Verslag plenaire vergadering
Verslag
VOORSTEL VAN DECREET
Wijziging van het Elektriciteitsdecreet wat de openbare verlichting betreft
Algemene bespreking
Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Schuermans, De Roo en De Smet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de openbare verlichting betreft.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Van Nieuwenborgh, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
, verslaggever : De Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie besprak het voorstel van decreet van de heren Schuermans, De Roo en De Smet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000 op 3 en 17 juni 2003. Het voorstel van decreet werd in de commissie verworpen.
Op 1 juli 2003 heeft de heer Schuermans de voorzitter van het Vlaams Parlement schriftelijk verzocht om het verworpen voorstel van decreet op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen. Op 2 juli 2003 heeft de plenaire vergadering het verworpen voorstel van decreet terug verwezen naar de commissie om daar bij voorrang opnieuw te worden besproken.
Op maandag 7 juli heeft de commissie hieraan een nieuwe bespreking gewijd. Bij volstrekte meerderheid werd beslist dat er aan de plenaire vergadering een mondeling verslag zou worden uitgebracht over deze nieuwe bespreking.
De basis voor de nieuwe bespreking was een amendement dat door de indieners van het voorstel van decreet ingediend werd op 3 juli 2003 dat ertoe strekt de openbare verlichting als openbare dienstverplichting toe te wijzen aan de netbeheerder in plaats van aan de leverancier.
De heer Schuermans lichtte toe dat de lokale besturen ook na de liberalisering van de elektriciteitsmarkt de kans moeten hebben om elektriciteit aan te kopen tegen een gunsttarief voor het garanderen van objectieve veiligheid. Hij benadrukte dat zijn fractie alleen de bestendiging vraagt van een bestaande maatregel. Het is niet de bedoeling het inkomstenverlies van de gemeenten, namelijk de dividenden, te compenseren door een nieuwe inkomstenbron. In het oorspronkelijke voorstel van decreet was er sprake van een verplichting in hoofde van de leverancier. In het ingediende amendement wordt die openbare dienstverplichting ingevolge opmerkingen van de minister toegewezen aan de netbeheerder.
De heer De Roo benadrukte dat de kosten van de openbare verlichting voortaan merkelijk hoger zullen liggen in Vlaanderen dan in Wallonië of in Brussel. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd een regeling uitgewerkt waarin de verplichtingen werden opgenomen die de distributienetbeheerder op zich moet nemen. Het gaat daar over de constructie, de vernieuwing, de bevoorrading en het onderhoud van de installaties van openbare verlichting.
De totale kostprijs voor de openbare verlichting van de Vlaamse intercommunales uit de gemengde sector beloopt ongeveer 27 miljoen euro. Het gevolg van het niet inschrijven van die openbare verlichting als openbare dienstverplichting heeft ernstige financiële gevolgen. Voor een gemeente als Maldegem gaat het over een meerkost van 4 miljoen Belgische frank per jaar.
De heer Tobback lichtte het amendement toe dat door hemzelf en de heren Vermeiren en Glorieux werd ingediend en dat ertoe strekt alleen de exploitatie van de openbare verlichting als openbare dienstverplichting te beschouwen. De exploitatiekosten liggen niet zo veel lager dan de verbruikskosten zodat het financieel verlies voor de gemeenten aldus voor een groot stuk kan worden goedgemaakt.
Een goedkeuring van het amendement van de CD&V-fractie leidt volgens hem vooral tot een verhoging van de kilowattuurprijs, waardoor de kosten verhaald worden op iedere burger. Het is dus een verkapte belasting waarmee de openbare verlichting gefinancierd wordt, niet alleen voor de veiligheid maar ook voor de verlichting van voetbalpleinen en voor eigen initiatieven van de gemeenten. Hij meent dat sociale veiligheid via andere en meer transparante technieken moet worden betoelaagd.
