Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Gelijke Kansen 2004-2009, ingediend door mevrouw Van Brempt, Vlaams minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(verslaggever)
De beleidsnota Gelijke Kansen van minister Van Brempt, werd op 6 december in de commissie besproken. De minister verduidelijkte dat het niet haar bedoeling is om aan iedereen in de samenleving dezelfde uitgangspositie te bezorgen of hetzelfde eindresultaat te garanderen, wel om aan iedereen kansen te geven om zijn vaardigheden te ontwikkelen. Er moet gewerkt worden aan emancipatie, diversiteit, niet-discriminatie en solidariteit. De minister wil bijzondere aandacht besteden aan gender, hetero's, en holebi's, ouderen en mensen met functioneringsbeperkingen. Daarbij wil ze twee instrumenten hanteren: het coördinatiebeleid en het functioneel beleid.
De heer Penris en de dames Hostekint, Guns en ikzelf wezen op het theoretische en soms abstracte gehalte van de nota. De minister vatte dit op als een compliment, maar erkende dat de beleidsnota nog verder moet worden geconcretiseerd.
Mevrouw Hostekint wil weten hoe de concretisering zal verlopen. Ze vindt het een goede zaak dat de hele Vlaamse Regering geresponsabiliseerd wordt en dat de organisaties van het middenveld, onder meer het Steunpunt Gelijkekansenbeleid, een sleutelrol toebedeeld krijgen. Ze dringt aan op overleg met de Brusselse en de Waalse regering. Ze pleitte ook voor een goede inventarisatie.
Mevrouw Heeren pleitte voor bijzondere aandacht voor gender, vooral inzake arbeid en werkgelegenheid. De minister moet de bedrijven ertoe aanzetten het glazen plafond voor vrouwen te doorbreken. Ze herinnerde ook aan de bepaling van het Pact van Vilvoorde dat de achterstand van vrouwen inzake deelname aan het arbeidsproces tegen 2010 in belangrijke mate moet weggewerkt worden. Ze waarschuwde voor dubbel werk inzake databanken. Ze pleitte voor een evenwichtige samenstelling van adviesorganen en voor een kaderdecreet rond toegankelijkheid.
Mevrouw Guns uitte haar vrees dat alleen vrouwen in specifieke groepen in het gelijkekansenbeleid aan bod kunnen komen. Ze vreest dat de Belgische interpretatie van de moslimregels niet zal worden gevolgd. De moslimvrouwen die hun emancipatie willen verruimen, moeten worden ondersteund. Ze pleit voor naar geslacht uitgesplitste statistieken per beleidsdomein.
De emancipatie van moslimvrouwen is volgens de heer Penris een probleem. Hij wil meer accurate informatie over de deelgebieden arbeidsmarkt en onderwijs en over de positieve rol van de tewerkstelling bij de overheid. Hij stelde dat de minister vanuit haar bevoegdheid voor Openbaar Vervoer heel wat kan doen voor gehandicapten en voor gebruikers van kinderwagens.
Ikzelf vroeg in mijn tussenkomst of het spectrum niet te ruim is. Ik kijk met belangstelling uit naar de opencoördinatiemethode die de minister wil gaan toepassen. Ik drong erop aan dat het middenveld bij het beleid te betrekken. Ik pleitte voor waakzaamheid inzake de werking van de diverse structuren binnen de schoot van de overheid. Ik plaatste vraagtekens bij de jaarlijkse Pekingrapportage.
Uit de tussenkomsten van de heren Dehaene en Penris bleek dat het thema gelijke kansen ook de aandacht van mannen trekt. De heer Dehaene stelde dat mannen en vrouwen niet gelijk zijn, maar gelijkwaardig. Hij stelde dat men misschien meer inspanningen moet doen om mannen te vinden voor banen die vandaag vooral door vrouwen zijn ingevuld en andersom.
Ik vervang hier mevrouw Van Steenbergen die door een wijziging van de agenda niet tijdig aanwezig kon zijn.
Bij de kieshervorming zal een quorum voor vrouwelijke kandidaten worden ingevoerd. Nochtans stelde de minister in de commissie dat ze geen voorstander is van een quotasysteem. Hoe zijn beide uitspraken met elkaar te rijmen?
