Verslag plenaire vergadering
Voorstel van bijzonder decreet houdende vaststelling van de Vlaamse nationale kieskring voor de verkiezing van het Vlaams Parlement
Voorstel van bijzonder decreet houdende de oprichting van één Vlaamse nationale kieskring met regionale correcties voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement
Verslag
- De vergadering wordt hervat om 11.35 uur.
Na de consultatie van meerderheid en oppositie, heeft het Bureau beslist om de bespreking voort te zetten.
(verslaggever)
Onze dank aan de commissiesecretaris voor zijn gestructureerde verslag van een niet altijd ordentelijk verlopen vergadering.
Vandaag staan er drie bijzondere voorstellen van bijzonder decreet op de agenda. Het voorstel met de heer Van Grembergen, dat van de heer Van Dijck en ten slotte dat van de heer Dewinter. Het voorstel van de heer Van Dijck werd in de commissie gehanteerd als basis voor de bespreking. Door de goedkeuring van dat voorstel vervallen de andere voorstellen.
De commissie stelde vast dat de voorstellen een aantal juridische problemen opriepen. Vooreerst was er de vraag naar de draagwijdte van de constitutieve autonomie van Vlaanderen : betreft die alleen de vastlegging van de kieskringen of kan impliciet ook een uitbreiding van deze bevoegdheid worden geëist? Een tweede vraag betrof de bevoegdheid van de federale wetgever bij ontstentenis van Vlaamse wetgeving, door de toepassing van de overgangsbepaling van artikel 63 paragraaf 1 van de bijzondere wet van 1993. We vroegen ons ook af hoe de invoering van een kiesdrempel zich verhoudt tot het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Het is eveneens onduidelijk wat de bevoegdheid is van het Vlaams Parlement inzake de implementatie van het arrest van het Arbitragehof betreffende de gelijktijdige kandidaatstelling. Ten slotte vroegen we ons af wat de juridische draagwijdte is van de aanbeveling van de Raad van Europa betreffende de code van goede praktijken inzake verkiezingsaangelegenheden.
Op de hoorzitting kwamen de professoren Van Orshoven en Veny aan het woord, specialisten inzake publiek recht, professor Wouters, specialist inzake internationaal recht en professor Crombé, economist. Professor Vuye, eveneens specialist inzake publiek recht, was afwezig, maar had in een schriftelijke nota zijn antwoorden geformuleerd. De standpunten van de verschillende deskundigen zijn terug te vinden in het verslag. De verschillende fracties hebben de stellingen van de professoren evenwel een uiteenlopende inhoudelijke duiding gegeven.
Het voorliggende voorstel van decreet is vrij eenvoudig. Voor de verkiezing van de leden van het Vlaams Parlement worden de huidige arrondissementen vervangen door provinciale kiesomschrijvingen. De voorstanders van het behoud van de arrondissementele kieskringen argumenteren dat grotere kieskringen zullen leiden tot een toenemende vervreemding tussen kiezers en verkozenen. De impact van de mediatisering op het kiesgedrag zou nog groter worden. De tegenstanders argumenteren dat het mechanisme van de apparentering onduidelijk is, dat hetzelfde kiessysteem moet worden gehanteerd door de verschillende beleidsniveaus en dat een degradatie van de Vlaamse verkozenen tot tweederangspolitici moet worden voorkomen.
Het spreekt voor zich dat er zowel juridische als inhoudelijke argumenten worden gebruikt om politieke standpunten in te nemen. De standpunten van de verschillende fracties kan men in het verslag lezen.
Ik benadruk dat bij de stemmingen artikel 1 met betrekking tot de bevoegdheid eenparig werd goedgekeurd. Het voorstel van bijzonder decreet werd met 7 stemmen tegen 4 bij 4 onthoudingen aangenomen.
Dit voorstel tot wijziging van de kieskringen is niet het eerste. Mijn fractie heeft in 2000 al een voorstel voor grotere kieskringen ingediend. We gaan ervan uit dat de bepaling van de kieskringen een bevoegdheid van dit parlement is. Daarom hebben we opnieuw een voorstel ingediend.
