Verslag plenaire vergadering
Verslag
OCMW-rusthuis van Wingene
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Daelman tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over het OCMW-rusthuis van Wingene.
Als een OCMW en een gemeente beslist hebben om een rusthuis op te zetten, kunnen ze die verplichting niet eenzijdig afbouwen. De Raad van State is daar duidelijk in.
Ik besef zeer goed dat maatschappelijke evoluties kunnen leiden tot wijzigende situaties in OCMW's met rusthuizen. Dat betekent nog niet dat de gemeentelijke overheid eenzijdig veranderingen kan doorvoeren. Dit kan alleen als de wet gewijzigd wordt.
Ik betreur de wijze waarop aan rusthuisbewoners duidelijk wordt gemaakt dat hun rusthuis zal sluiten. Dat is een onaanvaardbare intimidatiepolitiek. De regeringscommissaris die ik naar Wingene heb gestuurd, heeft deze feiten vastgesteld.
Mevrouw Byttebier heeft een erkenning gegeven voor 54 bedden, onder meer een aantal RVT-bedden. Die beslissing behoort tot haar bevoegdheid en ligt binnen de wettelijkheid. Op dit ogenblik zijn er slechts een twaalftal bedden bezet. Aanvragen om in dat rusthuis te worden opgenomen, zijn wettelijk en moeten dus ingevuld worden, zelfs voor mensen die niet aan de gemeente gebonden zijn. Op dat vlak bestaat er een grote solidariteit tussen gemeenten om dergelijke problemen menselijk op te lossen. Die menselijkheid blijkt in Wingene te ontbreken. Een aantal mensen wordt er op een onaanvaardbare wijze gegijzeld. Dit is een algemene overtuiging die de partijgrenzen overschrijdt.
In de gemeente Wingene is dit uitgegroeid tot een personenconflict waarbij men geen gezichtsverlies wil leiden. Ik meen dat het beter is persoonlijk gezichtsverlies te leiden dan tekort te schieten inzake solidariteit en menselijkheid. Als men de regelgeving invult, kan er geen gezichtsverlies zijn.
Ik heb in deze zaak de volgende maatregelen genomen. Zoals gezegd heb ik een regeringscommissaris gestuurd en zijn de bedden wettelijk erkend. De sanctionering van een OCMW-voorzitter behoort tot de bevoegdheid van de bestendige deputatie en van de gouverneur. Er werd een dossier ingediend. De federale minister van Binnenlandse Zaken is nog altijd bevoegd voor de sanctionering van de burgemeester. Ik zal hem deze week een brief sturen om hem op de feiten te wijzen zodat hij zijn verantwoordelijkheid kan opnemen tegenover een onwettelijk optreden van de burgemeester.
De minister doet zijn werk. Ik ben blij dat de zorgzame samenleving de bovenhand heeft gehaald en ik hoop dat ze ook in Wingene uitgebouwd kan worden.
Het incident is gesloten.
- De vergadering wordt geschorst om 15 uur.
- De vergadering wordt hervat om 15.08 uur.