Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Inburgering 2004-2009, ingediend door de heer Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(verslaggever)
Deze beleidsnota vertrekt van de vaststelling dat de samenstelling verkleurt.
Het doel van het inburgeringsbeleid is een actief en gedeeld burgerschap voor eenieder. Dit verwijst naar een actieve participatie en naar een gemeenschappelijke sokkel van normen en waarden waarop we in geen geval willen afdingen. De beleidsnota kiest voor een niet-vrijblijvend emancipatorisch beleid.
De doelgroepen van het inbugeringsbeleid worden uitgebreid tot gezinsherenigers en gezinsvormers, oudkomers met schoolgaande kinderen of levend van een vervangingsinkomen en bedienaren van de eredienst die tijdelijk naar België komen. Voor ontvankelijk verklaarde asielzoekers wordt de inburgeringsplicht drastisch beperkt.
De fracties zijn het hiermee in grote lijnen eens. De N-VA pleit voor het behoud van een ruime inburgeringsplicht voor ontvankelijk verklaarde asielzoekers en betreurt de schrapping van de inburgeringsplicht voor werkenden.
Prioriteiten zijn het wegwerken van de wachtlijsten NT2, de uitbouw van de maatschappelijke en de loopbaanoriëntatie, de optimalisatie van de handhaving en de toegankelijkheid van de inburgering via een uniek loket.
De minister wil de diversiteit beter managen. De integratiesector wordt omgebouwd tot een diversiteitssector. Media en verenigingen moeten bijdragen tot de emancipatie van allochtonen. De afstemming met andere beleidsdomeinen en met het federale niveau is een kritische succesfactor voor het inburgeringsbeleid.
De begroting voor Inburgering is goed voor bijna 33 miljoen euro, waarvan 9,3 miljoen euro voor NT2, 22,5 miljoen euro voor de diversiteitssector en bijna 1 miljoen euro voor terreinen voor woonwagenbewoners. Het budget steeg met 5,3 miljoen euro in vergelijking met vorig jaar.
Voor Vlaams Belang schiet de beleidsnota schromelijk tekort als antwoord op de multiculturele nachtmerrie. Een normen- en waardendiscours kan volgens deze partij onmogelijk samengaan met een keuze voor diversiteit. De boodschap moet zijn: aanpassen en inburgeren of terugkeren. De fractie pleit voor de afschaffing van het decreet etnisch-culturele minderheden. De doelgroep van het inburgeringsbeleid is volgens haar te beperkt en de straffen ontoereikend. De fractie hekelt de overheidspropaganda voor een zekere ideologie. De islam blijft volgens haar een taboe, hoewel die in de toekomst zelfs overheidsgeld zal krijgen.
CD&V, N-VA, sp·a en VLD zijn tevreden met de beleidsnota. De sp·a vindt dat men in de eerste plaats moet investeren in lessen Nederlands en in werk. Normen en waarden komen dan wel vanzelf. Ze stelt dat de beleidsnota te weinig de nadruk legt op de rechten en op de plichten van de overheid, bijvoorbeeld inzake een behoeftedekkend aanbod aan taal- en opleidingstrajecten. De partij pleit voor een meer evenredige participatie op de arbeidsmarkt, een grotere diversiteit in het personeelsbeleid van de verschillende overheden en een betere sociale mix in de huisvesting. De rol van de media en van de lokale besturen is volgens sp·a te vrijblijvend.
Voor de VLD is de tijd van praten nu voorbij. Het komt nu aan op daden. De minister moet controle uitoefenen op de goede organisatie van het inburgeringstraject door de gemeenten. Ook een goede afstemming tussen de ministers voor Welzijn en voor Onderwijs is erg belangrijk. De fractie pleit ook voor stimulansen die ertoe moeten leiden dat het personeelsbestand van de besturen en van de ondernemingen een meer correcte afspiegeling vormen van de sociologische realiteit. De VLD benadrukt dat het inburgeringsbeleid moet worden doorgetrokken naar Brussel.
