Commissie wil dat debat pas voeren zodra de Vlaamse overheid de kwetsbare gebieden volgens de Europese richtlijn heeft afgebakend en hiervoor een volledig fiat van de Europese Commissie heeft ontvangen. Aangezien we blijkbaar niet van plan zijn heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied af te bakenen, kunnen we de bespreking van de derogatienormen niet op gang trekken. Dit betekent dat er nog lange tijd rechtsonzekerheid zal zijn. Zolang de landbouwers niet weten welke normen ze in de toekomst zullen moeten toepassen, weten ze niet of ze juist investeren en zullen ze fout blijven investeren.
Een volledige afbakening van heel Vlaanderen als kwetsbaar gebied zou overeenkomen met het engagement dat België, samen met de andere oeverstaten, tijdens de Vierde Noordzee Ministers Conferentie in Esbjerg is aangegaan. Tijdens die conferentie zijn de betrokken ministers overeengekomen om in het kader van de Europese nitraatrichtlijn heel het afwateringsgebied naar de Noordzee als een kwetsbare zone aan te duiden. De andere oeverstaten zijn hun engagement zonder problemen nagekomen. Nederland, Duitsland, Denemarken en Finland hebben hun heel grondgebied als kwetsbaar aangeduid. Frankrijk en Groot-Brittannië hebben dit voor het afwateringsgebied naar de Noordzee gedaan. België en Vlaanderen hinken op dit vlak achterop.
Veel mensen zijn van mening dat de uitbreiding van de kwetsbare gebieden door middel van bijkomende bemestingbeperkingen het probleem enkel groter zou maken. Volgens ons is dit manifest onjuist. Kwetsbare gebieden zorgen voor een betere omschrijving van het probleem. Ze geven immers aan waar de bemesting omwille van milieuproblemen moet afnemen om de kwaliteit van het grond- en het oppervlaktewater te verbeteren. Een bijkomende afbakening van kwetsbare gebieden zorgt er, met andere woorden, voor dat het mestoverschot in het grond- en het oppervlaktewater letterlijk boven water komt.
Met de afbakening van de kwetsbare gebieden is de kous uiteraard niet af. Uit de metingen van de VMM blijkt dat de drinkwaternorm in West-Vlaanderen, dat grotendeels als kwetsbaar gebied is afgebakend, op niet minder dan 67 meetpunten nog steeds wordt overschreden. Dit is uiteraard onaanvaardbaar.
De praktijken die tot een overbemesting in kwetsbare gebieden leiden, moeten worden aangepakt. In sommige gevallen gaat het om de sterk onderschatte uitscheiding van het rundvee. De heer Callens heeft daarnet verwezen naar de door veevoedertechnieken geboden mogelijkheden om de uitstoot nog verder naar beneden te halen. Wat het rundvee betreft, wordt echter algemeen aanvaard dat de uitscheidingscoëfficiënt drastisch wordt onderschat. De mestproductie door rundvee wordt met 15 tot 20 percent onderschat. In andere gevallen gaat het om de te soepele uischeidingscoëfficiënten, de te soepele afwijkende bemestingsnormen in deze gebieden of de regelrecht illegale mestlozingen en mestafzet. In de kwetsbare gebieden zullen de maatregelen moeten worden verscherpt.
Een nieuw mestdecreet mag zich uiteraard niet tot het terugdringen van de nitraatvervuiling van het grond- en het oppervlaktewater beperken. Een mestdecreet is een nutriëntendecreet en moet ook de bemesting met fosfaat behandelen. In sommige gebieden is de bodem zo fosfaatverzadigd dat er sprake is van fosfaatdoorslag. Die gebieden moeten op een wetenschappelijke manier opnieuw worden afgebakend.
In natuurgebieden moeten we de talrijke en ingewikkelde uitzonderingen op het bemestingsverbod laten uitdoven. Mest hoort niet thuis in natuurgebieden. Als we erin slagen de volledige natuurlijke en agrarische structuur tegen 2007 af te bakenen, kan een algemeen bemestingsverbod in de natuurgebieden ervoor zorgen dat we eindelijk de bestemming van deze gebieden tot stand brengen.
Bijkomende kwetsbare gebieden en bemestingsbeperkingen maken het weg te werken mestoverschot natuurlijk groter. Onze fractie kan zich vinden in de idee van een menukaart, zoals die in de visienota is opgenomen. De menukaart biedt elke landbouwer de mogelijkheid om te shoppen en zelf methodes te kiezen om het mestoverschot van zijn bedrijf weg te werken. Het maakt immers niet uit welk instrument wordt aangewend om de milieudoelstellingen te realiseren. Zoals Mao ooit heeft gezegd, maakt het niet uit of een kat wit of zwart is. Het belangrijkste is dat ze muizen vangt.
