Verslag plenaire vergadering
Actuele interpellatie over de discussie binnen de Vlaamse Regering betreffende de meerinkomsten voor 2005
Verslag
Aan de orde zijn de actuele interpellaties van de heren Dewinter en Stassen tot de heer Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, respectievelijk over de verklaringen van vice-minister-president Vandenbroucke betreffende een vermeende onverwachte extra inkomst van 230 miljoen euro voor 2005 en de gewenste besteding ervan en over de discussie binnen de Vlaamse Regering betreffende de meerinkomsten voor 2005
Paars is terug van weggeweest. De beloftecultuur is sinds enkele weken aan een merkwaardige comeback bezig. Zo lanceerde minister Vandenbroucke ideeën en plannen over de te verwachten meerinkomsten van de Vlaamse overheid in 2005. Het gaat om 170 tot 230 miljoen euro. Vanaf volgend jaar wordt dat bedrag in het Sociaal Impulsfonds gestort voor allerlei investeringen.
Minister Vandenbroucke heeft een voorafname gedaan op de bespreking over de meerjarenbegroting. Ik heb de indruk dat de VLD-ministers niet op de hoogte waren van het initiatief van de minister. De uitspraken van minister Vandenbroucke zijn gebaseerd op extrapolaties op basis van de inkomsten van de eerste maanden van dit jaar. De vraag is tot wat een parlementair debat over de begrotingswijziging dient als de vice-minister-president de dag nadien uitpakt met totaal andere cijfers. Dat is onverantwoord.
Minister Vandenbroucke heeft blijkbaar geen boodschap aan de cijfers goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Ik kan alleen maar besluiten dat hij voor zijn beurt heeft gesproken. Het voorspelbare resultaat: bekvechtende ministers. De VLD vreest voor de belastingverlaging waar minister Vandenbroucke inderdaad schamper over doet. Minister-president Leterme zei bovendien dat de financiële marge krap is.
Ik heb de indruk dat ook CD&V zich stoort aan de profilering van minister Vandenbroucke.
Ik heb er alle vertrouwen in dat alle meerderheidspartijen zich aan de regeerverklaring zullen houden. Wat me meer interesseert is of het Vlaams Belang tegen de lastenverlaging is?
Telkens wij de regering ondervragen, vraagt de meerderheid wat onze mening is over hun prioriteiten. Dit debat gaat niet over de lastenverlaging, maar over de vraag wat de prioriteiten zijn van deze meerderheid.
De heer Van Rompuy heeft het in zijn internetdagboek over de beloftecultuur met geld dat er niet is. Volgend jaar moet 243 miljoen euro gezocht worden om het regeerakkoord uit te voeren. Is de heer Vermeiren nog altijd even overtuigd van de grote eensgezindheid? (Samenspraken)
Ik begrijp dat de meerderheid verdeeld kan zijn. Maar dan moeten ze voor het debat discussiëren tot er eensgezindheid is.
Iedereen is het erover eens dat een groot deel van de beleidsruimte al weg is door het lopende beleid, onvermijdelijke uitgaven, de nieuwe loonakkoorden en een aantal beslissingen. De heisa over de onverwachte extra middelen en de verklaring van minister Vandenbroucke verdoezelen het feit dat de Vlaamse Regering nog geen politiek akkoord heeft bereikt over de meerjarenbegroting. Minister-president Leterme kondigde de meerjarenbegroting aan als het sleuteldocument van zijn beleid. Iedereen moet toegeven dat de meerjarenbegroting een technisch document is waarin geen politieke keuzes worden gemaakt.