N-VA stelt dat de inburgeringsplicht voor asielzoekers en voor werkenden moet worden behouden en dat de vrijstelling voor hooggeschoolden moet worden geschrapt. Het wegwerken van de wachtlijsten is voor deze partij een prioriteit. De partij is tevreden met het onderscheid tussen burgerschap en etniciteit. Ze stelt dat een coherent inburgeringsbeleid onmogelijk is zonder overheveling van bevoegdheden inzake sociale wetgeving en migratiebeleid. Ze mist een passage over de Franstalige inwijking in Vlaams-Brabant.
Volgens CD&V is het waarden- en normendiscours wel degelijk verzoenbaar met diversiteit. Het pluralisme is immers een van de cruciale waarden van de democratische rechtstaat.
De fractie dringt aan op een vertaling van de beleidsnota in concrete en meetbare doelstellingen. Ze beklemtoont de rol van het verenigingsleven en van de lokale besturen. Ze pleit voor een strategisch plan Diversiteit. De samenwerking tussen Vlaanderen en de federale overheid is volgens haar te vrijblijvend in de beleidsnota.
Vlaams Belang stelt vast dat de federale overheid bevoegd is voor essentiële onderdelen van het immigratiebeleid, namelijk gezinshereniging, asielbeleid en snel-Belgwet. Op dat vlak vermeldt de beleidsnota alleen dat er overleg moet worden gepleegd met de federale overheid.
De nota stelt dat de Vlamingen een andere en meer positieve perceptie moeten krijgen van diversiteit. Daarom moeten de programmamakers in hun tv-programma's zorgen voor een verkleuring van de kandidaten en van het studiopubliek.
De beleidsnota bespreekt slechts voorwaardelijk de noodzakelijke stappen voor de realisatie van een efficiënt inburgeringsbeleid zoals de uitbreiding van de doelgroep en de invoering van effectieve sancties en van een echt inburgeringsexamen. Volgens ons zijn dat nu net wezenlijke elementen van de inburgering, die niet op een voorwaardelijke manier mogen worden besproken.
De beleidsnota laat een essentieel element van een geslaagd inburgeringsbeleid onvermeld, namelijk de koppeling aan een intrekking van de federale verblijfsvergunning voor de personen die weigeren aan de verplichte inburgering te voldoen.
Ze stelt dat er geen taboes mogen zijn, maar het taboe van de islam blijft hoe dan ook overeind. De financiering van de moskeefabrieken op voordracht van fundamentalistische elementen uit de federale moslimexecutieve getuigt van weinig doorzettingsvermogen van de kant van de minister.
Wij stellen voor de beleidsnota aan te vullen met concrete eisen voor strenge beperkingen in de gezinshereniging, het sluiten van achterpoortjes voor misbruik in de asielwetgeving en een grondige herziening van de snel-Belgwet.
We vragen af te zien van elke vorm van overheidspropaganda om de mening van de Vlamingen over diversiteit positief of negatief te beïnvloeden. Er mag geen druk worden uitgeoefend op de mediamakers om quota op basis van etnische afkomst te hanteren.
We vragen een uitbreiding van de doelgroep van het inburgeringsbeleid, het invoeren en toepassen van administratieve sancties en het invoeren van een echt inburgeringsexamen.
Met de federale overheid moeten gesprekken worden opgestart over de koppeling van de inburgering aan de intrekking van de federale verblijfsvergunning.
We vragen ook af te zien van elk plan om moskeeën te subsidiëren. (Applaus bij VB)
Ik zal de beleidsnota vergelijken met het zevenpuntenplan van de allochtonen dat onlangs in Mo* magazine is verschenen. Normen en waarden zijn bijzonder belangrijk voor allochtonen. Die waarden zijn enerzijds respect en anderzijds het besef dat ze hun leven in eigen handen moeten nemen. Het tweede aandachtspunt is onderwijs. De allochtonen willen meer allochtone jongeren in het ASO en hoger onderwijs. Maar ook van allochtone jongeren in het beroepssecundair onderwijs moet een en ander verwacht worden. Allochtone jongeren moeten daarom beter georiënteerd worden. Allochtone vaders beseffen dat ze hun zonen strenger moeten aanpakken wanneer het met hen verkeerd dreigt af te lopen.
