Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Financiën en begroting 2004-2009, ingediend door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(verslaggever)
In de beleidsnota Financiën worden drie onderwerpen aangesneden: de begrotingsnormering, de fiscaliteit en het economische overheidsinstrumentarium.
De Vlaamse Regering was steeds voorstander van budgettaire orthodoxie en volgde trouw de doelstellingen van de HRF. De resultaten in het verleden waren zelfs beter dan de HFR-norm; wellicht zal dat ook zo zijn voor 2004. Eerlijkheidshalve moeten we vermelden dat ook de Waalse en de Brusselse regeringen beter deden dan HRF voorschrijft, zij het in beperkte mate.
Er is nog geen definitief akkoord voor de norm van 2005 en nog geen samenwerkingsakkoord over de HRF-doelstellingen in de periode 2006-2011, maar we kennen de voorstellen van intertemporele neutraliteit waarin strengere normen bij het begin extra ruimte creëren naar het eind van de regeerperiode. Dit kan mede door de Lambermontgelden gerealiseerd worden.
Waar vroeger sprake was van sanctiemechanismen heeft de minister het nu over correcties. Die werken langs twee kanten: wie het slecht doet wordt gestraft, maar wie goed presteert kan deze extra ruimte later benutten.
Dankzij de overschotten kon de Vlaamse schuld worden verminderd. Als alle schulden die vervallen worden terugbetaald staat eind 2009 nog 100 miljoen euro schuld uit. Als vervroegde terugbetaling economisch niet interessant is zullen vanaf 2008 reserveringen kunnen gebeuren.
Bij de begrotingsbesprekingen werd een toekomstnorm aangekondigd. Die zal gefundeerd zijn op de principes van de norm van de HRF en van de verbintenissennorm. Deze laatste is gebaseerd op een voorzichtige inschatting van de economische groei. Daardoor worden pieken en dalen uitgevlakt.
De Vlaamse minister van Economie en Financiën moet waken over de budgettaire discipline, maar kan dat niet alleen. De toekomstnorm kan zorgen voor een conjunctuurneutraler uitgavenbeleid, maar zorgt niet voor structurele verhoging van de middelen. De grote behoeften en wensen leiden ertoe dat de uitgaven de neiging hebben sterker te stijgen dan de middelen. Daarom moet iedere minister de uitgaven van zijn departement kritisch beoordelen.
In het luik fiscaliteit wordt ingegaan op de nieuwe lastenverlagingen. De loonwig wordt gecorrigeerd door forfaitaire belastingvermindering voor oudere werknemers. De grootste fiscale maatregel is het verlagen van de lasten op de arbeid door een geleidelijke korting op de personenbelasting voor alle beroepsactieve categorieën. Een derde maatregel heeft betrekking op de verhoging van het abattement bij de registratierechten, gekoppeld aan een hervorming en een vereenvoudiging. Op termijn zal ook gewerkt worden aan de humanisering van de successierechten.
De Vlaamse fiscale administratie zal uitgebouwd worden. Vlaanderen moet zich bezinnen over hoe het wil omgaan met het insourcen van de inning van de eigen gewestbelastingen. De minister wil dit onder eigen beheer brengen. Als eerste item wil hij de verkeersbelasting aanpakken; in een laatste fase moet Vlaanderen de successie- en registratierechten overnemen.
Wat het economisch overheidsinstrumentarium betreft, is afgesproken dat de verschillende organisaties uitgebreid besproken zullen worden bij de voorstelling van hun jaarverslagen.
Bij de besprekingen zijn zowel Vlaams Belang als Groen! van mening dat de nagestreefde schuldpositie niet meer verantwoord is gezien de maatschappelijke behoeften. Vlaams Belang denkt daarenboven dat het volgen van de strengste HRF-norm enkel het belang van de Belgische staat dient.
