Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het voorstel van de Europese Commissie om de vangstquota voor tong en schol verder te beperken en de gevolgen hiervan voor de Vlaamse visserijsector
Verslag
Vangstquota voor tong en schol
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Verougstraete en de heer Maes tot de heer Sannen, Vlaams minister van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, over het voorstel van de Europese Commissie om de vangstquota voor tong en schol verder te beperken en de gevolgen hiervan voor de Vlaamse visserijsector.
De Europese Commissie is van plan om strengere vangstquota voor schol en tong in te voeren. Zestig procent van het inkomen van de Vlaamse vissers komt uit de vangst van die vissoorten. Dat heeft daarenboven een invloed op de vangst van andere vissoorten die samen met schol en tong gevangen worden. Kortom, de strengere quota zijn een catastrofe en kunnen zelfs het einde van de Vlaamse visserij betekenen.
Zal de minister ijveren tegen dergelijke beperkingen, zoals hij trouwens beloofd heeft bij een bezoek aan de vismijn van Oostende? Wat is zijn standpunt? Zal hij het hard spelen op de bijeenkomst van de Europese ministers van Visserij?
Vandaag is er een actiedag van de Europese vissers tegen de voorstellen van de Europese Commissie. De visserijsector denkt dat de quotacommissie het voortbestaan van de sector niet waarborgt en is het daarenboven beu om massa's dode vissen, die niet of beperkt mogen gevangen worden, terug in zee te moeten gooien. De twee wetenschappelijke commissies die over de quota adviseren, stellen overigens zelf dat de cijfers niet wetenschappelijk gefundeerd zijn.
De minister heeft gezegd dat we gestraft worden omdat er nog 130 vissersboten varen. In een resolutie uit 1996 is de onderbouw echter vastgesteld op 125 vaartuigen.
Wetenschappers zeggen dat het hoog tijd is om op te treden, zoniet ontstaat er een ecologisch kerkhof. Anderzijds waarschuwt de visserijsector voor een sociaal-economisch kerkhof. De minister denkt dat het wel zal loslopen en dat het mogelijk is om de tongquota te verhogen. Op welke wetenschappelijke studies is die uitspraak gebaseerd? Hoe kan dat gecombineerd worden met duurzame visserij?
De visserijsector denkt inderdaad dat de quota van de Europese Commissie het voortbestaan van de sector in gevaar brengt. Vrijdag, de dag na de bekendmaking van het voornemen van de Europese Commissie, heb ik de administratie, het wetenschappelijk departement en de vissers samengeroepen om te bepalen hoe Vlaanderen kan reageren. Ik heb nog geen uitspraken gedaan over de mogelijke correcties.
Men vraagt mij of ik hard zal optreden ten aanzien van Europa. Mijn doel is natuurlijk het optrekken van de quota voor Vlaanderen, maar hard roepen heeft geen zin. We moeten de juiste strategie kiezen in deze zaak waar de manier van besluitvorming er een is van gekwalificeerde meerderheden. Dit is geen zaak van eigen profilering door harde stellingen, maar van overleg en actie samen met andere landen die het voortbestaan van de visserij ook bedreigd zien door deze nieuwe quota.
Het voorstel van de van onze Commissie is gebaseerd op een onderzoek met input van data die een totaal overzicht geven van de aanvoer van vis, en dat een voortbestaan op lange termijn wil garanderen, want is uiteraard ook onze zorg. De Europese Commissie echter gaat uit van een mutispeciesbenadering : wie tong wil vangen, vangt automatisch ook schol en waarschijnlijk kabeljauw en enkele andere soorten, waardoor de quota voor verschillende soorten naar benden gehaald worden, ook al is er maar één soort bedreigd. Zo worden de quota voor tong mee naar beneden gehaald om de schol te beschermen, ook al is de tong op zich niet bedreigd. De multispeciesbenadering houdt ook geen rekening met de teruggooi. De cijfers kunnen dus in vraag gesteld worden.
Vanuit ons eigen departement beschikken we over gegevens over de nog grote aanwezigheid van tong, en weten we dat men in bepaalde gebieden schol kan vangen zonder tong te vangen; tong vangen zonder schol mee op te vissen kan nergens.
De visserij vanuit Vlaanderen concentreert zich vooral op twee visgebieden : de Keltische en de Ierse Zee. Willen we de quota naar omhoog halen moeten we ons op die twee gebieden fixeren.
Dit is een moeilijke evenwichtsoefening. Duurzame landbouw combineert de ecologische, de economische en de sociale aspecten. Die oefening zullen we ook in Vlaanderen moeten doen. We mogen niet kortzichtig zijn en ons enkel om het economische of enkel op het ecologische fixeren.
Er moet een voldoende kritische massa van boten op zee gehouden worden : anders lopen we het risico dat visserij alleen nog folklore is. De economische factor moet overeind gehouden worden.
De mogelijkheden aan economische maatregelen zijn schaars. We zitten net boven het referentieniveau, zodat we vernieuwing en modernisering niet direct mogen ondersteunen. Ondersteuning van de exploitatie is sowieso niet toegelaten. Om terug onder het referentieniveau te komen zouden we de slooppremie terug in voege kunnen brengen. Daardoor zouden mensen die het niet meer zien zitten op een economisch verantwoorde wijze met de visserij kunnen stoppen. Dit zou licht op groen zetten voor subsidies voor de modernisering van de vloot.
We zoeken naar een oplossing die de duurzaamheid van de visserij overeind houdt.
Ik heb er alle vertrouwen in dat er inderdaad een oplossing zal komen. Maar ik meen dat de ondergrens van 125 vissersboten een absolute ondergrens is.
Het gaat slecht in de visserij, maar in de Oostendse Vismijn wordt 7,5 miljoen euro geïnvesteerd. Dat is een slecht signaal. Dat men aan de ene kant de visquota om ecologische redenen naar beneden haalt en aan de andere kant zoveel investeert is toch een grote contradictie?
Ik neem er nota van dat de minister een strategische opstelling zal innemen op de aanstaande bijeenkomst van de ministers van Visserij.
Een vismijn is een economische actor in het geheel, maar er wordt niet alleen vis aangevoerd die wij als Belgen vangen. Er komen bijvoorbeeld ook heel wat Ierse boten. In die zin is de subsidiëring van de vismijn niet contradictorisch met de afbouw van de quota.
Het incident is gesloten.