Deze keuzevrijheid mag niet tot een afwenteling van de problemen leiden. De bedrijven die reeds inspanningen hebben geleverd, mogen niet worden gestraft. We verzetten ons dan ook volledig tegen het schrappen van elke mestverwerkingsplicht. Het wegvallen van de verplichte mestverwerking ondergraaft het investeringsklimaat voor de mestverwerking. Aangezien de langdurige aanvoer van mest naar deze installaties niet wordt gegarandeerd, komen de banken en de andere kapitaalverschaffers niet snel over de brug.
Indien enkel sprake is van vrijwillige mestverwerking wordt de situatie nog erger. Bovendien zouden de boeren die reeds in mestverwerking hebben geïnvesteerd, daar de dupe van zijn. Er zijn al heel wat mestverwerkers over de kop gegaan, dus we kunnen de verplichting tot mestverwerking nu niet volledig afschaffen.
Ook van maatregelen die leiden tot de toename van de veestapel kan voor ons geen sprake zijn. Dat zou om verschillende redenen onverantwoord zijn. Het zou betekenen dat de uitkooprondes die plaatsvonden in het kader van het stopzettingsdecreet weggegooid geld zijn. De Vlaamse belastingbetaler heeft miljoenen euro geïnvesteerd in het afbouwen van de veestapel. We kunnen nu moeilijk verkondigen dat dat een vergissing was.
Mijnheer Martens, ik hoop dat u niet vergeet dat landbouw een economische realiteit is. U woont in Antwerpen, dus u weet dat daar een zeer grote petrochemische industrie aanwezig is. Als morgen BASF een plan voorstelt om uit te breiden en zich wenst te houden aan alle milieunormen, zult u daar,veronderstel ik, geen tegenstander van zijn.
Ook landbouw is een economische realiteit. Als een landbouwer wenst uit te breiden, alle bijkomende mestproductie wil verwerken en wil voldoen aan de milieunormen, kunt u daar toch niet tegen zijn.
Mijnheer Van Aperen, door de stijging van de veestapel zullen de milieunormen niet meer gerespecteerd kunnen worden, en dan heb ik het niet eens over de vermestingsproblemen.
Als de veestapel opnieuw toeneemt, of de mest nu verwerkt wordt of niet, zullen we er niet in slagen onze ammoniakemissies verder terug te dringen. Daarover werden Europese afspraken gemaakt en moeten we Europese verplichtingen nakomen. Op basis van de Europese richtlijn, met nationale uitstootplafonds voor ozonvormende en verzurende stoffen, kreeg Vlaanderen ook een maximum uitstootplafond opgelegd voor de uitstoot van ammoniak.
Wie moeite heeft gedaan om het voortgangsrapport van de Mestbank te lezen, zal weten dat het uitstootplafond, dat na 2010 nog zal verlagen, bij een gelijkblijvende veestapel en een volledige verwerking van het mestoverschot ternauwernood zal worden gehaald. Bij een stijging van de veestapel zal er een overschrijding zijn van het plafond dat door Europa werd opgelegd en zullen we onze Europese verplichtingen niet halen.
Mijnheer Martens, de landbouwers werden verplicht om de mest gedurende 6 maanden te kunnen opslaan. Een gevolg hiervan is dat bijkomende ammoniakemissies ontstaan. Als sneller en beter werk wordt gemaakt van de mestverwerking, zal ook de verplichting om de mest zo lang bij te houden verdwijnen en kan de ammoniakuitstoot dalen. Als we alles op een rijtje zetten, kunnen we enkel tot de conclusie komen dat een versterkt onderzoek naar een haalbare mestverwerking de oplossing is om de landbouw leefbaar te houden en te voldoen aan de milieunormen.
Mijnheer Van Aperen, ik heb het ammoniakproductieplan van Aminal en het voortgangsrapport van de Mestbank goed gelezen. Daar staat in dat alle technische maatregelen die tot nu werden genomen, ternauwernood zullen volstaan om onder het plafond te zakken.
Als op basis van de gegevens van het grond- en oppervlaktewatermeetnet blijkt dat nergens een overschrijding van de drinkwaternorm wordt vastgesteld, als we de eutrofiëring hebben teruggedrongen en als uit het nog op te richten ammoniakdepositiemeetnet blijkt dat we ook onze doelstellingen op het vlak van het terugdringen van de verzuring halen, kunnen we opnieuw toestaan dat, met de nodige flankerende maatregelen, de veestapel kan stijgen. Nu al bijkomende dieren toelaten, zonder zekerheid over het halen van de normen, terwijl we nu de zekerheid hebben dat we met de huidige maatregelen de normen niet zullen halen, is voor ons onverantwoord.
Vlaanderen heeft vandaag veeleer een probleem van te veel in plaats van te weinig beesten.
