Verslag plenaire vergadering
Verslag
VOORSTELLEN VAN DECREET
Herstelmaatregelen Vlaamse paardenwedrennen
De voorzitter : Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Denys, van den Abeelen, Kindermans, Vandenbroeke en Vermeiren houdende regeling van herstelmaatregelen voor de Vlaamse paardenwedrennen, houdende machtiging van de Vlaamse regering om mee te werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel "Vlaamse Federatie voor Paardenwedrennen" en houdende wijziging en opheffing van sommige bepaling van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, in het opschrift waarvan de commissie de zinsnede "houdende machtiging van de Vlaamse regering" heeft vervangen door de zinsnede "houdende machtiging aan de Vlaamse regering".
De algemene bespreking is geopend.
De heer Erik Matthijs, verslaggever : Het voorstel van decreet werd in de commissie aangenomen met 11 stemmen tegen 3.
Waarom dit voorstel van decreet? De paardenwedrennen dragen bij tot de Vlaamse begroting, maar de inkomsten eruit dalen al enkele jaren. De laatste 15 jaar is de werkgelegenheid in de sector met 30 percent gedaald. De inzetten op de wedrennen zijn nog één zesde van vroeger. De kweek van drafpaarden is de voorbije tien jaar met 70 percent gedaald. Deze sociaal-economische cultuurhistorisch belangrijke sector verkeert hier en in het buitenland in nood door zijn slechte reputatie.
De heer Denys wil de sector een nieuwe impuls geven door de oorzaken van die terugval aan te pakken. Minder weddenschappen leiden tot minder prijzengeld, waaardoor de aantrekkingskracht daalt. Er zijn twijfels over een eerlijk koersverloop. Er is geen belangstelling van de media. Omdat de federale overheid naliet het KB van maart 1999 tot herstructurering van de belastingen door te voeren, zijn er twijfels over de vergunnigen. Het KB is onlangs vernietigd.
Samen met de sector heeft de heer Denys een rondetafelconferentie georganiseerd, die geleid heeft tot een unaniem goedgekeurd 'handvest paardenrennen'. Dit voorstel van decreet is erop gebaseerd.
De oprichting van de Vlaamse Federatie voor Paardenwedrennen moet het vertrouwen herstellen. Deze federatie zal onder bepaalde voorwaarden de vergunningen toekennen. Voorts wordt een samenwerkingsprotocol afgesloten met de kansspelcommissie. Een uniform en transparant takssysteem zorgt voor een terugvloei naar de sector. De federale wetten op het dierenwelzijn moeten uiteraard gerespecteerd worden. Het voorstel van decreet bezorgt de sector een nieuw imago, controleert het gokgedrag en voert een financiële herstructurering door.
Sp·a beschouwt dit voorstel van decreet als een onderdeel van het economische ondersteuningsbeleid. Het geld kan beter gebruikt worden om de werkgelegenheid te beschermen. Voorts stelt sp·a vragen over de zuiverheid, het dierenwelzijn, de omkoperij en de gokverslaving. Volgens deze fractie werden niet alle verenigingen op de rondetafelconferentie uitgenodigd.
Voor de N-VA is dit een economische en sportief dossier dat werk verschaft aan laaggeschoolden. In deze volkssport koestert men bovendien de dieren.
Spirit vreest overregulering en pleit voor een decreet dat van toepassing is op alle sporttakken die voor werkgelegenheid zorgen. Spirit twijfelt of overheidssteun echt nodig is.
Agalev beschouwt het voorstel als een vorm van indirecte subsidies. De sector moet zichzelf saneren. De partij gelooft niet in een terugverdieneffect en denkt dat Waregem Koerse enkel overleeft dankzij de randactiviteiten. Het voorstel verstaatst de paardenwedrennen en het gokken.
CD&V denkt dat de overheid de sector transparanter kan maken en ervoor zorgen dat de volksport overleeft. Het voorstel biedt een omvattende oplossing en laat een goede controle toe. De overheid zet de bevolking aan tot gokken via de Lotto, maar wedden op paardenrennen wordt verbonden met gokverslaving Het economisch belang van de sector, de werkgelegenheid en het terugverdieneffect zijn voor de CD&V-fractie belangrijk.
