Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Nieuwenhuysen tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over het bezoek van een rapporteur van de Raad van Europa betreffende de taalsituatie in de Brusselse ziekenhuizen en de toepassing van de taalwet.
We hebben altijd sceptisch gestaan tegenover het initiatief bij de Raad van Europa om de wantoestanden in de Brusselse openbare ziekenhuizen aan te klagen. Het blijkt dat we gelijk krijgen. Ik doe geen afbreuk aan de inspanningen van de Vlaamse gesprekspartners die rationele en overtuigende argumenten naar voren hebben gebracht, maar men kan een aantal vraagtekens plaatsen bij het bezoek van mevrouw Cliveti. Zo heeft ze een ontmoeting gehad met de Franstalige administrateurs van de Irisziekenhuizen. Verder valt de aanwezigheid van de PS op.
Het rapport is nog niet klaar, maar de bevindingen van mevrouw Cliveti in Le Soir laten weinig goeds vermoeden. Ze stelt dat er geen problemen zijn in de Brusselse ziekenhuizen. Iedereen is het ermee eens dat er meer tweetaligheid moet zijn, maar mevrouw Cliveti heeft niet kunnen vaststellen dat de taalwetgeving niet wordt nageleefd.
De klacht van twee Franstalige dames die een Nederlandstalige oproep hadden gekregen voor een borstkankeronderzoek, neemt ze echter wel ernstig. Daar vindt ze dat de dienstverlening tweetalig moet zijn, ook in de gebieden waar dat niet wettelijk verplicht is.
De indieners van de klacht streefden alleen de erkenning van het probleem na. In feite zal er echter een ontkenning komen en een aanbeveling tot het ratificeren van het Minderhedenverdrag.
Is het nog mogelijk de taalwetgeving te doen naleven in de Brusselse ziekenhuizen? Is de minister bereid werk te maken van een tweede Vlaams ziekenhuis in Brussel?
Ik heb mevrouw Cliveti niet nodig om te weten dat er ernstige problemen zijn met de naleving van de taalwetgeving in de Brusselse ziekenhuizen.
Dit is een bevoegdheid van de federale regering. De Vlaamse Regering kan wel taalcursussen organiseren om de effectieve tweetaligheid te ondersteunen. Een deel van de problematiek is het tekort aan goede Nederlandstalige zorgverstrekkers in Brussel. Sommige Vlaamse universiteiten organiseren hun stageplaatsen voor dokters in opleiding liever in het buitenland, dan dat ze zouden samenwerken met de Vrije Universiteit van Brussel.
Zo komt het Nederlandstalig aanbod van de VUB op termijn ook in gevaar. Daarom wil ik in de eerste plaats ondersteuning bieden aan het universitair ziekenhuis van Jette, liever dan een tweede Vlaams ziekenhuis na te streven in Brussel.
Bij de onderhandelingen, ook in het dossier Brussel-Halle-Vilvoorde, zal ik me steeds verzetten tegen een eenzijdige aanpassing van de taalwetgeving, waarbij de Vlamingen in Brussel een gemakkelijk zoenoffer zijn om andere zaken binnen te halen. De controle op de naleving van de taalwetgeving moet worden versterkt door de overstap van een afkeuringsvoogdij naar een goedkeuringsvoogdij. Dan kan de pariteit binnen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het voordeel spelen van de Vlamingen. Deze omkering is essentieel om de naleving van de taalwetgeving af te dwingen.
Ook ik heb bedenkingen bij de wijze waarop het programma van mevrouw Cliveti werd georganiseerd. De Vlaamse Regering wil aan de andere leden van de commissie voor Sociale Zaken van de Raad van Europa een stevig dossier bezorgen. Indien dit niet volstaat, wil ze een deskundige afvaardigen.
Ik zal al het mogelijke doen om verandering te brengen in de situatie in de Brusselse ziekenhuizen. (Applaus bij CD&V)
Het gaat hier om een kaakslag voor alle Brusselse Vlamingen. Deze term is hier wel degelijk op zijn plaats.
Ik vrees dat de Franstaligen niet veel zin zullen hebben om nog in te gaan op initiatieven om de tweetaligheid te bevorderen. De conclusie van het verslag lijkt immers te zullen worden dat er in de Brusselse ziekenhuizen eigenlijk geen taalprobleem is.
Een afgevaardigde van de Iris-ziekenhuizen heeft enkele jaren geleden al gezegd dat het niet makkelijk is om als Nederlandstalige te worden aangeworven in een Brussels openbaar ziekenhuis, hoewel de directie beweert dat ze geen Nederlandstaligen kan vinden. Men streeft nu blijkbaar naar Franstaligen die een woordje Nederlands kennen. Dat is een verbetering, maar geen oplossing.
Het is goed dat de minister zich verzet tegen een eenzijdige aanpassing van de taalwetgeving. Het probleem is dat de taalwetgeving niet afdwingbaar is. De minister moet ervoor zorgen dat de meerderheid van dit land in de hoofdstad aan haar trekken komt. (Applaus bij VB)
Het incident is gesloten.