Verslag plenaire vergadering
Verslag
Stijging van huurprijzen voor studentenkamers
De voorzitter : Aan de orde is het verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid over het verzoekschrift over de stijging van de huurprijzen voor studentenkamers.
De heer Cis Schepens, verslaggever : Dit verzoekschrift werd ingediend door een groep studenten die klagen over de jaarlijkse stijging van de huur voor studentenkamers. De indieners vragen een wettelijke regeling omdat de eigenaars zonder enige reden hun huur aanpassen.
De commissie beslist dat dit verzoekschrift onder het decreet inzake de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers valt. Er werd een gedachtewisseling gehouden met de heer Paul Van Damme, coördinator woonkwaliteit van de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid en met de heer Dirk Nachtergaele, diensthoofd Huisvesting van de stad Leuven.
Volgens de heer Van Damme zijn de richthuurprijzen, zoals bepaald in artikel 5 van het decreet niet overgenomen in de Vlaamse Wooncode. Bovendien is dit artikel 5 nog niet in werking getreden. De vraag naar kamers neemt toe, terwijl het aanbod daalt. Bovendien is er een grijs circuit waar de overheid geen vat op heeft. Richthuurprijzen opleggen heeft als eenzijdige maatregel geen zin. Conformiteitsattesten zijn zinvoller. De gemeenschappelijke voorzieningen kunnen niet ongeschikt verklaard worden, ook al zijn in die ruimten de grootste problemen te vinden.
De heer Dirk Nachtergaele, diensthoofd Huisvesting van de stad Leuven, stelde dat er in Leuven nog geen tekort is, maar wel een probleem. De oorzaken daarvan zijn de grotere emigratie uit Oost-Europa, de recente golfoorlog en de stijging van de Leuvense bevolking, niet het kamerdecreet van 1997. Hij klaagt aan dat persartikels over een zogenaamd tekort telkens prijsstijgingen tot gevolg hadden terwijl er in de periode 1995-2002 een overschot was.
Hij heeft een aantal oorzaken onderzocht. Doordat er meer huizen gekocht worden, verkleint de huurmarkt. Het kamertekort treft volgens hem voornamelijk buitenlandse en eerstejaarsstudenten. Hij vraagt ook om na te denken over een huurcontract voor vijf jaar met een jaarlijkse opzegmogelijkheid.
De stad Leuven tracht inwoners te verhuizen uit kamers die niet geschikt zijn voor permanente bewoning. Jarenlang gebruikte ze daarvoor de huursubsidies. De prijzen van woningen in Leuven overschrijden echter de maximale toegelaten huurprijzen voor die subsidies. Daarom is de huursubsidie enkel dienstig in kleine steden. Hij pleit voor een aanpassing van de schalen.
Bij renovatie van oude studentenhuizen zou men ook investeerders kunnen toelaten op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze meer kamers te creëren in een pand. De hoge koopprijzen vormen een groot probleem voor jonge gezinnen. Hij vindt het een goede beslissing dat het schepencollege jonge gezinnen kamers wil laten verhuren in het huis waar ze zelf wonen.
Door de goede controle van de huisvestingsdienst van de Leuvense universiteit is de situatie daar beter dan in andere steden. De commissieleden konden die bewering natuurlijk niet controleren.
De sprekers dachten dat ook in Wallonië gelijkaardige problemen bestonden. Enkele commissieleden betwijfelden de wenselijkheid of juridische haalbaarheid van een huurcontract voor vijf jaar met een jaarlijkse opzegmogelijkheid door de student.
De sprekers stelden dat ze allicht niet alle kamers een conformiteitattest konden afleveren binnen de drie jaar na de inwerkingtreding van het decreet. Die verplichting bestaat trouwens enkel als men het decreet zeer letterlijk interpreteert. De leden van de commissie formuleerden nog een aantal relevante bedenkingen, onder meer over de brandveiligheid.
De sprekers vonden het zinvol om het kamerdecreet te evalueren en bij te sturen. Ze stelden echter vast dat de administratie niet over voldoende evaluatiemateriaal beschikt over de huursubsidie en het kamerdecreet. Hun gegevens blijven beperkt tot cijfers. Het zou goed zijn om de woningmarkt nader te bestuderen want de wooninspectie stelt vast dat het grijze circuit groter is dan gedacht.
Aan het einde van de discussie kondigde mevrouw De Martelaere een voorstel van resolutie aan.
Is het parlement het eens met de conclusies van de commissie? (Instemming)
Ik zal de verzoeker hiervan in kennis stellen.
- De vergadering wordt geschorst om 15.53 uur.