De voorbije honderd jaar is hard gewerkt aan gelijke kansen voor mannen en vrouwen. In mijn fractie kunnen mevrouw Smet en mevrouw Merckx een perfect overzicht geven van alle realisaties en doelstellingen. Op Vlaams niveau is het moeilijk te vatten beleidsdomein Gelijke Kansen echter nog recent. Soms heb ik de indruk dat alles al gerealiseerd is, maar schijn bedriegt. Het gevoel van voltooide emancipatie is vals.
De beleidsnota Gelijke Kansen 2004-2009 is door de wetenschappelijke onderbouw waardevol en tegelijk moeilijk toegankelijk. Al zorgen concrete voorbeelden voor tegengewicht.
De gekozen waarden zijn goed. Emancipatie, non-discriminatie, diversiteit en solidariteit zorgen voor verschillende invalshoeken. Deze opties moeten concreet gemaakt worden in de beleidsbrieven. Het spectrum van het gelijkekansenbeleid is misschien te ruim om werkbaar te zijn. Zonder prioriteiten zal het beleid verwateren.
Voor CD&V blijft de genderinvalshoek prioritair. Wij steunen de klemtonen op het vlak van onderwijs, werk, huisvesting en maatschappelijke participatie. De ongelijkheid tussen mannen en vrouwen moet ook als prioriteit naar voren geschoven worden. Op onderwijsvlak pleiten wij voor een totaalbenadering van kwetsbare jongeren.
Wij hebben onze twijfels over de open coördinatie. Het is niet de meest krachtdadige manier om resultaten te boeken. Het is bovendien niet duidelijk hoe minister Van Brempt precies te werk zal gaan. Zij kan wel op onze steun rekenen.
De beleidsnota bevat geen overzichtelijk organogram van overheidsdiensten en organisaties. Op korte termijn moet een overzicht gemaakt worden van de regelgeving en van alle problemen. Zolang het gelijkekansenbeleid niet volwassen is moet de overheid waken over de structuren.
De schaarse middelen nopen tot samenwerking. Wetenschappelijke expertise moet gebundeld worden. Kunnen we niet alle universiteiten opnemen in het steunpunt Gelijkekansenbeleid?
Het streven naar wetenschappelijke onderbouw is positief. Eerst en vooral moet gezorgd worden voor duidelijke ijkpunten die de basis kunnen vormen voor cijfermatige operationele doelstellingen.
In de geest van het regeerakkoord moet het gelijkekansenbeleid het middenveld vertrouwen geven en stimuleren. De beleidsnota had daar meer aandacht aan kunnen besteden. Vrouwenorganisaties kunnen vrouwen bijvoorbeeld stimuleren om lid te worden van een adviesraad of om politiek actief te worden. Ik verwijs in die zin naar het charter van de drie grote vakbonden van 23 september 2004.
Een van de belangrijkste uitdagingen van het gelijkekansenbeleid is inderdaad de emancipatie van de man. Hoe zal minister Van Brempt dat precies aanpakken?
In de beleidsnota is toegankelijkheid zowel fysiek als sociaal-cultureel. Zal zo'n brede opvatting tot een efficiënt beleid leiden? Wij hopen dat de fysieke toegankelijkheid van openbare gebouwen in de loop van deze regeerperiode verbetert. Mevrouw Heeren pleitte terecht voor een kaderdecreet.
Afsluitend wensen wij minister Van Brempt veel succes. (Applaus)
Minister Van Brempt wil in de eerste plaats werk maken van gelijke kansen op het vlak van socialisatie, loopbaanontwikkeling, leefwereld en participatie. In de leefwereld van personen met een handicap vormt de ontoegankelijke samenleving een groot struikelblok.
Toegankelijk is terecht een sleutelelement omdat het een noodzakelijke voorwaarde is om mensen met een handicap op een evenwaardige manier aan de samenleving te laten deelnemen. De beleidsnota erkent terecht dat omgevingsfactoren een handicap helpen creëren. Toegankelijkheid is echter meer dan de fysieke en niet-fysieke toegankelijkheid van gebouwen. Informatie en communicatie moeten ook voor iedereen toegankelijk zijn.