Iedereen wil de werkloosheidsval bestrijden, maar is het daarom niet eens met de maatregelen, die de minister overneemt uit de regeringsonderhandelingen. Volgens Vlaams Belang worden de belastingverlagingen grotendeels geneutraliseerd door de riooltaks en de Elia-heffing. Sp·a vraagt of het niet beter is om een decretale beslissing over de veralgemeende lastenverlaging voor werkenden uit te stellen tot 2008. CD&V is verheugd over de intentie om de impliciete schuld te monitoren en af te bouwen. (Applaus)
De beleidsnota ontgoochelt op een aantal vlakken. Er wordt met geen woord gerept van de noodzakelijke grotere fiscale autonomie voor Vlaanderen en evenmin van de monumentale en al lang niet meer betwistbare transfers. De minister-president vindt dat de cijfers van zijn administratie dienaangaande moeten nagekeken worden door, ook Franstalige, deskundigen. Het heeft geen zin om de cijfers te blijven bestuderen, er moeten maatregelen genomen worden. Niet alleen de politici en intellectuelen, ook de burgers zijn immers bezorgd over de miljardentransfers.
De minister zegt zelf dat een schuldeloos Vlaanderen in 2009 een asymmetrie zou scheppen die in een federaal land niet vol te houden is. Wil hij dan België opblazen? Hij motiveert zijn streven naar schuldenloosheid door te verwijzen naar de toekomst. Schuldenloosheid is echter slechts goed als alle behoeften vervuld zijn.
De minister verwijst naar de Pigouviaanse distorsie-theorie : elke burger is bereid belastingen te betalen als hij er voldoende voor terugkrijgt zo niet ontstaat distorsie. De burgers hebben dat gevoel nu niet en toch word er bespaard. Ten bate van de federale structuur blijven de Vlamingen in de kou staan. De meerderheidspartijen zullen anders moeten regeren, zoniet zullen ze verkiezingen blijven verliezen. (Applaus bij VB)
CD&V steunt de beleidsnota, die consequent de maatregelen van het regeerakkoord concretiseert. Bovendien trapt de minister niet in de val van een misplaatst triomfalisme over de begrotingsresultaten maar stelt de uitdagingen scherp. We zijn het eens dat het begrotingsbeleid los moet staan van conjunctuurschokken. Door structurele maatregelen moet de begroting op lange termijn stabiel blijven.
De combinatie van de HRF-norm en de nieuwe toekomstnorm zet de vergissing om de zogenaamde Meesternorm te verlaten, recht. Ook is het goed dat de schuld afgebouwd wordt door leningen op vervaldatum niet te vernieuwen zodat Vlaanderen in 2009 schuldenvrij is. Het is onze plicht een stabiele houdbare begroting te waarborgen.
Alleen de regeringspartijen staan achter een duurzaam begrotingsbeleid op lange termijn. De oppositie vindt dat te streng en kiest voor de korte termijn, dat wil zeggen valse beloften en een voortzetting van het achterhaalde triomfalisme. Men moet beseffen dat de overschotten relatief klein zijn en dat het bovendien onwaarschijnlijk is dat er in de toekomst nog gigantische overschotten gaan voorkomen.
Vlaams Belang blijft mist spuien. Men stelt het nog steeds voor alsof het halen van de HRF-norm gelijkstaat met een nieuwe transfer naar Wallonië, terwijl in feite alleen Vlaanderen er budgettair beter van wordt. Een dergelijk beleid bereidt ons op duurzame en voorzichtige wijze voor op de toekomst. Het is evenmin een cadeau aan de federale overheid of de Europese Commissie.
Vlaams Belang verwijt ons slachtoffers te zijn van het Stockhomsyndroom. Dat klopt niet. Het lijkt veeleer dat het zelf lijdt aan een Medeasyndroom: zichzelf pijn doen in de hoop dat het ook de anderen zal schaden.
De minister van Financiën zegt zelf dat een schuld van nul euro de mogelijkheden van Vlaanderen fnuikt om gebruik te maken van zijn recurrente beschikbare beleidsmarge. Door de belastingdruk te verminderen zouden wij het federale evenwicht nog meer verstoren.