Het derde aandachtspunt is werk. Werk is meer dan alleen een bron van inkomsten. Werk stimuleert het zelfbeeld, zelfvertrouwen en zelfrespect. Vervolgens vragen de allochtonen dat met hen gepraat wordt, in plaats van over hen. De allochtonen wensen voorst volledig deel te nemen aan deze gemeenschap die wij met hen delen. Ze wensen respect op te brengen voor onze normen en waarden, maar vragen tegelijk binnen deze grenzen een deel van hun eigenheid te behouden.
Omdat de beleidsnota daar in grote mate op aansluit, zal het draagvlak groot zijn. Toch moeten we de moed hebben om duidelijke resultaatsverbintenissen voorop te stellen, die we ook controleren. Het aantal allochtone werklozen moet dalen. Allochtone jongeren moeten in alle studierichtingen terechtkomen. Werk moet ervoor zorgen dat meer allochtonen een huis vinden op de private woningmarkt. Hun kennis van het Nederlands moet beter. De wachttijd alvorens aan een inburgeringscursus te beginnen moet korter.
Vlaams Belang moet zich misschien eens bezinnen over zijn rol en verantwoordelijkheid in de samenleving. Misschien kan een constructieve houding ervoor zorgen dat de overheidsinvesteringen beter renderen. (Applaus bij CD&V en sp·a)
De VLD vindt deze beleidsnota een goede nota en het inburgeringsdecreet een goed decreet. Nieuwkomers krijgen de kans Nederlands te leren. Ze worden ingewijd in de beginselen van onze maatschappij. Ze worden geholpen in hun zoektocht naar werk of opleiding. Zowel de beleidsnota als het decreet creëren kansen. Daartegenover staat wel dat men verplicht is deze kansen te grijpen.
Het inburgeringsdecreet moet op een aantal punten bijgestuurd worden. De doelgroep moet groter. Als stok achter de deur moet het mogelijk zijn een administratieve boete op te leggen. Is er al een timing? Het beleid is nog niet helemaal operationeel. Wanneer zullen vraag en aanbod volledig op elkaar afgestemd zijn? We moeten daar ten laatste volgend jaar in slagen.
Een operationeel beleid moet op stevige fundamenten rusten. Wanneer we het over rechten en plichten hebben, begeven we ons op glad ijs. Wij pleiten voor een beleid dat gebaseerd is op morele waarden. Volgens de VLD heeft de minister de goede toon gevonden. Het is een goede zaak dat minister Keulen toenadering zoekt tot de islam, die volgens ons erkend moet worden. Tegelijk benadrukt de minister dat moskeeën in het Nederlands moeten communiceren. Huisvesting is en blijft een grondwettelijk recht, maar minister Keulen verwacht een basiskennis Nederlands om aanspraak te maken op een sociale woning. Dat is volgens ons in het algemeen belang. Door beter te communiceren, vergroot minister Keulen de steun voor zijn beleid. Ik denk dat de heer Somers gelijk heeft: dit beleid is er niet op gericht groepen uit te sluiten, maar mensen in te burgeren. Nu moet het nog operationeel gemaakt worden. (Applaus bij CD&V, sp·a-spirit, VLD-Vivant en NV-A)
Twee maanden geleden heb ik minister Keulen gefeliciteerd met zijn beleidsnota. Sp·a-Spirit deelt deze visie al jaren. Ik heb er toen meteen aan toegevoegd dat veel zal afhangen van de uitvoering. Ik was vorig najaar ook gecharmeerd door de manier waarop minister Keulen het had over de samenlevingsproblemen.
Wij, de media en zowat elke Vlaming hebben het de voorbije maanden vaak over de allochtonen gehad. Ik heb de indruk dat de toon strenger is geworden. Ik heb de indruk dat wij in het parlement elkaar proberen te overtreffen. We zijn echter nog niet uit de bocht gegaan zoals in Nederland.
Nederlands is voor ons louter en alleen een communicatiemiddel. Tijdens de vorige regeerperiode hebben we een decreet goedgekeurd dat nieuwkomers verplicht zich in te burgeren. Niet om nieuwkomers te pesten, maar om hen te helpen. Wij hopen dat de kennis van het Nederlands veel samenlevingsproblemen oplost. Door inburgering te verplichten wijzen we de overheid op haar verantwoordelijkheid om zo snel mogelijk voor een behoeftedekkend aanbod te zorgen.
We gaan er echter al te gemakkelijk vanuit dat inburgering alle problemen zal oplossen.