We menen dat grotere kieskringen een betere weerspiegeling zijn van de intentie van de kiezer. Niet alle kieskringen in het Vlaams Gewest voldoen niet aan die norm. Het klopt dat provinciale kieskringen ook nadelen hebben en dat het gevaar voor mediatisering bestaat, maar de vraag is of dat nu ook al niet het geval is. Het is vooral belangrijk dat deze bevoegdheid op het Vlaamse niveau wordt uitgeoefend. Ik waarschuw voor het feit dat sommigen, onder meer de minister-president, het denkspoor van professor Van Orshoven niet volgen. Het Vlaams Parlement neemt zijn verantwoordelijkheid en beslist vandaag op welke manier de kieskringen worden bepaald.
Het een hangt samen met het ander; het is iets als de kip en het ei. Maar de beslissingen over de Vlaamse verkiezingen zijn en blijven een zaak van het Vlaams Parlement.
Ik dank mevrouw Van Hecke voor het uitgebreide verslag. Tijdens de hoorzittingen en de bespreking in de commissie hebben wij de hele zaak inderdaad uitvoerig van alle kanten belicht en uitvoerig overwogen. Toch wil ik hier nog even duidelijk stellen waarom onze fractie het niet eens is met de provinciale kieskringen.
Een kiesstelsel wijzigen 5 maanden voor de verkiezingen is not done. Daarover zijn ook de experts op Europees niveau het eens. Wij, die lessen willen geven aan jonge democratieën over hoe met een democratie moet worden omgegaan, geven hiermee een erg slecht voorbeeld. Bij dewijziging van de kieswet moet immers iedere zweem van belang vermeden worden. In dit geval gaat het niet eens om een zweem maar om heel veel belang. Meer nog, dit is je reinste electorale zelfbediening.
De hervorming kwam bovendien, zowel op federaal als op Vlaams niveau, op een zeer chaotische manier tot stand. In het Vlaams Parlement is niet eens een meerderheid om ze te realiseren en moet men zijn toevlucht zoeken tot politieke chantage en een aantal afzwakkingen van het opzet.
Deze hervorming is het Vlaams Parlement onwaardig omdat ze op geen enkele manier bijdraagt tot een beter bestuur en ze het beleid op geen enkel vlak ten goede komt. Wel bevordert ze de mediatisering en een kopstukkendemocratie, waardoor de kloof tussen burger en verkozene groter wordt. Tijdens onze gedachtewisselingen over de verfijning van de democratie verklaarde de VLD, bij monde van de heer Denys, voorstander te zijn van kleinere kieskringen opdat kandidaten en verkozenen dichter bij het volk zouden staan. Van dat standpunt blijkt nu niet veel over te blijven.
Dat de uitstraling van de politici en de perceptie door de bevolking belangrijker worden dan de partijprogramma's is absoluut geen goede zaak. Dit zal leiden tot een ander type van kandidaten en verkozenen omdat de lijsten zullen opgevuld worden met BV's. De politiek zal herleid worden tot discussies tussen kopstukken terwijl het ernstige werk, verborgen voor de camera's, niet meer ter harte zal genomen worden. Enkele schaarse vedetten zullen de show stelen. Opvallen zal belangrijker worden dan werken.
De voorzitter van het federaal parlement stelde voor een geheime stemmingen te houden. Welnu, bij een dergelijke geheime stemming hier zou blijken dat nog geen 10 procent van onze parlementsleden achter de provinciale kieskringen staat. Velen voelen zich bedreigd door die nieuwe soort politici, en de kwaliteit van de democratie zal er zeker bij inschieten. De mediatisering ligt in de tijdsgeest, maar daar moeten we ons durven tegen verzetten. Wij moeten zelf durven bepalen wat de democratie dient.
Op 13 juni hadden we verkiezingen op maat van de Teletubbies. Blijkbaar wordt dat ingeslagen succespad nu gevolgd. Maar kleinere partijen worden erdoor gewurgd : 9,8 procent van de hier aanwezigen zou niet meer vertegenwoordigd worden. Nochtans staan achter iedere partij met enkele verkozenen, hoe klein ook, enkele tienduizenden kiezers. De kieshervorming gaat dus in tegen de verdere democratisering van Vlaanderen. Dit is niet democratisch en tegen de geest van het Vlaams Parlement.
