Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Dijck heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, 'Kroniek van aangekondigde miserie', zo heeft een journalist van De Standaard het Aquafindossier ooit genoemd. 'Kroniek' dat klopt inderdaad, want van tijd tot tijd - bijna met de regelmaat van een klok - krijgen wij een nieuwe episode voorgeschoteld. Dat was in de voorbije jaren zo, en ongetwijfeld brengt de toekomst ons nog enkele spannende afleveringen.
'Aangekondigd' geldt ook, want iedereen die het dossier een beetje gevolgd heeft, wist dat Aquafin ons veel last zou bezorgen. En dat het woord 'miserie' op zijn plaats is, daarvan moet ik de minister niet overtuigen vermoed ik.
Nu, alle gekheid op een stokje, het dossier, of liever de dossiers-Aquafin, gaan de gemeenschap veel geld kosten, zéér veel geld. De factuur zou kunnen oplopen tot 700 miljoen euro, dat is ruim 28 miljard oude franken. Dat is ongehoord veel.
Precies daarom is de vraag hoe het zover is kunnen komen, terecht. Vandaar dat wij met deze motie het Vlaams Parlement verzoeken om zijn verantwoordelijkheid op te nemen en te onderzoeken op welke wijze de verscheidene dossiers in verband met Aquafin werden beheerd en of er daarbij onzorgvuldigheden of zelfs lichtzinnigheden zijn begaan.
Concreet willen we 3 aspecten onder de loep nemen: het BTW-geschil met de Belgische staat, de ingebrekestelling door de Europese Commissie wegens het niet naleven van de mededingingsregels en de opzegging van de overeenkomst door de vorige regering.
In die dossiers stapelen de vragen en onduidelijkheden zich op. Meestal wortelen de problemen in het verleden en werden tijdens vorige legislaturen beslissingen genomen die ons nu zuur opbreken. Het gaat niet op om die beslissingen door het indienen van vragen en interpellaties steeds weer de huidige bevoegde minister voor de voeten te werpen. De vraag naar zijn verantwoordelijkheid, als het over het verleden gaat, stelt zich niet en bovendien nemen wij aan dat hij ook niet alle antwoorden kent.
Nochtans moeten de vragen worden gesteld en de onduidelijkheden worden weggenomen, eventueel om de politieke verantwoordelijkheden te bepalen, maar vooral om fouten en wanbeheer in de toekomst te vermijden, onder meer door een verbetering van de wet- en regelgeving.
Als ik zie dat Europa niet mals is voor de manier waarop de structuur van de NV Aquafin tot stand is gekomen en als ik de kritiek van de VLD lees, die destijds onder meer door de heer Denys werd geuit, wil ik weten waarom men destijds dergelijke constructie heeft opgezet en waarom die tot op de dag van vandaag is blijven bestaan.
Als ik lees dat de overheid in 1993 besliste om het kapitaal van de privé-partners niet meer volledig op te vragen, wil ik de achtergrond van die beslissing kennen. Als ik merk dat het rendement dat de privé-partners halen zeer hoog is, wil ik weten hoe men dat destijds kon verantwoorden. Als ik in commissieverslagen lees dat er misschien ook na de wijziging van de BTW-regelgeving in 1993 nog afspraken zijn gemaakt tussen de Vlaamse overheid en de fiscus, wil ik daar de draagwijdte van kennen. Als ik minister Peeters hoor verklaren dat, als gevolg van het opzeggen van de overeenkomst tijdens vorige legislatuur, de investeringen zijn teruggevallen, wil ik weten of hij gelijk heeft of niet. Als ik merk dat de vorige regering ervan uitging dat men het BTW-geschil niet kon verliezen, en bijgevolg geen enkele poging deed om een dading af te sluiten, wil ik weten waarop dat optimisme gestoeld was, vooral omdat het achteraf volledig onterecht bleek te zijn.
Ik kan nog een tijdje doorgaan, want er zijn te veel onduidelijkheden. Er is te veel flou artistique en er zijn te veel omstreden beslissingen genomen, maar bovenal is er veel te veel geld verloren gegaan. Als dit parlement zichzelf ernstig neemt, moet het deze zaak uitspitten.
Tot enkele uren geleden dacht ik dat de Vlaams-Belangfractie alleen stond met deze pertinente vraag. Hoewel onze groene collega's eveneens de vraag naar een onderzoekscommissie hadden opgeworpen, bleef het na de vakantie eerder stil aan die kant. Mijn slecht karakter deed mij veronderstellen dat dat werd veroorzaakt door het feit dat er voor Groen! niet veel eer te rapen zou vallen, gezien de rol die de groene ministers in de vorige legislatuur hebben gespeeld. Maar zo-even vond ik de amendementen die Groen! op onze tekst heeft ingediend en die er voornamelijk toe strekken haar voormalige ministers wat meer uit de wind en in het zonnetje te zetten, door in de tekst de verdediging van de opzegging van de beheersovereenkomst op te nemen. Wij vinden zulke ingreep niet nodig en zullen de amendementen dan ook niet goedkeuren. Over wat er deze legislatuur met de overeenkomst is gebeurd en nog staat te gebeuren, kan de huidige bevoegde minister wel worden ondervraagd. Ik hoop wel dat de Groen!-fractie onze motie, geamendeerd of niet, uiteindelijk zal goedkeuren.
