Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de beleidsnota Toerisme 2004-2009, ingediend door de heer Bourgeois, Vlaams minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme.
Volgens artikel 73, punt 5, eerste lid van het Reglement wordt de bespreking gehouden op basis van de met redenen omklede moties die tot besluit van de in commissie besproken beleidsnota zijn ingediend.
De bespreking is geopend.
(verslaggever)
Toerisme is een belangrijk beleidsdomein, dat voornamelijk door West-Vlaamse parlementsleden wordt gevolgd. Ik roep hierbij ook niet-west-Vlamingen op om er aandacht aan te schenken.
In zijn inleidende uiteenzetting is minister Bourgeois begonnen met enkele achtergrondbeschouwingen en overwegingen. Deze beleidsnota is het resultaat van strategische planning. Het is de bedoeling dat er vanuit het beleidsdomein Toerisme synergieën ontstaan met Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Ontwikkelingssamenwerking en Media. De minister maakt voorts een duidelijk onderscheid tussen toerisme en recreatie. In de omgevingsanalyse werd gewezen op internationale evoluties, de evolutie in Vlaanderen en het consumptiegedrag. Niet onbelangrijk is de werkgelegenheid binnen de toeristische sector. Vandaar het belang van brede maatschappelijke steun voor toerisme.
De beleidsnota valt uiteen in vier delen. De minister heeft het over effecten, strategische doelstellingen, kritische succesfactoren en 16 strategische projecten. Het beleid moet streven naar een maximaal rendement. Het maatschappelijk belang van toerisme is viervoudig: de toegevoegde economische waarde, werkgelegenheid, welzijn en duurzaamheid. Alle betrokkenen moeten nauw samenwerken. Er moet aandacht besteed worden aan buitenlandse toeristen in Vlaanderen en Vlaamse toeristen in het buitenland. Vlaanderen moet zijn toeristische troeven beter promoten.
Wat betreft de regelgeving moet er ruimte komen voor efficiënt toeristisch ondernemen.
Er waren tussenkomsten van de verschillende fracties.Vlaams Belang is voorstander van duurzaam en kwaliteitsvol toerisme. Het beleidsdomein Toerisme moet worden versterkt en er moeten inspanningen worden gedaan voor de promotie van Vlaanderen in het buitenland. Men is niet gekant tegen regelgeving. Toerisme heeft een sociale functie. De strategische projecten in de nota zijn te vaag omschreven. Er zijn duidelijke krijtlijnen nodig over de toegankelijkheid van het buitengebied. Inspraak met de verschillende sectoren is noodzakelijk. Vlaams Belang is het niet eens met de afschaffing van de technische comités in Toerisme Vlaanderen. Verder kan de communicatie tussen Toerisme Vlaanderen en de provincies beter worden uitgewerkt. Men doet een oproep om aandacht te hebben voor het opkomende Duitse fronttoerisme. Wat betreft de promotie van Vlaanderen in het buitenland, stelt men de vraag hoe de minister het opstarten van Vlaamse huizen in het buitenland binnen de regering zal verdedigen. Men heeft ook vragen over het kustactieplan. Een herziening van het decreet over logiesverstrekkende bedrijven is noodzakelijk. Men wil ook graag de actuele situatie kennen over de implementatie van specifieke labeling- en vergunningsprocedure met betrekking tot het plattelandstoerisme. Verder ijvert Vlaams Belang voor meer overleg en initiatieven omtrent het toeristische aspect van de zeevisserij. Investeren in het bouwkundig erfgoed aan de kust is eveneens belangrijk.
N-VA is positief over de coherente visie van de beleidsnota en vindt dat synergieën van belang zijn. Men betreurt dat de Europese ondersteuning dreigt te verminderen. De grondslagen van de benadering van de minister zijn belangrijk. Men pleit voor een meerwaardetoerisme en een correcte toeristische houding bij de autocarsector en de reisbureaus. Toerisme moet als een volwaardig beleidsdomein worden beschouwd. De kustregio's zijn belangrijk. Scholing verdient meer aandacht in de beleidsnota. Verder wordt het belang van e-toerisme onderstreept. Kwaliteitszorg komt te weinig aan bod in de nota.