De heer Eddy Schuermans ontkende dat het CD&V-amendement leidt tot een minder doorzichtige prijsvorming. Elke openbare dienstverplichting heeft volgens hem een effect op de prijs. Hij benadrukte nogmaals dat het amendement van de CD&V geen gratis stroom vraagt voor de gemeenten. Er is alleen sprake van het bestendigen van de gunsttarieven. Hij besloot dat het amendement van de meerderheid goed bedoeld is maar tekort schiet.
Mevrouw De Maght-Aelbrecht vroeg verduidelijking omtrent het begrip "exploitatie van openbare verlichting". Verwijst dit alleen naar het leveren van lampen en palen aan gunsttarief of ook naar het leveren van elektriciteit of van verkeerspalen aan goedkope tarieven? Zij is van oordeel dat zowel elektriciteit als investeringen onder het begrip "de exploitatie van openbare verlichting als openbare dienstverplichting". Ressorteren.
De heer Francis Vermeiren schetste de huidige situatie. De investeringen gebeuren door intercommunales met aftrek van de dividenden van de gemeenten. Het voordeel zit hem in het niet aanrekenen van BTW.
De heer Tobback bevestigde de visie van de heer Vermeiren en sprak over een verdoken energieheffing. Uiteindelijk haalt de intercommunale zijn inkomsten bij de verbruiker, zodat de kleine verbruikers, de gezinnen, het meest betalen. Hij pleitte ook voor zoveel mogelijk transparantie in tarieven en prijzen. Hij is van oordeel dat de veiligheidsproblematiek niet moet worden opgelost via de elektriciteitsrekening van de gezinnen maar door de federale overheid die beloftes deed om het verlies aan dividenden te compenseren.
De heer De Roo herhaalde dat iedereen wacht op de ELIA-gelden en op het uitvoeren van de beloften van de Programmawet van december 2002. Hij merkt op dat er thans reeds een omvangrijk pakket aan openbare dienstverplichtingen bestaat : de verdeling van gratis stroom, de federale maatregelen via het Fonds-Vande Lanotte en de budgetmeter. De 27 miljoen euro die CD&V thans voorstelt, gelden echter voor iedereen. Hij herhaalde zijn voorstel om de ordonnantie die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest goedgekeurd heeft, over te nemen.
De heer Dirk Van Melkebeke, kabinetschef van minister Bossuyt lichtte toe dat in Wallonië decretaal is voorzien dat de netbeheerders aan de gemeenten een voorstel doen over de onderhoud van de openbare verlichting tegen kostprijs. In Brussel zit men in een patsituatie. Er is inderdaad een ordonnantie goedgekeurd maar de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) heeft geweigerd om toe te laten die kosten door te rekenen in de kilowattuurprijs zodat er in Brussel nu een analoog systeem bestaat als in Wallonië. Niets belet de netbeheerder een offerte te laten organiseren voor de investeringen en de elektriciteit zodanig dat via schaalvergroting een interessante formule mogelijk is.
Uiteindelijk is de hamvraag in welke mate de kosten kunnen worden doorgerekend in de elektriciteitsprijs. Vandaar het tussenvoorstel van het meerderheidsamendement om alleen de exploitatie van de openbare verlichting in rekening te brengen.
Mevrouw Demeester-De Meyer concludeerde dat de zogenaamde prijsverlaging van de liberalisering door de gemeenten wordt betaald. Ofwel de gemeenten voor de openbare verlichting, ofwel wordt dit doorgerekend in de elektriciteitsprijs.
De heer Tobback verklaarde dat hij voor een energieheffing is. Met dit voorstel van decreet wil men echter de openbare verlichting laten betalen via een verkapte belasting.
De heer Vermeiren concludeerde dat iedereen vragen heeft over de gevolgen van de liberalisering van de energiemarkt voor de gemeenten. Hij heeft het gevoel dat eenieder de schade wenst te beperken en de openbare verlichting wil vrijwaren. Er is volgens hem een directe correlatie tussen dividenden en investeringen. De federale overheid moet duidelijkheid geven over het niet invullen van de BTW op vlak van de diensten van de intercommunales aan de gemeenten.
