Verslag plenaire vergadering
Verslag
Talentenbank voor jonge kunstenaars
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van de heer Vermeulen tot de heer Landuyt, minister vice-president van de Vlaamse regering, over de Talentenbank voor jonge kunstenaars.
In de marge van de boekenbeurs werd het idee gelanceerd om een Talentenbank voor jonge schrijvers op te richten. Zal men daarvoor bijkomende middelen uittrekken of een beroep doen op de VDAB? In een krantenartikel kon ik lezen dat men zelfs met de gedachte speelt om dividenden van de GIMV aan te wenden.
Met de oprichting van deze Talentenbank wil men een centraal loket maken voor beginnende schrijvers. Ook het Vlaams Fonds voor Letteren ondersteunt deze mensen en heeft momenteel moeilijkheden om bijkomende middelen te verkrijgen. In hoeverre is het idee van de Talentenbank gekaderd in het letterenbeleid?
Het startbanenbeleid dat in samenwerking met de VDAB wordt gevoerd, wil ook aan alternatieve talenten een kans geven. Tijdens het eerste jaar van dit project werd een wedstrijd uitgeschreven voor beginnende muziekgroepen. De winnaars konden een CD uitbrengen en kregen begeleiding om hun talent te commercialiseren. Het tweede jaar stond in het kader van het striptekenen, terwijl vorig jaar werd gewerkt rond fotografie. Dit jaar is er een wedstrijd rond schrijversschap, waarbij deelnemers een tekst moeten indienen van maximaal 5000 woorden rond het thema 'de eerste keer'. Een professionele jury zal een selectie maken en voor begeleiding zorgen om het talent economisch te kunnen vertalen. De organisatie en begeleiding gebeurt in samenwerking met de VDAB en de betrokken beroepsgroepen.
Enerzijds moet de Talentenbank instaan voor de aantrekking en aanwending van de benodigde financiële middelen. Door de beursnotering van de GIMV kan de politiek op die manier minder invloed uitoefenen dan vroeger. Er zullen dus andere instrumenten moeten gevonden worden, hoewel ook de dividenden van de GIMV zullen worden aangewend. Anderzijds moet de Talentbank talent selecteren en begeleiding aanbieden. Beide aspecten worden dus verenigd in één orgaan.
Ik wijs erop dat er momenteel al deskundige professionele organisaties bestaan die kunnen instaan voor de begeleiding, zoals het Vlaams Fonds voor de Letteren. Ik ben bezorgd dat men de samenwerking met die organisaties uit het oog verliest. Ik stel voor om ervan gebruik te maken.
Het is niet de bedoeling om de bestaande organisaties te vervangen. De nadruk van de talentenbank ligt op het ontwikkelen van talent. Het Vlaams Fonds voor de Letteren doet veel meer dan dat. Uiteraard is een goede samenwerking essentieel.
Het incident is gesloten.