De eventuele nieuwe middelen doen de zenuwachtigheid toenemen. Het wordt steeds duidelijker dat minister-president geen concreet politiek project heeft met duidelijke visie en prioriteiten. Omdat niemand mij gelooft als ik zoiets zeg, verwijs ik naar het interview met mevrouw Ceysens dat vorige vrijdag in de Gazet van Antwerpen verscheen. Na één jaar regeren zegt zij dat de prioriteiten nog moeten worden bepaald. Voorts zegt ze dat een project nodig is en dat deugdelijk bestuur niet volstaat. Zij verwacht dat minister-president Leterme in de volgende Septemberverklaring met een wervend project komt om de cohesie te verhogen.
Deze pijnlijke uitspraken bevestigen mijn analyse: men is onderling verdeeld over de prioriteiten in de meerjarenbegroting. Nu iedereen voor zijn beurt begint te spreken, vervallen we in de beloftecultuur van de vorige regering.
Ik sluit af met een citaat uit het boek van minister-president Leterme. Haastige en op de media versneden maatregelen kunnen succesrijk lijken, maar haastige beslissingen zijn dodelijk als ze niet doordacht zijn. Een beter geformuleerde terechtwijzing had ik zelf niet kunnen bedenken. (Applaus bij VB)
Deze minister-president zou het anders doen: hij zou stoppen met de aankondigingspolitiek, de opendebatcultuur, de openlijke onenigheden en de ruzies. Hij zou aan sobere regeringspolitiek doen, en alles goed voorbereiden en berekenen vooraleer ergens mee uit te pakken. Na een jaar Vlaamse Regering weten we beter: er zijn aankondigingen bij de vleet en er zijn meer ruzies dan ooit. Bovendien is er de blijvende onzekerheid over de cijfers, zowel wat de inkomsten als wat de uitgaven betreft.
Twee dagen nadat de begrotingsherziening goedgekeurd werd, pakte een van de minister-vicepresidenten - die nota bene bij de besprekingen niet aanwezig was - uit met een extraatje van 242 miljoen euro. De meerjarenbegroting is nauwelijks ingediend, of de minister-president kondigt een alternatieve financieringstechniek aan; wat dat budgettair inhoudt weet niemand. Intussen blijken de inkomsten uit de verkoop van allerlei participaties op te lopen tot 425 miljoen euro. Dat betekent dat de cijfers betreffende de inkomsten achterhaald zijn: ze veranderen voortdurend.
Met de uitgaven is het niet beter gesteld. Bij de regeringsonderhandelingen werd een compromis gesloten: een derde van de vrije middelen zou naar lastenverlaging gaan, en derde naar de harde, en een derde naar de zachte sectoren. Niet alleen de minister-president, maar ook de andere ministers lanceren plannen à volonté op allerlei vlakken: onderzoek en ontwikkeling, welzijn, openbare werken en nog zoveel meer. Hoe dit alles moet gefinancierd worden is een open vraag: op mijn interpellatie daarover gisteren antwoordde minister Peeters dat hij dat wel zou zien eens het zover is.
Daarnaast is er nog het plan Vandenbroucke en als reactie daarop het plan Moerman. Eerstgenoemde maakte bekend waaraan hij de meevaller van 9,5 miljard frank - afkomstig uit de meerinkomsten van de registratie-, schenkings- en erfenisrechten - zou willen besteden: eindeloopbaanregeling (ondanks beperking in bevoegdheid), het klaverblad in Lummen (ondanks het feit dat dat eigenlijk al gefinancierd is), de BAM (dat eigenlijk door tolgelden zou betaald worden), en wat betreft het onderwijs de schoolgebouwen (waarvoor de minister-president een alternatieve financieringstechniek aankondigde) en de technische en de industriële richtingen. Dat die opsomming enkel bevoegdheden van socialistische ministers omvatten zal wel geen toeval zijn.
Minister Moerman reageerde erop met haar eigen plan: lastenverlaging voor bedrijven, onderzoek en ontwikkeling, economisch beleid. Allemaal liberale bevoegdheden.
We kunnen nu zelfs niet meer van paarse voorstellen spreken, maar enkel nog van rode en blauwe.
