Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gevolgen van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang tot 12 jaar in scholen
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Helsen en van mevrouw Roex tot de heer Frank Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de gevolgen van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang tot 12 jaar in scholen.
De federale overheid besliste de leeftijdsgrens voor fiscale aftrekbaarheid van kinderopvang op te trekken van 3 naar 12 jaar. De Vlaamse scholen zijn nu ongerust, want vele van hen richten zelf voor- en naschoolse opvang in. Daar moeten ze creatief voor zijn, want bepaald veel middelen krijgen ze niet. Zij vragen zich nu af of de beslissing ook geldt voor de middagpauze, wat de financiële consequenties zullen zijn en hoe groot de administratieve last wordt van de fiscale attesten die zijn zullen moeten afleveren.
Erkent de minister deze bekommernissen? Hoe reageert hij?
Voor ons primeert betaalbare, kwaliteitsvolle en laagdrempelige opvang. De schooldirecteuren zijn thans bang dat de nieuwe maatregel ingrepen tot gevolg zal hebben die dat onmogelijk zal maken. Wat gaat Kind&Gezin doen? Komt er overleg met de scholen? Gaan het controle organiseren? Hoe wil de minister betaalbaarheid, kwaliteit en laagdrempeligheid blijven garanderen?
Fiscale attesten zijn voor de scholen niet nieuw. Vele leveren ze nu al af voor kinderen tot 3 jaar. Voor die opvang worden ze soms gesubsidieerd door Kind&Gezin en in elk geval ondersteund. Het is ook niet juist dat de - uitstekende - federale maatregel meer registratie vraagt, wel preciezere registratie. Wij willen ons niet bemoeien met de organisatie van die na- en voorschoolse opvang omdat wij de zelfstandigheid van de scholen respecteren. Zij werden overigens al in november vorig jaar via schooldirect op de hoogte gesteld van de verwachte maatregel. Het is nu wachten op de instructies van de federale overheidsdienst Financiën over de registratie en de invulling van de attesten. In dat verband signaleer ik de bereidheid van Kind&Gezin om zijn expertise terzake aan Onderwijs over te maken.
Ook Welzijn drong reeds bij minister Reynders aan op duidelijkheid. Hij beloofde een werkgroep voor eind januari.
Ik vraag aandacht voor de volgende bezorgdheid. Het al dan niet aanbieden van voor- en naschoolse opvang mag geen doorslaggevende invloed hebben op de schoolkeuze.
Is de vrees van de schooldirecties dat er een ingreep in de organisatie van de opvang komt, terecht?
Kind&Gezin heeft alleen zijn expertise ter beschikking gesteld. Het gaat niet om de overname van de organisatie. Ik acht het ook niet wenselijk dat alle opvang van kinderen in scholen onder Kind&Gezin zou gaan ressorteren.
Het incident is gesloten.