Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Jef Tavernier tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de budgettaire enveloppe voor de nieuwe onderwijs-CAO.
In het kader van de meerjarenbegroting kondigde de minister vrijdag een enveloppe van 215 miljoen euro voor het onderwijs aan. Die moet dienen voor een nieuwe onderwijs-CAO; daarbij was ook sprake van een parallellisme met de non-profitsector.
Daardoor worden uit die meerjarenbegroting, waarop we nu toch al erg lang zitten te wachten, losweg een aantal gesoleerde bedragen gelanceerd, zonder dat het parlement over documenten of enige uitleg beschikt.
Wat zit er precies in dat gelanceerde bedrag? Gaat het over een nieuwe CAO? Welke maatregelen worden ermee gefinancierd? Zitten de verhoging van het vakantiegeld en de eenmalige injectie van het hoger onderwijs, waarvan reeds sprake is in de lopende CAO, daar ook in vervat?
De minister spreekt in zijn mededeling over een parallellisme met koopkracht van de non-profitsector. Wat bedoelt hij daar juist mee?
De mededeling gebeurde via de pers. Als de minister dat als een nieuwe onderhandelingsstrategie beschouwt, is het wel een slechte. Met deze manier van onderhandelen stevent de minister regelrecht op een explosief schooljaar af.
Ik begrijp de kritiek niet. De verhoging van het vakantiegeld tot 65 tot 92 procent van de bruto wedde is een belofte uit de vorige regeerperiode; hoewel ons budget beperkt is, moeten we die honoreren.
Ik sprak af met de onderwijsvakbonden dat ik voor eind mei een financieel kader zou aangeven. Intussen werd er ook een belangrijke stap afgerond in de uitwerking van de meerjarenbegroting, waardoor het ook mogelijk werd zicht te krijgen op de financile mogelijkheden voor een CAO. Ik vroeg de regering niet enkel geld om de oude belofte in te lossen, maar ook om tot het eind van de regeerperiode overleg te voeren met de onderwijsvakbonden, die zonder enige twijfel een voorstel voor een nieuwe CAO hebben. Ik gaf de voorkeur aan een algemeen beeld, boven een gesoleerd plaatje van dat vakantiegeld.
Bij het opmaken van dat totaalbeeld inspireerden we ons inderdaad op de non-profitsector: wat het personeel van die sector aan koopkrachtstijging krijgt, mag het onderwijspersoneel niet onthouden worden. Dit bracht ons tot een enveloppe van 118,79 miljoen euro, die in 2009 op kruissnelheid moet zijn. Voor aantrekkelijkheid van de loopbaan trokken we 50,21 miljoen euro uit; voor uitbreiding van capaciteit is er 20,88 miljoen euro. Ten slotte gaat 25 miljoen euro naar de eenmalige injectie van de hogescholen.
Deze globale budgettaire ruimte op tafel leggen, kan ik enkel een heldere manier van besturen noemen. Of dat via de pers moest bekendgemaakt worden is een andere zaak. Maar het is mijn ervaring dat de bedragen altijd uitlekken. Ik gaf er dus de voorkeur aan ze zelf bij de pers bekend te maken.
Dit sluit overigens een verdere discussie niet uit; het maakt alleen maar duidelijk dat we ons geen open-endfinanciering meer kunnen veroorloven. Ik ben ervan overtuigd dat deze gang van zaken tot een beter bestuur leidt. (A5pplaus bij spa-spirit en VLD)
We kunnen deze inspanning alleen maar beoordelen in het kader van de meerjarenbegroting.
Er had op zijn minst van gelijktijdigheid sprake moeten zijn: het gaat niet op dat de gesprekspartners van de minister deze cijfers in de krant lezen.
Ik blijf de indruk hebben dat de minister twee keer hetzelfde verkoopt.
Uiteraard kregen de onderwijsvakbonden daags tevoren een nota; zij hadden de informatie wel degelijk voor de pers.
Het incident is gesloten.