Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de publicatie van de ontvangers van Europese landbouwsubsidies
Verslag
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de voorbije weken en maanden was er in Nederland en Groot-Brittannië nogal wat heisa over de Europese landbouwsubsidies die worden uitbetaald aan de grote bedrijven. Nederland en Groot-Brittannië werden verplicht om lijsten van uitbetalingen van Europese landbouwsubsidies te publiceren.
Nu zien we slogans, negatieve verhalen en ongenuanceerde uitspraken. De hardwerkende landbouwer die inspanningen levert om te voldoen aan de regels en aan de strenge normen en eisen, is de dupe. De landbouwers hebben recht op die subsidies.
We merken enerzijds dat alle landbouwsubsidies over één kam worden geschoren en anderzijds dat de landbouwers niet altijd even gelukkig zijn met de uitbetaling van de subsidies. Ze zouden liever een eerlijke prijs krijgen voor hun basisgrondstoffen. Ze willen een eerlijke prijs waardoor ze een voldoende groot inkomen zouden hebben en al hun kosten zouden worden gedekt. Onze basisproducten hebben nu eenmaal een te lage prijs, en daarom is de toekenning van Europese landbouwsubsidies terecht.
Mijnheer de minister-president, ik kan me niet voorstellen dat iemand in dit halfrond het uitbetalen van de MTR-premies aan onze landbouwers in vraag stelt. Ik wil u daarom vragen om klaarheid te scheppen in deze problematiek, zonder in slogans te vervallen en in detail te treden. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister-president, het klopt dat de Europese landbouwsubsidies die bestemd zijn voor de Vlaamse landbouwer al jaren ter discussie staan. Dat gebeurt niet alleen omwille van de hoogte van de algemene bedragen, maar ook omdat de vraag wordt gesteld of de landbouwsubsidies werkelijk terechtkomen bij de hardwerkende, zorgzame landbouwer.
Daarom wordt op diverse fora gevraagd naar de openbaarheid van de gegevens. Dat gebeurde ook in het Europees Parlement, onder meer door de europarlementsleden Staes en Van Hecke.
De nieuwe Europese Commissie heeft er een punt van eer van gemaakt om openheid te creëren over zo veel mogelijk Europese aangelegenheden. Dat gebeurt enerzijds in het licht van de fraudebestrijding. Het is niet voor niets dat de Estse Commissaris, de heer Kallas, stelde dat hij een zo groot mogelijke openbaarheid wenst om ook eventuele misbruiken te ontdekken en eventueel aan te klagen. Anderzijds staat de openheid ook in het licht van de efficiëntie en verantwoording van de landbouwsubsidies. Daarom is ook de Europese Commissaris voor de Landbouw voorstander van een zo groot mogelijke openheid. De Europese Commissie kan de cijfers niet zelf publiceren, maar laat dat over aan de lidstaten. Voor wat de landbouw betreft, komt die taak in handen van het Vlaamse Gewest.
Estland, Denemarken, Groot-Brittannië en Nederland hebben ondertussen hun gegevens gepubliceerd. Het zou goed zijn dat ook Vlaanderen dit doet, al was het maar om onterechte kritiek te kunnen weerleggen of om ervoor te zorgen dat we een oordeel kunnen vellen over de correctheid en efficiëntie van de subsidies.
Aangezien bepaalde gegevens uit het geheel worden gelicht, dreigen we immers in een sfeer van slogans en schandalen terecht te komen. In Groot-Brittannië blijkt de Windsor-familie Europese subsidies te genieten en in Nederland blijkt het voedingsconcern Nestlé dergelijke subsidies te ontvangen. Indien we in Vlaanderen over die gegevens zouden kunnen beschikken, zouden we misschien op het Europese niveau voor bijsturing kunnen zorgen of suggesties naar voren kunnen brengen. Dit zou tot een verbetering van de situatie van de hardwerkende landbouwer kunnen leiden.
Minister-president Leterme heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, aangezien hij in een niet zo ver verleden zelf enige verantwoordelijkheid heeft gedragen, zou ik de heer Tavernier kunnen vragen wat hij in verband met deze kwestie zelf heeft gedaan. Bij wijze van inleiding zou ik echter vooral een ander punt naar voren willen brengen.
