Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Sport 2004-2009, ingediend door de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(verslaggever)
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
CD&V staat volledig achter het topsportbeleid van minister Anciaux. Wij vinden de aanstelling van een topsportmanager goed. Wij hebben vertrouwen in de heer Ivo Van Aken. Tegelijk benadrukken we dat ook de federaties verantwoordelijkheid dragen.
Wij zijn echter van oordeel dat Vlaanderen een tweesporenbeleid moet voeren. We krijgen maar topsporters als veel mensen besluiten te sporten. Helaas staat het vrijwilligerswerk zwaar onder druk. Het aantal sportclubs neemt af. Veel sportfederaties lijden ledenverlies. Er zijn indicaties dat onze gezondheid lijdt aan een gebrek aan sport.
CD&V schenkt minister Anciaux vertrouwen, maar vraagt meer aandacht voor brede sport en voor lokale sport. Het contract Jeugdsport wordt niet verlengd. Het programma Zaalwachters wordt niet hervat. Initiatieven die sportinfrastructuur voor iedereen toegankelijk maken mogen niet afgebouwd worden.
Slechts een op de twee gemeenten heeft een erkende en gesubsidieerde sportdienst. We hopen dus dat er sneller dan gepland en zo mogelijk nog voor de nieuwe gemeenteraadsperiode een nieuw decreet over de lokale sportdiensten komt. Ook vragen we dat de overdreven betutteling van de sportfederaties sneller aangepakt wordt.
Het gaat slecht met de sport. Dat heeft niet alleen te maken met de slechte conditie van de bevolking en vooral de jeugd maar ook met een aantal structurele problemen zoals de lage kwaliteit van het sportaanbod en het amateurisme van de sportfederaties. Vlaanderen beschikt over een van de beste sportinfrastructuurnetwerken van Europa maar die wordt niet efficiënt gebruikt.
Het is een goede beleidsnota maar dit land heeft behoefte aan marshallplan voor de sport. De twee grote uitdagingen zijn de sportparticipatie verhogen en de prestaties van de topsporters verbeteren. Daarvoor zijn er heel wat mogelijkheden op federaal niveau. Jammer genoeg houdt Wallonië nog steeds de invoering van de sportcheques tegen. Dat zou de sportclubs, op kosten van de werkgevers, heel wat meer mogelijkheden bieden. Ook de fiscaliteit moet aangepakt worden zodat alle topsporters gelijk behandeld worden. Buitenlandse sporters mogen de ontwikkeling van onze eigen jongeren niet remmen.
De beleidsnota is op gemeentelijk vlak ambitieus maar ik denk dat we verder moeten gaan. De kerkfabrieken krijgen 580 miljoen euro. Minimum de helft daarvan zou aan sport moeten besteed worden. Ik denk dat de overheid de sportinfrastructuur moet overnemen en gratis laten gebruiken De overige subsidies kunnen dan stopgezet worden.
Een ander heikel punt is de topsport. De minister heeft een goede topsportmanager gekozen, nu komt het erop aan hem voldoende middelen en bevoegdheden te geven. Er moeten voldoende middelen zijn voor de infrastructuur en de aanwerving van goede begeleiders. Het aantal topsportscholen moet beperkt worden. De concentratie is niet alleen nodig voor een uitbreiding van de infrastructuur maar ook voor de eenheid van de mentaliteit.
De topsportmanager moet ook bevoegd worden voor de Bloso-tewerkstellingsprojecten. In tegenstelling tot wat de minister gezegd heeft is er niets gewijzigd in die projecten. Nog steeds staan de leden van een damesploeg, die geen prijzen winnen, op de loonlijst.
De damesploeg krijgt geen werkingssubsidies meer van de Vlaamse Gemeenschap.
Ik heb het over de tewerkstellingsprojecten van Bloso. Ik heb de loonfiches bij en zal die aan de minister tonen. Het is goed dat de overheid zorgt voor een basisinkomen van topsporters maar dat moet onder het toezicht komen van de topsportmanager en er moeten resultaatsverbintenissen aan vasthangen.
Een ander probleem zijn de zonevreemde sportterreinen. Door onenigheid in de provincies zijn er bijna geen motorcrossterreinen meer. Er is dringend behoefte aan terreinen voor de luidruchtige sporten.
De middelen moeten ook gecentraliseerd worden. Momenteel worden de Lottogelden, die bij mijn weten overgedragen zijn aan de gemeenschappen, bijvoorbeeld besteed aan sportkledij voor elf federaties.
We moeten ophouden met Sinterklaas te spelen: de versnippering van de middelen is geen goede zaak.
De heer Dedecker vergist zich op verschillende punten: het BOIC kreeg nooit geld van de Vlaamse Gemeenschap. Het klopt ook niet dat vrouwelijke wielrenners vanuit "Sport" nog een Bloso-topsportcontract kregen: het kan hoogstens om een gesco-contract gaan, maar dat is niet mijn bevoegdheid.