Alles is erg ondoorzichtig. Hoe staat het met de inkomsten van dit jaar? Hoe veel extra middelen worden via de alternatieve financiering betaald? Welke beslissingen werden al genomen, en welke voorstellen zijn nog maar plannen? Hoe staat het met het startplan van Zaventem, de Noordzuidverbinding in Limburg, de ONO, de lastenverlaging, de financiering van de werken in het kader van de BAM, de bouw van de rusthuizen,…: zijn dat plannen of beslissingen?
De sobere regeringsstijl van minister Leterme heeft een grote ondoorzichtigheid tot gevolg.
Hoe groot is de inkomstenmeevaller van dit jaar precies? Er doen verschillende cijfers de ronde.
We vinden het belangrijk dat iedereen weet dat die meeropbrengst enkel en alleen uit de lastenverlaging voortkomt. Dit is het bewijs dat lastenverlaging meer beleidsruimte met zich meebrengt.
Wij keurden die lastenverlaging mee goed, en ze blijkt inderdaad mee te vallen. Maar de verdere lastenverlaging die nu op stapel staat zien we niet meer zitten: zij zou van een heel andere aard zijn.
Hoe komt het dat de minister-president een begrotingsherziening laat goedkeuren die twee dagen later al achterhaald blijkt te zijn? Hoe beoordeelt hij al de politieke discussies die is ontstaan: is dat de nieuwe bestuursstijl? Wat gaat de minister-president met de bijkomende middelen doen? Hoe kan hij een ernstige meerjarenbesteding van de bijkomende middelen opstellen, als hij er niet eens in slaagt een begroting voor dit jaar te laten goedkeuren waar binnen de regering eensgezindheid over bestaat?
Ik heb veel vragen gesteld: ik hoop nu eindelijk een ernstig en duidelijk antwoord te zullen krijgen. (Applaus bij Groen!)
De uitspraken van de minister Vandenbroucke getuigen niet van slimme communicatie. Er is wel een trendbreuk met de vorige regeerperiode: nu houden we tenminste een parlementair debat als een minister uit zijn rol valt.
De aangekondigde meerontvangsten van de gewestbelastingen zijn gestoeld op los zand, want gebaseerd op de goede ontvangsten van één maand, namelijk de meimaand. De stijging kan te maken hebben met toevallige factoren. De inschatting steunt ook op een zeer rooskleurige raming van de federale belastingsadministratie, die traditioneel veel te optimistische prognoses lanceert.
Bovendien dreigen er heel wat negatieve ontwikkelingen. De geplande eenmalige ontvangsten uit de realisatie van vastgoed staan nog niet vast. De BBP-groei zal lager zijn dan geraamd en er zal allicht ook geen positief ruilvoeteffect zijn. Ook de negatieve afrekening als de federale regering dit jaar geen formele begrotingscontrole meer doet, dreigt groter te zijn dan ingeschat. Gelet op de risico's voor andere ontvangsten zijn hoerakreten over de vermeende stijging van de gewestbelastingen voorbarig.
Nu zegt men maar definitief te beslissen als de middelen zeker zijn. Het gezond verstand zegt dat men dan beter had gewacht met het debat erover. Voorts zegt men dat extra middelen niet gebruikt mogen worden om eenmalige achterstallige facturen te betalen. Hoe zullen die dan wel betaald worden? Omdat de extra's eenmalig zouden zijn mogen ze blijkbaar niet gebruikt worden om eventuele budgettaire problemen in 2006 op te lossen. Ik dacht dat extra middelen spontaan gereserveerd werden. Ik begrijp ook niet waarom de middelen in een zoveelste fonds moeten gestort worden. De talrijke fondsen verminderen trouwens de transparantie van de Vlaamse begrotingen.
Zegt u dat minister Vandenbroucke voor zijn beurt gesproken heeft en ongeoorloofde uitspraken gedaan heeft?
