Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het standpunt van de federale premier ten aanzien van de Europese meerjarenbegroting 2007-2013 en de gevolgen hiervan voor Vlaanderen
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Van Overmeire en Van den Brande tot de heer Yves Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het standpunt van de federale premier ten aanzien van de Europese meerjarenbegroting 2007-2013 en de gevolgen hiervan voor Vlaanderen.
Er zijn tal van onduidelijkheden over de Europese meerjarenbegroting, niet alleen over de middelen, maar ook over de verdeling van het budget over de verschillende rubrieken.
Rubriek 1A, research, is vooral voor Vlaanderen belangrijk, rubriek 1B, cohesiesteun, vooral voor Walloni. Recent heeft het parlement dienaangaande een met redenen omklede motie goedgekeurd, waarin stond dat bij besparingen rubriek 1B niet gebetonneerd mocht worden ten koste van rubriek 1A. Dat zou een bestaande transfer verhogen. Bovendien is de efficintie van al uitgekeerde steun aan Walloni en Henegouwen betwistbaar.
Premier Verhofstadt zou nu pleiten voor meer geld voor Henegouwen. Een van zijn argumenten is dat de provincie het geld voorheen goed besteed heeft. De verhoging zou echter resulteren in een vermindering van de middelen, belangrijk voor Vlaanderen. Dat standpunt gaat dus in tegen de motie van dit parlement. Vlaanderen heeft alleen het federale niveau om zich op Europees vlak te verdedigen, een duidelijke reactie is dus nodig. Wat is de mening van de minister-president?
De Europese financile perspectieven voor de periode 2007-2010 zijn van wezensbelang voor de Europese regios dus ook Vlaanderen. Het parlement heeft zijn bezorgdheid daarover al geuit, nu is het aan de Vlaamse Regering om een positieve strategie uit te werken om voldoende middelen te krijgen voor de Vlaamse ontwikkeling.
Het kan niet dat er middelen gebetonneerd worden voor cohesie- en structuurfondsen met als gevolg dat er voor concurrentiekracht, werkgelegenheid, onderzoek en ontwikkeling, plattelandsontwikkeling en -beleid, minder is. Vlaanderen zou tekort gedaan worden.
In totaal is er 200 miljard frank aan Henegouwen besteed en het resultaat is bedenkelijk. Het is belangrijk om op te komen voor datgene waaraan men behoefte heeft. Wat is er in het Overlegcomit afgesproken over het percentage van het Bruto Europees Inkomen dat zal worden besteed om de doelstellingen van Europa waar te maken? Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering? Als er bijkomende bedragen worden toegekend aan Henegouwen, hoe krijgen we de zekerheid dat dit niet ten koste is van de versterking van de kenniseconomie en de jobcreatie in Vlaanderen?
In het laatste onderhandelingsvoorstel over de steunbedragen voor Henegouwen staat een bedrag van ongeveer 475 miljoen euro tijdens de periode 2007-2013, exclusief het plattelandsbeleid. In de nieuwe methodiek is er geen koppeling meer aan de andere structuurfondsen. Als men de bedragen plattelandsontwikkeling afzondert, komt men aan ongeveer 640 tot 645 miljoen euro. Dat is heel wat minder dan de oorspronkelijke ambitie om 1 miljard euro binnen te halen voor de plannen in Henegouwen. De Vlaamse Regering vindt het rechtmatig dat de Waalse regering eenzelfde steunbedrag ambieert als in de periode 2000-2006, voor zover dat niet ten koste gaat van de bedragen die normaal aan Vlaanderen zouden worden toebedeeld. Ik heb vastgesteld dat dit niet het geval is en dat het niet gaat om communicerende vaten.
Verder is het normaal dat de premier de belangen van de betrokken gefedereerde entiteit behartigt. Het objectief van de Vlaamse Regering moet erin bestaan de Vlaamse belangen veilig te stellen zodanig dat de eigen middelen niet verminderen. Op basis van de standpuntnota gaan we er in de periode 2007-2013 betekenisvol op vooruit zowel wat betreft onderzoek en ontwikkeling, en levenslang leren als wat betreft de nieuwe doelstelling 2. In de rubriek Landbouw is er sprake van een achteruitgang, maar dit geldt voor alle lidstaten.
Het standpunt van de Belgische regering betekent voor Vlaanderen belangrijke stappen vooruit en het is de bedoeling dat dit naar voren wordt gebracht op de Europese top.
Een belangrijke nieuwigheid in de vierde onderhandelingsbox is dat de financiering van een deel van het landbouwinkomens- en marktbeleid zal gebeuren onder de vorm van een cofinanciering van de lidstaten. De Vlaamse Regering stelt als voorwaarde dat die moet worden gerealiseerd door een gezamenlijke inspanning van de gewesten en de federale overheid. Voor de Vlaamse landbouw betekent dat een meerkost van 6 miljoen euro, maar die weegt niet op tegen de meerinkomsten die Vlaanderen kan halen.
Over de slaagkansen om op 16 en 17 juni tot een besluit te komen doen verschillende positieve en pessimistische versies de ronde. In alle stadia van de besluitvorming in ons land zijn de Vlaamse standpunten altijd zeer goed vertaald in de standpuntnotas van de Belgische regering en in de tussenkomsten van de Belgische verantwoordelijken op de Europese raden.
In het Belgische standpunt worden zowel Vlaamse als Waalse verlangens meegenomen. De hamvraag is met welk resultaat men van de Europese Top zal terugkeren. De Belgische delegatie moet immers twee politieke werelden vertegenwoordigen. We zullen na de top een evaluatie maken.
Ik begrijp dat er geen communicerende vaten zijn. Dat er in de volgende fasing out hetzelfde bedrag aan middelen moet worden toegewezen aan Henegouwen, is een vraag die ter discussie ligt. Verder wil de logica dat die regios die het meest nodig hebben, prioritair in aanmerking komen om middelen te krijgen. Essentieel is dat er wordt rekening gehouden met de doelstellingen die voor ons belangrijk zijn. Als men landt op 0,6 of 0,7 procent van het bruto Europees inkomen, betekent dat een korting voor het zevende kaderprogramma van 30 procent. Daarom moet men bijzonder alert zijn voor wat er wordt beslist.
De Belgische standpuntnota vertrekt van de realiteit dat er geen communicerende vaten zijn. Als er voor Henegouwen een inspanning wordt gedaan, is dat niet in het nadeel van de Vlaamse belangen. Verder wijs ik erop dat de Waalse verantwoordelijken belangrijke stappen hebben gezet om tot een Belgisch standpunt te komen.
Iedereen mag een oordeel hebben over de efficintie van het inzetten van Europese middelen voor de ontwikkeling van Walloni. Ik respecteer de autonomie van het Waalse Gewest, dat het recht heeft om op te komen voor het bekomen van ondersteuning.
Het incident is gesloten.