Verslag plenaire vergadering
Verslag
Middelen voor schoolinfrastructuur
Hoofdelijke stemming
De voorzitter: Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van de heer De Meyer, mevrouw Van Kerrebroeck en de heren Martens, Van Baelen, Van Dijck en Sannen tot besluit van de op 9 november 2004 door de heer De Meyer in commissie gehouden interpellatie tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de middelen voor schoolinfrastructuur.
Wij hebben een amendement ingediend, maar dat is niet uitgedeeld.
In haar motie vraagt de meerderheid aan de Vlaamse regering om tegen de budgetcontrole 2005 realistische verwachtingen te formuleren over nieuwe financieringsmogelijkheden. Ik dacht dat het parlement de regering geen verwachtingen, maar beleidsvoorstellen vraagt. Het adjectief realistisch impliceert dat de regering veel onrealistische zaken voorstelt. Mijn amendement vervangt verwachtingen door beleidsvoorstellen.
Met deze motie houden we het gebrek aan middelen voor schoolinfrastructuur op de politieke agenda. Ik heb geen bezwaren tegen de tekstverbetering voorgesteld door de heer Tavernier. (Opmerking van de heer Tavernier)
Ik wil het amendement zien voor ik mij erover uitspreek. Wij vragen de Vlaamse regering hoe PPS gebruikt kan worden om de schoolinfrastructuur te verbeteren.
Deze motie verwacht voorstellen van de Vlaamse regering. Ik dacht dat er in de commissie een consensus bestaat om een werkgroep op te richten die dit dossier van nabij volgt. Dat is de context waarin we het amendement zullen beoordelen.
De Participatiemaatschappij Vlaanderen heeft de mogelijkheden van alternatieve financiering inzake schoolinfrastructuur onderzocht. Ik heb in de commissie al beloofd om in de loop van januari de conclusies die de regering daaruit trekt, mee te delen in het parlement. Allicht zullen er nog geen pasklare voorstellen zijn maar de bakens zullen duidelijk zijn. We moeten echter realistische verwachtingen koesteren. Er zijn geen mirakeloplossingen.
- Het amendement wordt niet aangenomen.
- De met redenen omklede motie wordt met 108 stemmen bij 6 onthoudingen aangenomen.