Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer De Wever tot de heer Vandenbroucke, vice-minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, over de gevolgen van het arrest van het Arbitragehof betreffende het decreet houdende de algemeen bindend verklaring van akkoorden tussen werknemers- en werkgeversorganisaties in gemeenschaps- en gewestaangelegenheden.
Na klachten van de Franse gemeenschapsregering als de Waalse gewestregering, maar ook van de federale regering, vernietigde het Arbitragehof op 15 september het decreet van november 2002 over het algemeen bindend verklaring van akkoorden tussen werknemers- en werkgeversorganisaties in gemeenschaps- en gewestaangelegenheden. Volgens het Arbitragehof kunnen er geen verschillende juridische stelsels voor CAO's gelden, ook niet voor specifieke bevoegdheidsdomeinen.
Welke verdere stappen plant de minister? Zal hij gebruik maken van de omslachtige werkwijze en alle afspraken bij decreet in te voeren? Zal de Vlaamse Regering dit probleem ter sprake brengen op het communautaire forum?
De uitspraak van het Arbitragehof herstelt gewoon de situatie van voor de goedkeuring van het decreet. Georganiseerd sociaal overleg in Vlaanderen blijft mogelijk en resultaten van overleg kunnen nog altijd omgezet worden in decreten. Zelfs als een algemeen bindende CAO bepaalde van onze bevoegdheden regelt, kunnen we daarover, eventueel afwijkende, decreten uitvaardigen.
Voornoemde werkwijze is echter omslachtig. De Vlaamse Regering zal overleggen over het arrest en dan beslissingen nemen. Het blijft nodig om op een efficiënte wijze resultaten van sociaal overleg te bekrachtigen.
Ik zal dit onderwerp in de commissie voort uitdiepen.
Het incident is gesloten.