Spirit is tevreden met de nadruk op het kwaliteitsbegrip in de nota. Die bevat een goede beschrijving van de omgevingsfactoren en de randvoorwaarden. De uitbouw van het Vlaamse toerisme in Brussel is een goede zaak. Men vindt dat de kust gekwetst is op het vlak van de natuur en de architectuur. Positief is dat het hoeve- en plattelandstoerisme aan bod komen. Verder moet de bereikbaarheid van de kust worden verbeterd.
CD&V vindt de beleidsnota positief, maar heeft vragen over de concrete invulling. Het economische belang van toerisme groeit, maar dat komt te weinig aan bod in de nota. Het is positief dat Toerisme naar de commissie Buitenland is overgeheveld. Men moet blijven investeren in Groot-Brittannië. De ontwikkeling van de zeevisserij op toeristisch vlak is belangrijk en Vlaanderen moet meer gepromoot worden in het buitenland. De link met de Europese Unie is te zwak uitgewerkt in de nota. Ook zijn meer inspanningen nodig om de fysieke toegankelijkheid van de toeristische infrastructuur te verbeteren. CD&V dringt aan op Toerisme voor Allen en de decretaal vastgelegde maatregelen moeten prioritair worden uitgevoerd. De participatie van kansarmen aan toerisme moet aan bod komen. Brussel is een toegangspoort om Vlaanderen te ontdekken. Op de luchthaven van Zaventem moet daarover meer informatie komen. Men is het ermee eens dat de kunststeden worden gepromoot, maar het kusttoerisme kan daaraan worden gelinkt. Programma's zoals Vlaanderen Vakantieland blijven belangrijk. Het is jammer dat in de nota niets staat over het toeristische belang van regionale luchthavens. Een betere aansluiting met de HST-treinen is belangrijk. Het kustfietsnetwerk moet worden uitgebouwd en het toerisme in de Kempen en Limburg moet worden ondersteund. Verder betreurt CD&V het dat er geen gids voor vakantiewoningen is. Over het toeristische vergunningenbeleid staat er niets in de nota. De technische en sectorcomités in Toerisme Vlaanderen blijven belangrijk. Het idee van de vrijetijdswinkels moet verder worden uitgewerkt.
Sp·a wil elk toeristisch initiatief ondersteunen en is voorstander van een topevenement per jaar. Positief is dat cultuurtoerisme in de lift zit. Men stemt in met de uitbouw van een netwerk van vrijetijdswinkels. Verder is men voorstander van een fietsplan. Men dient waakzaam te blijven voor duurzaam toerisme. Sp·a twijfelt aan de intenties van de minister inzake het kustactieplan. Er is een strikte houding nodig tegenover openluchtrecreatieve bedrijven en hoevetoerisme moet opnieuw worden aangezwengeld.
De VLD heeft een aantal kritische bemerkingen. Zo wordt toerisme niet in het regeerakkoord vermeld en wordt het begrip duurzaamheid niet gedefinieerd. De beleidsnota heeft te weinig aandacht voor het opentrekken van de markt, en toerisme als bedrijfstak. Er wordt weinig verwezen naar de samenwerking met andere beleidsdomeinen. In de strategische doelstellingen ontbreekt het aspect van het verhogen van de werkgelegenheid. Men is voorstander van e-toerisme.
De minister is verheugd over de kwaliteit van de besprekingen en hoopt op een constructieve dialoog met het parlement. Hij roept alle parlementsleden op om zich met toerisme bezig te houden. (Applaus)
Omdat de beleidsnota in de commissie uitvoerig behandeld werd en er een gedetailleerd verslag werd gebracht, wil ik Toerisme Vlaanderen hier even vanuit een ruimere visie benaderen.