De kabinetschef verduidelijkte dat ingrijpen op de tarieven een federale bevoegdheid is. De heer Eddy Schuermans verklaarde dat decretaal werd vastgelegd dat de gratis stroom een openbare dienstverplichting is. Het Vlaams Parlement kan stellen dat dit ook het geval is voor de openbare verlichting.
De kabinetschef stelde dat het doorrekenen van de kostprijs in de elektriciteitsprijs een zaak is voor de CREG. Maatregelen, zoals gratis stroom, moeten ter goedkeuring aan die instantie worden voorgelegd. Met de VREG werd al overlegd wat onder het pakket openbare verlichting valt en verder werd er gepraat over wat het begrip onderhoud dekt.
De heer Johan De Roo diende een nieuw amendement in dat voorstelt om de exploitatie en bevoorrading van de openbare verlichting te beschouwen als openbare dienstverplichting. Het amendement nummer 3 beoogt het distributienetbeheerderstarief dat een intercommunale moet betalen aan de producent, te behouden voor de gemeenten voor wat de openbare verlichting betreft.
De heer Eddy Schuermans vulde aan dat het bestempelen van exploitatie en bevoorrading van openbare verlichting als openbare dienstverplichting geen uitspraak doet over wie deze opdracht moet uitvoeren, maar wel dat de opdracht tegen betere voorwaarden moet gebeuren. Het amendement nr. 3 en het voorstel van decreet creëren alleen decretaal de mogelijkheid om netbeheerders verplichtingen op te leggen. De regering moet concreet bepalen hoe die moeten worden ingevuld. De kostprijs zal het voorwerp zijn van een regeringsbeslissing in overleg met de regulator.
De heer Bruno Tobback is van oordeel dat het amendement van CD&V voor de bevoorrading een lege doos is. Alleen de exploitatie is een door de regering eenvoudig te bepalen deel van de prijs.
De kabinetschef wees erop dat het amendement impliceert dat de Vlaamse regering een tarief zal bepalen. In dat geval treft ze een tariefmaatregel. De heer Bruno Tobback benadrukte dat het vaststellen van tarieven geen Vlaamse bevoegdheid is. Het Vlaamse niveau kan niet bepalen dat gemeenten kortingen kunnen krijgen. Dat staat haaks op de principes van de liberalisering van de energiemarkt. Hij is wel bereid om het aspect exploitatie, wel een Vlaamse bevoegdheid, te regelen.
Het amendement nummer 3 van CD&V werd met 8 stemmen tegen 5 niet aangenomen. Het amendement nummer 2 van de meerderheid dat artikel 2 van het voorstel vervangt, werd met 8 stemmen bij 5 onthoudingen aangenomen. Het artikel 3 en het geamendeerde voorstel van decreet werden eenparig met 13 stemmen aangenomen. (Applaus)
Het is belangrijk dat er een nieuwe bespreking is geweest omdat een en ander als een openbare dienstverplichting wordt aanvaard. We vinden dat de bevoorrading ook deel moet uitmaken van de openbare dienstverplichting. We houden ons amendement aan. Men moet goed beseffen dat datgene wat we voorstellen een sociale maatregel is, die zonder enige discussie aanvaard kan worden door de regulator. Niets is meer sociaal dan ervoor te zorgen dat mensen zich veilig voelen in hun gemeente. We schrijven die opdracht van de lokale overheid unaniem in het voorstel van decreet in, maar de gevolgen zijn helaas nog niet getrokken. We zullen proberen om iedereen daarvan nog te overtuigen.