De meningen lopen uiteen over de vraag of op federaal niveau nog voor provinciale kieskringen gezorgd kan worden, als wij dit voorstel van bijzonder decreet verwerpen. Voor ons is een federale regeling onaanvaardbaar als wij dit voorstel van decreet verwerpen. Zowel de heer De Batselier als minister-president Somers benadrukken Vlaanderens constitutieve autonomie.
CD&V zal dit voorstel van bijzonder decreet niet goedkeuren. De manier waarop wij dit hebben besproken en de rol die de Vlaamse regering gespeeld heeft, zijn tekenen van een politieke malaise. Gisterenavond kwam minister-president Somers nog tussen in deze procedure zonder overleg te hebben gepleegd met de andere meerderheidsfracties. De heer Vermeiren sprak immers zopas enkel namens de VLD.
De heer Van Rompuy heeft op het Bureau ongetwijfeld gemerkt dat ook de heer Tobback achter mijn voorstel staat.
Dat zullen we straks wel horen van de heer Tobback zelf.
CD&V verwerpt dit voorstel van decreet om vele redenen, maar de belangrijkste reden is de volgende : als we wachten tot Kamer en Senaat beslist hebben, wijzigen wij de kiesomschrijvingen pas vijf weken voor de ontbinding. Ik ben er echter van overtuigd dat dit voorstel van bijzonder decreet geen tweederde meerderheid zal halen. (Applaus bij CD&V)
Met dit debat valt geen schoonheidsprijs te winnen omdat een tweederde meerderheid zoeken niet eenvoudig is. Aangezien ik indertijd als fractieleider van een oppositiepartij mee de hervorming van de hogescholen heb goedgekeurd, heb ik nu alle begrip voor de terughoudendheid van de oppositiepartijen en van Groen!.
De VLD heeft van meet af aan geprobeerd de fracties die geen deel uitmaken van deze meerderheid te overtuigen dit voorstel van bijzonder decreet goed te keuren, zonder daartoe evenwel een koehandel op te zetten. Op twee momenten was de verleiding echter groot.
De eerste keer was toen het Vlaams Blok een voorstel van resolutie indiende om de bevoegdheid over de kiesomschrijving en de kiesdrempels naar het Vlaamse niveau over te hevelen. Ook al vraagt de VLD dat al jaren, toch hebben we het voorstel van resolutie doelbewust niet goedgekeurd omdat het Vlaams Blok er alleen op uit was te vernemen of wij bereid waren een prijs te betalen voor hun goedkeuring.
Artikel 118, §2 van de Grondwet werd voor herziening vatbaar verklaard. Het federale parlement kan de bevoegdheid om de Vlaamse verkiezingen te organiseren naar Vlaanderen overhevelen. Waarom heeft de VLD dit initiatief niet genomen in het federale parlement?
Op federaal niveau is afgesproken dat alle communautaire thema's na 13 juni besproken zullen worden door een forum.
Wij zijn een tweede keer in verleiding gekomen toen de heer Geysels wees op de drievoudige kiesdrempel in het wetsontwerp waarover de Kamer zich momenteel buigt. Het ontwerp voert inderdaad één kiesdrempel in als we met provinciale kiesomschrijvingen zouden werken, maar drie als we voor arrondissementele opteren. Het federale niveau spoort ons met andere woorden nadrukkelijk aan om provinciale kieskringen in te voeren.
De vraag is of een kiesdrempel van 5 percent in combinatie met provinciale kieskringen kleine partijen uitsluit. Vijf percent is een aanvaardbare drempel voor elke partij - ook de kleine - die iets wil betekenen. Deze drempel houdt alleen kleine splinterpartijen - waar niemand baat bij heeft - tegen. Wij zijn voorstander van zo'n kiesdrempel. Uiteindelijk werd de VLD opgericht om de versnippering tegen te gaan.
De toenmalige voorzitter van de CVP stelde in 1994 voor om een kiesdrempel van 5 procent in te voeren. De heer Guy Verhofstadt vond een kiesdrempel toen een minder democratische methode. Allicht heeft de heer Van Hecke het idee geïntroduceerd bij de VLD. Ik wijs erop dat er meer Vlaamse vertegenwoordigers zijn in het Vlaams Parlement dan in de Kamer. Vijf procent bij de federale verkiezingen en bij de Vlaamse verkiezingen verschilt dus.