We verwachten van het nieuwe mestdecreet dat het de problemen oplost in plaats van ze te vergroten. We moeten Europa in dezen zien als een bondgenoot in plaats van als een vijand of een zondebok. Landen als Denemarken, met evenveel varkens en inwoners als Vlaanderen, tonen aan dat een correcte omzetting van de richtlijn wel degelijk resultaten oplevert. Denemarken heeft zijn nitraatuitspoeling met 48 percent teruggedrongen in de periode 1985-2003 en wil deze tegen 2015 nog eens met 15 percent doen dalen. Ik hoop dat we aan deze landen een voorbeeld zullen nemen. (Applaus bij sp.a-spirit)
Mijnheer de voorzitter, ik heb goed geluisterd naar de heer Martens. Hij heeft gezegd dat hij het voortgangsrapport van de Mestbank zeer goed heeft gelezen. Dat is het rapport dat de minister weigert om aan mij te geven. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om aan hem te vragen of de oppositie een kopie krijgt van dit rapport.
Mijnheer de voorzitter, de heer Martens kan dat definitief rapport nog niet gelezen hebben omdat dat nog niet bestaat.
Het niet-definitieve is voor mij ook goed hoor, mijnheer de minister.
Er is een ontwerp van voortgangsrapport. Er is afgesproken dat experts er nog elementen aan kunnen toevoegen en kritiek kunnen geven. Ik vind het dan ook niet correct dat men dit als argument gebruikt. Ik wacht af en ik kan geen ontwerprapport verdelen wanneer in de stuurgroep is afgesproken dat men het zal afronden in de loop van november. Dan zal het afgeronde rapport verspreid worden. Ik ga ervan uit dat de heer Martens het ontwerp van voortgangsrapport bedoelt en niet de definitieve versie.
Voor alle duidelijkheid: ik heb dat ontwerp gekregen van een journalist nadat het al uitgebreid in de krant had gestaan. Wat mij betreft, is er geen enkel probleem om dit ontwerp van rapport te bespreken. Misschien kunnen de parlementsleden die zich in het debat moeien een zinnige inbreng doen en zinnige opmerkingen maken bij de inhoud van dat rapport. (Opmerkingen van de heer Jef Tavernier)
Mijnheer Tavernier, in de stuurgroep is afgesproken dat dit vertrouwelijk zou worden gehouden en er opmerkingen op zouden worden gegeven. Het is de wereld ingestuurd. Er zijn door de Mestbank nieuwe afspraken gemaakt. Aangezien de heer Martens het blijkbaar heeft gekregen van de journalisten, ga ik ervan uit dat binnen de stuurgroep niet correct is gehandeld. Ik ga er ook van uit dat er partijen en mensen zijn die heel duidelijk vragen om de stuurgroep te activeren en te sensibiliseren en er verder bij te betrekken. Ik kan u verzekeren, zeker bij bepaalde organisaties, dat het niet vertrouwenwekkend is wanneer rapporten die nog in ontwerp zijn, reeds worden verstuurd aan de pers. (Applaus)
Mijnheer de voorzitter, we zitten met een democratisch probleem. Mijn interpellatieverzoek is niet gehonoreerd omdat het een geheim rapport betrof.
Het is nog niet afgerond, mevrouw. Ik kan als minister geen rapporten geven die nog niet zijn afgerond. Ik kan alleen maar rapporten geven die door de stuurgroep volledig zijn gehonoreerd. Ik begin niet met allerlei ontwerpen rond te sturen, dat is niet de taak van een minister.
Ik voel me in elk geval tekortgedaan, wetende dat een aantal journalisten en verschillende mensen van de meerheid het rapport hebben, en wij ons moeten baseren op gegevens uit de pers. Het is in uw voordeel dat er goede informatie naar de parlementsleden gaat en een goed parlementair debat kan worden gevoerd.
Mevrouw Dua, ik ga ervan uit dat de leden van het parlement weten, en er zich ook naar gedragen, dat een rapport maar effectief kan worden gebruikt in een debat als het afgerond is.
Wie zegt dat? Er zijn zoveel rapporten van de administratie die in het verleden het voorwerp hebben uitgemaakt van een bespreking in het parlement zonder dat de minister zei dat het zijn rapport was.
Wat betekent dat dan? Dat ik de stuurgroep naar huis mag sturen en zeggen dat die niet nodig is want een afronding van het rapport heeft geen zin?
Neen, dat betekent dat documenten van de Mestbank en van de stuurgroep ook kunnen worden gegeven aan parlementsleden zonder dat hun een sanctie boven het hoofd hangt, want ik ken de achtergrond van de discussie. Dergelijke zaken zijn bij de vorige regering nooit gebeurd.