Het komt erop aan klaar te staan tegen het moment dat de federale overheid uit kortademigheid bevoegdheden overhevelt. Op dat moment moet Vlaanderen zijn rekeningen op orde hebben, om zelf een antwoord te kunnen bieden aan de vergrijzing en de nieuwe verantwoordelijkheden.
Waarom dreigde CD&V dan met de staking van de bijkomende bijdrage van 95 miljoen euro aan de schuldafbouw?
Dat was in het kader van Brussel-Halle-Vilvoorde, wat een totaal ander dossier is. Het is trouwens maar één van de mogelijkheden. Er zijn nog andere strategieën.
Gaan de andere regio's akkoord gaan met de door u verwachte overheveling, als zij daar zelf geen geld voor hebben?
Dat Vlaams Belang de instemming van het Zuiden vraagt, verwondert mij. Andermaal blaast u warm en koud tegelijk.
Dat deed ook uw fractie al vaker.
De federale schuld zal niet vanzelf verdwijnen. Als het erop aankomt, zal Vlaanderen toch 60 procent moeten overnemen. (Samenspraken)
Tot slot wil ik nog wijzen op de impliciete schuld, die in de nota ontbreekt, maar waaraan de minister wel aandacht schonk tijdens zijn mondelinge toelichting. Hij beloofde tweemaal per jaar een overzicht. Wij zullen erop toezien dat hij die belofte nakomt. Het Vlaams Parlement zelf moet overigens die impliciete schuld nog precies omschrijven in een resolutie, met het oog op de opvolging van de afbouw ervan.
Inzake fiscaliteit is de nota een loyale vertaling van de principes uit het regeerakkoord: werken aantrekkelijker maken door een verlaging van de lasten op arbeid via een vermindering van de personenbelasting; humanisering van de successierechten; vergemakkelijking van de verwerving van de eerste eigen woning.
Ik feliciteer de minister met zijn beleid in de vorige regeerperiode en met de voorliggende nota. Zijn begrotingsbeleid is orthodox en gedragen door op een langetermijnvisie. Het strenge pad dat de HRF oplegt, wordt gevolgd.
Ik pleit wel voor een sluitend correctiemechanisme. Wederkerigheid moet ervoor zorgen dat de entiteiten die hun doelstellingen halen, beloond worden en de andere gecorrigeerd.
De Vlaamse Regering zal voor een toekomstnorm zorgen. Inspanningen zullen niet gevolgd worden door nog grotere inspanningen. Een conjunctuurfonds oprichten vindt de VLD eveneens zinvol.
Minister Van Mechelen schenkt veel aandacht aan begroten en beheren. Het hoofdstuk over alternatieve financiering is interessant. De hoorzitting over de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel van gisteren toonde aan dat er een toekomst is weggelegd voor alternatieve financiering. We moeten dergelijke operaties wel goed controleren.
Fiscaliteit is de motor van onze economie. Minister Van Mechelen heeft het in dit verband over fiscal compliance: belastingen zijn geen straf maar een bijdrage aan het beleid. Het is een goede zaak dat aandacht opgebracht wordt voor deze houding. De vorige regeerperiode heeft bovendien geleerd dat een lastenverlaging niet noodzakelijk tot minder inkomsten leidt.
Wij zijn tevreden dat de discriminatie door de overname van een onroerend goed na een echtscheiding wordt weggewerkt. De onduidelijkheid over de leegstandsheffing wordt uit de wereld geholpen. De eigenaar krijgt voortaan drie maanden om bezwaar aan te tekenen. Een offerte van een aannemer volstaat als bewijsstuk.
De administratieve last wordt vereenvoudigd. Dat zal de burger wellicht gunstig stemmen. Als Vlaanderen de verkeersbelasting overneemt, zal Abafim eerst de structuur daarvoor verbeteren.
Tegen 2009 zal Vlaanderen zijn schuld volledig hebben afbetaald. De VLD vraagt minister Van Mechelen een reserve bijeen te sparen om de staatshervorming voor te bereiden.