Toerisme wordt al te vaak aanzien als het kneusje van de beleidsdomeinen, ook in deze nieuwe regeerperiode. Het veel te beperkte budget bewijst dit. Nochtans is dit een grove onderschatting. Met de toename van de vrije tijd en de verplaatsingsmogelijkheden kunnen het toerisme en zijn sociale en economische impact alleen maar groeien. Inspanningen voor het toerisme zijn tegelijkertijd ook inspanningen voor de tewerkstelling. De toeristische sector is de enige waarin het aantal banen erop vooruitging: het toerisme telt nu meer werknemers dan de chemische industrie of de ziekenhuizen. Bovendien stelt toerisme ook laaggeschoolden tewerk en is er geen gevaar voor delokalisatie. Het is hoog tijd dat het Vlaams parlement de toeristische sector eindelijk ernstig neemt.
Ik heb vastgesteld dat ministers hun beleidsnota als een soort geschenkendoos zien. Vlaams Belang gunt minister Bourgeois het voordeel van de twijfel, en zal oordelen aan de hand van concrete beleidsdaden.
Onze fractie is gematigd positief over de beleidsnota: uiteraard zijn ook wij voorstander van duurzaamheid en kwaliteit, vinden ook wij dat de Vlaamse kust een hoofdtroef moet blijven en steunen ook wij nieuwe projecten in het kader van het kustactieplan. Ook wij vinden dat de kunststeden sterker geprofileerd moeten blijven en ook wij zijn erover verheugd dat Vlaanderen als aparte bestemming gevaloriseerd wordt. En uiteraard vinden wij het schitterend dat minister Bourgeois het voortaan alleen nog zal hebben over de Vlaamse, en niet meer over de Belgische kust. Toch kwamen wij tijdens de bespreking tussen met kritische en pertinente vragen. Vlaams Belang zal het beleid van de minister kritisch maar opbouwend volgen.
Met onze met redenen omklede motie hebben wij enkele specifieke accenten willen leggen. Uit de besprekingen heb ik kunnen opmaken dat ook de meerderheidspartijen pleiten voor inspraak en overleg met de privé-sector en vragen onverwijld een kaderdecreet in te dienen, dat ook de meerderheidspartijen het plattelandstoerisme erkennen en er een marketingstrategie willen voor uitwerken, en dat ook de meerderheidspartijen ervoor pleiten het decreet Toerisme voor Allen op een kwalitatieve manier uit te werken. Daarom ben ik ervan overtuigd dat de meerderheidsfracties onze motie zullen goedkeuren, tenzij ze niet akkoord gaan met het vijfde punt van onze motie. Inderdaad lieten verschillende leden van de meerderheidspartijen blijken dat ze niet wakker liggen van de naamgeving Vlaamse kust. Daarmee gaan ze regelrecht in tegen de koers die minister Bourgeois wil varen en wordt een van zijn belangrijkste uitgangspunten onderuit gehaald. Ik hoop dat de N-VA haar eigen minister zal steunen en dit duidelijk zal laten blijken bij de stemming.
Het verschil tussen uw en onze visie is misschien dat wij "Vlaams" hier niet zien als een bevestiging van Vlaamse identiteit, maar als een zinvoller benadering, een soort meerwaarde. Wij spiegelen ons daarvoor aan voorbeelden in het buitenland, waar ook regionale identiteitselementen uitgespeld worden.
Wij hebben in de commissie Media ook een vraag gesteld over de naamgeving van de Vlaamse kust op de nationale zenders. Wij deden dat vanuit de benadering die u net schetste. Wij zitten op dat vlak dus op dezelfde golflengte, in tegenstelling tot CD&V en Sp·a.