Ik zeg enkel dat alle middelen moeten gecentraliseerd worden. Indien dat niet gebeurt krijgt de topsportmanager enkel de zoveelste administratieve functie. Het komt de minister van Sport en de topsportmanager toe te beslissen wat er met de centen gebeurt. De Lottogelden zijn belastingsgelden: ze hoeven niet absoluut naar de BOIC te gaan, maar de Vlaamse gemeenschap moet ze kunnen uitdelen.
Het wordt hoog tijd ons over de volgende Olympische Spelen te bezinnen.
Sport op school is enorm belangrijk. Al jaren horen we dat daar werk zal van gemaakt worden, maar er gebeurt niets. Als jongeren niet leren bewegen maken we er lichamelijke analfabeten van. Neem de Angelsaksische landen als voorbeeld: de mensen zijn daar zeker niet dommer omdat ze op school 2 uur per dag met sport of cultuur bezig zijn.
Wat doping betreft vind ik dat de repressie de grens van het toelaatbare overschreden heeft. Het gaat niet op dat een atleet die zijn onschuld wil bewijzen daarvoor naar Zwitserland moet reizen en alle kosten voor reis, dossier en tolk zelf moet dragen: de kosten kunnen oplopen tot 250.000 euro.
De wielrenners worden veel te streng aangepakt. De dopingwetgeving bevat enorm veel anomalieën. Ze moet dringend herzien worden. Gezond sporten is immers veeleer een kwestie van opvoeding dan van repressie.
Laten we ons ook eens bezinnen over het gebruik van cannabis: het kan toch niet dat het gebruik van een social drug die niets tot betere prestaties bijdraagt strafbaar blijft.
Algemeen vind ik dit een heel goed beleidsplan. Samen met de nieuwe topsportmanager kunnen we nu zeker een grote stap voorwaarts maken. (Applaus bij VLD-Vivant)
Iedereen heeft de mond vol van politiek en media. Dat neemt niet weg dat ik het ten zeerste betreur dat de minister eerst met de pers en dan pas met het parlement praat. Dit geldt overigens ook voor andere departementen: de hele regering bezondigt zich eraan.
"Sport" heeft een simpele structuur: er is topsport en sport voor allen.
Ik ben zeer verheugd dat de minister eindelijk de knoop doorhakte en daardoor een eind maakte aan een jarenlange discussie en versnippering: de aanstelling van een topsportmanager kunnen wij alleen maar toejuichen.
De oorspronkelijke idee van het naar Vlaanderen halen van de Spelen van 2016 werd vervangen door de ambitie deze keer meer dan 3 medailles te behalen. Maar er is nog een andere uitdaging: het voetbal in 2018. Het is nu tijd om de kinderen jongeren op te leiden tot de topsporters van dan. Daarvoor moeten we naar een optimalisatie van de topsportscholen waar efficiënt met personeel en middelen omgegaan wordt. Van de huidige 8 topsportscholen wilde de heer Dedecker er slechts 3 behouden. Ik zou pleiten voor één per provincie, waarbij ze niet allemaal dezelfde specialiteiten aanbieden.
Men kan ook een basisopleiding in topsport geven in alle scholen. Voor bepaalde sporttakken kan men dan doorverwezen worden. Een ander punt betreft de plaats waar men de scholen gaat inplanten. Er dient alleszins voldoende sportinfrastructuur en sportcultuur aanwezig te zijn. Men moet een studie maken over waar de scholen kunnen worden ingeplant. Op die manier kunnen de middelen efficiënt worden ingezet. Er zal natuurlijk heel wat gelobbyd worden, maar de topsportmanager en de minister dienen snel knopen door te hakken.
Naast het topsportbeleid moet ook het beleid Sport voor Allen verder worden ontwikkeld. Er zijn heel wat actoren met recreatieve sport bezig, onder meer de sportfederaties, de scholen en dergelijke meer. De gouden driehoek school, club en gemeente moet gedefinieerd worden. Men moet aan de structuur sleutelen en de middelen efficiënt besteden.
Verder is het positief dat Vlaanderen op het vlak van de dopingcontrole een voortrekkersrol durft te spelen. Men dient het beleid te versterken door naast de topsportatleet ook zijn omgeving te straffen. Wat betreft de sport- en cultuurcheques is er in de senaat veel kritiek op het voorstel omdat een bepaalde doelgroep niet wordt bereikt. Vlaanderen dient na te denken of het eventueel een initiatief kan nemen zodat die doelgroep wel kan worden bereikt. Sport- en cultuurcheques zijn belangrijk voor de gezondheid en een stimulans voor vooral een sportcultuur. Door een goede structuur en een inbedding van de sportcultuur in Vlaanderen gaat de gezondheid toenemen en wordt zuurstof gegeven aan de ziekteverzekering.
Dit is een goede beleidsnota. Het topsportplan is positief, maar het evenwicht is zoek in de communicatie en het beleid. Er is alleen aandacht voor de topsport en niet voor Sport voor Allen, dat nochtans heel belangrijk is.