Volgens de VLD moeten de renbanen opnieuw familiale ontmoetingsplaatsen worden. Kleine gokkers en paardenliefhebbers kunnen de werkgelegenheid van de laaggeschoolden redden. De renbanen liggen daarenboven in recreatiezones. Die mogen niet in handen van de projectontwikkelaars komen. Het voorstel levert economische return op en het behoud van de renbanen is een ecologisch pluspunt. De VLD vindt dat de sector de overheid momenteel geld kost. Een geslaagde reddingsoperatie zal voor de overheid twee jaar verlies betekenen, daarna groeien de inkomsten opnieuw. Het betreft geen subsidies. (Applaus)
Aanleiding voor de indiening van dit voorstel van decreet was een gesprek op Waregem Koerse van 2001 : toen klaagden verantwoordelijken van de sector bij minister Van Mechelen en mezelf over de terugval van de paardenwedrennen. Nadien drong de minister in antwoord op interpellaties erop aan om niet enkel de taks op spelen en weddenschappen in ogenschouw te nemen maar de echte oorzaken van het verval op te sporen. Op zijn vraag organiseerde ik een rondetafelconferentie, die resulteerde in een handvest met dertig duidelijke standpunten. Dat vormde de basis van dit voorstel. De deelnemers aan de rondetafelconferentie gingen uit van het algemeen belang van de sector. Niet veel decreten zijn op dezelfde grondige manier voorbereid.
Voor paardenwedrennen gelden vier bevoegdheidsdomeinen : landbouw, spelen en weddenschappen, sport en dierenwelzijn. Enkel de laatste is een federale materie. Op dat vlak was er na een hervorming in de vorige regeerperiode een juridisch vacuüm Niet alleen waren er onvoldoende uitvoeringsbesluiten, maar het basisbesluit werd in 1999 vernietigd door de Raad van State. Sindsdien heerst een gedoogbeleid : de rennen zijn onwettig en worden er geen nieuwe vergunningen afgeleverd. De enige uitzondering is de vergunning voor de renbaan in Ghlin. Die wordt daarenboven sterk gesubsidieerd door minister Happart, daarin gesteund door de heer Di Rupo. Die schat de economische en financiële voordelen voor zijn stad goed in.
Ook op dit vlak treedt Wallonië minder terughoudend op dan Vlaanderen, dat nochtans over 5 paardenrenbanen beschikt. Het overgrote deel van de paardenfokkers is bovendien uit Vlaanderen afkomstig.
Het voorsrel van decreet heeft ook een grote maatschappelijke en cultuurhistorische waarde. Niet alleen werken er vijf- tot achtduizend mensen in de sector van de paardensport maar daarenboven is zeker de helft de begroting van kansspelen en weddenschappen afkomstig uit de paardenwedrennen. Waregem koerse heeft een geschiedenis van meer dan 150 jaar achter de rug. De Wellingtonrenbaan te Oostende dateert van de tijd van koning Leopold II. Kuurne en Tongeren zijn belangrijke regionale trekpleisters en ook Sterrebeek is een pareltje.
Politici die dit alles, in de strijd tegen de verzuring en toenemende individualisering, verloren willen laten gaan, getuigen van een onvoorstelbare wereldvreemdheid.
Tijdens de gesprekken in de commissie heeft niemand verklaard dat hij of zij echt een einde wil maken aan de paardenwedrennen. Ik ben er echter van overtuigd dat een aantal politici er een verborgen agenda op na houdt. Een houding van 'laissez-faire laissez-passer' betekent immers de doodsteek voor de sector.
In de discussie over de weddenschappen, gokverslaving en kansspelen heb ik me mateloos geërgerd aan de hypocrisie die er heerst rond de paardenwedrennen. Het succes van de paardenwedrennen is onlosmakelijk verbonden met de liefde voor het paard en de spanning die rond elke weddenschap hangt. Het ene kan niet zonder het andere. Is gokken op een paardje misschien minder ethisch dan een Lottoformulier in te vullen of dan weddenschappen aan te gaan rond duiven- of wielerwedstrijden? Spelen zit de Vlamingen in het bloed. Politici die dit niet beseffen, moeten zich dringend eens wat meer onder het volk mengen.