U haalt me de woorden uit de mond. Ik was er de vorige zittingsperiode niet bij, maar in de archieven lees ik het volgende. 'Het voortgangsrapport 2002 is openbaar gemaakt op 10 december 2002 en werd niet toegelicht in de commissie voor Leefmilieu.' En voorts: 'Het voortgangsrapport van 2003 is openbaar gemaakt op 23 december 2003 en werd niet toegelicht in de commissie voor Leefmilieu.' Maar: 'Het voortgangsrapport 2004 is openbaar gemaakt op 17 november 2004 en werd toegelicht in de commissie voor Leefmilieu op 18 februari 2005.' Dat was het eerste voortgangsrapport van minister Peeters. (Applaus bij CD&V; rumoer)
Dat is net mijn suggestie! De minister moet dat niet toelichten. Documenten van de administratie mogen echter wel ter beschikking worden gesteld van het parlement.
Op het ogenblik dat ze openbaar zijn gemaakt. Daar ga ik toch van uit.
Voor de parlementaire zeden is het belangrijk in deze discussie even te onderstrepen dat het gaat over vertrouwelijke documenten, die nog niet zijn gefinaliseerd. Wanneer die dan worden gebruikt, dan zegt dat meer over diegenen die ze gebruiken dan over de parlementaire zeden. (Applaus bij CD&V en VLD-Vivant)
Of het zegt meer over diegenen die selectieve lekken organiseren.
Iedereen van ons probeert steeds aan documenten te komen. Belangrijk is echter goed te weten wat de status van een document is.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, de veroordeling, door het Europese Hof van Justitie op 22 september 2005, van de Vlaamse omzetting van de nitraatrichtlijn maakt duidelijk dat voor Europa ons mestbeleid op dit ogenblik duidelijk tekortschiet. Dat is natuurlijk een gedeelde verantwoordelijkheid. Om aan die opmerkingen van het arrest tegemoet te komen, wordt onder meer voorgesteld om bijkomend kwetsbaar gebied af te bakenen. Op basis van de jongste meetresultaten van het nitraatgehalte in oppervlaktewater zou het gaan het over netto 142.000 hectare.
Een verduidelijking vooraf: de veroordeling legt Vlaanderen niet op om meer gebieden aan te duiden als dusdanig, maar heeft het over het volgen van de juiste procedure voor het aanduiden van deze gebieden. Dit zou dan ook wel eens kunnen betekenen dat, indien nodig, verder zal moeten worden gegaan dan de geciteerde 142.000 hectare. Niet enkel de plaatsen waar de normen nu al worden overschreden moeten worden aangeduid, maar ook de zones waar een normoverschrijding zou dreigen als er geen maatregelen worden genomen. Ook moeten de zones waar de landbouw aanzienlijk bijdraagt tot de waterverontreiniging in aanmerking worden genomen. Het is dan ook duidelijk dat het Hof eist dat alle gebieden worden aangeduid die afwateren in diverse watermassa's die lijden of zouden lijden onder de gevolgen van de vermestingproblematiek.
Elke goede huisvader die zijn kind wil motiveren na een slecht rapport, zal echter niet alleen wijzen op de tekorten, maar ook aanmoedigen en prijzen voor de goede punten. Wij vragen dan ook aandacht en respect voor de inspanningen die sinds 1999 zijn geleverd en voor de resultaten die sindsdien zijn behaald. Door het beleid van aanmoediging zijn ongeveer 30 miljoen kilogram stikstof en 27 miljoen kilogram fosfaat uit productie gehaald, via nutriëntenarmere voeders, oordeelkundige bemesting, de opkoopregeling, natuurlijke afbouw, export, mestverwerking en substitutie. Dat zijn uw cijfers, mijnheer de minister. Ik neem aan dat ze correct zijn. Er bestaat bij de Vlaamse veetelers en landbouwers ongetwijfeld het noodzakelijke engagement en verantwoordelijkheidszin. Daarvan zijn wij alleszins overtuigd.
Het is voor ons dan ook heel belangrijk dat ze de veerkracht blijven vinden om hun milieu-inspanningen van de voorbije jaren voort te zetten. Een stuk van de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de overheid, niet alleen bij de minister van Leefmilieu, maar ook bij de minister van Landbouw.
Er blijft dus nog een hele weg af te leggen. De uitwerking van de visienota in het kader van het MAP 3 kan in elk geval een goede start zijn voor het Vlaamse mestbeleid. Een eerste stap is een stipte opvolging van de metingen van het oppervlakte- en grondwater op basis van de drie criteria van de nitraatrichtlijn: de te hoge aanwezigheid van nitraten in het oppervlaktewater, de te hoge aanwezigheid van nitraten in het grondwater en de te hoge eutrofiëring in het oppervlaktewater.
We vragen aandacht en alertheid voor het grondwatermeetnet, dat nog in de beginfase is en waarvan het op dit moment afwachten is hoe de resultaten zullen evolueren. Het zou wel eens kunnen dat die resultaten in sommige regio's voor onaangename resultaten zorgen, zo waarschuwde althans de Vlaams Milieumaatschappij.