Wij staan achter deze beleidsnota omdat ze de werkloosheidsval bestrijdt, het verwerven van onroerend goed stimuleert en voor fiscal compliance zorgt.(Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Deze beleidsnota valt uiteen in drie grote delen: begroting, fiscaliteit en het economische overheidsinstrumentarium. Dat laatste deel zullen we niet behandelen zolang we de GIMV, PMV en LRM niet gehoord hebben. Later kan het Vlaams Parlement daarover nog een motie van aanbeveling indienen.
Iedereen - behalve het Vlaams Belang - vindt het belangrijk dat Vlaanderen zich aan de strengste HRF-norm houdt. Dat is niet alleen belangrijk voor het stabiliteitspact, maar ook voor Vlaanderens toekomst. Omdat de federale schuld op een evenwichtige manier afgebouwd moet worden, is de invoering van een correctiemechanisme belangrijk.
Het debat over de toekomstnorm en het conjunctuurfonds zullen we de komende maanden kunnen voeren.
Als Vlaanderen zijn schulden aan dit tempo blijft afbetalen, verdwijnen ze over enkele jaren volledig. De vraag is echter of we de middelen niet beter kunnen inzetten dan voor het afbetalen van onze schulden. Het debat daarover moeten we nog voeren. Minister Van Mechelen suggereert zelf bijvoorbeeld om middelen te storten in een fonds. Federaal minister Vande Lanotte vindt dat het federale niveau zichzelf moet verplichten om het Zilverfonds te spijzen. Misschien moet Vlaanderen hetzelfde doen met het Zorgfonds zodat zorg ook in 2020 voor iedereen betaalbaar blijft.
In deze context wil ik het nogmaals hebben over de bijdrage die de burgers betalen aan de zorgverzekering. Die bijdrage is nu forfaitair en daarom niet sociaal. Bovendien is de bijdrage niet hoog genoeg. We zullen het Zorgfonds steeds met de algemene middelen moeten spijzen. Is het eigenlijk verantwoord en zinvol om te blijven werken met een forfaitaire bijdrage? De bijdrage innen is duur. Het systeem zorgt voor valse zekerheid.
De zorgverzekering wordt maar voor de helft door een forfaitaire bijdrage betaald. De andere helft van de middelen komt uit de algemene middelen, die wel inkomensgerelateerd zijn. Het regeerakkoord bepaalt heel duidelijk de toekomst van de bijdrage.
Ik vraag me gewoon af hoe relevant de forfaitaire bijdrage nog is. De bijdrage dekt niet alle kosten. Omdat we uit de algemene middelen zullen moeten putten om de zorgvraag te blijven financieren, kunnen we er beter voor zorgen dat er voldoende algemene middelen zijn.
Binnen de meerderheid is niet iedereen het met elkaar eens.
Dat klopt.
Als we niet kritisch mogen nadenken over de toekomst, is het debat teneinde. Wij houden ons aan het regeerakkoord.
In de zomer van 2002 is een afspraak gemaakt over een duurzame financiering van de zorgverzekering. Een derde van de financiering komt uit de algemene middelen. Een derde uit een hogere individuele bijdrage. Een derde uit een sanering van het stelsel.
Nu de zorgverzekering op kruissnelheid komt moeten we ons beraden over de toekomstige financiering ervan. Het regeerakkoord blokkeert de bijdrage op het huidige niveau. Daaruit vloeit voort dat de bijdrage uit de algemene middelen zal moeten stijgen.
