Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Duppen tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de sanering van vervuilde industriegronden in de Noordoosterkempen.
Ik wil de minister danken voor de snelheid waarmee zij alsnog het vereiste bodemattest voor Verlipack heeft geregeld, al heeft het niet mogen baten : de Franse overnemer Saverglas zocht slechts een stok om de hond te slaan, zo bleek. Ook minister Landuyt verdient dank voor zijn inzet voor de werkgelegenheid in de getroffen regio.
Samen met het betrokken terrein, is dat van een oude asbestcementfabriek en ook nog eens 100 hectare van een 300 hectare groot terrein van een oude springstoffenfabriek zeer vervuild. Het betreffende industrieterrrein is nochtans zeer goed gelegen aan water-, spoor- en autowegeninfrastructuur. De eigenaars zijn evenwel nog niet tot sanering overgegaan, terwijl de werkgelegenheidsproble-men in Mol, Dessel, Balen en Lommel groot zijn. Zeer recent bleek nu dat het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) bereid is een aanzienlijk bedrag aan de betrokken regio toe te kennen in het kader van doelstelling 2 (versterking van de industriële infrastructuur). De kost voor de sanering wordt geraamd op 2 tot 4,5 miljard frank.
Is de minister bereid een beroep te doen op het EFRO-fonds om de eigenaars tot sanering over te halen? Zal het betrokken terrein verder geschikt gemaakt worden voor industriële exploitatie?
Het probleem van de bodemsanering was in het geval Verlipack snel opgelost. Het is gebleken dat dit slechts een drogreden was en dat de kandidaat-overnemer in feite niet meer geïnteresseerd was in het bedrijf, maar dat hij de verantwoordelijkheid daarvoor wilde doorschuiven naar de overheid. Iets soortgelijks kan zich ook in andere gevallen voordoen.
Het probleem van de bodemsanering bij PRB kan de overname niet in de weg staan. Voor 200 hectare is er geen probleem van saneringsplicht. Voor 100 hectare is dat wel het geval, en de potentiële overnemer is op de hoogte van de administratieve procedure. Als er dan toch nog een probleem is, dan kan nog altijd de procedure van artikel 48 van het bodemsaneringsdecreet worden gevolgd.
Samenvattend kunnen we zeggen dat de bodemsanering niet de reden is waarom er een tekort is aan industriële gronden in de regio. Zowel bij PRB als bij Balmat liggen de saneringskosten lager dan de venale waarde van de gronden. Vermits deze kosten kunnen afgetrokken worden van de overnamekosten is er op dat vlak dus geen probleem.
De EFRO-gelden behoren niet tot mijn bevoegdheid. Toch zal ik binnen de Vlaamse rege-ring verdedigen dat ze ten goede zouden komen van de bodemsanering in de streek. Daarvoor moet men zich echter wenden tot de heer Van Mechelen.
Het is waar dat de kandidaat-overnemers de zwarte piet willen doorspelen naar de overheid. De minister heeft hier een kans om terecht de zwarte piet opnieuw door te spelen naar de kandidaat-overnemers.
Het incident is gesloten.