Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Helsen tot de heer Bossuyt, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over verkiezingsborden langs gewestwegen.
Als waarnemend burgemeester heb ik een schrijven ontvangen van de administratie Wegen en Verkeer over het plaatsen van verkiezingsborden langs de gewestwegen. Hoewel het KB van december 1959 nog steeds van kracht is, gelden er nu blijkbaar andere richtlijnen dan in 1999. Het schrijven verwijst naar het besluit van de Vlaamse regering met betrekking tot de stedenbouwkundige vergunning dat bepaalt dat er geen vergunning nodig is voor verkiezingsborden in woon- of industriezones. Het stelt dat de borden niet groter mogen zijn dan vier vierkante meter en dat ze alleen mogen worden aangebracht vanaf de sperperiode tot veertien dagen na de verkiezingen. Er zal niet worden opgetreden tegen gemeenteborden langs de gewestwegen, maar er is wel een verbod op publiciteit langs de gewestwegen.
Welk rondschrijven moeten we nu volgen, dat van 1999 of dat van 2003? Kan de administratie nu een andere interpretatie geven aan een KB dat niet werd gewijzigd?
De wijziging in de rondzendbrief heeft alleen te maken met de wijziging van de wetgeving op de ruimtelijke ordening sedert de vorige verkiezingen, die bepaalt dat er voor verkiezingsborden een vrijstelling van vergunning is.
Het rondschrijven vermeldt een principieel verbod op publiciteit langs de autosnelwegen en de gewestwegen. Reclame is alleen mogelijk op de gevels van gebouwen en dan nog onder strikte voorwaarden.
We hebben juist willen voorkomen dat er verschillende interpretaties zouden zijn naargelang de streek. De interpretatie moet zeer duidelijk zijn voor iedereen, ook voor de administratie.
Het incident is gesloten.