Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Peeters tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media, over de stijging van de bouwgrondprijzen
In de periode 1998-1999 stegen de bouwgrondprijzen met ongeveer tien percent. De stijging is niet overal even groot : in de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant is ze opvallend sterker. Het is zeer belangrijk dat de bevoegdheden huisvesting en ruimtelijke ordening met elkaar worden verbonden. Huisvesting beschikt immers over een decretaal vastgelegd instrumentarium om de grondprijzen te beïnvloeden, zoals het voorkooprecht, de erfpachtregeling en het grond- en pandenbeleid. Die mogelijkheden zouden moeten gekoppeld worden aan het probleem van de inhouding van onbebouwde percelen om speculatieve redenen.
Ik erken het probleem. De stijging van de grondprijzen heeft aanzienlijke sociale gevolgen. Op het einde van deze week zal ik daarover uitvoerig van gedachten wisselen met de Administratie Ruimtelijke Ordening. Een deel van het verschijnsel ontsnapt ons, omdat het tot de markt behoort : wegens de aanhoudend lage rentevoeten, stijgt de vraag, waardoor de druk op de prijzen vergroot. Over het algemeen beschikt Vlaanderen over voldoende bouwgrondreserves tot 2007, al zijn die niet gelijk over alle regio's verdeeld. In sommige kan het aanbod tijdelijk te laag zijn. De Vlaamse regering heeft principieel een aanpassing van het decreet Ruimtelijke Ordening goedgekeurd, waarin de gemeentebesturen bijkomende instrumenten krijgen voor het voeren van een selectief grondbeleid. We wachten nog op de afbakening van de groot- en kleinstedelijke gebieden. Aalst is klaar en Mechelen komt eraan. Voorts verwachten wij ook veel van de gemeentelijke en provinciale ruimtelijke structuurplannen. Van de eerste zijn er echter nog maar 4 klaar. De afdeling Ruimtelijke Planning van de administratie wacht op hun goedkeuring voor het uitwerken van de broodnodige woonbehoeftestudies. Ik ga hen evenwel vragen al een anticiperend onderzoek in te stellen. Tot slot is het mijn vaste voornemen de minister van Huisvesting in het overleg te betrekken.
Slechts één element ontbrak in het antwoord : ik vestig daarom andermaal uw aandacht op de kwalijke effecten van speculatie. Onbebouwde percelen worden daarbij met opzet niet op de markt gebracht om de prijzen te doen stijgen.
Het incident is gesloten.