Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de organisatie van buitenschoolse kinderopvang bij mensen thuis
Verslag
Aangekondigde hervoming van de kinderopvang
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Dillen tot mevrouw Adelheid Byttebier, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de door minister Landuyt aangekondigde hervorming van de kinderopvang en van mevrouw Van Den Heuvel tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de organisatie van buitenschoolse kinderopvang bij mensen thuis.
Inzake kinderopvang is er de laatste tijd een sterke evolutie aan de gang. In juni signaleerde Kind en Gezin nog dat er een vertraging was in de groei van de kinderopvangplaatsen. Nu stellen we vast dat meer en meer bedrijven initiatieven ontwikkelen.
Er is echter nog steeds een aanzienlijk tekort, zeker inzake de buitenschoolse kinderopvang. Dat heeft in de eerste plaats een negatieve invloed op de beroepsloopbaan van de moeders.
De heer Landuyt, minister van Werkgelegenheid en Toerisme, heeft nu aangekondigd dat hij de kinderopvang wil reorganiseren. Interimkantoren en bedrijven zullen instaan voor kinderopvang aan huis.
Op zich is dit initiatief het bestuderen waard. Nochtans is niet minister Landuyt maar wel minister Byttebier bevoegd voor de kinderopvang. Welke waarborgen biedt een dergelijk systeem voor kwaliteit? Hoe zal de selectie gebeuren? Wie zal instaan voor de controle? Indien een werknemersstatuut mogelijk is binnen dit systeem, dan is dat een ernstige discriminatie met het bestaande systeem.
Heeft minister Byttebier hierover overleg gepleegd met minister Landuyt? Welk standpunt heeft ze ingenomen over dit voorstel?
Mijn vraag gaat naar minister Landuyt. Ik heb begrepen dat minister Ceysens in zijn plaats zal antwoorden. Ik hoop dat het het antwoord van een socialistisch minister zal zijn, waarin ook het regeerakkoord terzake zal naar voren komen.
Kinderopvang is terecht een bekommernis van deze regering. Het is onze ambitie een echte basisvoorziening te realiseren voor iedereen, en 10.000 nieuwe plaatsen te creëren. Met de aangekondigde extra middelen van minister Landuyt moet dit zeker lukken. Toch stellen wij ons een aantal vragen bij de kwaliteit en de betaalbaarheid van het door hem gelanceerde plan.
Het werken met uitzendkrachten voor kinderopvang aan huis impliceert dat het gaat om tijdelijke krachten. Zullen zij een opleiding krijgen en zo ja, hoe? Zullen zij voldoen aan de voorwaarden van het kwaliteitsdecreet? Zal er intervisie zijn met collega's?
Het plan van minister Landuyt valt bovendien zeer duur uit. Er werd een kostprijs van 6,2 euro per uur genoemd. Voor een opvang van twee uur per dag zou dat een prijskaartje van 250 euro per maand betekenen, en dat is veel. In de bestaande kinderopvangcircuits kennen we een systeem van sociale solidariteit. In het voorgestelde plan is niets van sociale correctie terug te vinden.
Noch de vakbonden, noch de VVSG zijn overigens enthousiast over het nieuwe plan.
Het organiseren, het ondersteunen en het bewaken van de kwaliteit en de betaalbaarheid van kinderopvang zijn zeer belangrijk. De huidige organisatie ervan kent een grote verscheidenheid : we hebben de klassieke, gesubsidieerde vorm, de opvang door ouders - waarvoor recent aan een sociaal statuut gewerkt werd - , de zelfstandige en de buitenschoolse opvang. Aan het begin van deze legislatuur waren er in deze laatste vorm 7000 plaatsen, vandaag 20.000, en de uitbreiding gaat nog steeds door.