Het is heel belangrijk dat men goed beseft wat de schuldafbouw betekent in de komende jaren. In 2005 en 2006 moeten we nog grote inspanningen leveren. De schuld die in 2006 vervalt, is 417 miljoen euro. Het positief vorderingssaldo is nodig om de schuld die op vervaldatum komt, te financieren. Vanaf 2007 ontstaat er een delta tussen het vorderingssaldo en de schuld die op vervaldatum komt. Er is een fundamenteel debat nodig over de manier waarop men dat geld gaat aanwenden. Ik sluit me aan bij het standpunt om het geld te gebruiken om tegemoet te komen aan maatschappelijke noden en voor het reserveren van financiële middelen. Het is onvergeeflijk om in deze regeerperiode geen budgettaire discipline aan de dag te leggen die ertoe leidt dat de Vlaamse begroting niet ineenstort in de periode 2010-2020. Zolang ik in de Vlaamse Regering zit, zullen we daarover waken. (Applaus bij Cd&V en VLD)
We moeten ervoor zorgen dat het Zorgfonds voldoende gespekt wordt in de toekomst. Het is goed om disciplinair te werk te gaan zodat er in de periode 2010-2015 voldoende middelen zijn. Gezien in het regeerakkoord staat dat de bijdragen worden geplafonneerd, heb ik de bedenking gemaakt dat er een dergelijke discrepantie is tussen de opbrengsten van de bijdragen en de algemene middelen, dat men vragen kan stellen over de zinvolheid van de bijdragen. Het belangrijkste is dat men in een structurele financiering voorziet voor de zorgverzekering op langere termijn.
Fiscaliteit is de basis voor het verwerven van middelen. Van alle middelen waarover we beschikken, verwerven we slechts 17 procent uit eigen fiscale instrumenten. Dat is ontzettend weinig. Ik ben teleurgesteld dat in de beleidsnota geen sprake is van manieren om de fiscale autonomie te vergroten. Fiscale autonomie is nodig omdat dit de fiscal compliance kan versterken en het een instrument is om beleid te voeren, te ondersteunen en te sturen.
Als men de huidige inzet van fiscale instrumenten bekijkt, is het terugdringen van de registratierechten belangrijk geweest omdat we mede daardoor zorgen dat de juiste mensen in de juiste woningen wonen. Verder is het spijtig dat we nog zo weinig bevoegdheden hebben over het kadastraal inkomen. Het verschil tussen wonen in de stad en het buitengebied wordt onvoldoende vertaald in het kadastraal inkomen. We moeten op termijn nadenken hoe we greep kunnen krijgen op het KI om op die manier de onroerende vergoeding te kunnen gebruiken om het beleid te sturen. Wat betreft de verkeersbelasting ben ik tevreden met de uitspraak van minister Peeters dat het wegenvignet groen zal zijn.
Verder is het goed dat we zorgen voor een verlaging op lage inkomens uit arbeid. We moeten alles in het werk stellen om mensen aan te moedigen te werken. Hoe sneller de lastenverlaging kan worden ingevoerd, hoe beter. Ik blijf echter zoeken naar de reden waarom het nodig is om in 2009 een belastingverlaging van 200 euro toe te kennen op de hogere inkomens. Dat beïnvloedt op geen enkele manier de werkzaamheidsgraad.
De Vlaamse Regering heeft op 21 januari een voorontwerp van decreet goedgekeurd. We moeten van de fobie af dat men alleen de werkzaamheidsgraad moet stimuleren voor de lagere inkomens. Als men werkt met een belastingverlaging in centen, speelt die maximaal voor de lagere inkomens. Daar kan men de werkloosheidsval het meest beïnvloeden. We moeten proberen een mentale shift te maken. Vlamingen zijn zwaar belast. We moeten een deel van de middelen inzetten om de modale en betere verdieners te stimuleren om te blijven werken via een algemene lastenverlaging.
Vanwege de werkloosheidsval is het belangrijk om in te grijpen op de lage arbeidsinkomens. Ik ben het ermee eens dat we moeten nadenken over de fiscale druk op arbeid. Op federaal niveau zijn er mogelijkheden. Het effect van de 200 euro die we hier invoeren, is minimaal, maar de kostprijs voor Vlaanderen maximaal.
U spreekt uzelf tegen. U stelde dat Vlaanderen slechts 17 procent van de middelen uit eigen fiscaliteit haalt. Anderzijds heeft Vlaanderen sinds de Lambermontakkoorden de mogelijkheid om door systemen van op- en afcentiemen fiscaal te gaan sturen.
Er zijn regeringsonderhandelingen gevoerd. Onze fractie bedankt ervoor om de volgende drie jaar te discussiëren over wat er in het regeerakkoord staat. Als u namens uw fractie zegt dat het doortrekken van de lastenverlaging naar 2009 zinloos is, gaat u recht tegen het regeerakkoord in.