Het beleidsplan Toerisme is vrij goed. We kunnen alleen maar hopen dat de actieplannen daadwerkelijk zullen gerealiseerd worden. Na de omvorming van Toerisme Vlaanderen tot een IVA is het goed dat de banden met de privé-sector nu weer worden aangehaald; we hopen dat de werkgroepen mee zullen doen dan alleen maar praten. De promotie van de kunststeden is positief, maar gezien de kleine afstanden zou die meer gekoppeld moeten worden aan de attractiviteit van de kuststeden. Het is niet duidelijk welke positionering de minister inneemt ten aanzien van het kustbeleid.
Er wordt terecht aandacht besteed aan de promotie van Vlaamse vakantiebestemmingen in het buitenland. Daarom is het jammer dat er niets terug te vinden is over de regionale luchthavens, in het bijzonder over de luchthaven Brugge-Oostende.
De link met de EU had beter gekund: er moet met Europese lobbyisten samengewerkt worden om extra toeristen te lokken.
De beleidsnota zegt weinig over het vergunningenbeleid; wel is sprake van een kaderdecreet voor logiesvormen en een herclassificering. De hotels en de campings werden pas doorgelicht; de sector zal dus zeker niet blij zijn met nieuwe erkenningsvoorwaarden. Wij zijn voorstander van een kwaliteitscontrole, zodat kleine hotels ook een kans krijgen.
In de nota wordt het toerisme socialer gemaakt: het is de bedoeling dat iedereen in Vlaanderen met vakantie kan. Hoe dat gerealiseerd zal worden is maar zeer de vraag.
De minister krijgt de volledige steun van CD&V.
Toerisme heeft betrekking op en wordt beïnvloed door alle beleidssectoren. Een volwaardig toerismebeleid is maar mogelijk als alle departementen rekening houden met toerisme en als er overlegd wordt met alle, ook de federale ministers. Bovendien moet samengewerkt worden met alle toeristische actoren uit de publieke en private sector. Dat stelt de beleidsnota trouwens ook voor. De VLD vraagt aandacht voor publiek-private samenwerking.
De beleidsnota bouwt voort op het beleid van de vorige regeerperiode. Het blijft de taak van de overheid om de voorwaarden te scheppen om duurzaam en kwaliteitsvol toerisme mogelijk te maken. De tijd is trouwens rijp voor de implementatie van de strategieën voor duurzaam toerisme.
De VLD pleit voor verregaande administratieve vereenvoudiging en voor een optimalisering van het handhavingsbeleid. De taken en bevoegdheden moeten ook verduidelijkt worden, een systeem van administratieve sancties moet uitgewerkt worden.
Kwaliteit is de rode draad in de beleidsnota. We vragen de minister dan ook om initiatieven te nemen voor de promotie van Vlaanderen als kwaliteitsbestemming en de acties in het buitenland daartoe op elkaar af te stemmen.
Het derde Kustactieplan continueert de investeringen tot 2009. Bij de selectie van de projecten is objectiviteit en transparantie essentieel. Voorheen was er immers ruimte voor subjectiviteit.
Het is belangrijk dat Toerisme Vlaanderen zich voort efficiënt ontwikkelt zodat het erkend wordt als referentieorganisatie voor het toerisme in Vlaanderen. Daartoe moeten de aandachtspunten uit de beleidsnota uitgevoerd worden.
Ook het e-toerisme en in het bijzonder het gebruik van on line-toepassingen bij de ontsluiting van onze toeristisch producten, dienen voldoende aandacht te krijgen. Tot slot is de specifieke aanpak nodig om onze hoofdstad te gebruiken ter promotie van het Vlaamse toerisme. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit, en N-VA)
Toerisme is belangrijk en omvat vele aspecten. Het draagt bij tot de internationale uitstraling van Vlaanderen. Het is een arbeidsintensieve industrie met een belangrijke economische impact.
De brede uitgangshoek en de nadruk op kwaliteit van de beleidsnota charmeren de sp·a. We pleiten voor jaarlijks minstens één topevenement. Kwaliteitsvolle cultuurtoeristische projecten met een lage drempel kunnen het imago van Vlaanderen versterken en veel bezoekers lokken.