Mijnheer de voorzitter, men zou kunnen opwerpen dat het middel van de onderzoekscommissie niet te pas en te onpas mag worden gebruikt. Men is er in dit parlement inderdaad voorzichtig mee omgesprongen, zowel bij meerderheid als oppositie. Die voorzichtigheid was op haar plaats, maar ik denk dat er thans gegronde redenen zijn om ons recht van onderzoek uit te oefenen.
De dramatische resultaten van het Aquafin-debacle nopen ons daartoe. Het moet niet zo zijn dat er pas wordt overgegaan tot de oprichting van een onderzoekscommissie als er sterke vermoedens zijn van fraude, gesjoemel of zelfs semi-criminele activiteiten. Volgens ons volstaat het dat door slecht beheer of politiek onvermogen grote gaten in de kas met belastinggeld worden geslagen, en dat is hier toch duidelijk het geval. Precies daarom heeft de publieke opinie, via het parlement, recht op meer uitleg en op openheid van zaken.
Men kan niet zeggen dat we met een kanon op een mug schieten. Een beest dat het gewicht torst van vele honderden miljoenen belastinggeld, is geen mug, voor zo'n beest is veel zwaarder geschut nodig. Collega's, de munitie ligt op uw banken, ik zou u willen verzoeken ze ook te gebruiken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de voorzitter, collega's, de CD&V-fractie vindt de oprichting van een onderzoekscommissie over de werking van de NV Aquafin niet opportuun. Er is naar ons oordeel een afdoende controle op de evolutie van de schuld en de werking van Aquafin, dat kan men zien in de jaarverslagen. Die controle wordt uitgevoerd op vier niveaus.
De economische toezichthouder, de Vlaamse Milieumaatschappij, heeft een staflid, de vroegere bijzondere gevolmachtigde van de regering bij Aquafin, die specifiek belast is met de dagelijkse controle op de werking van Aquafin. In de overeenkomst tussen het Vlaamse Gewest en de NV Aquafin worden de taken van de bijzonder gevolmachtigde - nu economisch toezichthouder - nauwkeurig omschreven en wordt de toezichthouder toegang verleend tot alle vergaderingen van het directiecomité.
Wat de begroting van de NV Aquafin betreft, wordt tweemaal per jaar bij het opstellen van het budget en de budgetcontrole, opnieuw conform de overeenkomst tussen de NV Aquafin en het Vlaamse Gewest, een budgetoverleg georganiseerd met de kabinetten van Leefmilieu en van Financiën en Begroting. Ook met het Rekenhof wordt het budget van Aquafin ten gronde bestudeerd en nagezien door de vertegenwoordigers van de overheid - herinner u de opmerkingen van het Rekenhof op bepaalde begrotingsdocumenten.
Naast deze controles krijgt Aquafin als naamloze vennootschap eveneens alle privaatrechtelijke controles op haar boekhouding, bijvoorbeeld een revisor en een auditcomité van de raad van bestuur en de plenaire vergadering van die raad van bestuur. In deze vergaderingen worden het budget van het bedrijf en de aan te gane leningen steeds grondig besproken.
Tot slot heeft de NV Aquafin, ook op vraag van de raad van bestuur, een interne auditor aangesteld die rechtstreeks rapporteert aan de voorzitter van de raad van bestuur en die geraadpleegd wordt om alle vragen over financiële of procedurele aangelegenheden te beantwoorden. Ik wil er ook nog op wijzen dat de NV Aquafin voor de uitvoering van de grote infrastructuur- en investeringswerken tot nu toe een schuld heeft opgebouwd van 1,5 miljard euro. De helft van deze schuld werd aangegaan bij de Europese Investeringsbank aan zeer voordelige voorwaarden. 200 miljoen euro is daarvan al afgelost. Er werd tot nu toe 720 miljoen euro aan leningen opgenomen. De schuld wordt op 15 jaar afgelost. Over de BTW is een uitspraak door de rechtbank gedaan. De regering heeft daar de conclusies uit getrokken na grondig overleg. Het is duidelijk dat het bestuur en de werking van Aquafin aan alle geldende regels, overeenkomsten en voorschriften voldoet en de transparantie nu, in de toekomst en in het verleden maximaal gegarandeerd is en was. We zullen niet ingaan op de vraag om hierover een onderzoekscommissie op te richten. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mijnheer de voorzitter, dames en heren, ik heb de voorbije dagen van de zeer toegankelijke website van het Vlaams Parlement gebruik gemaakt om wat parlementaire stukken door te nemen die te maken hebben met het dossier-Aquafin. Ik ben op interessante interpellaties gestoten van de heer Geysels, die in het begin van de jaren negentig - ja, toen al - een forse aanklacht formuleerde tegen de constructie.
