Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERPEN VAN DECREET
Duurzame landbouw in Vlaanderen
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet tot bevordering van een duurzame landbouw in Vlaanderen, waarvan het opschrift door de commissie werd gewijzigd als volgt : "ontwerp van decreet inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw".
De algemene bespreking is geopend.
De heer Frans De Cock, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
(verslaggever)
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
Het voorliggende ontwerp heeft tot doel een wettelijk kader te scheppen voor de invulling in Vlaanderen van de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid. Vroeger was de naam van het ontwerp : bevordering van een duurzame landbouw in Vlaanderen. Deze titel was echter veel te ambitieus en creëerde verkeerde verwachtingen. Daarom kreeg het ontwerp een nieuwe titel : de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, wat het opzet beter weergeeft.
De tekst is niet het langverwachte ontwerp van decreet duurzame landbouw, dat nieuwe toekomstkansen biedt aan de Vlaamse land- en tuinbouw. De ontgoocheling van CD&V wordt gedeeld door de deelnemers aan de hoorzittingen over het decreet, zoals de Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat, het Vlaams Agrarisch Centrum, Wervel, VELT en zelfs het steunpunt Duurzame Landbouw. We weten dat dit decreet nodig is om een wettelijk kader te scheppen voor de invulling van de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid, maar het blijft een gemiste kans.
De ministers Dua en Sannen hebben de term duurzame landbouw als een rode draad door hun beleid laten lopen. De maatschappelijke discussie over duurzame landbouw werd op gang getrokken door de uitstekende nota Elementen voor een toekomstvisie met betrekking tot een duurzame land- en tuinbouw in Vlaanderen van de professoren Reheul en Mathijs en van de heer Relaes van de administratie Land en Tuinbouw. Deze tekst en het maatschappelijk debat hebben ertoe geleid dat inmiddels iedereen het belang ziet van duurzame productiemethoden en niemand nog de evolutie naar een meer duurzame landbouw wil verhinderen.
Het voorliggende ontwerp van decreet zorgt echter niet voor een concrete invulling. Er is de voorbije jaren veel over duurzame landbouw gesproken en er zijn enkele goede losstaande initiatieven geweest, maar de ministers van landbouw hebben nagelaten om een goed onderbouwd en toekomstgericht duurzaam landbouwbeleid uit te werken. Het ontwerp dat oorspronkelijk werd ingediend bij het parlement was inmiddels hopeloos verouderd en helemaal niet aangepast aan de nieuwe Europese richtlijnen. Daarom hebben wij voor amendementen gezorgd. Wij hebben voorts inspanningen geleverd om een ontwerp te maken dat mogelijk gedragen werd door het voltallige parlement.
Een aantal belangrijke bepalingen uit de Europese richtlijnen zijn door de meerderheidspartijen echter niet overgenomen. Enkele voorbeelden zijn het in goede landbouw- en milieuconditie houden van de grond, het bevorderen van de arbeidsveiligheid en het gebruik van bedrijfsadvisering. Daarom kunnen wij het ontwerp niet goedkeuren. Bovendien betreuren wij de onwil van de meerderheidspartijen om samen met ons tot een tekst te komen die gesteund wordt door het voltallige parlement. We willen het echter ook niet tegenhouden, omdat het noodzakelijk is voor de administratie Land en Tuinbouw en voor de vooruitgang van de duurzame landbouw. Daarom zullen wij ons onthouden bij de stemming.
Tegelijkertijd roepen we de minister op om dringend werk te maken van een echt decreet duurzame landbouw. CD&V zal hier zeker werk van maken in de volgende regeerperiode.
Het ontwerp legt de juridische basis voor de verdere ontwikkeling van de tweede pijler van het landbouwbeleid, waarin de boer en tuinder niet alleen voedselproducent is, maar ook een belangrijk beheerder van de open ruimte.
De reeds getroffen besluiten in verband met de diverse beheersovereenkomsten waren gebaseerd op het programmadecreet van 1998. Nu is er een eigen, volwaardige decretale basis. De subsidie voor permanente vorming was rechtstreeks geënt op een EU-verordening zodat ook hier een decretale basis ontbrak. Tot nog toe waren voor demonstratieprojecten, voor voorbeeldbedrijven en voor maatschappelijke discussie over voeding en landbouw alleen facultatieve subsidies mogelijk. Zij worden nu opgenomen in het ontwerp. Ik kijk al uit naar de uitvoeringsbesluiten die moeten volgen op de hoofdstukken IV en V.
Er wordt ook een opening gemaakt voor de afzetbevordering van kwaliteitsproducten uit Vlaanderen en er wordt ingespeeld op de mogelijkheid om binnen de tweede pijler steun te verlenen aan de kwaliteitscontrole op de productie van voeding. Begin 2005 zullen alle producenten verplicht zijn om nog meer dan vroeger te voldoen aan de autocontrole-eisen van het voedselagentschap. Dit zal voor alle boeren en tuinders bijkomende kosten meebrengen, die zij meestal niet kunnen doorrekenen in hun productieprijs. Ik vraag daarom aan de minister om ook op dit gebied een Europees gecofinancierde steun te in het leven te roepen.
