Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Jeugd 2004-2009, ingediend door de heer Bert Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(Verslaggever)
De minister wil het jeugdbeleid van de vorige regeerperiode verder zetten.
In zijn beleid onderscheidt de minister zeven uitgangspunten: kinderrechten als referentiekader, een horizontale benadering en dus samenwerking tussen de verschillende beleidsniveaus, een sterk geloof in jongeren en hun projecten, participatie als middel en doel, wetenschappelijk onderbouwde kennis als basis, en diversiteit en interculturaliteit.
Deze uitgangspunten worden vertaald in inhoudelijke prioriteiten: het Vlaamse jeugdwerk moet een bevoorrechte partner worden; de kinderrechten en het jeugdbeleid moeten sterk verweven zijn; participatie zal bereikt worden door betrokkenheid van de jeugdraden in het gemeentebeleid; onder meer door portaalsites moet de jeugdinformatie bevorderd worden; het jeugdbeleid moet internationaal gericht zijn; diverstiteit moet voldoende aandacht krijgen; beleidskruispunten en -rotondes moeten het overleg met andere sectoren bevorderen. Bovendien wil de minister zijn collega's overtuigen ook in hun beleid de principes van het Vlaamse Jeugdbeleid en van de Internarionale Rechten van het Kind toe te passen.
Eind 20005 zal de minister het Vlaams Jeugdbeleidsplan indienen, waarin de prioriteiten zullen geconcretiseerd worden.
De commissie vond de beleidsnota over het algemeen wat te weinig ambitieus en concreet. CD&V begrijpt dat de minister financieel beperkt is, maar verwacht initiatieven om de planlast af te bouwen. Groen! voelde een onderdrukking van de "zachte" gemeenschapssectoren. VB vermoedde een linkse partijpolitiek, wat door de minister ontkracht werd. VLD had begrip voor de emotionaliteit en sp·a was tevreden over de complementariteit met het federale niveau.
CD&V beaamde het belang van het jeugdwerk, terwijl VB voor het behoud van de diversiteit in aanbod in het jeugdtoerisme pleitte. Mevrouw Merckx miste strategische doelstellingen voor het Vlaams Actieplan Kinderrechten; de minister gaf toe dat dit plan vertraging had opgelopen.
VLD vindt participatie erg belangrijk, terwijl CD&V een inspraakcultuur prefereert. VB wees op de gevaren van inspraakvormen als een kinderparlement.
CD&V staat achter een internationale aanpak maar vraagt een evaluatie van de afschaffing van de subsidies voor landelijk jeugdwerk, wat de minister belooft.
VB vindt de horizontale aanpak via rotondes weinig ambitieus. Alle fracties vinden een overschrijdende aanpak nodig, maar de prioriteiten liggen verschillend.
Verschillende fracties hadden vragen over de billijke vergoeding. De minister beloofde zijn verantwoordelijkheid op te nemen en snel met een plan uit te pakken: in begrotingsjaar 2006 moet ze een feit zijn.
De beleidsnota werd relatief goed ontvangen in de commissie.
Wij bevestigen de keuze van de beleidsprioriteiten, maar vragen concrete realisaties en acties op het terrein. Dat wil niet zeggen dat alles anders moet: we hebben respect voor de bestaande initiatieven en organisaties. Wij pleiten dus voor een continue beleidsvoering met bijzondere aandacht voor evenwicht tussen geformuleerde ambities, administratieve verplichtingen en beschikbare budgetten, waarbij de nadruk gelegd wordt op een permanente monitoring en bijsturing en een constructieve dialoog.
Zeker en vooral in de jeugdsector moet het beleid gedragen worden door een permanent overleg met alle betrokkenen.
Aanbeveling 4 die stelt dat de visie en de prioriteiten van de beleidsnota dienen te worden geïntroduceerd in het opmaakproces van het tweede Vlaams jeugdbeleidsplan, is ten slotte ook belangrijk. Het tweede Vlaams jeugdbeleidplan moet eigenlijk de praktische handleiding worden voor de uitvoering van deze beleidsnota. We werken graag actief meewerken bij de opmaak van dit jeugdbeleidplan en de uitvoering van het beleidsplan. CD&V zal blijvend aandacht vragen voor de ambities van het jeugdwerk. (Applaus bij CD&V)
Ik druk mijn positieve waardering uit omdat er ernstig is nagedacht over jeugd. De beleidsnota beperkt zich niet tot de enge betekenis van het jeugdwerk, maar verwijst naar alle beleidsdomeinen waarmee jongeren te maken krijgen. De kritiek dat de nota niet ambitieus genoeg is, klopt niet. Er komen inderdaad niet meer middelen, maar het is goed dat er tijd wordt gevonden voor evaluatie en afstemming. Tijdens de vorige regeerperiode zijn we erin geslaagd om het jeugdbeleid te herschikken en terug op het spoor te zetten. De ingrepen waren noodzakelijk en de financiële inhaalbeweging was terecht nodig.
