Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de vraag van de heer Van Dijck tot de heer Anciaux, Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, over de eventuele verkoop van belangrijke kunstwerken door het Antwerpse OCMW en de bescherming van het erfgoed toevertrouwd aan lokale besturen.
Vlaanderen is fier op de kunstwerken die hier zijn gemaakt. Veel van die kunstschatten zijn evenwel alleen in het buitenland te bewonderen. Daar zijn verschillende redenen voor. Ik stel vast dat heel wat publieke organen voorstellen om hun kunstwerken te verkopen als ze financiële problemen of te grote kosten hebben. Zo stelde de voorzitster van het Antwerpse OCMW onlangs voor om de kunstwerken, onder meer schilderen van Rubens, Van Dyck en Jordaens, van de hand te doen. Ook in 1989 dreigde de stad Luik ermee om een schilderij van Picasso, de enige Picasso in publiek bezit in België, van de hand te doen. Daar is heel wat protest tegen geweest. Uiteindelijk is het schilderij niet verkocht en het is nu het pareltje van het museum.
Het gaat om erfgoed dat niet verhandelbaar is. Het Vlaamse Topstukkenfonds moet ervoor zorgen dat Vlaamse kunstwerken in België blijven, maar volgens mij dient het fonds niet voor kunstwerken van publieke organen. Op welke manier gaat u optreden? Gaat u initiatieven nemen om de verkoop van Vlaamse kunstwerken in de toekomst onmogelijk te maken?
Het is inderdaad onverantwoord dat men op een dergelijke manier met het kunstpatrimonium omspringt. Het gaat om publiek patrimonium en dat kan niet door een beleidsbeslissing van de hand worden gedaan. Ik denk trouwens niet dat het Antwerpse OCMW van plan is om zijn kunstwerken te verkopen.
Het Topstukkenfonds maakt deel uit van het Topstukkendecreet. Dat bevat een beschermingsprocedure. Zo kan een lijst worden opgesteld waardoor kan worden voorkomen dat Vlaamse kunstwerken naar het buitenland verdwijnen. Als de publieke overheid kunstschatten verkoopt, dan gaan die over van de publieke naar de private sector. Het publieke eigendomsrecht kan niet worden vervreemd. Het gaat dus om een ongeoorloofde beslissing en die kan door de voogdijoverheid worden vernietigd.
Verder is het mogelijk om tot onteigening over te gaan, maar dan moet men wel over de nodige fondsen beschikken om de hoge prijzen te betalen. Dat zal niet het geval zijn. Ik ben bereid om verder te onderzoeken op welke manier kan worden voorkomen dat er Vlaamse kunstwerken in het buitenland terechtkomen.
Er moeten initiatieven worden genomen om ervoor te zorgen dat de belangrijkste werken op de lijst terechtkomen en er moet worden nagegaan hoe er voldoende bescherming kan worden geboden. Ik kom nog op deze zaak terug.
Het incident is gesloten.