Ik betreur dat zo weinig collega's zijn opgekomen voor de bespreking van dit ontwerp, dat van groot belang is voor een in verdrukking verkerende bevolkingsgroep.
Zoals de heer De Meyer al heeft opgemerkt gaat het voorliggende ontwerp niet zozeer over duurzame landbouw op zich. Het beperkt zich veeleer tot subsidiëring. Die is weliswaar noodzakelijk, maar er is meer nodig dan dat.
De term duurzame landbouw betekent dat de landbouw moet kunnen blijven duren. Daar ziet het echter niet naar uit. Voor een duurzame landbouw is vooral een duurzaam landbouwbeleid nodig en dit op Vlaams, federaal en Europees niveau. De laatste jaren werden echter wisselende wetgevingen opgelegd.
In de resolutie die acht maanden geleden - unaniem - in de plenaire vergadering werd goedgekeurd, vraagt het Vlaams Parlement aan de Vlaamse regering dat ze economische, ecologische en sociale parameters gelijkwaardig laat doorwegen voor alle landbouwproductiemethoden; dat landbouw- en consumentenorganisaties worden betrokken bij het vergroten van de maatschappelijke steun; dat rechtszekerheid wordt geboden aan grondgebonden en niet-grondgebonden landbouwbedrijven; dat de administratieve vereenvoudiging in de landbouw versneld wordt; dat een effectief en krachtig mestverwerkingsbeleid wordt gevoerd; dat er bij het afbakenen van nieuwe bos- en natuurgebieden rekeningwordt gehouden met alle bestaande veeteeltbedrijven; en ten slotte dat er gelijktijdigheid is in de afbakening van de hoofdstructuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.
De tijd die is verlopen sinds het goedkeuren van deze resolutie is misschien te kort om dit alles te realiseren. Ik zie echter geen verwezenlijkingen op dit vlak. Inzake rechtszekerheid is er weinig verbeterd. Geregeld worden decreten goedgekeurd die een repercussie hebben op de landbouwsector in Vlaanderen. Van de landbouwtoets waarover de heer Denys het had, hebben we nog niet veel gemerkt. Door de talrijke decreetswijzigingen is er ook een gebrek aan ruimtelijke zekerheid. Denken we maar aan het decreet over de erfgoedlandschappen dat hier enkele weken geleden werd besproken.
Het protest van de landbouwers tegen de BSE-factuur bewijst het. De overheid neemt tal van maatregelen, maar schroeft ze later terug, zodat er geen rechtszekerheid is.
Dit ontwerp behandelt een deelaspect van de duurzame landbouw. Het is een eerbare poging maar het blijft te beperkt. Van de resolutie over duurzame landbouw is nog heel weinig gerealiseerd. Het gaat niet goed met de landbouw, het aantal jobs en het aantal landbouwbedrijven daalt gestaag. Hoewel ingrijpen dringend is, is er geen omvattend ontwerp. Een duurzaam landbouwbeleid is een voorwaarde voor duurzame landbouw. Dit ontwerp gaat niet ver genoeg, daarom zullen we ons bij de stemming onthouden. (Applaus bij het VB)
Het ontwerp is inderdaad beperkt tot het dynamiseren, ondersteunen en subsidiëren van de duurzame landbouw. Een omvattend ontwerp zou de duurzame landbouw in een keurslijf dwingen. De uitvoering van de mid-term review zal de duurzame landbouw versterken.
Het is wel goed dat er een resolutie over de duurzame landbouw is. Die is mijn lijfblad. Er wordt wel degelijk gewerkt aan een duurzaam landbouwbeleid. Bij het begin van de regeerperiode was de tweede pijler nog niet uitgevoerd. Er waren weinig programma's en dus ook weinig Europese of Vlaamse middelen. Het is goed dat we snel programma's opgestart hebben. De subsidiëring daarvan krijgt nu een decretale onderbouw. Ook de mid-time review biedt bijkomende kansen.
We zijn wel degelijk bekommerd om het evenwicht tussen economie, ecologie en sociale ontwikkelingen. Vlaanderen heeft op het federale overlegcomité geprotesteerd. De federale overheid heeft immers bij de nieuwe financieringsregeling voor de BSE-testen de landbouwtoets niet toegepast. Ze heeft toegezegd om het voorstel opnieuw te bekijken. Het is niet de bedoeling om de lasten bij de producenten te leggen, maar eerder door te schuiven naar de consumenten. We hebben dus wel degelijk oog voor de economische leefbaarheid.
De Vlaamse regering is gestart met de verdere afbakening van het buitengebied. Daarbij zullen we landbouw- en natuurgebied samen behandelen zodat er rechtszekerheid is. Vooral startende landbouwers moeten zeker zijn van voldoende gronden die ze volwaardig kunnen exploiteren.