Tegenwoordig zijn er ook meer en meer initiatieven van KMO's die hun eigen opvang organiseren. Dat zijn goede initiatieven. De nood is immers gelieerd aan werkende mensen, terwijl hij anderzijds ook werk creëert. De vrees zou kunnen ontstaan dat de bedrijven nu ook de criteria van de opvang zullen gaan bepalen, maar dat is onterecht. De overheid blijft wel degelijk een rol spelen in de kwaliteitsbewaking. De bedrijven kunnen wel bemiddelen, een plaats inkopen, of een partner vragen de opvang te organiseren. Zij bieden hun werknemers voordelen als het gebruik van GSM of bedrijfswagens aan; waarom zouden zij dan niet tussenkomen in de ouderbijdrage van de kinderopvang?
Het concept dat minister Landuyt dit weekend voorstelde, bestaat eigenlijk al. Persoonlijk organiseer ik de opvang voor mijn kinderen via PWA. Die geeft mij geen garantie op het vak van kwaliteit en betaalbaarheid, maar dat is mijn eigen verantwoordelijkheid die ik graag opneem. Het idee is zeker realiseerbaar; het experiment met de dienstencheques is goed.
Ik antwoord in naam van minister Landuyt.
Het grote voordeel van de buitenschoolse kinderopvang via dienstencheques is de flexibiliteit. Er is zeer veel nood aan individuele, op maat gesneden opvang, zeker bij ouders die 's morgens heel vroeg of 's avonds heel laat werken. Degelijke opvang aan huis is dan in het belang van het kind.
Het verschil tussen de dienstencheques en de PWA-diensten is dat het bij cheques niet om werklozen gaat. Uiteraard moet kwaliteit onze permanente bezorgdheid blijven.
Het systeem hoeft overigens niet beperkt te blijven tot kinderopvang : er zou bijvoorbeeld ook aan de noden van de bejaarden kunnen tegemoetgekomen worden door boodschappendiensten te organiseren.
De idee van de dienstencheques op zich is zeer positief.
Dit ligt vandaag voor ter onderhandeling met de federale overheid in de tewerkstellingsconferentie. Vrijdag bespreekt de Vlaamse regering dit onderwerp om te zien welke realisaties mogelijk zijn. Het is verder onaanvaardbaar dat de federale staatssecretaris zich mengt in het debat over hoe de Vlaamse regering kinderopvang moet organiseren.
Het idee op zich is positief, aangezien het nuttig is individueel op maat gesneden kinderopvang aan huis te realiseren. Ik blijf echter bezorgd om de kwaliteit en de betaalbaarheid hiervan. Een dienstencheque kan niet instaan voor de volledige betaling en de bedrijven zullen niet bereid zijn om met financieel verlies te werken. Ik dring er op aan om met het parlement, de commissie Welzijn en de betrokken ministers ernstig van gedachten te wisselen om te kijken waar buitenschoolse kinderopvang in de toekomst toe moet komen.
Het basisidee om kinderopvang via uitzendkrachten te organiseren werd door minister Ceysens reeds gecorrigeerd. De minister heeft dit voorstel beperkt tot opvang van zieke kinderen en moeilijke opvang. Kinderopvang via uitzendarbeid mag geen veralgemeende werkwijze worden. Zou minister Landuyt niet beter overwegen de middelen die hij nu inzet aan te wenden voor de aanwerving van extra voltijdse werkkrachten voor de bestaande voorzieningen? Deze zouden de kwaliteitsbewaking kunnen garanderen en dan de flexibele opvang organiseren.
Ik vind het jammer dat u een vergelijking maakt tussen het organiseren van boodschappendiensten en kinderopvang via dienstencheques. Ik heb ook geen antwoorden gehoord over de betaalbaarheid van het systeem.
De zieke kinderen heb ik enkel aangehaald als voorbeeld. Minister Landuyt heeft zich enkel over de flexibele buitenschoolse kinderopvang uitgesproken. Ook ouderen zijn zeer kwetsbaar en de diensten die voor hen verstrekt worden, moeten dus aan dezelfde normen beantwoorden als die voor kinderen. Ik weiger te zeggen dat de dienstencheques geen goed systeem zouden zijn om deze noden te verhelpen.
Het incident is gesloten.