Ik heb niet de behoefte om in te gaan op de uitspraken van de heer Van Hecke. Op het VLD-congres van 1992 zijn de kiesomschrijvingen en de kiesdrempel besproken. Ik heb mij toen inderdaad verzet tegen één regionale kiesomschrijving. Ik was zelfs voorstander van verkiezingen per kanton waarbij enkel de winnaar verkozen is. Dat zou een veel hogere kiesdrempel inhouden.
Als dat systeem er niet komt, is het beter om grotere kiesomschrijvingen te hebben. Een kiesdrempel van vijf procent om de versnippering van het politieke landschap tegen te gaan is aanvaardbaar. Het is echter niet aanvaardbaar bij verkiezingen per arrondissement.
Er zijn voordelen aan het proportioneel en aan het meerderheidstelsel. Kleine kiesomschrijvingen en een hoge kiesdrempel voeren een meerderheidstelsel in met de techniek van een proportioneel stelsel. Dat is een mengvorm. Ook onderzoekers waarschuwen daartegen.
De overtuiging moet de basis zijn van de techniek. Technische ingrepen kunnen grote gevolgen hebben.
Ik heb nagedacht en verschillende systemen bestudeerd en blijf voorstander van grotere kiesomschrijvingen en een kiesdrempel.
Voor de federale en Vlaamse verkiezingen moeten dezelfde regels gelden. Dat is ook de overtuiging van de meerderheid van de bevolking. Ik wijs mevrouw Dua er trouwens op dat haar partij de provinciale kieskringen en de kiesdrempel van vijf procent voor de federale verkiezingen heeft goedgekeurd.
Grote federale en kleine Vlaamse kiesomschrijvingen kunnen tot gevolg hebben dat partijen hun kopstukken enkel inzetten in de verkiezingen met de grotere kieskringen. Dat merken we trouwens al bij de Senaat. Ik vind dat vooraanstaande partijleden in het parlement zitting moeten hebben. Mijn partijvoorzitter weet trouwens dat ik zijn overstap van het Vlaams Parlement naar de Kamer betreur.
Ik denk niet dat de grotere kiesomschrijving invloed zullen hebben op de mediagevoeligheid van de politici. Nu reeds haalt de vorm het op de inhoud. De kwestie is de manier waarop politici met de media omgaan en omgekeerd. Dat staat los van dit debat.
Uit de cijfers van de recente verkiezingen blijkt dat niet alleen de grote namen stemmen halen. De VLD-kiezers in Oost-Vlaanderen bijvoorbeeld stemmen op meerdere kandidaten. Zo krijgen ook lokale politieke figuren kansen. Dat zou niet het geval zijn als er maar op één kandidaat kan gestemd worden.
De argumenten tegen provinciale kieskringen lijken niet te gelden voor Limburg. Daar zijn immers geen problemen. Ik vind dat de andere provincies evenveel rechten hebben.
Ik wacht de uitslag van de stemming met spanning af. Overtuigd door de argumenten van de heer Van den Brande, zijn we bereid om vandaag te stemmen. De VLD zal dit voorstel goedkeuren zonder de uitslag van de stemming over de kiesdrempels te kennen. We zullen ons bij de beslissing van dit parlement neerleggen, maar iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Bij een geheime stemming - waar ik tegen ben - zou een meerderheid van 90 procent dit voorstel goedkeuren op basis van de inhoudelijke argumenten. Ik weet wat Groen! denkt en wat het Vlaams Blok denkt. (Rumoer) Het gaat niet op om allerlei verbanden te leggen, we stemmen alleen over de kiesomschrijvingen.
Ik meen dat inhoudelijke argumenten de parlementsleden kunnen overtuigen. De VLD ziet de stemming van deze namiddag dan ook met vertrouwen tegemoet. Het gezond verstand zal zegevieren. Het gezond verstand vraagt immers provinciale kiesomschrijvingen. (Applaus bij de VLD, de sp·aen VU&ID)
Vandaag ben ik beschaamd om Vlaams parlementslid te zijn. Eertijds koos ik bewust voor dit parlement omdat ik meende dat het een hefboom kon zijn voor de verwezenlijking van de Vlaamse onafhankelijkheid. De vaudeville, het gemarchandeer, de politieke chantage, het feit dat de minister-president, als een dief in de nacht, zich op een onhandige manier in het debat mengde en de politieke chaos die uiteindelijk ontstaan is over de manier waarop de Vlaamse verkiezingen zullen georganiseerd worden, zorgen ervoor dat echt ik niet fier kan zijn op het feit dat ik lid van het Vlaams Parlement ben.
