Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Van Dijck tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over de deontologische verantwoording voor het recente schrijven van de minister omtrent vrouwen in de politiek
Naar aanleiding van de gebeurtenissen in het Antwerpse stadhuis heeft de minister een open brief aan alle vrouwen geschreven. Zij is scherp tegenover diegenen die zouden denken dat een sterk college een mannelijk college is.
In de brief stond dat een bepaalde partij wel de moed had om opnieuw vrouwen voor te dragen. De burgemeestercarrousel zou haantjesgedrag zijn. Heeft de minister die brief geschreven vanuit haar bekommernis voor de gelijke kansen of had zij politieke bedoelingen?
De heer Van Dijck heeft verwezen naar een actie van het Evenwichtsteam. Dat is een groep van politieke vrouwen van verschillende politieke partijen die streeft naar de versterking van de positie van vrouwen in de politiek. Eén van de meest actieve leden van deze groep is Frieda Brepoels, net als de heer Van Dijck lid van N-VA.
Deze groep pleit voor de toepassing van het ritsprincipe bij de samenstelling van verkiezingslijsten, ondersteunt vrouwen die in de politiek zijn gestapt en voert een campagne Stem vrouw.
Tijdens onze meest recente samenkomst hebben we beslist dat Axel Peleman en Yasmine ons liedje Voor elke man een vrouw in het parlement zouden vertolken. We hebben kennis genomen van het onderzoek van Marx Swyngedouw en Petra Meyer over het effect van de quotawet op de lijstsamenstelling en ik heb een open brief voorgelezen waarin ik mijn bekommernis heb geuit over het feit dat vrouwen vaak het eerste slachtoffer zijn van een politieke crisis.
De crisis in Antwerpen was daarvan een goed voorbeeld. Men riep om een sterk college en het uiteindelijke resultaat was dat alle vrouwen moesten opstappen.
Het Evenwichtsteam dat vrouwen wil overtuigen om de stap naar de politiek te zetten, wil hen ook opvolgen en beschermen. De open brief die ik heb voorgelezen, genoot de steun van alle aanwezigen. Hierover werd in de media verslag uitgebracht op 9 april. Het verbaast me dan ook dat ik hiermee op 7 mei nog geconfronteerd word in een actuele vraag. Niettemin verheugt het me dat ik hierdoor de kans krijg het kader van deze actie te duiden in het parlement en
dat ik een oproep kan lanceren om voor vrouwen te stemmen.
Inhoudelijk ben ik het grotendeels eens met minister Vogels. Indien deze oproep door de hele groep werd gesteund, vraag ik me af waarom hij niet door de hele groep werd verspreid.
Het incident is gesloten.