De belastingverlaging was een vergelijk tussen de verschillende partijen, die elk hun eigen prioriteiten hadden.
CD&V heeft geen zin in jaren discussie over dingen die vastliggen. U kunt niet uit twee ruiven eten door aan de ene kant oppositie te komen voeren en aan de andere kant in de regering mee te draaien (Applaus bij VB, CD&V en N-VA)
Ik begrijp de irritatie van de heer Van Rompuy niet. Ik zei dat ik een koele minnaar ben, maar dat een regeerakkoord een onderhandeld akkoord is, en dat wij ons er dus zullen aan houden.
Nu beslissen om in 2009 een veralgemeende lastenverlaging door te voeren lijkt mij onvoorzichtig: er moeten ook andere dingen gerealiseerd worden. Zoiets vergt een meerjarenbegroting.
In het regeerakkoord staat ook gratis leerlingenvervoer. Nochtans weet iedereen dat dat onbetaalbaar is. We zullen daar op een creatieve manier iets proberen aan te doen. Met de lastenverlaging hebben we een andere situatie: er werd gestipuleerd dat er voor het einde van het jaar een decreet zou zijn om ze door te voeren. Ook wij hebben onze bedenkingen, maar we zijn in de boot gestapt en we varen mee. (Applaus bij CD&V).
Het verheugt me dat de heer Van Rompuy de grote verdediger is van het regeerakkoord. De discussie over de lastenverlaging werd gevoerd in het kader van de zorgverzekering. De verbintenis van onze fractie is duidelijk: de zorgverzekering moet er komen. De regering ging ermee akkoord een meerjarenbegroting met een groeipad voor de lastenverlaging voor te leggen.
Uw partijvoorzitter heeft hier vorige week gepleit om de bijdrage voor de zorgverzekering af te schaffen. Ook dat staat nergens in het regeerakkoord.
Een bijdrage uit de algemene middelen is per definitie inkomensgerelateerd. Ik weet perfect wat in het regeerakkoord staat. Wij gaan dit regeerakkoord mee uitvoeren, maar wij wachten op het voorleggen van een meerjarenbegroting.
Ik hoop dat in de meerjarenbegroting rekening zal gehouden worden met de hoge kost van de lastenverlaging. Die zal immers 500 miljoen euro kosten.
We moeten de juiste cijfers hanteren: de zaak zal in 2009 maximaal 400 miljoen euro kosten.
De heer Sannen had het daarnet over fiscal compliance. In dit land kennen we een progressieve personenbelasting. Door een lastenverlaging toe te kennen in centen in plaats van in procenten krijgt men inderdaad een fiscal compliance: iedereen doet mee aan het systeem, maar de verlaging is niet inkomensgerelateerd.
Dat we het over een forfaitaire verlaging hebben is een pluspunt. Maar het is nodig dat we zicht krijgen op een meerjarenbegroting die meer is dan een technische begroting. De politieke keuzes moeten duidelijk zijn. Eens we een totaal plaatje hebben waarin alle afspraken van het regeerakkoord zijn opgenomen, kunnen we een sereen debat voeren over de betaalbaarheid. Ik verwacht van de minister dat hij over voldoende cijfers beschikt om te kunnen garanderen dat alle uitdagingen kunnen gerealiseerd worden, ondanks de algemene lastenverlaging van 2009.
De grote contouren van de meerjarenbegroting liggen vast. Alle grote pakketten zijn erin verrekend. Het gaat dus niet om of/of, maar om en/en.
Zolang het en/en blijft kunnen we het integrale regeerakkoord ondersteunen.
In deze beleidsnota is er over een belangrijk hoofdstuk onenigheid tussen de meerderheid. Het gaat om een vierde van de beleidsruimte.