Deze houding wordt nog bestendigd door de vaststelling dat heel wat beslissingen over de Vlaamse kiesmodaliteiten in het federaal parlement zullen genomen worden. Dit schetst perfect de bestaande verhoudingen: het federale niveau is de leenheer, Vlaanderen de vazal.
Het Vlaams Blok wilde uit eerlijke bekommernis, samen met de N-VA, via een resolutie een signaal geven dat Vlaanderen vragende - meer nog : eisende - partij is om de hele kieswetgeving naar Vlaanderen over te hevelen. Deze zeer bescheiden, voor de hand liggende vraag werd echter negatief beantwoord. Dit is veelbetekenend.
Kort voor de verkiezingsdatum veranderingen aanbrengen aan de verkiezingswetgeving is weinig kies. Over het voorliggende voorstel moet echter gestemd worden. Het Vlaams Blok heeft een eigen voorstel ingediend. Dat was overigens ooit het voorstel van premier Verhofstadt, waar ook onze voorzitter, de heer De Batselier, voor gewonnen was. Het behelst dat er, weliswaar met regionale correcties, één nationale, Vlaamse kieskring, wordt tot stand gebracht. Dit is een duidelijk systeem dat komaf maakt met het ondoorzichtige systeem van de apparentering en het cliëntelisme, en dat de Vlaamse natievorming ten goede komt.
Ik ben ontgoocheld over het verloop van het debat gedurende de voorbije maanden, weken en dagen. Het Vlaams Blok bekleedde immers een sleutelrol en was bereid om constructief mee te werken. Enkel en alleen wegens het cordon sanitaire en niet op basis van de inhoud van onze voorstellen, werd onze medewerking echter brutaal afgewezen.
Dit alles gebeurde in zoverre dat men nog steeds niet weet of het voorliggend voorstel al dan niet zal goedgekeurd worden, de minister-president zijn geloofwaardigheid op het spel zette en men deze morgen, in alle paniek, de stemming nog wenste uit te stellen.
De argumenten voor dat laatste halen wij al geruime tijd aan. Het is inderdaad niet gepast dat het Vlaams Parlement, als een blindeman, al een uitspraak doet over de kiesomschrijving terwijl het nog niet weet wat het federale niveau zal beslissen over de kiesdrempel, de opvolgers en de apparentering. Er gaan immers geruchten dat er nog een gewestelijke apparentering zou doorgevoerd worden waarbij de provinciaal verloren gegane reststemmen toch in rekening zouden gebracht worden. Dit laatste zou vooral de kleine partijen N-VA en Groen! ten goede komen. Wat staat ons nog allemaal te wachten? We weten het niet.
De door de minister-president en de heer Vermeiren gehanteerde argumentatie is dus wel correct maar omdat ze te laat komt, mist ze elke geloofwaardigheid. Ze wordt nu enkel gehanteerd omdat men geen compromis heeft kunnen bereiken tussen de standpunten van Groen! en die van sp·a. Indien men eerlijk was geweest, zou men moeten ingaan op onze vraag om de hele kieswetgeving over te hevelen naar het Vlaamse niveau.
We zullen nu inderdaad moeten stemmen zonder dat we op de hoogte zijn van een reeks federale beslissingen. VLD en sp·a hebben dit echter in de eerste plaats aan zichzelf en aan het door hen georchestreerde geklungel te danken. Ze moeten dus niet verontwaardigd doen als het voorstel straks misschien niet goedgekeurd wordt.
Het Vlaams Blok is niet naïef en gelooft niets van de dure eden die momenteel gezworen worden door de minister-president, de VLD en de sp·a. Als het Vlaams Parlement dit voorstel niet goedkeurt, zal het ongetwijfeld behandeld worden door het federale parlement. De heer Denys kan mij geen waterdichte garantie geven dat de federale premier Verhofstadt de zaak niet evoceert en alles overhevelt naar het federale parlement. Er is immers maar één amendement in het federale wetsontwerp voor nodig. De uiteindelijke beslissing zal op federaal niveau genomen worden.