Het is een goede zaak dat de landbouwers zelf nauw betrokken worden bij de meetresultaten, en dat ze tegelijk ook een grotere vrijheid krijgen in de manier waarop ze het mestoverschot in hun eigen bedrijf wegwerken. Vrijheid veronderstelt verantwoordelijkheid; ook dat is een principe van de goede huisvader. Zij zijn verantwoordelijk voor de resultaten, maar krijgen de vrijheid te kiezen op welke manier de milieuresultaten behaald worden. Het resultaat telt.
Zelfregulering betekent dat ze zelf zorgen voor een correcte afzetting van hun nutriënten. Wie wil groeien krijgt daartoe de kans, via het systeem van overdraagbare nutriëntenemissierechten, terwijl het totale mestoverschot in Vlaanderen toch vermindert door de afroming bij overdracht.
Het is een nieuwe start voor het mestbeleid als wordt gezorgd voor een doorzichtiger en vereenvoudigd beleid, met een regelgeving die eindelijk eens leesbaar wordt gemaakt voor de direct betrokkenen. Dat moet een beleid zijn dat ook de landbouwers meer mogelijkheden biedt en hen aanzet tot meer verantwoordelijkheid; een beleid met een administratie die voldoende mensen en middelen krijgt om te informeren, te begeleiden en toezicht te houden. Op die manier kan een ruimer draagvlak worden gecreëerd dat tot betere resultaten moet leiden.
Zowel de overheid als de landbouwers zullen hier betekenisvolle inspanningen voor moeten leveren. Het zal voornamelijk bij de uitwerking van dit nieuwe plan zijn dat moet worden getracht de bestaande onvolkomenheden weg te werken en effectief een versnelde verbetering van de waterkwaliteit te realiseren. Dit nieuwe mestbeleid moet van nabij worden gevolgd door een correcte en strenge handhaving.
Enkel door landbouwers duidelijk te maken hoe het nieuwe mestbeleid dient te functioneren en de nodige maatregelen te nemen om dit te laten naleven, kan men werken aan een betere waterkwaliteit. De overheid heeft daarbij de taak om via een geïndividualiseerd toezicht de 'free riders' in de sector eruit te halen. Het volstaat immers dat er één is die de regels flagrant overtreedt, om de anderen in dezelfde regio daarvan het slachtoffer te doen worden.
Ook geen goed signaal aan Europa was het bericht eind september dat bij controles van mesttransporten door de Mestbank ongeveer een vijfde niet in orde was. Verscherpte controle op deze mesttransporten is dan ook verantwoord en noodzakelijk. Nogmaals: in het belang van de sector zelf moet de administratie hiervoor ook de nodige mensen en middelen krijgen.
Ieder moet dus zijn verantwoordelijkheid nemen en bovenal een realistische visie ontwikkelen op de toekomst van onze landbouw en het milieubeleid. Een onderbouwd beleid op lange termijn veronderstelt ook dat rekening wordt gehouden met de gevolgen van de uitbreiding van de Europese Unie voor de sector, de onder meer daardoor wijzigende Europese landbouwpolitiek, de evolutie van de wereldmarkt, de demografische evolutie van de veetelers, de impact van de integratie op de sector, het duurzaamheidcriterium, het dierenwelzijn, de technische evolutie van de mestverwerking, enzovoort.
Uit een bevraging van de stakeholders uit de sector door de Koning Boudewijnstichting in juni 2003 over de toekomst van de sector tegen 2020 bleek dat ze zelf de toekomst erg zwart inzien.
Alle scenario's gingen uit van een daling van het aantal bedrijven met 25 tot 30 percent. Daarbij dreigt vooral het familiale bedrijf te verdwijnen, wat ons grote zorgen baart. Het mestprobleem zou dan wel opgelost zijn, maar is dit het toekomstperspectief dat wij de sector willen bieden? Enkel door nu een gedragen toekomstvisie te ontwikkelen en de nodige maatregelen te nemen, kunnen we onze landbouw en veeteelt systematisch minder milieubelastend maken en kunnen we vermijden dat in de toekomst maatregelen moeten worden genomen die bepaalde vormen ervan quasi onmogelijk maken, zo niet dreigen jonge starters absoluut geen toekomst meer te hebben. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik wens iedereen te bedanken voor dit boeiende debat. De uitgangspunten zijn heel duidelijk en moeten worden onderlijnd. Dit dossier is, net zoals dat over Zaventem, een heel ernstig dossier. Het klopt immers dat het dossier te maken heeft met de volksgezondheid en ook met leefmilieu en het nakomen van de geciteerde richtlijnen, en dat het een belangrijk element vormt in een toekomstgerichte en goed uitgebouwde landbouw. Iedereen hier aanwezig, maar ook alle landbouw- en milieuorganisaties zijn het daar volledig mee zijn.