De Vlaamse regering wil de consument ook overtuigen van de degelijkheid van de eigen landbouwproductie en van de kwaliteit en de veiligheid van de producten. Plattelandsontwikkeling en hoevetoerisme bevorderen het vertrouwen van de consument zodat hij meer geneigd is om landbouwproducten van eigen bodem te kopen.
Ik zal nog deze maand een hoevebesluit voorstellen aan de Vlaamse regering. Het is een deelaspect, maar moet samen met andere maatregelen bijdragen tot een grotere waardering van de consument voor onze producten.
Als minister van Landbouw betreur ik dat het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing momenteel niet onder mijn bevoegdheden ressorteert. Op Agribex stelde ik vast dat Wallonië een basislabel uitgewerkt heeft waarmee men de eigen streekproducten probeert te promoten. Vlaanderen heeft iets soortgelijks nodig. Op die manier kan het vertrouwen van de consument in de eigen producten versterkt en vergroot worden.
Het ontwerp van decreet bevat ook heel wat passages over onderwijs en vorming.
Ik wil niet op alle voorstellen ingaan. De door de heer Wymeersch gewekte indruk dat de Vlaamse regering rekening houdt met wat door het parlement werd goedgekeurd, wens ik tegen te spreken. Ik probeer immers, stap voor stap, al deze instrumenten om tot vormen tot een goed beleid. Sommige zaken vragen nu eenmaal wat tijd.
Intussen is de term duurzame landbouw een door iedereen gekend en aanvaard begrip geworden. Vier jaar geleden was dit nog niet het geval. Toen werd landbouw nog op een louter economische manier benaderd. Vandaag heeft landbouw zowel een economische als een ecologische en een maatschappelijke rol. De landbouwer moet ook voor die laatste rol vergoed worden. De tweede pijler van het ontwerp van decreet creëert mogelijkheden om dit effectief te doen, te meer daar die na de mid-term review meer middelen krijgt.
Het ontwerp van decreet vormt inderdaad de decretale onderbouw voor de subsidiëring van het vormings- en bewustmakingsproces. Ik vraag me overigens af of het wel wenselijk is om een groot decreet over duurzame landbouw uit te werken. Het is in de eerste plaats belangrijk om een beleid op dat vlak te ontwikkelen. (Applaus bij Groen!)
Het antwoord van de minister is duidelijk. De minister en ik zitten echter niet volledig op dezelfde golflengte. Dit korte debat leert ons iets over het overleg dat over BSE en de ruimtelijke afbakening van het buitengebied plaatsvond.
Ik wilde absoluut niet de indruk wekken dat de minister zich niet om de duurzame landbouw bekommert. Hij kan echter toch niet tegenspreken dat het beleid, precies omdat het op verschillende niveaus gevoerd wordt, fragmentarisch is en niet getuigt van veel coherentie?
De minister benadrukt de maatschappelijke rol van de landbouw. Hij vergeet er echter bij te zeggen dat het Vlaams parlement de landbouwsector steeds als de belangrijkste factor in het milieu- en ruimtelijk beheer heeft beschouwd.
Als de laatste zin van de toespraak van de minister het antwoord is op de verwachtingen die door hem en door zijn voorgangster mevrouw Dua gecreëerd werden, is deze toespraak de ultieme bevestiging dat er in het paars-groene beleid een reusachtig kloof gaapt tussen het beloofde land en het werkelijke land.
Wanneer heb ik beloftes gedaan over de totstandkoming van een groot decreet rond duurzame landbouw? Ik heb steeds duidelijk gesteld welke zaken dit ontwerp van decreet zou regelen. Tevens heb ik steeds op het belang van een resolutie gewezen. Als we het hebben over duurzame landbouw moeten we er immers voor zorgen dat we over hetzelfde spreken. Met een resolutie kan men tevens nagaan welke maatregelen al dan niet bijdragen tot de totstandkoming van een duurzaam landbouwbeleid. Een beleid rond duurzame landbouw moet op allerlei vlakken gevoerd worden. Hierin moet ik de heer Wymeersch bijtreden.
Ik heb de minister, nadat hij het verwachtingspatroon bijzonder sterk had afgezwakt, mijn opmerkingen al tijdens de commissiebesprekingen meegedeeld.
In het meest gelezen landbouwblad van Vlaanderen heeft de minister echter met zijn nieuwjaarsboodschap opnieuw hoge verwachtingen opgeroepen rond dit ontwerp van decreet. Ik zal de minister dit artikel persoonlijk overhandigen.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw.
Ik bedank de leden van de meerderheidspartijen omdat ze mijn amendement bij artikel 3 overgenomen hebben. Dit zal er mij echter niet van weerhouden om mij bij de stemming deze namiddag te onthouden.
- De artikelen worden zonder verdere opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.