We concluderen te snel dat de problemen te wijten zijn aan te weinig integratie, onvoldoende kennis van het Nederlands of een andere culturele achtergrond. Dat deze redenering niet opgaat, wordt bewezen door een studie waaruit blijkt dat allochtonen, ondanks een goede opleiding en uitstekende taalkennis moeilijk een job krijgen. Het aantal werklozen bij allochtonen is in de laatste paar jaar verdubbeld, en slechts de helft van de Marokkaanse mannen in Vlaanderen werkt. Nochtans zijn een baan en een vast inkomen de belangrijkste garanties voor een geslaagde integratie.
Het is hoog tijd voor een horizontale en verticale bevoegdheidsoverschrijding: de hele Vlaamse Regering moet dit probleem aanpakken en daartoe samenwerken met de federale overheid.
Inburgering alleen kan niet alles oplossen. Het grootste probleem blijft nog steeds uitsluiting en discriminatie op basis van het anders zijn. Uiteraard blijft inburgering een belangrijke eerste stap die de nieuwkomers moet helpen hun plaats in onze samenleving te zoeken. Maar er moet ook erkenning zijn. Zolang er afkeer ten aanzien van allochtonen bestaat, heeft inburgering geen zin.
Sp·a-Spirit gelooft niet in "wij" en "zij". Er is enkel een "samen". Wij zoeken naar pluralisme in de breedste zin van het woord. Politici hebben het graag over diversiteit, maar die moeten ze verdienen. Vlaanderen kent geen meerderheid en minderheid meer, wel een veelheid aan levensbeschouwelijke minderheden die met elkaar samenleven. Verschillen wegmoffelen heeft een tegengesteld effect. We moeten de minderheden actief ondersteunen en tot een actieve samenwerking komen.
Ik heb enkele concrete vragen met betrekking tot de beleidsnota.
Hoe staat het met de samensmelting van de integratiecentra, de onthaalbureaus en de Huizen van het Nederlands? Lopen we daarmee niet het risico dat deze laatste enkel nog voor de nieuwkomers zullen dienen?
Zal de uitbreiding van de doelgroep het bereikte behoeftedekkend aanbod niet terug in gevaar brengen? Wat zijn de beleidsintenties dienaangaande?
In verband met de sociale huisvesting en de kennis van het Nederlands wijs ik graag naar vrijwilligerslessen Nederlands voor anderstaligen in sociale woonblokken in Antwerpen. Hoewel ik niet voor vrijwilligerswerk binnen het NT2-aanbod ben, heeft dit project het voordeel dat het autochtonen en allochtonen samenbrengt.
Wat zijn de plannen voor de maatschappelijke oriëntatie? Ik ben voorstander voor de integratie ervan in het NT2-project. Op zijn minst zou er een ernstige kwaliteitscontrole moeten komen.
Mijn voorgaande beschouwingen lijken wellicht offensief en pessimistisch. Toch staat Sp·a-Spirit achter deze nota. Maar we willen meer: op het terrein van wonen, werk en onderwijs willen we concrete vooruitgang zien. Hiervoor moeten we evenwicht en goodwill bij de bevolking zoeken. Dat is een grote uitdaging. (Applaus bij CD&V, sp·a-spirit, VLD-Vivant en N-VA)
Tijdens de vorige regeerperiode werd het inburgeringdecreet uit het niets gecreëerd. Het vertrok vanuit een positieve visie en zocht naar een optimale organisatie van een samenleving van mensen met verschillende culturen. Daarbij was inburgering een van de belangrijkste sleutels: het was een middel om nieuwkomers sneller te laten meedraaien in de maatschappij.
Inburgering werd, ook in de vorige regeerperiode, verplicht. De overgrote meerderheid van de allochtonen wil de cursussen sowieso volgen. Maar de kennis van de Nederlandse taal en inburgering zijn dermate belangrijk, zowel voor nieuwkomers als voor oudkomers, dat het recht meteen een plicht moet worden. Dat is ook zo met de algemene leerplicht.
Dit houdt meteen de verbintenis van een voldoende aanbod in. Toch zijn de wachtlijsten langer dan ooit, en is een voldoende aanbod in de motie van aanbeveling van de meerderheid geen eerste prioriteit.