Ik zal met aandacht naar het standpunt van Groen! luisteren. Het Vlaams Blok weet echter zeer goed dat we de sleutel in handen hebbent. Wij laten het parlement nog wat in spanning. We zullen een amendement indienen, dat ons voorstel volledig overneemt en zijn benieuwd naar het standpunt van Groen!, Spirit en sp·a. Pas als dat gekend is, zal het Vlaams Blok, enkel en alleen op basis van de inhoud, zijn kaarten op tafel leggen. (Applaus bij het VB)
De sp·a heeft altijd geprobeerd dit debat te voeren op basis van inhoudelijke argumenten.
Een pragmatisch argument is dat er in een land als het onze, waar de verschillende assemblees zo dicht bij elkaar staan, geen verschillende kiessystemen mogen worden gehanteerd. Daarom zal het Vlaamse kiessysteem op korte termijn op het federale worden afgestemd, wat de transparantie ten goede zal komen. Het federale systeem heeft trouwens bewezen dat het werkt : er is wel een andere campagne gevoerd, maar we hebben geen andere soort van kandidaten gekregen.
Het betoog dat grotere kieskringen de mediatisering in de hand werken, is een omkering van de realiteit. Het bewijst dat CD&V van de evolutie van onze maatschappij niet veel heeft begrepen. Het is een illusie te denken dat men de manier waarop kiezers hun mening opbouwen, kan beïnvloeden door de vorm van de kieskringen. De mediatisering is niet uitgevonden door politici. Het is een wereldwijde evolutie die impliceert dat mensen tegenwoordig hun mening laten vormen door externe informatiebronnen en minder door lokale verenigingen of activiteiten. Deze evolutie kan men betreuren, maar niet terugschroeven. De politici moeten ervoor zorgen dat het politiek systeem mee evolueert met de maatschappij.
Ik ben persoonlijk voorstander van een grote Vlaamse kieskring. Vandaag vind ik dit evenwel geen goede oplossing omdat ik meen dat de Kamer en het Vlaams Parlement op basis van eenzelfde kiessysteem moeten worden verkozen omwille van de duidelijkheid tegenover de kiezer. Mijn partij blijft consequent met wat ze vorig jaar in de Kamer heeft goedgekeurd, wij zijn voorstander van provinciale kieskringen met een kiesdrempel van vijf procent.
Waarom heeft men een en ander vorig jaar niet in één beweging geregeld in het federale parlement?
In de Kamer heeft men gestemd over de regeling voor de Kamer. De stemming over het kiessysteem voor het Vlaams Parlement heeft men aan het Vlaams Parlement overgelaten. Hebt u daar dan bezwaar tegen?
Misschien heb ik me zonet verkeerd uitgedrukt. Eén van de redenen waarom dat niet in één beweging is gebeurd, is artikel 118 paragraaf 2 van de Grondwet. Daarom is men overeengekomen dat artikel voor herziening vatbaar te verklaren en via de federale beweging het hele pakket naar het Vlaams Parlement te brengen. Dat heeft men echter niet gedaan. Dat maakt me argwanend en boos.
Bij de bespreking van de resolutie van de heer Van Dijck heb ik reeds gezegd dat ik daartegen absoluut geen bezwaar zou hebben. Bij de bespreking van dit voorstel heb ik echter van meetaf aan gezegd dat dit nu eenmaal niet gebeurd is en dat ik daarom meen dat we in het Vlaams Parlement gebruik moeten maken van onze eigen bevoegdheid, die niet verder gaat dan het bepalen van onze kieskringen. Ik meen dat dit parlement bevoegd is om te stemmen over zijn eigen kieskringen. Om de redenen die ik heb vermeld, ben ik voorstander van provinciale kieskringen voor de verkiezing van het Vlaams Parlement. In tegenstelling tot de federale Kamer heeft dit parlement daarvoor een tweederde meerderheid nodig. Dat heeft aanleiding gegeven tot allerlei discussies en spelletjes, in de eerste plaats bij de heer Dewinter. Straks zullen we hierover stemmen. Mijn fractie zal voor stemmen. Wie tegen is, kan tegenstemmen. Om 16 uur komt het er gewoon op aan de stemmen te tellen. (Applaus bij sp·a en bij VU&ID)