Ik heb ook het bitse actualiteitsdebat gelezen van 2002 over de slechte resultaten van België op de zogenaamde ESI-index. Dat debat mondde uit in een debat over Aquafin. De voorzitter heeft toen zelfs even zijn voorzittersstoel verlaten om de puntjes op de i te zetten over de politieke verantwoordelijkheid ten tijde van de onderhandelingen over het Aquafincontract, inclusief de verwoede pogingen om toch links en rechts een resultaatverbintenis in het contract te krijgen.
Na lectuur stel ik vast dat doorheen de jaren bij zowat alle partijen in dit halfrond de geesten geëvolueerd zijn over het Aquafincontract. Iedereen drukt het verschillend uit en de ene is wat subtieler dan de andere, maar iedereen laat uitschijnen dat het een erg slecht contract is. Er zitten te veel middelenverbintenissen in en te weinig resultaatsverbintenissen, waardoor de uitvoerders te weinig op ecologische en economische doelstellingen konden worden afgerekend. De privé-sector heeft goed voor zichzelf gezorgd, of voor zichzelf laten zorgen, want voor het gegarandeerd rendement dat vasthangt aan deze overeenkomst, zouden vele privé-partners hebben getekend.
Onze fractie is van oordeel dat de Vlaamse overheid in het verleden niet heeft gehandeld als een goede huisvader. De Vlaamse Regering doet dat vandaag nog niet door het contract met Aquafin te verlengen. We verschillen dan ook van mening met het Vlaams Belang om het onderzoek daar niet over te voeren.
Wat doet Aquafin ondertussen? Ze staat erbij en kijkt ernaar, maar doet vooral stilletjes verder met Vlaanderen vol buizen te leggen, zonder dat - en dat is vorige week nog maar eens gebleken - de waterkwaliteit erop vooruitgaat.
Tot slot is er het BTW-geschil. In dit geschil waren er verschillende mijlpalen die best eens grondig worden onderzocht. Op dat vlak ben ik het eens met de inleidende spreker. Aan het einde van de jaren tachtig en aan het begin van de jaren negentig is zwaar onderhandeld over dit contract. We willen dat daarnaar wordt gekeken. In 1993 werd de BTW-wetgeving gewijzigd. Toen reeds circuleerden juridische nota's die op eventuele risico's wezen. Er was ook de houding van de BTW-administratie die jarenlang heeft gedaan alsof haar neus bloedde. Er is natuurlijk ook de federale regering die gedurende jaren op het Overlegcomité de Vlaamse Regering aan het lijntje heeft gehouden door te zeggen dat het bewuste KB 20 zou worden aangepast - minister Van Mechelen en mevrouw Dua kunnen dat beamen.
Onze fractie zal het voorstel voor een onderzoekscommissie steunen als onze amendementen worden aanvaard. Ze verruimen het opzet van het onderzoeksdomein. Als we dan toch een onderzoek voeren, moet alles aan bod komen. We vragen een duidelijk onderzoek naar de totstandkoming van de overeenkomst op het einde van de jaren tachtig, en dat er wordt stilgestaan bij de beslissing om in 2004 de overeenkomst opnieuw te verlengen. (Applaus bij Groen!)
Een onderzoekscommissie is hier niet op haar plaats omdat een onderzoekscommissie een ander voorwerp heeft. Wat hier wordt voorgesteld, behoort niet tot het voorwerp van een onderzoekscommissie. Er zijn andere middelen om een discussie te openen over de drie momenten binnen de geschiedenis van Aquafin. Die discussie kan worden gevoerd in de commissie, in de openbare vergadering, enzovoort. Binnen de commissie voor Leefmilieu hebben we reeds twee dagen uitgetrokken om van gedachten te wisselen over de diverse momenten uit de geschiedenis van Aquafin. Hier is dan ook sprake van een oneigenlijk gebruik van het instrument van de onderzoekscommissie dat, zoals de eerste spreker reeds aangaf, slechts uitzonderlijk kan worden aangewend.
Wat de inhoud betreft, heb ik begrepen dat het veeleer gaat over de strategie dan over mogelijke misbruiken. Zo kan men het hebben over het afsluiten van een contract zonder resultaatsverbintenis, het gieten in de vorm van een privaatrechtelijke vennootschap en niet zoals in Wallonië in de vorm van een intercommunale. De Vlamingen willen soms katholieker zijn dan de paus met alle BTW-gevolgen van dien. Dit is een politieke strategie die niets te maken heeft met eventuele misbruiken of oplichtingssituaties die wel tot de bevoegdheid van een onderzoekscommissie behoren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over de motie en de amendementen houden.