Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Caron tot de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruitelijke Ordening, over de sloop of bescherming van twee belle époque-villa's in Wenduine.
De voorbije dagen kwam het probleem van de belle époque-villa's aan de kust herhaaldelijk in het nieuws. Deze villa's in Wenduine werden gebouwd tussen 1869 en de eerste wereldoorlog.
Vanaf de jaren '50 kwam er een kentering: hoogbouw kwam in de plaats van het waardevolle erfgoed. Vandaag blijven er 9 belle époque-villa's over aan de Vlaamse kust, waarvan er 7 beschermd zijn. Met het weinige dat ons rest moeten we dus voorzichtig omspringen. In het achterland gebeurde dat, maar aan de kust niet.
Nu dreigt ook de tweelingvilla in Wenduine te verdwijnen. Sinds 1995 staan deze villa's op de inventaris van het waardevol bouwkundig erfgoed. Ze werden vorig jaar voorlopig beschermd, nadat een projectontwikkelaar één van de villa's had gekocht met de bedoeling er een appartement neer te zetten.
Het gaat niet om een vorm van nostalgie, maar om het ontdekken van kwaliteiten. Die kwaliteit van het bouwkundig erfgoed kan ook worden uitgespeeld als toeristische trekpleister. De dienst Monumentenzorg gaf het advies om definitief te beschermen, net als de heer Jos Vandenbreede van het Sint-Lukasarchief. Ik wil u dan ook vragen om de definitieve bescherming toe te kennen.
Tot mijn spijt moet ik u meedelen dat de waarde en de reële toestand van de villa's licht verschillend is van wat algemeen geconcipieerd wordt op basis van de foto's in de krant.
Het is belangrijk dat we op een verstandige manier zorg besteden aan ons erfgoed. Zo werden op 26 mei 44 belle époque-woningen en 75 woningen uit het interbellum in Oostende goedgekeurd. De vraag is nu of men de villa's in Wenduine op zich moet bekijken, of in hun ruimtelijke context. Ook de heer Ingo Luypaert van het VCM-Contactforum voor Erfgoedverenigingen, een specialist ter zake, vraagt zich af of het wel relevant is om individuele gebouwen te beschermen.
De beschermingsprocedure is gestart op 29 juni 2004, dat betekent dat ik tot 29 juni 2005 de tijd heb om te beslissen of ik bescherm of niet. Om het debat een eerlijke kans te geven en het juiste referentiekader te creëren, lijkt het me goed een verlenging van de termijn met 6 maanden aan te vragen.
In Oostende was er inderdaad een inhaalbeweging, maar ook daar waren de villa's in slechte staat: dat kan dus niet het criterium zijn. Ik heb begrip voor uw argument van de ruimtelijke context, maar het is net omdat de villa's zo zeldzaam zijn dat we ze zouden moeten bewaren als getuigen van het Vlaamse verleden.
Het incident is gesloten.