Verslag plenaire vergadering
Verslag
Competitiviteit van de Vlaamse economie
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Eric Van Rompuy tot de heer Bart Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over de competitiviteit van de Vlaamse economie.
De pers publiceerde vandaag dat Vlaanderen op de World Competitive Index weggezakt is van de negentiende naar de vijfentwintigste plaats. In geen enkel hoofdgebied heeft Vlaanderen het er beter van afgebracht dan 4 jaar geleden. Qua doelgericht overheidsbeleid zakt België weg van de tweeëndertigste naar de vierenveertigste plaats. Op de internationale ranking vallen wij buiten de top 20. Zelfs voor e-government zakken we van de negende naar de elfde plaats.
In zijn septemberverklaring kondigde de minister-president aan dat de economie centraal zou staan, maar hij hield zich bezig met Olympische Spelen. Nu moeten we vaststellen dat de Vlaamse economie niet meer competitief is. De werkloosheid steeg, het aantal faillissementen lag nooit zo hoog, en de Carreer Confidence Index daalde in een jaar tijd van 57 procent naar 50 procent. Het laatste jaar werd een totaal verloren jaar.
Als argument wordt altijd aangehaald dat de crisis internationaal is. Toch speelde de deelstaat Bayern het klaar negen plaatsen te stijgen. Nochtans is daar een absolute meerderheid van christen-democraten aan de macht, terwijl hier beweerd wordt dat CD&V de economie allerminst ten goede zou komen.
De minister-president is vorig jaar goed gestart : hij maakte de indruk ernstig aan de economie en de budgettaire problemen te zullen gaan werken. Maar de cijfers tonen aan dat hij gefaald heeft.
De verkiezingen gaan niet over 2016; de kiezer zal een bilan opmaken van de laatste 4 jaar. Dit is een droevig einde van deze regeerperiode; wij zijn er als oppositie niet om verheugd.
De Vlaamse regering heeft gefaald. Toch blijft de minister-president zijn good-newsshow opvoeren. Ik wil hem hier de laatste kans geven om dit droeve bilan te verantwoorden.
In mijn septemberverklaring heb ik gezegd dat Europa en Vlaanderen voor een grote structurele uitdaging stonden.
We moeten de barometer ernstig bekijken. Er is een krachtig signaal : de Europese economie kan, in deze tijd van globalisering, niet op tegen de Aziatische. Vlaanderen is dus niet de enige die zakt op de Competitive Index.
We kenden verschillende jaren van internationale laagconjunctuur. Onze open economie, die geconcentreerd is op export, is daar extra gevoelig voor. Ook de sterke euro was in die zin een structurele handicap.
De Competitive Index omvat een aantal objectieve en subjectieve indicatoren. Het doel van competitiviteit is welvaart en economische groei. De economische groei is de beste graadmeter voor de gezondheid van de economie. Voor België wordt in 2004 een economische groei van 2 procent voorspeld. Voor onze buurlanden bedraagt die voorspelling slechts 1,5 procent, en voor Europa gemiddeld 1,7. Onze economische groei is dus hoger dan die van de ons omringende landen.
Onlangs konden we ook in De Standaard lezen dat het ondernemersvertrouwen nooit zo groot was.
En dan is er nog de World Knowledge Competitiveness Index (WKCI). Die rangschikt landen op het gebied van hun slaagkansen en hun competitiviteit met betrekking tot de kenniseconomie. Daar zit de groei en de toekomst voor Vlaanderen. Die barometer meet de tewerkstelling in een reeks kennissectoren, het aantal patenten per miljoen inwoners, het aantal managers, het aantal internetaansluitingen, de productiviteit, de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, de uitgaven voor onderwijs en de kwaliteit van de ICT-infrastructuur. Acht maanden na mijn septemberverklaring, waarin ik zei dat we ons moesten concentreren op de kenniseconomie, is dit het bewijs dat we geslaagd zijn in ons opzet. Op een jaar tijd klommen we niet minder dan 11 plaatsten omhoog op deze WKCI. Dit duidt op een structurele en fundamentele aanpak waarin de sprong naar de kenniseconomie gemaakt werd.
De volgende jaren moet het hoofdaccent op de economie blijven liggen. Onze ondernemersconferentie werd door werkgevers en werknemers geëvalueerd als een zeer verdienstelijke oefening op 62 maatregelen, waarvan verschillende reeds geïmplementeerd werden. Unizo, de werkgevers en de vakbonden menen dat dit de juiste weg is om onze economie structureel te versterken. We moeten verder investeren in het uitbouwen van onze infrastructuur en verder kiezen voor de uitbouw van de kenniseconomie.
Samenvattend kan ik zeggen dat de index die we vandaag te zien kregen, wijst op structurele problemen op Europees vlak, maar dat Vlaanderen erin geslaagd is het hart van de uitdaging aan te gaan door de sprong naar de kenniseconomie te maken.
De meerderheid is enthousiast over een stijging van de 101ste naar de 90ste plaats. Dat wijst wederom op haar zelfgenoegzaamheid. Telkens weer worden de problemen verdoezeld : er is geen economische crisis, het is een dipje. In vergelijking met andere regio's in Europa, die evenzeer gebukt gaan onder de economische crisis, zakken we verder weg.
Ook van de beloofde modelstaat komt niets in huis. We zakken weg van de tweeëndertigste naar de vierenveertigste plaats. Er is dus slecht bestuurd. Ik raad de minister-president aan om niet op zoek te gaan naar meer werk maar om ander werk te zoeken.
Ik betreur het dat de heer Van Rompuy een karikatuur maakt van mijn antwoord. Ik heb duidelijk gezegd dat er structurele problemen zijn. Als Vlaanderen echter op een jaar tijd in een lijst van honderden regio's 11 plaatsen wint, hebben we het niet slecht gedaan. Dat resultaat is rechtstreeks verbonden met de extra aandacht voor de kenniseconomie en de extra budgetten voor onderzoek en ontwikkeling. Vandaag is Vlaanderen een Europese topregio op dat vlak.
In tegenstelling tot voorheen is onze economie sterker dan Frankrijk, Nederland en Duitsland, en dat zorgt voor jobs. Daar heeft deze regering toe bijgedragen. Volgens het Dexia-rapport is de economische groei trouwens in de eerste plaats te danken aan de belastingverlaging.
Het incident is gesloten.