Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de vraag van de heer Timmermans tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de aanpassing van de reglementering van Vlarem II inzake de zuivering van stedelijk afvalwater.
Een aantal besluiten van de Vlaamse regering uit Vlarem II moeten worden aangepast om in overeenstemming te zijn met de Europese richtlijn inzake de zuivering van stedelijk afvalwater. Toch is er nog een ander prangend probleem. Twee jaar geleden werd minister Kelchtermans al geïnterpelleerd de verwerking van kalvergier door het waterzuiveringsinstallatie Noord-Antwerpen van Aquafin. Die beslissing werd voorgesteld als een overgangsmaatregel in afwachting dat mestverwerking mogelijk zou zijn. Sindsdien werd er echter niets ondernomen om die praktijk tegen te gaan. Integendeel, Aquafin heeft van de minister toestemming gekregen om die kalvermest verder te verwerken. Betekent die beslissing dat Aquafin de toelating krijgt om nog langer van de Europese norm over stedelijk afvalwater af te wijken. Wordt het niet dringend tijd dat Aquafin zich aanpast? En weet Europa dat Aquafin nog steeds van de richtlijn afwijkt en dat ook nog zal blijven doen?
We hebben Vlarem II gewijzigd om in overeenstemming te zijn met de Europese richtlijn. Toch moeten we nog een afwijking toestaan, omdat de modernisering van de oude RWZI's niet op een dag kan gebeuren. We voeren nu onderhandelingen met Aquafin om dit sneller uit te voeren.
De beslissing om kalvergier te laten verwerken in een RWZI werd reeds in 1992 genomen door de heer De Batselier in de periode toen hij minister van Leefmilieu was. Deze verwerking werd sedertdien steeds verdergezet Kalvergier kan echter niet verwerkt worden zoals andere mest. Vervoer over een lange afstand is in dit geval immers niet zo zinvol omdat het om een waterige massa gaat. Ik ben niet enthousiast over deze toestand, maar toch heb ik een jaar uitstel toegestaan. Deze sector staat al vrij ver met haar plannen voor mestverwerking, maar deze zijn nog niet operationeel. Deze sector zal als eerste uitgenodigd worden op de task force voor mestverwerking in februari. Het is de bedoeling dat de sector zelf zo snel mogelijk zou instaan voor de mestverwerking. De verwerking in een RWZI is dus een tijdelijke maatregel. Aquafin haalt wel voordeel uit de verwerking van deze mest, omdat deze RWZI ook teveel capaciteit heeft. Volgens mij is dit geen goede situatie. We moeten dit onderwerp dan ook opnieuw bespreken tijdens de discussie over het nieuwe beleid van Aquafin.
De problematiek van de mestverwerking en die van de RWZI's is ruimer dan wat ik in deze vraag aan de orde heb gesteld. Ik neem aan dat deze kwestie in de Commissie voor Leefmilieu kan besproken worden naar aanleiding van de interpellaties over Aquafin.
Het incident is gesloten.