Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de werking van de VDAB
Verslag
ACV-voorzitter Cortebeeck heeft gisteren zwaar uitgehaald naar de VDAB die volgens hem te veel bezig is met herstructureringen en te weinig met haar core business, namelijk het begeleiden van werkzoekenden naar een gepaste betrekking.
Hij stelt dat de Vlaamse kritiek -onder meer van mijn fractie- op Waalse en Brusselse werklozenbegeleiding niet altijd onterecht is, maar dat de VDAB het niet beter doet. Mijn fractie heeft inderdaad gezegd dat de begeleiding van en de controle op werkzoekenden in heel België op dezelfde wijze moet gebeuren indien men wil opkomen voor een unitaire sociale zekerheid.
De heer Verschueren, waarnemend directeur-generaal van de VDAB, ontkent deze problemen niet helemaal, maar stelt dat eraan gewerkt wordt.
Met de vorige minister van Werk, de heer Landuyt, hebben we het hierover al herhaaldelijk gehad. Problemen zijn er binnen de VDAB nog steeds: de uitbesteding is nog niet geregeld, de administrateur-generaal moet nog worden benoemd en de interne herstructurering is nog niet gebeurd. Wij menen dat er rust moet komen binnen de VDAB, zodat deze zich kan toeleggen op haar eigenlijke taak.
De VDAB speelt een belangrijke rol in de sluitende aanpak, een essentieel element van het regeerakkoord. Het gaat immers niet op werkzoekenden strenger te controleren indien daar geen goede trajectbegeleiding, bemiddeling en vorming tegenover staat.
Het gaat ook niet op dat de bouwfederatie vraagt om duizenden illegale bouwvakkers te regulariseren als er in Vlaanderen alleen al 8.000 werkloze bouwvakkers zijn. Indien men de verwante sectoren meerekent, komt men zelfs tot 28.000.
De minister wacht de evaluatie van de diensten van de VDAB af om vóór het zomerreces nog een aantal maatregelen te nemen. Hoe reageert de minister op de zware uitval van de voorzitter van het ACV?
De heer Laurys heeft de kritiek van de heer Cortebeeck reeds geschetst. Het stoort ons dat de vraag naar arbeidskrachten in verschillende sectoren niet ingevuld raakt, ondanks het feit dat er heel wat werklozen zijn en ondanks het feit dat er een VDAB is die moet zorgen voor de omschakeling van de arbeidskrachten.
Hoe ziet de minister de rol van de VDAB? Hoe wil hij ervoor zorgen dat er voldoende arbeidskrachten worden omgeschoold zodat ze kunnen worden ingezet voor de knelpuntberoepen?
De heer Cortebeeck heeft wellicht een schot voor de boeg willen geven. Hij weet dat ik aan de administratie een grondige evaluatie heb gevraagd over het functioneren van de VDAB.
Ik meen wel dat hij een beetje onheus is tegenover de VDAB. Er is bij de VDAB immers een sterke vooruitgang, al zijn er nog een aantal verbeterpunten. Het aantal contacten met werkzoekenden in het kader van de basisdienstverlening is de voorbije jaren sterk gestegen. Er is ook een toename van de trajectbegeleiding.
Ik heb een evaluatie gevraagd omdat ik wil dat de sluitende aanpak echt sluitend is, zodat er geen werkzoekende door de mazen van het net valt. Er zijn verbeterpunten, onder meer inzake de kansengroepen. De mazen van het net zijn nog niet volledig gesloten, al is dat geen evidente opdracht.
Bij de regeringsvorming heb ik bekomen dat er niet nog eens een nieuw VDAB-decreet zal worden uitgewerkt. Er is wel afgesproken dat er een verschil moet zijn tussen de regisseur van de arbeidsmarkt en degene die zelf optreedt met opleiding en bemiddeling. Dat mag geen negatieve impact hebben op de dienstverlening. Ik hoop dat er snel een administrateur-generaal kan worden benoemd die samen met mij de lat hoogt legt voor de toekomst.
Voor de vraag van de heer Van Aperen verwijs ik naar de afspraken die we met de bouwsector hebben gemaakt in het kader van het Vlaams werkgelegenheidsakkoord. We willen de opleidingscapaciteit van de VDAB voor de opleiding naar knelpuntberoepen uitbreiden met 2.000 extra opleidingsplaatsen. Ook de toeleidingsinspanningen naar de bouwsector worden versterkt. In het kader van mijn bevoegdheden wil ik de uitvoeringsmodaliteiten voor arbeidsvergunningen versoepelen indien men, ondanks grotere inspanningen voor de toeleiding, geen binnenlandse werkkrachten vindt. Dat is bijvoorbeeld al gebeurd voor de fruitpluk.
Het is dan ook geen goede reactie van sommige organisaties uit de bouwsector om via de radio te melden dat alle illegale werknemers moeten worden geregistreerd naar aanleiding van het incident waarbij een gewonde illegale werknemer werd gedumpt.
De minister heeft nog werk in het onderwijs. Ook daar is het belangrijk om de praktische kant mee op te volgen. Verder moet men voor de knelpuntberoepen zo snel mogelijk een oplossing vinden.
Het incident is gesloten.