De jongste maanden heb ik steeds meer de indruk dat de nota vooral meer en meer verplichtingen inhoudt. Verplichting tot het leren van de Nederlandse taal is geen deus ex machina. Kennis van het Nederlands is een van de belangrijke hefbomen om in onze samenleving mee te draaien, maar niet de enige.
Ook jongeren van de tweede en derde generatie, die onze taal machtig zijn en onze waarden en normen geleerd hebben, vinden geen job of krijgen geen lening. De hete adem van Vlaams Belang, nog steeds een racistische partij, mag niet de drijfveer zijn. Met het voorstel over het Nederlands in de islam en de moskeeën schendt de minister grondwaarden, namelijk de vrijheid van godsdienst en de scheiding tussen kerk en staat. De minister voedt de indruk dat de moskeeën enkel het fundamentalisme belijden en de emancipatie van de vrouw beletten. Zijn verontwaardiging is echter selectief, ook in andere godsdiensten hier in België zijn er fundamentalistische uitwassen. Nu zelfs de socialisten de godsdienst als een positieve voedingsbodem voor waardebesef erkennen, is het vreemd dat de minister de godsdienst verkettert als een motor van fundamentalisme.
Ik maak werk van de erkenning en financiering van de Islam. Ik wil mij niet bemoeien met de inhoud van het geloof. Ik stel gewoon gelijke voorwaarden voor alle erkende geloofsgemeenschappen, namelijk: één aanspreekpunt, een transparante werking, respect voor de andere overtuigingen en de pluralistische samenleving en het gebruik van het Nederlands bij contacten met de overheid en de samenleving. De taal van de liturgie is zoals in andere godsdiensten vrij. Die nuance had ik trouwens al aangebracht. Ik protesteer tegen het bijna racistische label dat men mij toedicht. (Applaus bij VB, CD&V, VLD-Vivant en N-VA)
Het uitblijven van de erkenning van de islam, een gedeelde verantwoordelijkheid, heeft rijke islamieten met slechte bedoelingen toegelaten om deels te infiltreren in de moskeeën. Ik ben blij dat de minister er nu werk van maakt.
De minister heeft zijn eerste uitspraken inderdaad genuanceerd, maar de oorspronkelijke boodschap blijft hangen en voedt de onverdraagzaamheid en vooroordelen tegenover de islam. Alle godsdiensten moeten op gelijke voet behandeld worden. Qua transparantie is er ook in andere godsdiensten nog werk aan de winkel. Stigmatiseren van één godsdienst hindert het samenleven.
Hetzelfde geldt voor de talenkennis in de sociale huisvesting. Kennis van het Nederlands is geen wondermiddel voor de samenlevingsproblemen. Ook de verenigingen van sociale huurders bevestigen dat. Rechten en plichten moeten in een positief perspectief geplaatst worden.
Een gemeenschappelijke taal is de belangrijkste factor voor een goede samenleving. De minister heeft nooit beweerd dat de taal het enige aspect was.
De taal kennen is enorm belangrijk, daarom ben ik voorstander van een verplichte inburgering. Als men echter Nederlands moet kennen voor men een sociale woning krijgt, sluit men mensen uit. De positieve insluiting via de inburgering verwordt dan tot een uitsluitingmechanisme. Het recht op wonen primeert op het kennen van de taal. Ik heb het moeilijk met het ondergraven van dat grondwettelijke recht.
Ik ben blij dat mevrouw Vogels haar uitspraak afzwakt. Kleine meningsverschillen mogen niet uitvergroot worden tot onoverkomelijke onenigheden.
Het is niet goed om de indruk te wekken dat alleen de overheid kansen moet bieden. Het is aan elk individu om zelf inspanningen te leveren. De overheid moet het de mogelijkheden daartoe aanreiken.
In principe zouden alle godsdiensten gelijk moeten zijn. In praktijk is de islam niet vredelievend.
In naam van hun god hebben vele godsdiensten oorlogen gevoerd. Alle godsdiensten hebben fundamentalistische en democratische uitingen. Alle godsdiensten zijn gelijk, dat is een van de basisbeginselen van de democratie. Dat in vraag stellen bewijst dat Vlaams Belang geen democratische partij is.