Er werd verwezen naar de resultaten. Sinds 1999 hebben we al een hele weg afgelegd, maar als we alles op een rijtje zetten, stellen we vast dat we tussen 2002 en juni 2003 naar 32 percent overschrijdingen zijn gegaan. Dat is een heel positief cijfer. De vraag is of het een 'lucky shot' was. Was het een eenmalig resultaat? Wat is er gebeurd? Sinds de periode 2001-2002 stagneerde de tendens tot verbetering. Het goede resultaat van het 'lucky shot' heeft zich jammer genoeg niet doorgezet in de volgende jaren. Met deze meetresultaten in de hand moeten we tot de conclusie komen dat dit beleid, dat zijn verdienste heeft gehad en zijn voortgang heeft gekend, jammer genoeg niet het beoogde resultaat heeft bereikt: het correct naleven van de nitraatrichtlijn en het verder veiligstellen van drinkwater en dergelijke.
Daarom dringt een nieuw beleid zich op. Dat nieuwe beleid moet ervoor zorgen dat de resultaten waar we allemaal naar hunkeren, worden gehaald. Meerdere collega's hebben verwezen naar de visietekst die goedgekeurd werd door de Vlaamse Regering en die volgens mij voldoende nieuwe aspecten en elementen bevat om te komen tot betere resultaten. Ik zal de visienota niet helemaal toelichten, want dat zou ons te ver leiden, en ik ga ervan uit dat iedereen de tekst heel aandachtig heeft gelezen.
Die visienota gaat ervan uit dat we in de eerste plaats een grotere verantwoordelijkheid bij de landbouwers leggen. Dit is heel belangrijk. Er is al gezegd dat de landbouwsector al inspanningen gedaan heeft - vriend en vijand moet dat onderkennen - zowel wat nitraten als fosfaten betreft. Die inspanningen moeten worden erkend, maar ze zijn spijtig genoeg onvoldoende. We moeten tot een systeem komen waarin de verantwoordelijkheid van die landbouwers heel duidelijk is opgenomen. Ik heb een voorstel gedaan voor de nutriëntenemissierechten, voor een meersporenbeleid - de heer Martens heeft daarnaar verwezen - met een menukaart met negen elementen waar de landbouwers zelf uit kunnen kiezen en waar ze zelf heel duidelijk doelstellingen gaan rond formuleren.
Een tweede belangrijk element in de visienota zijn de groeimogelijkheden voor bedrijven. In de voorbije jaren was het niet mogelijk om te groeien. Hier zitten we in eerste instantie met een paradox. Hoe kunnen we bedrijven laten groeien zonder het mestoverschot groter te maken? Bij de overdracht van de nutriëntenemissierechten hebben we een systeem uitgedacht van afroming. Volgens sommigen is dit niets nieuws. Ik ben een postmodernist, ik heb daar geen probleem mee. Het is heel moeilijk om nog iets nieuws uit te vinden. Het is wel mogelijk om de dingen op een rijtje te zetten zodat de resultaten verbeteren.
Het arrest van 22 september is belangrijk. Sommigen gingen ervan uit dat met dit arrest bij wijze van spreken de atoombom zou ontploffen en alles onderuit zou worden gehaald, dat we onverkort naar volledig kwetsbaar gebied zouden moeten gaan en dat we op een fundamentele wijze in de problemen zouden komen. Wie het arrest aandachtig heeft gelezen, weet intussen dat het belangrijke elementen bevat. Er is bijvoorbeeld onvoldoende zone kwetsbaar water afgebakend. Wallonië krijgt een veroordeling voor het onvoldoende maatregelen nemen tegen de eutrofiëring van de Noordzee. Dat is niet in het arrest opgenomen voor Vlaanderen. Het arrest is gevolgd door een persbericht van de commissaris. Dat was nieuw voor mij. Hij gaf zijn visie op het Europees beleid. Europa streeft ernaar om volledig kwetsbare gebieden af te bakenen. De woordvoerder van de commissaris heeft daar zeer snel aan toegevoegd dat dit natuurlijk een onderhandelingselement is.
We zullen die onderhandelingen met Europa in de komende dagen en weken voeren. Welke elementen hebben wij om aan Europa te zeggen dat Vlaanderen niet volledig kwetsbaar gebied moet worden? Een argument van belang is ons meetnet voor het oppervlaktewater. Anno 2005 hebben we in totaal 1800 nitraatmeetpunten. Voor grondwater hebben we 2107 punten. Ter vergelijking: Denemarken heeft 94 meetpunten en Duitsland 152. We hebben een zeer fijnmazig meetnet. Dat is de verdienste van de vorige regeringen. Ik heb daar nog verdienste aan. Als we zo'n fijnmazig meetnet hebben, moeten we ons misschien afvragen of we niet op een andere manier naar die kwetsbare zones water moeten kijken.
