Verslag plenaire vergadering
Verslag
Vooreerst mijn dank voor het vertrouwen in mij als voorzitter van dit huis. Ik heb het genoegen deze regeerperiode als voorzitter te mogen afronden. Dat stelt mij in de mogelijkheid om mijn beleidsplan 1999-2004 volledig uit te voeren en op het einde van deze rit een round-up te maken van alle realisaties.
In alle bescheidenheid mag ik zeggen dat er heel wat initiatieven uit mijn plan zijn uitgevoerd of in de uitvoeringsfase zitten. Ik geef er u enkele mee.
In het kader van de relatie tussen burger en politiek is werk gemaakt van de handleiding met richtlijnen inzake sociale dienstverlening door de volksvertegenwoordigers en van de invoering van het zogenaamde 'klachtenrecht'. Er komt meer transparantie door een controle op het voorlichtingsbeleid van de Vlaamse overheid, de Vlaamse ministers en de Vlaams parlementsvoorzitter en er was de publicatie van de begroting van het Vlaams Parlement als parlementair stuk en de controle door het Rekenhof van de rekeningen van het parlement. Dat zijn allemaal zaken waar het Vlaams Parlement heden als parlementaire assemblee alleen voor staat.
Daarnaast is er het engagement in het Lambermontakkoord om de benaming Vlaams Parlement vanaf de verkiezingen van volgend jaar officieel in te voeren. Ook daar heb ik steeds op aangedrongen en doe dat hier vandaag met aandrang opnieuw.
Ook inzake de Vlaamse regelgeving werden heel wat verbeteringen doorgevoerd. Zo werd pas een lijvig handboek opgemaakt dat de Vlaamse volksvertegenwoordigers moet helpen bij het opmaken van hun parlementaire initiatieven. Het geeft duidelijke en bruikbare richtlijnen en zal de kwaliteit van de Vlaamse regelgeving zeker ten goede komen.
Met het engagement in de Calre en het voorzitterschap in 2002 heeft het Vlaams Parlement zijn stem ook op Europees vlak laten horen. Eind oktober 2002 organiseerden we in het Vlaams Parlement de zesde Calre-conferentie, waaraan 52 regionale Europese parlementen deelnamen.
De verslaggeving werd eveneens geoptimaliseerd. Sinds enkele maanden worden commissievergaderingen systematisch en op professionele wijze in een persbericht gegoten en onmiddellijk aan de media overgemaakt. Dat systeem zal binnenkort worden geëvalueerd. Het werd intussen reeds een eerste keer bijgestuurd om ervoor te zorgen dat de ideeën van de Vlaamse volksvertegenwoordigers beter aan hun trekken komen.
Met het Huis van de Vlaamse volksvertegenwoordigers hebben we niet alleen een aangename werkruimte gecreëerd voor onze personeelsleden en volksvertegenwoordigers. Het is eveneens een prachtige Vlaamse ontmoetingsruimte geworden voor allerhande evenementen. Zo zal de Lokettenzaal vanaf oktober de perfecte locatie zijn voor de eerste grote tentoonstelling van het Vlaams Parlement.
Dit najaar zal ik ook verder werk maken van mijn Handvest van Vlaanderen, zoals aangekondigd op 11 juli 2002. Ik heb toen democratisch Vlaanderen opgeroepen om mee een basistekst te schrijven over wat de belangrijkste democratische beleidsprincipes van de Vlaamse samenleving moeten zijn. Ik blijf de hoop koesteren dat de deelgebieden binnen afzienbare tijd over een eigen grondwetgevende bevoegdheid kunnen beschikken en dus een eigen Grondwet kunnen schrijven. In afwachting daarvan wil ik dat Vlaanderen over een Handvest beschikt waarin, naast de essentiële rechten van diverse internationale verdragen, vooral dé beleidsbeginselen van het Vlaams Parlement ten aanzien van zijn burgers duidelijk worden. Het gaat hierbij dus niet alleen over de ideeën van een toevallige regeringsmeerderheid. Het Handvest maakt de doelstellingen duidelijk waarvoor het democratisch Vlaanderen van vandaag en morgen moet staan. Het Vlaams Parlement kan dat dan toetsen. Eind 2002 heb ik mijn discussietekst aan Vlaanderen voorgesteld.
Er zijn de voorbije maanden meer dan 195 reacties op het Handvest ontvangen. De tekst is op basis van deze opmerkingen aangepast en zal binnenkort worden besproken met de fracties in dit huis. Bedoeling is dat tegen 2004 het kader voor een formele Grondwet voor Vlaanderen is gecreëerd, een tekst waarvoor zowel het politieke niveau maar evenzeer de burger en het middenveld een actieve bijdrage hebben geleverd.