Het klopt dat het recht op behoorlijke huisvesting een grondwettelijk recht is, maar de overheid kan daar voorwaarden aan koppelen. We mogen vragen dat kandidaat-huurders inspanningen doen om de taal te leren. De overheid is verplicht om te zorgen voor een voldoende aanbod en dient dan mensen bewust te maken.
Het verschil tussen socialisten en liberalen gaat over individuele of groepsparticipatie. De socialisten ondersteunen individuele participatie, maar geloven sterk in groepsparticipatie. Als het socialisme de arbeiders niet als groep had ondersteund, was er nooit sprake van emancipatie van de arbeidersbeweging. We zijn er voorstander van om individuen zoveel mogelijk kansen te geven, maar men dient ook heel wat te doen aan groepsparticipatie.
Ik zeg min of meer hetzelfde als u. Ik onderschrijf de emancipatie van de arbeidersbeweging. De VLD vindt evenwel dat men voorzichtig moet zijn en niet de indruk mag wekken dat allochtonen geen inspanningen moeten doen.
De taalvereiste in de huisvesting is niet gericht op uitsluiting, maar op emancipatie. Als een appartement vroeger vrij komt dan men een cursus Nederlands kan volgen, dan krijgt men het appartement op voorwaarde dat men nadien de cursus volgt. Er is geen examen en de cursus is kosteloos. De drempel is zo laag mogelijk. Ik stel vast dat er bij de allochtonen een breed draagvlak is voor deze maatregel. Verder wijs ik erop dat er elk grondrecht aan voorwaarden is gekoppeld. Ik voer uit wat in het regeerakkoord staat en geef gevolg aan de vraag van de socialehuisvestingsmaatschappijen. Die laatste beseffen dat dit geen toverformule is, maar ze verbetert wel de leefbaarheid in de appartementsblokken.
De vergelijking die de heer Mahassine maakt met de vroegere arbeidersbeweging is fout. De allochtone gemeenschap is geen uniforme groep, evenmin als de arbeidersbeweging. Het beleid wil drempels wegnemen en stimulansen geven. Het verhaal 'samen' bestaat niet. Uit onderzoek blijkt dat taal een essentieel criterium is voor integratie. De sociale omgeving is een bepalende factor om te functioneren, maar dat staat niet haaks op het beleid van de minister.
Ik ben niet tegen rechten en plichten. Iedereen die hier rechtmatig woont, heeft de plicht om Nederlands te leren. Ik heb er problemen mee dat taalkennis wordt gebruikt als instapmogelijkheid voor sociale huisvesting. Die maatregel zal evenwel zo complex worden, dat hij onuitvoerbaar is. De overheid moet ervoor zorgen dat ze het inburgeringsdecreet goed kan uitvoeren en dat er voldoende trajecten zijn. Ik roep iedereen op om het verhaal van rechten en plichten in te bedden in een positief verhaal van 'wij samen'. De vergrijzende samenleving heeft migratie nodig. Vlaanderen is niet goed bezig. Uit cijfers blijkt onder meer dat 50 procent van de allochtone leerlingen naar het technisch onderwijs wordt verwezen; dat ongeveer 13 procent een diploma van het algemeen secundair onderwijs behaalt en slechts 3 tot 4 procent een diploma van het hoger onderwijs. Binnen vijf tot tien jaar zal het opleidingsniveau van de jongeren snel dalen. Iedereen heeft er belang bij om een duidelijk plan uit te werken waarin alle geledingen van de samenleving het eens zijn over een concept en waarbij we de jongeren van allochtone afkomst meetrekken. Uiteindelijk is integratie een collectief gebeuren en het individuele kader is er om de gemeenschap mee te trekken. (Applaus bij sp·a-spirit en Groen!)
In het vorige regeerakkoord stond er geen hoofdstuk over samenleven in diversiteit. De verdienste van deze regering is dat ze daarover wel een hoofdstuk evenals een minister heeft.
Maar in vergelijking met de buurlanden staat het beleid nog in de kinderschoenen. Van het bedrag van 260 miljoen euro dat Nederland per jaar aan inburgering besteedt, kunnen wij alleen maar dromen. Daarbij komt nog dat de minister moet dansen op één been: Vlaanderen is niet bevoegd voor migratiebeleid, sociale wetgeving of justitie.