Misschien moeten we Vlaanderen niet volledig kwetsbaar maken. Mevrouw Dua, u hebt de afbakening van 9 naar 46 percent gebracht. Na het arrest heb ik gezegd dat dat onvoldoende is. Er is onvoldoende kwetsbaar zonewater afgebakend. Op basis van de meetresultaten van de VMM heb ik 142.000 hectaren voorgesteld. Dat is 168.000 min 24.000 hectaren, en daarmee stijgen we van 46 naar 60 percent. Dat is een resultaat dat de vorige regering niet heeft doorgedrukt. Nu moeten we die stap wel zetten.
Ik ben een voorstander van flexibele kaarten en niet van een volledige afbakening van Vlaanderen, omdat ik de verantwoordelijkheid van de landbouwers wil honoreren. Als landbouwers het initiatief en de verantwoordelijkheid nemen om de waterkwaliteit in hun regio te verbeteren, dan wil ik dat honoreren. Daarvan zijn voorbeelden te vinden. Ik wil de inspanningen van die mensen honoreren.
Mevrouw Dua, u hebt de flexibele kaart in februari 2003 ingevoerd en ondersteund. Het honoreren van de verantwoordelijkheid van de landbouwers is essentieel.
Mevrouw Dua heeft het woord.
We zijn ingegaan op de vraag van de landbouworganisaties om veel te meten en om daar flexibele kaarten van te maken. Als in de praktijk blijkt dat in een bepaalde regio bijvoorbeeld 40 landbouwers werkzaam zijn, en 1 persoon doet iets wat niet mag, dan zijn de 39 anderen daar de dupe van. Dat is geen goed systeem.
Mevrouw Rombouts heeft ook gezegd dat het heel moeilijk is om de relatie tussen de plaats van de grondwatervervuiling en de plaats waar ze wordt gemeten vast te leggen. Mijnheer de minister, ik wens u veel succes toe, maar op het terrein zullen mini-boerenkrijgen ontstaan en dat is niet goed voor de landbouw.
De heer Martens heeft het woord.
Mijnheer de minister, we hebben inderdaad een uitgebreid fijnmazig meetnet. Wellicht zijn we koploper in europa. De vraag is nu wat we met de meetresultaten zullen doen. We hebben nog geen enkele hectare gebied als kwetsbaar aangeduid op basis van de massale overschrijding in het grondwatermeetnet. Wilt u de resultaten van dat meetnet nu ook gebruiken om beter te kunnen afbakenen? U hebt een voorstel gelanceerd voor de uitbreiding van kwetsbare gebieden, maar alleen op basis van overschrijdingen in het oppervlaktewater.
Mijnheer de minister, wilt u de gegevens van het grondwatermeetnet gebruiken? Ik heb u die vraag ook in de commissie gesteld. U hebt toen geantwoord dat we die resultaten moeten bekijken in een meerjarig perspectief. Die concentraties veranderen weinig. Het aantal meetpunten met overschrijding in het grondwatermeetnet is toegenomen, maar dat komt omdat er veel meer boorputten zijn, veeleer dan dat er meer verontreiniging is in de bestaande putten.
We hebben de gegevens in handen om op basis van het grondwatermeetnet tot een afbakening van kwetsbare gebieden over te gaan. Wat houdt u tegen om op basis van dat criterium, dat in een richtlijn is vastgelegd, een afbakening te maken?
Mijnheer de minister, u hebt op basis van de resultaten van het oppervlaktewatermeetnet bijkomende kwetsbare gebieden voorgesteld, maar we wijzen enkel die gebieden als kwetsbaar aan als de overschrijding exclusief aan de landbouw is toe te schrijven. Het arrest van het Europees Hof van Justitie leert dat bij een significante bijdrage van de landbouw aan het overschrijden van de resultaten, naast de andere vervuilingsbronnen, ook op basis daarvan een afbakening moet volgen. Met dat criterium zijn we momenteel niet in orde. Wilt u rekening houden met de resultaten van het grondwatermeetnet en met de opmerking van het arrest van het Europees Hof van Justitie?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mevrouw Dua, ik kan u niet volgen. Wanneer dus in een gebied met veertig landbouwers één landbouwer over de schreef gaat, dan is uw conclusie dat het gebied volledig kwetsbaar moet worden.
Mevrouw Dua, deze problematiek heeft in essentie ook te maken met het beheersen en het opvolgen van de waterkwaliteit. Ik hoop dat we erin slagen de landbouwers heel actief te betrekken bij de problematiek van de waterkwaliteit in hun zone. De landbouworganisaties zijn zelf vragende partij om daaraan deel te nemen. De verantwoordelijkheid berust natuurlijk niet alleen bij de landbouwers maar ook bij de overheid voor wat de opvolging en de controle betreft. Wanneer er inspanningen worden gedaan, moeten die worden gehonoreerd. Nog beter is het als men actief gaat zoeken waar de problemen zich voordoen zodat die kunnen worden besproken. Wanneer één op de veertig landbouwers zich niet houdt aan de regels, dan zullen de 39 andere daar ook het slachtoffer van worden.