Minister Vandenbroucke heeft voor zijn beurt gesproken. De regering dient ernstige boodschappen te geven. Het is niet voor herhaling vatbaar. (Applaus bij VB en CD&V) Met een beetje inspanning kan de heer Stassen trouwens de antwoorden op al zijn vragen terugvinden.
De minister heeft gelijk dat de regering vooral moet investeren in een sterker en duurzamer economisch draagvlak. Ik begrijp nog altijd niet waarom de hele show nodig was. Heeft de minister een verborgen bedoeling of boodschap?
De zaak is ernstig omdat het gaat om serieuze aangelegenheden en er een serieuze minister mee gemoeid is. De regering moet het parlement ernstig nemen, zoals beide de bevolking serieus moeten nemen. Daarom roep ik, in naam van mijn fractie, de regering op om te stoppen met de verwarrende berichten. Het gaat economisch niet goed, maar ineens ligt er 230 miljoen euro om de hoek. Extra ontvangsten moeten besteed worden aan eenmalige investeringen, maar de minister geeft voorbeelden van recurrente investeringen. Het is niet verrassend dat de Vlamingen vinden dat politici geen ruzie hoeven te maken over hoe geld dat er niet is, het best wordt uitgegeven. De mededelingen zullen de plannen van de minister om de consumptieve uitgaven onder de loep te nemen trouwens niet vergemakkelijken.
Mijn fractie blijft bij zijn oproep van het investituurdebat om geen loze aankondigingen meer te doen. De voorbije gebeurtenissen hebben geen vertrouwen gegeven en getuigen niet van grote verantwoordelijkheid. Dat is niet voor herhaling vatbaar. (Applaus bij VB, CD&V, N-VA en Groen!)
De maatregelen die door de vorige regering genomen zijn, de verlaging van de registratierechten, de tijdelijke en dus niet recurrente maatregel over de schenking van de bouwgronden en de schenkingsrechten voor roerende goederen, hebben succes.
Voor de schenkingsrechten werden de samenwonenden gelijkgesteld met de gehuwden. De schenkingen van de ondernemingen hadden de bedoeling de continuïteit, en dus de werkgelegenheid, te waarborgen. Door al die maatregelen zal de begroting positief zijn, maar sommige hebben een uitdovend karakter. Ook inzake successierechten mag men geen veronderstellingen maken voor de toekomst. De middelen moeten dus als een goede huisvader worden beheerd.
Nu plukken we de vruchten van het verleden, onder andere door de eenmalige bevrijdende aangifte. We moeten echter realistisch blijven. De heer Dewinter weet blijkbaar niet wat antwoorden op de vraag naar een lastenverlaging en de heer Stassen wil dat alle middelen naar de zachte sectoren gaan. In de onderhandelingen van vorige zomer schetste men echter een drieledig doel: lastenverlaging, investeren in harde sectoren en in zachte sectoren.
U verwart een actualiteitsdebat met een interpellatie. In een interpellatie wordt de regering ondervraagd en dat heeft de heer Dewinter ook gedaan. U moet niet aan ons vragen hoe we de middelen zullen besteden, want wij willen eerst en vooral weten of de middelen er wel zijn.
Ik heb u die vraag niet gesteld, ik formuleer enkel een conclusie: men moet behoedzaam omspringen met de middelen die men waarschijnlijk zal ontvangen.
Ik stel me vragen bij de terugverdieneffecten van de lastenverlaging in de personenbelasting. Die zal leiden tot een versnippering van de middelen.
We zouden de vergelijking achteraf moeten maken. Als we de drieledige besteding voor ogen houden, en de minister van Begroting de middelen goed beheert, hebben we redelijke zekerheid. Ik vind het echter voorbarig dat minister Vandenbroucke de zaken vooraf reeds bij naam noemde. (Applaus bij CD&V en VLD-Vivant)
Ik ben enigszins ontgoocheld in de interpellanten. De regering werd namelijk niet ondervraagd over de inhoud. Van Vlaams Belang kan ik dat nog begrijpen. (Rumoer)
Vlaams Belang verklaarde gisteren in de commissie dat Vlaanderen gerust schulden mag maken, dat is dus ziijn visie.