Ik ben het volledig eens met iedereen die voor transparantie en voor het bestrijden van elke vorm van fraude pleit. We moeten keihard tegen fraude optreden. Ik aanvaard echter niet dat op basis van een aantal fraudegevallen en op basis van de insinuerende vragen die volksvertegenwoordigers in het Vlaams Parlement en zelfs in het Europees Parlement stellen, een gesprek aan respect ten aanzien van onze landbouwers wordt betoond. Onze landbouwers hebben het momenteel niet gemakkelijk. Ze moeten leven van hun arbeid. Dat zal ik nooit accepteren. (Applaus bij CD&V)
Mijn antwoord ten gronde zal kort zijn. Het gaat hier om de toepassing van twee elementen van de wetgeving van openbare orde, namelijk het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur en de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ik ben er in principe niet tegen de door de heer Tavernier aangehaalde informatie toegankelijk te maken. Voor de betrokken instanties duidelijkheid over de juridische positie van deze informatie hebben verstrekt, wil ik hierover evenwel geen uitspraken doen.
Bij de commissie die over de naleving van het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur waakt, loopt momenteel een beroepsprocedure. Mijns inziens moet er transparantie zijn. Ten aanzien van rechtspersonen zie ik weinig problemen. Ten aanzien van fysieke personen moeten we echter zeer voorzichtig zijn. We zouden hier immers een precedent creëren. Het gaat hier eigenlijk om vragen die de boeren viseren. Indien we onmiddellijke toegang tot gegevens van natuurlijke personen verlenen, kan iedereen eigenlijk informatie vragen over de inkomsten van mensen die een opleidings- of een werkloosheidsvergoeding ontvangen. Ik wil eerst weten wat in het kader van het decreet betreffende de openbaarheid van bestuur en van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer de precieze juridische positie van deze informatie is.
Ik wil mijn inleidende opmerking nog eens herhalen. Ik hoop dat geen amalgaam van een aantal fraudegevallen wordt gemaakt. Deze fraudegevallen situeren zich ver van de overgrote meerderheid van de Vlaamse land- en tuinbouwers, die het bijzonder goed menen en die het in de huidige omstandigheden niet gemakkelijk hebben. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister-president, ik ben blij dat u in principe niet tegen een zo groot mogelijke transparantie gekant bent. Ik sta positief tegenover dat deel van uw antwoord.
Ik heb geen insinuerende vragen gesteld. Ik heb duidelijk gesteld dat een grotere openbaarheid in het voordeel van de hardwerkende landbouwers moet zijn.
Ik ben enkele maanden minister van Landbouw geweest. Ik heb gedurende die periode niets rond dit thema gedaan. Ik wil er evenwel op wijzen dat de nieuwe Europese Commissie dit punt sinds haar aantreden vorig jaar steeds belangrijk heeft gevonden. De Europese Commissaris voor Administratie en Anti-fraude heeft het thema op 3 maart 2005 in Nottingham en in op 17 maart 2005 in Berlijn zelf ter sprake gebracht. Mij lijkt het een goede zaak dat de Europese Commissie de landbouwproblematiek ook vanuit dit oogpunt wil bekijken.
Inzake landbouw moet een zo groot mogelijke transparantie meer gegevens opleveren om aan een beter landbouw- en subsidiebeleid te doen. Dat is helemaal niet insinuerend en gaat zeker niet in tegen de belangen van een grote meerderheid van de landbouwers die het goed menen en recht hebben op bijvoorbeeld de MTR-steun.
Ik dank de minister-president van harte voor zijn antwoord. Ik ben het er volkomen mee eens dat we erop moeten letten dat de landbouw niet weer negatief uit dit debat komt. De landbouwers leveren uiterste inspanningen en we moeten alle respect voor hen hebben. (Applaus bij CD&V)
Ik wil nog iets toevoegen aan mijn antwoord. De heer Tavernier heeft gezegd dat dit uitsluitend een bevoegdheid is van het Vlaamse Gewest. Ik ben hier niet van overtuigd. Wat hier en daar in de actualiteit is gekomen, bevat ook elementen van de globale eerste verwerkende kolom. Ik wil de heer Tavernier attent maken op de rol die het BIRB daar speelt, waar nog een aantal federale aspecten mee samenhangen.
Het incident is gesloten.