Mijnheer Martens, wat de meetresultaten voor het grondwater betreft, zullen op het eind van het jaar de nodige conclusies worden getrokken. In het arrest staat dat er in Vlaanderen onvoldoende kwetsbare zones water zijn afgebakend. Ik heb dan ook voorgesteld om aan de reeds afgebakende zones nog 142.000 hectare toe te voegen. Met die argumenten zal ik naar Europa gaan om het debat te voeren. Ik maak me daar geen illusies over. Het zullen immers moeilijke onderhandelingen zijn. Als Europa daar niet mee akkoord gaat, dan kan ik alleen zeggen, tegen de landbouwers en alle andere betrokkenen, dat we alles hebben gedaan om Europa ervan te overtuigen dat het niet nodig is om Vlaanderen volledig als kwetsbaar gebied te beschouwen.
Het huidige regime inzake de mestverwerkingsplicht moet worden gewijzigd. Dat staat ook in de visienota.
Wat het uitrijverbod betreft, staat in de visienota dat we rekening moeten houden met de effecten. Uit wetenschappelijk materiaal moet blijken of na een bepaalde periode nog mest kan worden uitgereden. Er moet ook rekening worden gehouden met de weersomstandigheden. In punt 11 staat dat naargelang de weersomstandigheden kan worden afgeweken van het uitrijverbod. Ook wat de mestopslagcapaciteit betreft, moeten bijkomende inspanningen worden geleverd.
Wat de handhaving betreft, worden we natuurlijk geconfronteerd met een aantal, wat ik zou noemen, 'cowboys'. We hebben het vervoer van mest aangepakt. Wanneer wordt vastgesteld dat er wordt gefraudeerd en er geld wordt verdiend met op een niet-correcte wijze mest te vervoeren, dan moet de overheid optreden. We hebben dat gedaan door voor klasse C de verplichting op te leggen vanaf juni 2006 een GPS-systeem in te voeren. In Nederland is dat al het geval. Er zijn nog andere maatregelen genomen om de percelen zeer goed aan te duiden, zodat de 'malpraktijken' inzake mestvervoer en het aanbrengen van mest ophouden.
Mevrouw Dua, in de Mestbank werken heel wat enthousiaste en deskundige ambtenaren. Ik wil hier nog eens onderstrepen dat het niet mijn bedoeling is om die mensen, die met de zaak al jaren actief bezig zijn, te ontmoedigen. Voor mij is het wel belangrijk om duidelijk te maken dat de administratie in eerste instantie de mensen, en in dit geval de landbouwers, moet helpen om hun verplichtingen na te komen. De klantvriendelijkheid is verschrikkelijk belangrijk.
Wanneer men alleen maar de punten en de komma's ziet, en alleen maar nagaat of alles juist is ingevuld of niet, dan is men niet goed bezig. Het is dat signaal dat ik heb willen geven. Op basis van de visienota gaan we verder werk van maken om die klantvriendelijkheid te realiseren. De administratie in het algemeen, en in dit geval de Mestbank in het bijzonder, moet verder zorgen voor de ondersteuning van de landbouwers. Daarnaast moet er natuurlijk ook worden gezorgd voor de controle en de handhaving.
Wanneer op basis van onafgewerkte rapporten berichten de wereld in worden gestuurd dat de Mestbank maar beschikt over 25 controleurs, dan ga ik daartegen in. Dat is geen juiste informatie. Voor het controleren van het mestvervoer is niet alleen de Mestbank verantwoordelijk, maar ook de federale en de lokale politie. Er zijn dan ook heel wat meer mensen actief mee bezig. Het is niet correct om dat aantal aan te halen. Ik doe zeker niet mee aan die stemmingmakerij.
Een laatste punt is de timing. Het is evident dat we liever vandaag dan morgen een nieuw Mestactieplan en een nieuw mestdecreet moeten hebben. Met de nieuwe aanpak kunnen en zullen de resultaten beter zijn. Ik ben het duidelijke engagement aangegaan de zaak rond te krijgen op 1 januari 2006. Wat ik echter niet in handen heb, is natuurlijk de Europese context. Het is heel belangrijk dat, als we hier iets goedkeuren, het ook de zegen heeft van Europa. Het heeft geen enkele zin om hier zaken goed te keuren, uitvoeringsbesluiten te finaliseren, als ik niet de absolute zekerheid heb dat Europa deze visie volledig onderschrijft.
We gaan de volgende dagen en weken heel hard werken om Europa te overtuigen van onze visienota, van onze aanpak. Ik ga ervan uit dat we daarin zullen slagen. Daar waar Europa meent dat we moeten bijsturen, zullen we dat ook doen. In het parlement zullen we een nieuw mestdecreet goedkeuren en uitvoeringsbesluiten schrijven die de toets van de tijd kunnen doorstaan en die ook leiden tot betere resultaten. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.