De heer Stassen verwijt de minister dat hij een inhoudelijk debat wil aanzwengelen. Ik begrijp zijn logica niet, want de 20 miljard-nota van mevrouw Dua en mevrouw Vogels werd destijds wel door hem aanvaard als strategie om een debat aan te zwengelen.
Ik heb het wel degelijk gehad over de inhoud en heb de Vlaamse Regering om duidelijkheid gevraagd.
Bij de bespreking van de begrotingscontrole was er - tot mijn vreugde - een inhoudelijk debat over de uitdagingen voor Vlaanderen. Zowel de minister-president als de minister van Begroting benadrukte het belang van economische investeringen. De communicatie van minister Vandenbroucke ligt in dezelfde lijn.
De Vlaamse Regering heeft de meerjarenbegroting conservatief benaderd en heeft zichzelf bewust - en terecht - in een budgettair keurslijf gehesen. Het Rekenhof vond de inschatting van de middelen zelfs nog niet conservatief genoeg. De regering heeft het constant beleid op een verantwoordelijke manier becijferd en heeft op basis daarvan de budgettaire ruimte bepaald.
Dat is het keurslijf. Men mag niet afwijken van de vooropgestelde doelstellingen. Als bepaalde inkomsten hoger zijn dan verwacht, moet men binnen het opgelegde keurslijf blijven functioneren en de nieuwe middelen gebruiken voor nieuwe economische impulsen. Het debat moet daarover gaan en niet over de vorm. (Applaus bij sp·a-spirit)
Is het normaal dat de vice-minister-president de dag na het debat over de begrotingswijziging het omgekeerde heeft verteld van wat het parlement heeft besloten? (Applaus bij VB)
De vice-minister-president heeft het debat verder aangezwengeld: men mag de meerjarenbegroting niet loslaten en men dient de bijkomende middelen te gebruiken voor de economische uitdagingen. Dat is het standpunt van sp·a-spirit. Wil de regering ook die keuze maken? (Applaus bij CD&V en sp·a-spirit)
Blijkbaar is de strategie van de regering dat eerst de pers wordt geïnformeerd en dan pas het parlement. Vorige week woensdag vond het debat over de begrotingswijziging plaats en een dag later blijkt uit de pers dat er extra bijkomende middelen zijn. Het zou van enig respect getuigen om meer met het parlement te communiceren en minder met de pers.
De begroting van 2005 is niet achterhaald en niet alles is veranderd sinds de vorige regeerperiode. De meerjarenbegroting is tot een bepaalde hoogte realistisch. De minister van Financiën en Begroting kent tegenvallers en meevallers. De regering is bezig met het zoeken naar alternatieve financiering. Het is niet erg dat er een debat wordt gevoerd, maar wel dat ik de reactie van minister Van Mechelen moet lezen op de website van de heer Van Rompuy. Klopt het bedrag van 230 miljoen euro? Waarop is dat gebaseerd? Op welke manier zal het debat worden gevoerd over het geld? (Applaus bij CD&V, sp·a-spirit en N-VA)
De begroting is een raming en de meerjarenbegroting is dat nog meer. De meerjarenbegroting is krap. Als er een perspectief is op onverwachte meerinkomsten, ontstaat er heel wat commotie. Sp·a-spirit wil waarschuwen dat het wellicht gaat om eenmalige meevallers. Het is onverantwoord om de meerinkomsten als recurrent te beschouwen en daarom dienen ze aangewend te worden voor investeringen.
Het zou gevaarlijk zijn om dit geld te gebruiken voor de lastenverlaging of om subsidies te verhogen omdat het niet zeker is dat dit recurrente middelen zijn. De wachtlijst voor investeringen is in alle sectoren lang. Al deze investeringen zorgen voor werkgelegenheid.