De beleidsnota heeft de minister in het brandpunt gebracht. Hij wordt van uiteenlopende zijden met alle zonden Israëls beladen, wat voor ons bewijst dat hij de juiste toon heeft gevonden. Als invalshoek kiest hij immers noch voor de romantisering van het multiculturele verhaal, noch voor de dramatisering, maar wel voor het multi-etnische Vlaanderen als feit dat kansen en risico's biedt. Daar plaatst onze fractie wel meteen de kanttekening bij dat etnisch-culturele identiteit weliswaar een basisrecht is, maar collectief uitgeoefend nooit enige uitzondering op het burgerschap kan verantwoorden. Burgerschap houdt specifieke rechten én plichten in, wat het onderscheidt van de universele en onvervreemdbare mensenrechten. Wel zien wij dit niet als een zwart-witverhaal. Wij pleiten niet voor een blind opleggen van plichten aan wie zijn rechten nog niet heeft kunnen uitoefenen.
Helaas heeft de nota geen aandacht voor de Franstalige inwijking in de Rand. Nochtans is ook daar een onthaalbeleid nodig. Ik wijs alleen nog maar op de sociale problemen, zoals de zeer hoge werkloosheid bij die Franstaligen.
Wij vinden ook dat de doelgroep voor de beperkte inburgering te beperkt is opgevat. Wij onderzochten het zelf en stelden vast dat slechts 10 tot 15 procent van wie thans een traject volgt, onder die verplichting valt. Het gaat nochtans niet om een repressieve maatregel, maar veeleer om een die kansen biedt. In dat verband betreuren wij ook de beslissing om onontvankelijk verklaarde asielzoekers te schrappen. Feitelijk is er immers geen sprake van een uitwijzingsbeleid.
Tot slot pleit ik nog voor een betere organisatie van de inburgeringscursussen. Er zijn onder meer problemen met de afstemming van secundaire op primaire trajecten, de loopbanen, de opvolging en de inplanting van de huizen van het Nederlands. Wellicht is ook hier een Witboek nodig.
Deze beleidsperiode vormt een keerpunt. Voor het eerst is een minister functioneel bevoegd voor inburgering. Ik wil ten strijde trekken tegen alle clichés en taboes. Onbespreekbaarheid heeft ons al te veel tijd doen verliezen. Er is nog gigantisch veel werk aan de winkel, maar er bestaan geen toverformules. Ik wil ook het werk van mijn collega's in andere domeinen coördineren. Onderwijs is slechts één voorbeeld. Mijn leidraad en inspiratie blijft daarbij het regeerakkoord.
Wat de wachtlijsten betreft, ben ik ervan overtuigd dat ons aanbod behoeftedekkend is ten aanzien van de categorie van verplichte inburgeraars. Aan de uitbreiding van de doelgroepen wordt gewerkt. Er komt tegen het einde van het jaar een aangepast decreet, evenals een protocol met de minister van Onderwijs, dat de betrokkenen prioriteit verleent in de centra voor basiseducatie.
De maatschappelijke oriëntatie is heel belangrijk. Een werkgroep van specialisten zal tegen het midden van dit jaar een werkstuk aan mij presenteren. Op dit ogenblik zijn de cursussen maatschappelijke oriëntatie vooral praktisch georganiseerd en wordt er doorgaans geen sokkel van gemeenschappelijke normen en waarden meegegeven. Dat moet volgens mij in de toekomst wel gebeuren. Die basiswaarden sluiten niet uit dat iedereen zijn eigen culturele identiteit en zijn persoonlijkheid vorm geeft.
De suggestie van de heer De Wever over de Franstaligen is onuitvoerbaar omdat ze in strijd is met de Belgische wetgeving. Het is inderdaad niet eenvoudig een minderhedenbeleid te voeren als men niet bevoegd is voor de toegang tot het grondgebied en voor de nationaliteitsverwerving. Dat is echter een gevolg van ons staatsbestel. We mogen ons werk daardoor niet laten hypothekeren.
Op dit vlak is er zeker nog heel wat werk aan de winkel.
De bespreking is gesloten.
Wij zullen om 16 uur de hoofdelijke stemmingen over de met redenen omklede moties houden.