Beleid voeren is keuzes maken. Met de lastenverlaging maakte de minister een keuze met zware budgettaire gevolgen. De maatregel heeft positieve kanten: de lastenverlaging is forfaitair, en in het begin gaat het om een selectieve werkgelegenheidsmaatregel. Anderzijds kost hij zo veel dat hij een reeks gevolgen heeft voor het beleid dat nog kan gevoerd worden. Uiteraard is het leuk een lastenverlaging te kunnen aankondigen, maar de zaak legt politiek en maatschappelijk ook beperkingen op: door voor deze lastenverlaging te kiezen kunnen een boel andere nodige zaken niet gerealiseerd worden.
Tenzij men de wondermiddelen PPS, VPM en PMV aanwendt. Publiek-private samenwerking moet een hele reeks problemen oplossen; door het verminderen van het aandeel van VPM in GIMV zal er een bedrag vrijkomen; PMV zal geld krijgen door het ten gelde maken van het textiel- en staalfonds. De minister-president denkt aan een bedrag van 150 miljoen euro, waarvan de helft zal gaan naar economische investeringen en de andere helft naar zorg en onderwijs.
De voorafname op de valorisaties, niet de opbrengst bedraagt 150 miljoen euro. De middelen die geparkeerd worden in PMV moeten dienen om per euro twee of drie euro los te maken. Dat is de alternatieve financiering voor de maatschappelijke en economische behoeften.
Het bedrag zal hoe dan ook te klein zijn om alle maatschappelijke behoeften te dekken. Daarom is het niet verantwoord om de 400 miljoen euro te besteden aan lastenverlagingen.
De voorafname op de valorisatie van de aandelen zal niet volstaan om de behoeften, onder meer de wachtlijsten, te lenigen.
Dat verschilt met de uitspraken van vorige week. In het Nieuwsblad stond dat de wachtlijsten zouden opgelost worden met de 75 miljoen euro.
De berichten in het Nieuwsblad en het Volk van zaterdag stroken met de uitspraken bij de regeringsonderhandelingen en bij de bespreking van het regeerakkoord. Ik benadruk dat publiek-private samenwerking geen wondermiddel is. De recyclage van de valorisatie van een aantal aandeelhouderschappen zal niet volstaan om alle wachtlijsten weg te werken.
Dan is het niet goed om te kiezen voor lastenverlaging. Dat geld kan beter elders geïnvesteerd worden. (Applaus bij Groen!)
Inzake het respecteren van de HRF-norm is er een groot verschil tussen Walen en Vlamingen. Vlaanderen leeft als enige de afspraken na. Dit jaar wordt onderhandeld over de nieuwe normen voor 2006-2011. In de regeerverklaring staat dat Vlaanderen principieel bereid is om de strengere normen te volgen, maar alleen op voorwaarde dat er een sluitend sanctiemechanisme komt voor entiteiten die niet aan hun verplichtingen voldoen. Dat staat ook in de beleidsnota, alleen is nu sprake van een correctiemechanisme. Hoe ver staat het met de onderhandelingen? Is het sanctiemechanisme al aanvaard? Wanneer zal de Vlaamse Regering haar dreigement om als er geen sanctiemechanisme komt de normverzwaring niet te aanvaarden, uitvoeren? Dan kan de 95,6 miljoen euro aangewend worden voor beleidskredieten.
Ik begrijp dat niet goed. De norm van de Hoge Raad voor Financiën werkt niet met beleidskredieten.
Wanneer zal de Vlaamse Regering beoordelen of aan de voorwaarden voldaan is en, als blijkt dat dat niet het geval is, de 95,6 miljoen euro aanwenden voor andere aspecten?
Dat kan, maar niet voor beleid, dat heeft er niets mee te maken.
Om de werkloosheidsval te bestrijden, wordt er een lineaire belastingverlaging in het vooruitzicht gesteld. Er zijn twee fases, de tweede begint vanaf 2009. Beloftes voor na de regeerperiode zijn van weinig waarde. Bovendien zal volgens de heer Sannen de belastingverlaging nooit gerealiseerd worden zolang sp·a in de regering zit.
Om voldoende controle mogelijk te maken moet er een meerjarenbegroting zijn. Zo kan vastgesteld worden dat alle verbintenissen uit het regeerakkoord ook in 2009 waargemaakt kunnen worden. Dat zijn mijn woorden.
