Verslag plenaire vergadering
Verslag
ONTWERP VAN DECREET
Kyotoprotocol
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto, waarvan het opschrift door de commissie werd gewijzigd als volgt : "ontwerp van decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto.
De algemene bespreking is geopend.
U heeft eerder vandaag aangehaald dat wij te vroeg waren met onze vragen over accijnsverhogingen ten gevolge van de uitvoering van het Kyotoprotocol. Ik zou dan ook willen vragen om dit agendapunt te verdagen. Ik denk dat het geen zin heeft nu te praten over een samenwerkingsakkoord terwijl er geen zekerheid is over de beslissingen die zullen vallen op federaal niveau.
Het gaat hier over een instrument van samenwerking en niet over de wijze waarop dat gebeurt. De doelstelling is om het Nationaal Klimaatplan, het Vlaams Klimaatplan en de Klimaatplannen van de andere gewesten op elkaar af te stemmen. Er zal ongetwijfeld nog een debat volgen in de commissie over de federale maatregelen die worden uitgevoerd.
Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
In het kader van het Raamverdrag van de VN inzake Klimaatverandering van Rio en het Protocol van Kyoto heeft de EU in 1998 een interne lastenverdeling afgesloten waarbij België haar broeikasuitstoot met 7.5 procent moet reduceren ten opzichte van 1990.
De Vlaamse regering heeft zich in 2001 geëngageerd om haar broeikasemissies tegen 2005 te stabiliseren tot het niveau van 1990 op voorwaarde dat de federale overheid maatregelen neemt op het vlak van energie, transport, fiscaliteit en productnormering.
De besprekingen over de lastenverdeling tussen de gewesten liepen vorige zomer in het slop door een weigering van het Waalse gewest om mee te werken.
Dit samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten biedt een kader voor het uitvoeren, het opvolgen en het evalueren van een Nationaal Klimaatplan. Elke partner heeft één stem en beslissingen worden bij unanimiteit genomen.
Agalev is wantrouwig. Om tot oplossingen te komen, moeten zowel de federale overheid als de gewesten akkoord zijn.
Verder stelt Agalev dat het decreet zo snel mogelijk in voege moet treden. Er is immers dringend nood aan een organisatorisch kader voor een permanente dialoog tussen de federale overheid en de gewesten.
Het Vlaams Blok blijft erbij dat België slecht onderhandeld heeft in de EU. Ook over de procentuele verdeling van de lasten tussen de verschillende gewesten bestaat er nog steeds geen akkoord. Verder stelt deze partij dat de Vlaamse bedrijven al meer werk gemaakt hebben van energie-efficiënte maatregelen dan de Waalse.
CD&V blijft wachten op concrete maatregelen en vreest voor een ernstige afslanking van de Vlaamse bedrijven als Europa beslist dat de lidstaten niet méér gratis emissierechten mogen toekennen aan hun industrie dan het percentage van de uitstoot in 1990. Hierover is trouwens een amendement aangenomen binnen de commissie voor Energie en Milieu van het Europees Parlement. Wat zal de Vlaamse regering doen om te beletten dat dit amendement door de plenaire vergadering van het Europees Parlement wordt aanvaard?
CD&V is ten slotte ook de mening toegedaan dat dit dossier kan evolueren tot een geladen communautair dossier.
De VLD meent dat er, in het kader van de samenwerking tussen de gewesten, communautaire gevoeligheden kunnen optreden. De partij is immers van oordeel dat er van Vlaanderen momenteel een te zware inspanning wordt gevraagd.
Minister Sannen beseft dat de verdeling van de lasten nog heel wat communautaire heibel met zich zal meebrengen. Tegen 2005 zou er in ieder geval duidelijkheid moeten zijn. Het samenwerkingsakkoord werd intussen al aanvaard door de federale overheid en door het Brussels gewest. Het Waals Gewest moet echter nog heel de procedure doorlopen. In ieder geval zal men er niet vóór het zomerreces klaar mee zijn.