Mogen wij de beleidsinitiatieven op het vlak van bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling afhankelijk maken van deze middelen? Moeten we de middelen daarvoor niet uit de reguliere begroting halen?
Zolang het maar om vermoedelijke en tijdelijke meerinkomsten gaat, mogen we deze middelen niet gebruiken voor recurrente uitgaven of ter compensatie van recurrente minderinkomsten. We moeten deze middelen gebruiken voor arbeidsintensieve investeringen die niet door PPS gefinancierd kunnen worden. Maar laat ons eerst afwachten hoe groot de meerinkomst precies is. In die zin vind ik het goed dat deze middelen niet zijn opgenomen in de meerjarenbegroting.
Sedert de tweede week van juni vermoeden administratie en kabinetten dat de gewestbelasting 160 tot 170 miljoen euro meer zal opleveren dan het bedrag dat voorhanden was bij de opmaak van de begroting voor 2005 en bij de begrotingscontrole. Bij de opmaak van de begroting voor 2005 werden de gewestbelastingen uit voorzichtigheid 60 miljoen euro te laag geraamd. De onderraming opgeteld bij de eventuele meerinkomsten levert 230 tot 240 miljoen euro op.
De meerinkomsten zouden het gevolg zijn van meerontvangsten uit vastgoedtransacties als gevolg van de gestegen vastgoedprijzen, het toegenomen aantal vastgoedtransacties en een aantal fiscale maatregelen. Ook al wijzen deze drie objectieve elementen op een recurrente stijging, toch blijft het belangrijk in voorwaardelijke zin over deze meerinkomsten te spreken.
Analyse zal moeten aantonen of het om meerinkomsten gaat die ESR-matig verwerkt kunnen worden in de begroting. Daarnaast moet worden uitgemaakt of het om een eenmalige opstoot of om een recurrente trend gaat. Precies daarom hadden wij zelfs geen rekening kunnen houden met deze gegevens bij de begrotingscontrole.
Deze voorzichtigheid is ook aangewezen gezien de economische toestand. De begroting voor 2005 is gebaseerd op een economische groei van 2,4 procent en een inflatie van 2 procent. Op dit ogenblik is de situatie minder rooskleurig.
Het is de intentie van de voltallige Vlaamse Regering om de eventuele meerinkomsten niet te gebruiken voor de normale overheidswerking. Wij willen deze middelen reserveren om het regeerakkoord uit te voeren en vooral om de Vlaamse economie impulsen te geven.
De Vlaamse Regering levert een inspanning om de uitgaven onder controle te houden. De laatste berichten daarover wijzen op positieve resultaten. Dat zou kunnen leiden tot een overschrijding van het vorderingensaldo.
Ik ben het zowel met minister Van Mechelen als met minister Vandenbroucke volledig eens. Bovendien heeft vice-minister-president Vandenbroucke met mij overleg gepleegd over zijn boodschap. Eventuele meevallers moeten gebruikt worden om onze economie te versterken, om het regeerakkoord correct uit te voeren en om de bijkomende afspraken te financieren.
Een tweetal weken geleden zijn de afspraken over het nieuwe stabiliteitsprogramma geformaliseerd in het Overlegcomité. Nu we de objectieven inzake vordering en saldo kennen, de formules voor alternatieve financiering zijn verfijnd en de bedragen uit de legendarische atomaschriftjes zijn verduidelijkt, kunnen we de politieke besluitvorming over de meerjarenbegroting wellicht nog voor het zomerreces afronden.