Namens de sp·a heeft de heer Sannen gezegd dat de tweede fase van de belastingverlaging er voor hen niet zal komen. Die fase is trouwens niet geconcretiseerd.
In een eerste fase zouden 2 miljoen Vlamingen vanaf 2007 een korting krijgen van 125 euro. Die korting wordt onder meer teniet gedaan door de riooltaks, die minstens 50 euro per jaar zal kosten.
De riooltaksen van nu tot 2007 zullen de vermindering van 125 euro in dat jaar volledig opsouperen. De eerste fase is dus een dode mus. Dat blijkt nog sterker als men de Eliaheffing afweegt tegen de belastingverlaging. De eerste kost tot en met 2009 samen 788 miljoen euro, terwijl de tweede ongeveer 400 miljoen euro oplevert.
Vlaams Belang vindt die aanpak niet ernstig en geeft hem daarom geen vertrouwen. (Applaus bij VB)
De Vlaamse Regering gelooft dat de verstrengde HRF-norm intertemporele neutraliteit biedt. Daarom aanvaarden wij hem ook, maar tegelijk houden wij vast aan de voorwaarden van het sanctionerings- en het correctiemechanisme. Dat mag met niet onderschatten. Het garandeert immers dat de gewesten en de gemeenschappen dezelfde inspanningen doen aan hetzelfde tempo. Bijkomende inspanningen worden automatisch omgezet in bijkomende mogelijkheden voor nieuw beleid het volgende jaar. Wie te weinig inspanningen doet, krijgt het volgende jaar een verzwaring van de norm.
De motie van de meerderheid bevestigt de verbintenissen van budgettaire orthodoxie, verstrengde norm, schuldafbouw, aanpak van de impliciete schuld en toekomstnorm.
Het debat over de fiscaliteit is gevoerd. Ik verwijs naar dat over de vermindering van de registratierechten, dat destijds even fel was. De geschiedenis gaf mij inmiddels gelijk. Wij doen nu hetzelfde voor de lasten van de werkenden. Vergeet niet dat de bijzondere financieringswet ervoor zorgt dat de eigen fiscale capaciteit op dit vlak groeit van 10 procent over 40 procent tot uiteindelijk 100 procent. Dat wil zeggen dat Vlaanderen er alle belang bij heeft om de werkzaamheid te stimuleren, want zo neemt niet alleen de arbeid toe, maar vergroten ook de eigen belastinginkomsten.
Daar sta ik voor honderd procent achter. Het is maatschappelijk relevant om de werkloosheidsval te bestrijden, want dat zorgt niet alleen voor emancipatie maar ook voor een economisch en op de duur misschien ook fiscaal voordeel. Iets anders is de 200 euro vermindering voor hoge inkomens. Die zal hun consumptiegedrag niet beïnvloeden.
Ik maak de vergelijking met de schuldafbouw. Ook die vormt geen doel op zich, maar creëert wel recurrente beleidsruimte voor maatschappelijke doelen die u en mij na aan het hart liggen.
De maatregelen om de werkzaamheid te bevorderen hebben ook een principiële inspiratie. De federale fiscale aftrek is immers zeer gunstig voor niet-werkenden. Wij willen dat de tegemoetkoming voor werkenden even groot is.
De politieke afspraak over de meerjarenbegroting zal nageleefd worden. De regering geeft op dit moment de voorkeur aan een regeling van de vermindering bij de verrekening van de bedrijfsvoorheffing, maar mocht het nodig zijn kunnen wij ook terugvallen op een verrekening in het aanslagjaar.
Tot slot nog een opmerking over de transfers. Zij figureren niet in de nota omdat die zich noodzakelijk binnen het bestaande institutionele kader afspeelt. Wat Vlaams Belang beweert, zijn luchtkastelen. Wat niet wegneemt dat iedereen in Vlaanderen blijft streven naar een grotere fiscale autonomie.
De bespreking is gesloten.
Wij zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de met redenen omklede moties houden.