Het was een goede beslissing om het voorstel van de heer Eddy Schuermans opnieuw naar de commissie te sturen. We onderschrijven allemaal het probleem dat de indieners van het voorstel van decreet aankaarten. Het amendement van CD&V houdt onvoldoende rekening met de doelstelling van de liberalisering van de energiemarkt. De openbare verlichting als openbare dienstverplichting catalogeren zou leiden tot een minder doorzichtige prijsvorming voor de gezinnen. Bovendien zou het de kilowattuurprijs doen stijgen en zou de prikkel tot rationeel energieverbruik te zeer worden beperkt. Daarom hebben de meerderheidsfracties een nieuw amendement ingediend dat enerzijds wel begrip heeft voor het probleem van de lokale besturen die voorzien in openbare verlichting, en anderzijds geen sterke stijging van de kilowattuurprijs wil veroorzaken. Met het amendement willen we er rekening mee houden dat we ook in een CREG-kader werken. Regelgeving die neerkomt op een tariefmaatregel, dreigt op verzet van de CREG te stuiten.
De beslissing om in Vlaanderen versneld werk te maken van de liberalisering van de energiemarkt heeft ernstige gevolgen voor de financiën van de Vlaamse lokale besturen. Daarom dringen we er bij de Vlaamse regering op aan om erop toe te zien dat de verbintenissen die ten aanzien van de lokale besturen zijn aangegaan, ook daadwerkelijk worden nagekomen. Dat is belangrijk om de gevolgen van de vrijmaking van de energiemarkt voor steden en gemeenten enigszins te compenseren.
Door de mogelijkheden van het amendement van de meerderheid wat betreft de exploitatie en het feit dat in het nieuwe federale regeerakkoord expliciet staat dat men artikel 431 van de wet van 24 december 2002 wil uitvoeren, zullen we zo snel mogelijk een oplossing voor het probleem vinden. Dit voorstel van decreet is een mooi voorbeeld van degelijk parlementair werk. (Applaus bij CD&V, de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
We verheugen ons erover dat we door de bespreking in de commissie zijn gekomen tot een voorstel dat door de meerderheid wordt gesteund. Het onderhoud van het distributienet, zoals de plaatsing en het onderhoud van de openbare verlichtingspalen, is een verantwoordelijkheid van de distributienetbeheerder. Private aanvragen vormen daarop een uitzondering, omdat die niet tot de openbare dienstverlening behoren.
In het amendement van de meerderheid had men het alleen maar over de exploitatie van de openbare verlichting. Wij willen daar nog de bevoorrading aan toevoegen. De gunsttarieven waar de gemeenten nu van genieten dreigen door de liberalisering weg te vallen, tenzij we de bevoorrading van de openbare verlichting als openbare dienstverlening beschouwen. De openbare verlichting is er tenslotte voor de mensen.
Het tegenargument van de heer Tobback dat daardoor de prijs per kilowattuur zal verhogen, klopt. Maar de prijs per kilowattuur is vroeger al verhoogd om redenen van algemeen belang. Waarom moeten de gemeenten altijd de dupe zijn? Wij vragen dat de intercommunales de kosten voor de openbare verlichting tegen de basisprijs aan de gemeenten doorrekenen. Deze openbare dienstverplichting zal Vlaanderen 27 miljoen euro kosten.
In Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft men een vergelijkbare maatregel genomen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgt de regels van de geliberaliseerde markt nog niet, maar heeft wel al besloten dat de bevoorrading van de openbare verlichting en de openbare gebouwen aan een gunsttarief blijft. Wij vragen alleen een gunsttarief voor de openbare verlichting. De Vlaamse gemeenten zullen meer betalen dan de Waalse en de Brusselse omdat het Vlaams Parlement de moed niet heeft om de gemeentelijke belangen te beschermen.
Zelfs als dit amendement wordt goedgekeurd, zal mijn gemeente jaarlijks 4 miljoen euro meer betalen voor de openbare verlichting. Omdat de kosten voor grote gemeenten nog groter zullen zijn, dienen wij ons amendement opnieuw in.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Schuermans, De Roo en De Smet houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat de openbare verlichting betreft.
De stemmingen over het amendement op artikel 2 en over het artikel 2 worden aangehouden.De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
Wij zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.