Dit ontwerp van decreet werd unaniem aanvaard. (Applaus)
Iedereen is er het over eens dat het Kyotovprotocol onverkort moet uitgevoerd worden. Toch wens ik een aantal bezorgdheden te uiten over dit samenwerkingsakkoord.
Het feit dat het Waalse gewest dit samenwerkingsakkoord nog niet bekrachtigd heeft en het ter goedkeuring voorgelegd heeft aan de Raad van State, is toch een illustratie van de hallucinante procedures die in dit land moeten gevolgd worden. In totaal zal de Raad van State zich al een vijftal keren gebogen hebben over dit samenwerkingsakkoord. Misschien kan er eens aan simpelere procedure gedacht worden.
Het klimaatprobleem is een communautair probleem van de eerste orde geworden.
Collega Matthijs zei ook al dat de Nationale Klimaatconferentie paritair werd samengesteld. Men krijgt dus een soort vergrendeling die mogelijke oplossingen in de weg staat. Iedereen kan gaan dwarsliggen.
Ik ben er dus voorstander van om na te gaan of dit alles, in het kader van de federale onderhandelingen, niet in één pakket kan opgenomen worden. Vlaanderen is immers vragende partij voor de uitvoering van het Kyotoprotocol en wil geen lineaire toewijzing van de lastenverdeling.
Zoals met alle moeilijke communautaire dossiers laat men dit probleem door een commissie behandelen. De vraag is echter of men op die manier, op een korte termijn, een oplossing zal kunnen bereiken.
We houden ons hart vast voor de oplossingen die de federale onderhandelaars naar voor schuiven. Gaat het hier niet om één grote doorschuifoperatie naar de gewesten?
De transportsector zal heel wat inspanningen moeten leveren. Omwille van het klimaatprobleem speelt de financiering van de NMBS hierbij een belangrijke rol. Het openbare vervoer kan ervoor zorgen dat er minders auto's en vrachtwagens rondrijden. Misschien is dit wel de belangrijkste milieumaatregel.
Uit de regeringsonderhandelingen blijkt echter dat er niet onmiddellijk een verhoging van het aantal treinen mogelijk is. Ik hoorde zelfs al dat het NMBS-investeringsplan zou verschoven worden van 10 naar 14 jaar. Verder impliceren de voorstellen van pre- en cofinanciering dat Vlaanderen, voor een bedrag van 16 miljard euro, mee zal mogen betalen voor een aantal investeringen.
Alle andere maatregelen die momenteel door de federale overheid voorgesteld worden, kunnen in feite al door Vlaanderen uitgevaardigd worden. Ik denk hierbij onder andere aan maatregelen rond rationeel energiegebruik, modulering van de belasting op inverkeersstelling en de benchmarktconvenanten. Een aantal andere maatregelen zoals de aanleg van windmolenparken zijn al in uitvoering.
We vrezen dat het federaal klimaatbeleid zich voornamelijk zal enten op de aankoop van emissierechten in het buitenland. Dit zal echter geen soelaas bieden voor het klimaatprobleem.
De emissierechten zouden uitgewerkt moeten worden door de Nationale Klimaatcommissie. Men zal echter snel in een patstelling verzeild raken.
Hoe zal men trouwens de middelen van het federale Kyotofonds besteden? Dit fonds wordt onder andere gefinancierd door de opbrengst op de heffingen op het transmissienet. Dit zijn echter ook weer Vlaamse bevoegdheden. Het zou dus logisch zijn dat de opbrengst van dit fonds overgeheveld wordt naar de gewesten.
Ik wens ten slotte ook nog stil te staan bij het voortgangsrapport van het Vlaamse klimaatsbeleidsplan. Hierin staat dat we de vooropgestelde doelstellingen niet zullen halen tegen 2005. Dit rapport zegt trouwens ook dat Vlaanderen volledig afhankelijk is van een federale, CO²-energietaks. Deze taks zou niet alleen goed zijn voor het milieu maar zou ook 9.500 nieuwe arbeidsplaatsen opleveren. Indien er bepaalde combinaties van maatregelen gemaakt zouden worden zou men zelfs 20.000 nieuwe jobs kunnen creëren.