Minister Van Brempt wil in de eerste plaats werk maken van gelijke kansen op het vlak van onderwijs, werk en huisvesting. Prioriteiten zijn nodig. Een gecoördineerd gelijkekansenbeleid is een goed idee, maar het gevaar bestaat dat dit idee niet door alle ministers even ernstig wordt genomen.
De coördinerende minister moet over voldoende slagkracht beschikken en moet de aandacht voor gelijke kansen bij zijn collega's afdwingen. Het resultaat van 2003 - Europees Jaar van Personen met een Handicap - was bedroevend: drie ministers en een staatssecretaris samen bereikten enkel dat er 15 extra parkeerplaatsen kwamen. Goede voornemens hebben enkel zin als ze ook uitgevoerd worden.
Door onderbemanning van de Cel Gelijke Kansen heeft de minister onvoldoende slagkracht. Ook de opdracht van het Steunpunt Gelijkekansenbeleid moet uitgebreid worden. Omdat cijfergegevens voor een opencoördinatiemethode cruciaal zijn moet het steunpunt dringend onderzoek verrichten.
Ik ben tevreden omdat het gelijkekansenbeleid zich tot alle doelgroepen en alle domeinen richt: het gaat immers om veel meer dan het zorgende binnen Welzijn.
Ik vraag de minister extra aandacht te schenken aan de personen met een handicap als doelgroep: bij de praktische uitwerking van het beleid wordt ze immers al te vaak vergeten. (Applaus)
We hadden binnen de commissies zeer zinvolle discussies.
Ik ben blij met de positieve benadering van mijn beleidsnota. Dat ze een wetenschappelijk karakter zou hebben ervaar ik als een compliment; het was ook mijn expliciete doelstelling. Na 10 jaar Gelijkekansenbeleid mocht het theoretisch kader nog eens duidelijk gesteld worden: het zal ertoe bijdragen alle acties af te wegen ten aanzien van andere belangrijke principes. De jaarlijkse beleidsbrieven zullen daarentegen heel concreet worden.
Ook voor mij is de opencoördinatiemethode nieuw, maar in ieder geval helpt ze de ministers op hun verantwoordelijkheid te wijzen. Indien we daarnaast aan wetenschappelijk onderzoek doen en de juiste indicatoren hanteren kunnen we concrete doelstellingen vooropstellen.
We moeten bereid zijn duidelijke prioriteiten te stellen: werk, wonen, onderwijs en welzijn horen daar zeker bij. Binnen die beleidsdomeinen zullen ook prioritaire doelgroepen naar voren moeten komen. Deze boeiende oefening zal heel binnenkort opgestart worden.
Over emancipatie van de man wordt nog steeds lacherig gedaan. Nochtans moet dit een strijdpunt van de volgende jaren worden. Het gaat niet op dat mannen moeilijk ouderschapsverlof kunnen krijgen of dat de rechtbank aan hun capaciteiten als opvoeder systematisch in twijfel trekt. Deze mannenzaken krijgen ook prioriteit op de politieke agenda van de komende jaren.
Over de vraag van de heer Penris wil ik duidelijk zijn. Ik heb de intentie voor de gemeenteraadsverkiezingen met quota te werken. Eigenlijk ben ik daar geen voorstander van: ik hoop dat we ze zo vlug mogelijk weer kunnen afschaffen. Vandaag echter zijn ze een nuttig instrument: dankzij de quota was er in 2003 en 2004 een spectaculaire toename van het aantal vrouwen in het parlement. Ook op lokaal vlak moet er nog aan gewerkt worden.
Van quota op de arbeidsmarkt ben ik helemaal geen voorstander, noch voor vrouwen, noch voor andere doelgroepen. Het decreet van de heer Mahassine is een goed voorbeeld van hoe het wel moet. (Applaus)
Zal de pariteit ook gelden voor de provinciekieswet?
Dat werd nog niet besproken, maar het is zeker mijn intentie.
De bespreking is gesloten.
Wij zullen om 16 uur de hoofdelijke stemmingen over de met redenen omklede moties houden.