Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de minister, de problematiek van de taxi's valt onder de federale wet van 1974 en een KB uit 1975. Alle oud-strijders uit dit parlement, zoals de voorzitter ze wel eens durft te noemen, herinneren zich waarschijnlijk de inspanningen van toenmalig minister Stevaert die een nieuwe mobiliteitswet heeft ingevoerd in 2001. De uitvoeringsbesluiten waren klaar in 2003, en het decreet werd definitief op punt gesteld in 2004.
De bedoeling van deze wetgeving was de wilgroei binnen de taxisector een halt toe te roepen. Tegelijkertijd en logischerwijs werd ook de gemeentelijke autonomie geherwaardeerd. Iedere gemeente moet binnen haar autonomie een aantal concessies kunnen opstellen. Na discussies binnen de commissies en op voorstel van minister Stevaert is er een amendement ingediend en aanvaard.
In juli stelde de Brusselse minister van Mobiliteit, de heer Smet, voor de corridor voor de taxi's van het Brusselse Gewest te openen. Politici van het Brusselse Gewest proberen die corridor al tientallen jaren te openen. De respectieve burgemeesters van die gemeenten proberen die echter al jaren gesloten te houden, onder andere omwille van communautaire redenen en de problematiek van de baten en lasten. Volgens minister Smet moet het mogelijk zijn dat een taxi die een passagier van Brussel naar de luchthaven brengt, terug kan keren met een passagier die de luchthaven verlaat.
We hebben daar toen op gereageerd. Er zijn gesprekken geweest tussen de betrokken gemeenten en minister Smet. We hebben toen gezegd dat de wetgeving van toenmalig minister Stevaert goed functioneert. Eindelijk is er een eind gekomen aan onder andere taxipiraterij en de daarmee gepaard gaande problemen. De rechtbanken van Brussel kunnen dat getuigen. Ondanks het feit dat de aandacht werd gevestigd op de verschillende problemen, blijft minister Smet aandringen.
Mevrouw de minister, het verwondert me nu sterk dat ik in de notulen van een document van u lees dat u dat een goed idee zou vinden. In dezelfde notulen lees ik dat de mensen uit Antwerpen vinden dat wat in Brussel kan, ook voor hen moet gelden. Dan is het hek natuurlijk helemaal van de dam. Waarom zou Luik of een andere stad dan niet hetzelfde eisen?
Dat betekent dat het principe van ex-minister Stevaert op de helling wordt gezet en dat er grote onrust zal ontstaan. Ik vermoed dan ook dat uw uitspraken, als u die al hebt gedaan, een slip of the tongue zijn. Als u dat inderdaad hebt gezegd, ben ik er rotsvast van overtuigd dat u zult inzien dat het decreet dat het Vlaams Parlement in 2001 heeft goedgekeurd, de uitvoeringsbesluiten van 2003 en de definitieve uitwerking in 2004 niet op de helling mogen worden gezet.
De uitvoering van de idee van minister Smet zou een nieuwe taxi-oorlog veroorzaken, met alle sociale gevolgen van dien. Ik ben er dan ook rotsvast van overtuigd dat u in uw antwoord tegemoet zult komen aan de bekommernissen en zult bevestigen dat ex-minister Stevaert zoveel jaar geleden goed werk heeft verricht. Ik ben gerust in uw antwoord. Iets anders zou ik trouwens niet begrijpen.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mijnheer Vermeiren, als u daar zo gerust in bent, moet ik dan nog antwoorden?
U verwijst naar een aantal initiatieven die de minister van Mobiliteit van het Brusselse gewest wenst te nemen in het kader van het taxiplan 2005-2009. Hij heeft daarbij een aantal bedenkingen geuit, onder meer over het dubbele tarief dat de Brusselse taxi's vandaag hanteren. Op het moment dat ze aan de grens van het Brusselse gewest komen en naar de luchthaven rijden, verandert de prijs. Het tarief bedraagt vandaag 2,28 of het dubbele van de normale 1,14. Hij wil dat dubbele tarief afschaffen.
Vooraleer ik een heel concreet antwoord geef, vraag ik u niet alleen te kijken naar dit zeer specifieke dossier. We moeten ons afvragen of wat vandaag bestaat goed is voor de klant en voor de mobiliteit. Ik ben ervan overtuigd dat we rekening moeten houden met de taxisector. Het laatste dat we willen, is een nieuwe taxi-oorlog.
Toch is het zo dat heel wat taxi's passagiers vervoeren en daarna verplicht worden leeg terug te rijden. Dat geldt voor de Brusselse taxi's, maar omgekeerd ook voor die van Zaventem. De taxi's die van Zaventem naar Brussel rijden, moeten leeg terug rijden, tenzij ze werden gereserveerd. Heel wat ritten worden dus niet benut. De opmerkingen van mijn collega van het Brusselse gewest zijn op zich dus terecht.
Ik heb zijn opmerkingen aangekaart bij de taxisector en daar ook mijn bekommernissen geuit. Terecht heeft de sector gezegd dat er ook wel wat contra's aan dat dossier verbonden zijn. Het grote verschil is bijvoorbeeld dat, in tegenstelling tot het Brusselse gewest, in Vlaanderen de gemeenten daarvoor bevoegd zijn en de vergunningen uitschrijven.
Op het overleg hebben we afgesproken dat mijn administratie samen met de taxisector een dossier zal opstellen met de pro's en de contra's. Op basis daarvan zullen we nagaan wat er moet gebeuren. We zullen trachten de belangen van de taxisector en van de klant te verzoenen met de mobiliteit. Ik kan nog niet vooruitlopen op de conclusies.
Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. U rijdt op een gevaarlijk pad. U ziet één zaak over het hoofd, namelijk dat de federale en de Brusselse wetgeving ontstaan zijn naar aanleiding van een taxioorlog.
U vindt het logisch dat een taxi te allen tijde mensen vervoert. Ik ben het daarmee eens. U moet weten, ik zeg u dit in alle rust en sereniteit, dat dit gedurende al die jaren de oorzaak van de taxioorlog was.
U vestigt de aandacht op de tarieven; u hebt daarin gelijk, en de taximensen vragen hetzelfde. Ik vraag me af of iedereen dat beseft: er zijn maar liefst 26 verschillende tarieven in voege. De taximaatschappijen dringen dus eigenlijk aan op een regelgeving. Dat klinkt misschien raar uit de mond van een liberaal. Wij pleiten voor een totaal van vier of vijf forfaitaire reglementen waar de steden en gemeenten zich in kunnen vinden.
Met de beste bedoelingen wil ik u zeggen: waag het niet te tornen aan de gemeentelijke autonomie, waag het niet aan de degelijke decreetgeving van de heer Stevaert te raken. U zou een conflict ontketenen, ook op communautair vlak.
De problematiek van het nachtlawaai komt er ook nog bij kijken. Dit dossier bewijst het, in Brussel heeft men wel oog voor de baten maar niet voor de lasten. Dat hangt allemaal aan elkaar.
Ik dank u voor uw toezegging om de zaak in al haar facetten te bekijken. We zullen elkaar dan ook zonder moeite begrijpen en het dossier in positieve zin afwerken.
Het incident is gesloten.