De federale overheid moet echter zijn verantwoordelijkheid nemen. Ons Vlaamse klimaatbeleid is op het federale niveau afgestemd. Indien het federale niveau haar verantwoordelijkheid weigert op te nemen, zal het er in de Nationale Klimaatconferentie nog hartig aan toegaan en zal men niet tot de uitstippeling van een consequent klimaatbeleid kunnen overgaan.
Dit ontwerp van decreet beoogt een samenwerkingsverband tussen gewesten en federale staat voor het opstellen, uitvoeren en opvolgen van een Nationaal Klimaatplan in het kader van het Kyotoprotocol. Over de toekomst van dit protocol bestaat echter veel onduidelijkheid.
Op 16 juni 1998 werd een interne lastenverdeling afgesproken door de Europese Unie, waarbij België zeer slecht onderhandeld heeft. Wij blijken onze verplichtingen niet te kunnen nakomen. Integendeel, de emissie van broeikassen is nog toegenomen. In de bedrijfsleven is hierover terecht heel wat onrust ontstaan. De chemische sector in de Antwerpse haven heeft duidelijk gemaakt dat een terugdringing van de CO²-uitstoot niet evident is.
De federale regeringsonderhandelingen verlopen intussen moeizaam. De uitvoering van het Kyotoprotocol vormt daarbij een heet communautair hangijzer. De regeringsonderhandelaars zouden een oplossing hebben uitgewerkt en uit de persberichten hierover leiden we af dat er geen extra geld komt voor het behalen van de Kyotonorm en dat er verschuivingen zullen plaatsvinden aan inkomstenzijde.
Zo zouden de accijnzen op de brandstoffen worden verhoogd. Het is duidelijk dat de federale regering in haar zoektocht naar financiële middelen alle heil zoekt in de accijnsverhogingen op brandstof, zoals we al konden vaststellen bij de bespreking van het samenwerkingsakkoord voor de bodemsanering van tankstations. Hoeveel zal een liter brandstof in de toekomst kosten? Weer zal de burger voor alle kosten moeten opdraaien. De burger moet weten waarom accijnzen worden verhoogd, namelijk met het oog op het voeren van een goed milieubeheer. De federale regering is hierover echter zeer onduidelijk.
Dit samenwerkingsakkoord is noodzakelijk, maar het Vlaams Blok eist een sterke onderhandelaar bij het bespreken van het Nationaal Klimaatplan. Die onderhandelaar moet Vlaanderen redden van een economische ondergang bij de verdeling van de lasten tussen de gewesten. We zullen deze vertegenwoordiger van de Vlaamse regering nauwgezet opvolgen.
Om al deze redenen en omdat de federale onderhandelingen over het Kyotoprotocol nog steeds bezig zijn, zullen we ons bij de stemming onthouden. (Applaus bij het VB)
Het gaat hier om een samenwerkingsakkoord dat aanleiding moet geven tot een nationale klimaatcommissie, die er op haar beurt voor moet zorgen dat Vlaanderen een permanente dialoog kan voeren over de uitvoering van het Kyotoprotocol. Ik kan me niet voorstellen dat het Vlaams Blok daar problemen mee heeft. Het gaat hier duidelijk nog niet over internationale onderhandelingen.
Het inhoudelijke debat over de maatregelen die genomen moeten worden, zal natuurlijk wel aan bod komen in de nationale klimaatcommissie. Minister-president Somers zal de onderhandelingen namens Vlaanderen voeren. Ik heb een groot vertrouwen in zijn onderhandelingskwaliteiten.
Het debat over de accijnsverhoging moet op federaal niveau worden gevoerd. Voor het afsluiten van samenwerkingsakkoorden moeten ten slotte bepaalde regels worden gevolgd. Om deze regels te veranderen, is een staatshervorming nodig.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 14 november 2002 tussen de federale staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opstellen, het uitvoeren en het opvolgen van een Nationaal Klimaatplan, alsook het rapporteren, in het kader van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering en het Protocol van Kyoto.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen.
- De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.