Ik heb als voorzitter van het eerste rechtstreeks verkozen Vlaams Parlement steeds gestreefd naar een zo efficiënt mogelijke werking waarin ruimte is voor open debatten over die aspecten, die knelpunten waarmee onze samenleving te maken heeft. Geen 'ver-van-mijn-bed'-debatten, maar over de daadwerkelijke problemen en behoeften van onze burgers. Het Vlaams Parlement heeft daarin een zeer belangrijke rol te spelen. Zo kwamen onder andere volgende onderwerpen als debatten aan bod : armoede en sociale uitsluiting, mobiliteit, bijzondere jeugdzorg, de sociale onrust in het onderwijs, de afbakening van de kwetsbare gebieden, de luchthaven van Zaventem, de financiering van gemeenschappen en gewesten, de wateroverlast in het Vlaamse gewest en de werkgelegenheid en werkloosheid in Vlaanderen.
Ik ben als politicus steeds uitgegaan van een langetermijnvisie. Dat was zo tijdens mijn ministerschap, en diezelfde werkwijze heb ik tijdens mijn parlementsvoorzitterschap aangehouden. Getuige daarvan mijn twee beleidsplannen. Langetermijnbeleid en strategische beleidsvisie vormen voor mij de basis van goed bestuur. Ik las onlangs in een artikel van De Standaard echter dat dat langetermijndenken een politicus niet sexy maakt, dat het niet wervend is en dat daarmee geen verkiezingen worden gewonnen. Het kan zijn, maar ad-hocbeslissingen mogen dan misschien wel trendy en fris overkomen, ze zullen veel van hun aantrekkelijkheid verliezen wanneer blijkt dat ze vaak door een te snelle en onvoldoende doordachte handelswijze in de praktijk niet doeltreffend blijken te zijn. Politiek is het vanuit alle invalshoeken analyseren van een probleem en dat dan, na grondig overleg en gekaderd in een duidelijke beleidsvisie, uitwerken en implementeren. Dat klinkt misschien saai, maar dat is het niet. Integendeel, is er iets meer uitdagend dan meewerken aan oplossingen voor maatschappelijke problemen? Het lijkt mij de enige manier om aan betrouwbare en duurzame politiek te doen.
Het laatste parlementaire werkjaar voor een verkiezingen loopt traditiegetrouw in een ietwat bijzondere sfeer. Nog negen maanden, of preciezer nog 264 dagen, scheiden ons van de derde rechtstreekse verkiezing van dit Vlaams Parlement. Het Vlaams Parlement moet ook dit laatste jaar van deze regeerperiode de krachten bundelen en beleidslijnen uitwerken in alle bevoegdheidsdomeinen van Vlaanderen.
Ik een warme oproep aan alle democratische fracties om in een constructieve geest en met bekwame spoed het beleid verder vorm te geven zonder zich enkel en alleen te focussen op imagobuilding in het kader van de verkiezing in 2004.
Ik weet dat dit deels utopisch is, maar mag ik toch vragen om een gezond evenwicht tussen inhoudelijk beleid, amusementswaarde en imagovorming te behouden. De verkiezingssfeer kan ook juist een animerende tint geven aan de inhoudelijke debatten.
We moeten continu kwaliteit en degelijkheid maar evenzeer inbreng en creativiteit van jullie allemaal een kans te geven. Wat ik vaststel, is dat de rol van een assemblee sterk aan wijzigingen onderhevig is. Onder mijn impuls werd de voorbije jaren een grondige studie uitgevoerd naar de werking en de noden van hedendaagse parlementen. Die studie is nu klaar en bevat de krachtlijnen van een hedendaagse moderne werking van een parlement. Het bijzondere aan deze studie is dat ze bijdragen van een academisch niveau koppelt aan een doorlichting van het parlementaire werk, geschreven vanuit de dagelijkse ervaring. Het is de eerste keer dat in Vlaanderen zulk een omvangrijk theorievormend werk over de werking van een parlement werd samengesteld. Het boek bevat geen politieke conclusies of aanbevelingen van politieke aard, maar wil vooral een status quaestionis zijn, op basis waarvan de politieke fracties en de parlementsleden zelf conclusies kunnen trekken over de richting die het Vlaams Parlement in de toekomst het best uitgaat. Dit boek zal begin januari worden gepubliceerd. Ik hoop dat we hieruit de nodige lessen kunnen trekken om ons parlement nog performanter te laten functioneren.
Maar wij politici moeten ons wel realiseren dat, ongeacht de goede structuur en organisatie van het parlement, de inzet in dit huis enkel en alleen onze eigen verantwoordelijkheid is. Wanneer dit politiek niet loopt zoals we het graag hebben willen, dan moeten we daarvoor de hand in eigen boezem steken. Dat geldt zowel voor de meerderheid als de oppositie. Ik wens iedereen een vruchtbaar werkjaar toe. (Applaus)
Ik verklaar het Vlaams Parlement geconstitueerd. Hiervan zal worden kennis gegeven aan de Vlaamse regering, de Senaat, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, het Parlement de la Communauté française, het Parlement wallon, de Rat der Deutschsprachigen Gemeinschaft en de Brusselse Hoofdstedelijke Raad.