Verslag plenaire vergadering
Verslag
Heropening van de IJzeren Rijn
De voorzitter: Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Wever tot de heer Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, over de Nederlandse beslissing inzake de heropening van de IJzeren Rijn en de voorwaarden die daaraan worden gekoppeld.
Door de stijging van het vrachtverkeer, onder meer vanuit het Ruhrgebied naar de kanaaltunnel en vanuit de Antwerpse haven stijgt de behoefte aan andere vervoersmodi, die het milieu minder belasten en geen congestie veroorzaken. Inzake de binnenvaart zijn er mooie vorderingen maar het vervoer van goederen door de NMBS daalt. De IJzeren Rijn zou hieraan kunnen verhelpen, zeker als de spoorlijn aangesloten wordt op de haven van Antwerpen en doorgetrokken wordt via De Panne tot aan de kanaaltunnel. Dat tracé bestaat al maar wordt weinig gebruikt.
Het opnieuw in gebruik nemen van de IJzeren Rijn botst op zwaar verzet in Nederland, maar er is ook een gebrek aan inzet van onze ministers, zeker de Franstaligen. In 2003 is er een verdrag gesloten die de ingebruikname van dat tracé aan arbitrage onderwerpt.
De ratificatie in Nederland verloopt moeizaam. Zowel in de commissie als in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer werden alle mogelijke bezwaren, ook die die ondertussen al lang ontkracht zijn, terug opgeworpen. De debatten waren hevig en vaak ook anti-Belgisch. De VVD pleitte zelfs voor een koppeling aan de uitdieping van de Westerschelde. In de wandelgangen waren de uitlatingen nog merkwaardiger : de Parti Socialiste zou de Monchau-route prefereren en blij zijn met het uitstel. Minister Peijs heeft gezegd dat minister Vande Lanotte het resultaat van de arbitrage al kent en dat de kosten te hoog zijn.
Ondertussen is het verdrag geratificeerd in de Tweede Kamer. Het moet nog naar de Eerste Kamer. Bij de stemming is er echter een motie goedgekeurd. Daarin wordt de aanleg van de IJzeren Rijn afhankelijk gemaakt van talloze werken. De kostprijs daarvan is dermate hoog dat de IJzeren Rijn nooit rendabel kan zijn en er dus niet komt. Hoe zal de Vlaamse overheid daarop reageren? Is de motie niet strijdig met het verdrag?
De realisatie van de IJzeren Rijn is belangrijk voor Vlaanderen. Na een aantal maanden talmen is het arbitrageverdrag goedgekeurd door de Tweede Kamer en ik verwacht geen problemen in de Eerste Kamer. Ik ken de uitspraak van het Arbitragehof, die nog moet bekendgemaakt worden, niet. Ik kijk trouwens uit naar de uitslag.
De uitspraak van de arbitrage staat juridisch hoger dan een motie van de Nederlandse Tweede Kamer. De motie is een intern Nederlandse aangelegenheid, waar Vlaanderen en België voorlopig geen rekening mee hoeven te houden.
Ik zal binnenkort overleggen met minister Peijs over alle gemeenschappelijke dossiers. Ik zal haar erop wijzen dat er wel vooruitgang moet geboekt worden in al die dossiers, maar dat een koppeling niet wijs noch afgesproken is.
Het incident is gesloten.