Uit onderzoek blijkt dat het lokale jeugdwerk goed boert. Dat is voor een groot stuk de verdienste van de vernieuwingen waarvoor de jongeren zelf hebben gezorgd, maar ook het beleid van de afgelopen jaren is daar niet vreemd aan. Het is goed dat het lokale jeugdbeleid de jeugd en de lokale beleidsmakers heeft geresponsabiliseerd.
Ik vind continuïteit terug in de nota en daar heeft het beleid nu behoefte aan. Ik ben ook blij dat er respect en aandacht is voor de verschillende jongeren- en subculturen. Traditionele cultuurvormen verankeren en nieuwe vormen kansen bieden, geeft diversiteit. We mogen niet aan navelstaarderij gaan doen. Neerkijken op iemand anders' cultuur leidt niet tot verrijking.
Dat betekent niet dat ik geen kritiek heb. Ik heb die in de commissie geventileerd, en ga ze niet herhalen. Ik wil wel een aantal zaken duidelijk stellen. Wat het verminderen van de planlast betreft moet men in het kader van het jeugdbeleid zoeken naar een goede convenant met de lokale besturen die de planlast tot een minimum beperkt, maar de Vlaamse overheid toch de kans biedt om het lokale beleid op te volgen. De decentralisering van het jeugd-, cultuur- en sportbeleid heeft de lokale dynamiek mogelijk gemaakt. Nu is het tijd voor evaluatie. Op lokaal vlak is er meer samenwerking tussen de verschillende beleidsdomeinen onder de noemer vrijetijdsdienst of -winkel. Op termijn kan men opteren voor een geïntegreerd vrijetijdsplan, dat een keer per regeerperiode wordt opgemaakt. Dat vermindert niet alleen de planlast, maar stimuleert ook een zinvolle samenwerking op lokaal vlak.
Ik ben tegen de inning van de billijke vergoeding. Vermits we daarvoor niet bevoegd zijn, pleit ik ervoor dat we voor alle sociaal-culturele en sportorganisaties onderhandelen voor het allerlaagste tarief en dat we een partnerschap aangaan met de provinciale en lokale besturen om ervoor te zorgen dat de infrastructuur door jaartarieven kan worden afgedekt.
Op het vlak van de internationale uitwisselingen zijn er belangrijke stappen gezet, maar we slagen er niet in om goede informatie op een actieve wijze bij een ruime doelgroep te krijgen. De informatiedoorstroming moet anders en beter. Dat kan door lokale jeugd- en vrijetijdsdiensten in te schakelen. Ook JINT en de administratie moeten de projecten goed opvolgen.
Verder ben ik blij dat de minister aandacht heeft voor complementariteit. Hij mag in zijn beleidskruispunten evenwel de werkgelegenheid voor jongeren niet vergeten. Allochtone jongeren vinden zeer moeilijk een plaats op de arbeidsmarkt. In een goed jeugdbeleid mag dat probleem niet ontbreken. We mogen niet alle heil verwachten van inburgering. De grootste problemen, namelijk uitsluiting en discriminatie, blijven bestaan. Ik weet dat de minister niet bevoegd is voor die problemen. Ik roep de hele regering op om daarvan werk te maken. Een voogdijminister heeft alvast de taak om dit aan te pakken. Overleg is dringend nodig. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Dit is een goede beleidsnota. We zullen die goedkeuren. Het is belangrijk dat er blijvend aandacht is voor meer middelen voor het jeugdwerk en dat de planlast wordt aangepakt. Zeker de jeugdorganisaties zijn de dupe van een hoge planlast.
Ik zal rekening houden met de suggesties en de opmerkingen. Er wordt werk van gemaakt om de planlast te verminderen. Ik ga voor een verhoging van de noodzakelijke middelen binnen Jeugd. In het verleden is er een inhaaloperatie gebeurd. Er is voldoende ruimte om het jeugdbeleid tot groei te laten komen. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
De bespreking is gesloten.
Wij zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede moties houden.