Een ander goed initiatief, namelijk een vrijetijdsloket voor bewoners en bezoekers genaamd In&Uit vraagt van bij de start een goede samenwerking met de andere ministers en de lokale besturen. Het Fietsplan Vlaanderen moet ervoor zorgen dat Vlaanderen zich voort ontwikkelt als fietsregio. Daarbij moet ons wielererfgoed een prominente plaats krijgen.
De sector heeft last van regelneverij. De voorstellen van de minister bieden de gelegenheid om de regelgeving eens grondig onder de loep te nemen. Alles wat bijdraagt tot een grotere gastvrijheid en het verhogen van de fysieke en sociale toegankelijkheid zijn pluspunten, evenals de aandacht voor het plattelandsbeleid, het hoevetoerisme en Brussel.
Duurzaam toerisme vergt echter waakzaamheid, onder meer het goede gebruik van de open ruimte is een belangrijke uitdaging. Sp·a zal de nieuwe teruggeschroefde opties van het kustactieplan kritisch bekijken. Mijn partij wil een strikte houding tegenover openluchtrecreatieve bedrijven en heeft geen mededogen met de wantoestanden van de illegale campings. Mijn fractie pleit voor betere criteria voor de subsidiëring van productontwikkeling en voor meer inspanningen voor Toerisme voor Allen.
De beleidsnota is te terughoudend als het gaat over de gekwetste architecturale en ecologische waarde van onze kust. Het toerisme lijdt ook onder gebrekkige verbindingen, onder meer het verdwijnen van de ferryverbindingen en de slechte aansluiting van de HST-treinen op de Vlaamse toeristische centra. Goed openbaar vervoer komt de toeristen maar ook de Vlamingen ten goede.
De vorige minister heeft toerisme op de beleidskaart gezet. De heer Landuyt leverde een indrukwekkend document af. Dat van de huidige minister is even ambitieus, maar realistischer, alleen al om financiële redenen. Vlaanderen moet zich inschrijven in de verschuiving in de internationale kwaliteitsbenadering - LLL in de plaats van SSS, al wil ik daar nog de band tussen toerismebeleving en internationale solidariteit aan toevoegen.
Toerisme is een mengeling van cultuur en economie. Alleen al uit economische motieven zou men moeten vasthouden aan de consequente benaming Vlaamse Kust, want dat is een kwaliteitsmerk. Ik vrees echter dat het dossier te symbolisch geladen wordt.
Toerisme moet verbonden worden met Natuur. Van de 12 bezoekerscentra zijn er 2 aan de kust gelegen. Ik dring aan op nauwere samenwerking met Leefmilieu, niet alleen met het oog op die toegankelijkheid van natuurgebieden, maar ook voor natuur en educatie en voor natuurgebonden recreatie. Bij dat laatste is ook aandacht voor water nodig als toegang en verbinding.
Daarnaast is de verbinding met Erfgoed van belang. In het concrete dossier van Flanders' Fields en het doortrekken van de A19 moet de minister uit principiële en toeristische motieven het erfgoed verdedigen. Zachte infrastructuur is wenselijk.
Het is belangrijk dat de strategische visie waar ik van uitga door het hele parlement wordt onderschreven. Ik stel vast dat er een consensus bestaat met accentverschillen per fractie.
Het groeiende economische belang van toerisme vereist samenwerking op regeringsvlak. Het gaat bij uitstek om een transversale bevoegdheid. Ikzelf zal synergie zoeken binnen mijn bevoegdheden maar ook samenwerken met de andere ministers. Het gaat daarbij niet alleen om de Vlaamse Kust, maar ook omze andere twee macroproducten: de kunststeden, die een succesformule zijn in het buitenland, en de regio's, die vooral binnenlandse toeristen en grensbewoners aantrekken.
Ik heb alle verdere suggesties genoteerd.
De bespreking is gesloten.
Wij zullen om 16 uur de hoofdelijke stemmingen over de met redenen omklede moties houden.