De evolutie van de laatste jaren dat het beleid meer aandacht heeft voor topsport staat in schril contrast met de evolutie van de resultaten, die minder positief zijn. De nieuwe topsportmanager is heel ambitieus: 10 medailles in 2016. Dat is positief, maar het is de taak van de politici om het sportbeleid alle kansen te geven. De motie van de meerderheid stelt dat het sportbeleid op twee domeinen moet worden gevoerd: naast topsport ook Sport voor Allen. Men onderkent daarin verschillende partners: de school, de gemeenten en de sportclub.
De cijfers zijn negatief: de laatste vier jaar daalt het aantal sporters en sportclubs. Het is een van de weinige moties waarin expliciet staat dat het aandeel van sport in de begroting moet worden verhoogd. Maar weinig ministers krijgen op dit vlak de steun van het parlement. Ik hoop dat we dit kunnen waarmaken. Sport is een belangrijke factor van participatie en daarom zullen we met plezier de beleidsnota en de motie goedkeuren. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Ik dank de parlementsleden voor hun unanieme steun aan de beleidsnota. Ik ondersteun de uitdrukkelijke vraag om het evenwicht te bewaren in de twee doelstellingen van het sportbeleid. Sport voor Allen en topsport zijn allebei belangrijk. Als men een topsportbeleid wil voeren, moet men immers een voldoende groot aanbod hebben zodat men kan zoeken naar potentiële topsporters.
Sport voor Allen heeft een maatschappelijke meerwaarde. Er is duidelijk afgesproken met het parlement dat er een nieuw model wordt uitgetekend dat gebaseerd is op de school, de club en de gemeente. Daarvoor is een nieuw decreet over Sport voor Allen nodig en dat zal in 2005 en 2006 worden opgesteld. De timing is al aangepast: het decreet zal op 1 januari 2007 van start gaan in plaats van in 2008.
Voor het topsportbeleid moeten we niet van nul beginnen. De vorige regering had al een topsportactieplan opgesteld dat gedragen werd door het werkveld. Het enige wat eraan ontbrak was een evaluatie van de partners die het topsportplan hadden opgesteld. Daarvoor was een topsportmanager nodig die boven de verschillende actoren moest staan.
Een evenwaardige en zelfs nog grotere poot van het sportbeleid is het vernieuwde sportbeleid voor allen. Ook financieel moet dit aspect het zwaarst doorwegen.
We willen de planlast van de gemeenten en de provincies verminderen. Binnen afzienbare tijd zal er hierover een parlementair initiatief worden genomen. Ook de planlast van de organisaties en van de federaties moet worden aangepakt. Een zeker wantrouwen en een zekere afstandelijkheid was in dit geval echter nodig, want het ging over het creëren van een nieuwe dynamiek.
De heer Dedecker pleitte voor meer mogelijkheden voor een echt topsportbeleid. We willen de versnippering tegengaan, maar we moeten beginnen met onze eigen bevoegdheden. De topsportmanager kan hier zorgen voor een goed begin. Hij is bevoegd voor alle topsportcontracten. In de toekomst zal een topsportstatuut niet meer kunnen worden toegekend na een politieke tussenkomst, zoals dat in het verleden soms het geval zou zijn geweest. Voor sommige federale bevoegdheden zullen we contact opnemen met de federale overheid. Daarbij denk ik aan de sportcheques, het wegwerken van de discriminatie inzake RSZ en de stimulans die kan uitgaan van fiscale maatregelen.
Nu wil ik benadrukken wat Vlaanderen onmiddellijk zelf kan realiseren. Een goed voorbeeld zijn de tewerkstellingsprojecten in 2005. Er is ook overleg opgestart met Ruimtelijke Ordening, waardoor het mogelijk werd op korte terrein motorcrossterreinen te realiseren.
Ten gevolge van het Lambermontakkoord werd een deel van de middelen van de Nationale Loterij overgeheveld naar de gemeenschappen en de gewesten, namelijk de middelen die toen werden gebruikt voor gemeenschapsmateries. Sommige middelen die vroeger voor federale bevoegdheden waren bestemd, worden nu onder meer voor sport gebruikt. Ik meen dat ook die middelen naar de gemeenschappen en de gewesten moeten worden overgeheveld.
De topsportmanager heeft geen ambtelijke of administratieve functie. Indien sommige federaties weigeren om het belang van de atleet voorop te stellen, zal er worden opgetreden. Zo nodig zal ik het decreet laten aanpassen.
Inzake doping moeten we twee sporen bewandelen. Naast een absoluut antidopingbeleid moet men ook zorgen voor een degelijke medische begeleiding. Ik ben een aantal anomalieën in de beroepsprocedures aan het wegwerken. We nemen de lijst van het World Antidoping Agency integraal over. Daarom hebben we het ook over het cannabisbeleid. In dat geval zijn de straffen van de Vlaamse Gemeenschap echter zeer klein.
Ik dank de parlementsleden voor hun steun.(Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
De bespreking is gesloten.
Wij zullen straks de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede moties houden.