Verslag plenaire vergadering
Verslag
Preken van imams en erkenning van moskeeën
De voorzitter : Aan de orde is de actuele vraag van mevrouw De Lobel tot de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken, over eventuele politieke preken van imams betreffende de oorlog in Irak en de erkenning van moskeeën door de Vlaamse overheid.
Volgens de staatsveiligheid zijn sommige moskeeën haarden van islamfundamentalisme. In de krant stond dat de politieke preken in een Brusselse moskee opzweepten tegen ongelovigen. Ook in Antwerpen zijn er in moskeeën haatdragende preken. Is de minister bij de erkenning op de hoogte van de toestand in de moskee? Wordt hij ingelicht door de staatsveiligheid? Is er een verhoogde agressie? Zal hij bij de erkenning rekening houden met dergelijke opruiing?
Vlaanderen is bevoegd voor het patrimonium, de kerkfabrieken en de temporalia maar niet voor de erkenning van de erediensten en de aanduiding van de bedienaars. Dat is een federale bevoegdheid. Beide bevoegdheden zouden beter samengevoegd worden en aan Vlaanderen toegekend worden.
Ik heb in dat verband gesprekken gevoerd met de verantwoordelijken van alle godsdiensten. Ook met een deel van de moslimexecutieve heb ik gepraat. De moeilijkheid is echter dat die executieve niet eensgezind is en daarenboven ontslagnemend. Ik beschik dus niet echt over een gesprekspartner.
Geen enkele moskee in Vlaanderen is door ons erkend. De moslimexecutieve moet voorstellen formuleren. Zolang er geen dossiers zijn, kan ik niet beslissen. Ik ben nochtans voorstander van een goed geregelde bestuurlijke verhouding tussen de Vlaamse overheid en de diverse kerkfabrieken. Dat biedt immers de mogelijkheid om goede afspraken te maken, onder meer over de scheiding van kerk en staat en het respect van een aantal algemeen aanvaarde rechten, zoals de gelijkwaardigheid van man en vrouw.
Ik beschik over geen gegevens van de staatsveiligheid over opruiende taal. Ik zal die organisatie echter vragen of er vaststellingen geweest zijn en waarom ik, verantwoordelijk voor de bestuurlijke verhouding tussen de geloofsgemeenschappen en de burgerlijke overheid, daarover niet ingelicht ben.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Op een forum in Antwerpen vorige zaterdag verzekerden vertegenwoordigers van de islamitische geloofsgemeenschap dat zij niet oproepen tot opstand maar wel tot samenhorigheid. Zij zijn tevreden over de Belgische houding in het conflict.
Het is normaal dat men op dergelijke bijeenkomst verzoenende uitspraken doet. Men mag echter niet iedereen over dezelfde kam scheren. In de moskeeën wordt wel degelijk opstand gepredikt. Zal de minister dergelijke moskeeën al dan niet erkennen?
Bij de beoordeling van aanvragen zal ik rekening houden met de bestuurlijke opstelling van moskeeën en imams. Als zij zich niet schikken naar onze bestuurlijke en maatschappelijke voorwaarden, zullen ze niet erkend worden.
Het incident is gesloten.