Wie de boodschap van vorige week correct interpreteert, zal vaststellen dat ze aansluit bij het regeerakkoord. Wij zijn vast van plan dat regeerakkoord volledig uit te voeren met de nadruk op onder meer investeringen in het economische draagvlak en het wegwerken van wachtlijsten. Op een budgettair voorzichtige manier zullen wij dit regeerakkoord uitvoeren. Ik reken daarbij op de steun van alle meerderheidsfracties. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Het gebeurt zelden dat een vice-minister-president de mantel uitgeveegd wordt door de belangrijkste fractie van zijn eigen meerderheid. De heer Van den Heuvel zei in ongezouten taal wat moest gezegd worden. De minister-president echter nam zijn minister in bescherming en draaide rond te pot.
Minister Vandenbroucke zelf hebben we in dit debat nog niet gehoord. Ik nodig hem uit zijn standpunt hier op de tribune te komen verdedigen.
Het antwoord van de minister-president heeft mijn standpunt perfect verwoord.
Dat is het antwoord dat we hier vijf jaar lang van paars kregen: men ging naar de media, liet er ballonnetjes op, en liet hier naderhand alles door een woordvoerder onder de mat vegen. Dit is geen politiek correct antwoord. U hebt niet enkel het recht, maar ook de plicht de volksvertegenwoordigers in te lichten, zelfs tegen uw eigen meerderheid in.
Het is de heer Dewinter blijkbaar ontgaan dat ik vóór mijn uitlatingen in de pers daarover met de minister-president en met minister Van Mechelen overleg pleegde.
Ik neem akte van het voorafgaande overleg: te oordelen naar de verklaringen van de vertegenwoordiger van CD&V schijnt dat overleg toch niet breed te zijn geweest. De CD&V-fractie was minder goed geïnformeerd dan de minister-president. De uitspraken van minister Vandenbroucke waren een bliksemafleider voor het fout lopen van de meerjarenbegroting. Hij heeft de prioriteiten van de sp.a duidelijk willen stellen en de VLD de wacht aangezegd voor de lastenverlaging. De opdracht is volbracht.
Dit alles zal echter als een boemerang in het gezicht van de regering terechtkomen. Zij creëert allerlei verwachtingen die ze niet kan realiseren en doet de interne ruzies alleen maar toenemen. De minister-president kan niet alles achter zijn zakelijke stijl blijven wegsteken. In de Septemberverklaring moet er een concreet project op tafel liggen. Ik vrees evenwel dat we op onze honger zullen blijven zitten. (Applaus bij VB)
Ik heb een heel scherpe veroordeling gehoord van de demarche van minister Vandenbroucke door CD&V. Dat gebeurt zelden. De minister-president heeft gezegd dat hij samen met minister Vandenbroucke afspraken heeft gemaakt en niet met de VLD. Die partij is pas op de hoogte gebracht nadat de persconferentie is gegeven.
Minister Vandenbroucke en de minister-president hebben duidelijk gesteld dat er contact is geweest met de minister-president en met de minister van Begroting. De essentie is dat we uitermate voorzichtig zullen zijn. We weten eind 2005 of het geld binnenkomt en als dat het geval is, zullen we het in 2006 maximaal aanwenden voor investeringen die de werkgelegenheid en economie zullen versterken.
Blijkbaar is er dan een communicatieprobleem binnen de VLD. Minister Moerman wist van niets, anders had ze nooit op die manier gereageerd.
Minister Moerman heeft alleen wat andere prioriteiten van het regeerakkoord op tafel gelegd, zoals het versterken van het innovatiebeleid.
De minister-president heeft daaraan nog een aantal andere prioriteiten toegevoegd en dan is de zaak rond. Men heeft geprobeerd achteraf de brokken te lijmen en men zal voorzichtig moeten zijn. Er is een groot probleem gecreëerd binnen de meerderheid. (Applaus bij Groen!)
Door de heer Jos Stassen werd tot besluit van deze actuele interpellaties een met redenen omklede motie aangekondigd. Ze moet uiterlijk vrijdag 1 juli 2005 om 17 uur zijn ingediend.
Het Parlement zal zich daarover tijdens een volgende plenaire vergadering moeten uitspreken.
Het incident is gesloten.