Met dit voorstel van decreet willen we een einde maken aan allerlei wantoestanden rond de paardenweddenschappen. Door een protocol in het voorstel van decreet willen we , op een louter vrijwillige basis, de kansspelcommissie inschakelen om toezicht uit te oefenen. We willen immers iets doen aan het negatieve imago van de sector en ook de gokverslaving aanpakken. De kansspelcommissie krijgt met dit voorstel van decreet meer bevoegdheden. Het maakt dus de omgekeerde beweging van wat minister Vande Lanotte gedaan heeft in de recente programmawet : hij heeft de bevoegdheid van de kansspelcommisie voor speelautomaten en lunaparken afgezwakt om bepaalde inkomsten van kuststeden te vrijwaren. Kan men er trouwens niet eens voor zorgen dat de kansspelcommissie ook ingeschakeld wordt voor de Lotto?
Dit voorstel van decreet zou te weinig aandacht hebben voor het dierenwelzijn. Dierenwelzijn is echter nog steeds een federale materie. Het is de federale overheid die het kader voor dierenwelzijn heeft gecreëerd en die voor de installatie van een Raad voor Dierenwelzijn heeft gezorgd. Omdat wij oog hebben voor het dierenwelzijn in de sector, willen wij daarover met de federale overheid een samenwerkingsprotocol afsluiten. Ik heb minister Tavernier dat inmiddels schriftelijk voorgesteld. Ik kan me niet inbeelden dat een groene minister gekant zou zijn tegen een Vlaams samenwerkingsakkoord met de federale Raad voor Dierenwelzijn.
Intussen heb ik, samen met een collega's uit de CD&V-fractie, al een gesprek gehad met de dierenwelzijnsorganisatie Gaia. Gaia wil betrokken bij de nieuwe aanpak en merkt op dat de Raad voor Dierenwelzijn slecht functioneert. Als samenwerking met deze raad, waar Gaia overigens deel van uitmaakt, niet kan, sta ik niet negatief tegenover een rechtstreekse samenwerking met de dierenrechtenorganisatie.
Een derde discussiepunt draait rond de toekenning van financiële stimuli voor de herstructurering van de sector. Dat is het sluitstuk van het voorstel van decreet. Het betreft een systeem van taksvermindering die gekoppeld wordt aan een ristornering naar de sector.
Een van de grote oorzaken van de teloorgang van de sector zijn de te lage prijzen. Dat betekent : minder paarden aan de start, waardoor er minder paarden gefokt worden, waardoor er minder volk naar de wedstrijden komt kijken. Op die manier komt men in een vicieuze cirkel terecht.
In 2001 werden er nog slechts 600 drafpaarden en 100 galoppaarden geboren. In tien jaar tijd is dit een daling van meer dan 70 procent. Gedurende de voorbije 15 jaar daalde de inzet van 175 miljoen euro tot 25 miljoen euro.
Er zijn drie actoren bij de weddenschappen : de bookmakers en de totalisator - PMU - voor de weddenschappen op binnenlandse koersen en de turfkantoren voor de weddenschappen op buitenlandse koersen.
Tot dusver droegen alleen de bookmakers en de totalisator bij tot het ondersteunen van de sector. De turfkantoren, die instaan voor twee derde van de omzet van de weddenschappen, betaalden veel taks aan de overheid, maar droegen niet bij tot de sector.
In ons voorstel worden ook de trufkantoren geresponsabiliseerd. Ze krijgen een beter taxatiesysteem : ze worden niet langer belast op de omzet, maar op de brutomarge, de omzet min de uitbetaling aan de winnaars. In ruil daarvoor moeten ze vijf procent van hun omzet laten terugvloeien naar de sector.
Volgens de heer Tobback komt dit neer op een fiscaal cadeau aan de turfkantoren. In een poging om hem voor dit voorstel te winnen heb ik de taxatie nog verhoogd van 22 naar 30 procent, maar zonder resultaat. Volgens de beroepsvereniging van de wedkantoren zou deze aanpassing aanleiding geven tot financiële problemen voor de wedkantoren. Ik geloof hen niet. Er blijft een taksvoordeel van 1,7 miljoen euro, dat weliswaar grotendeels moet geristorneerd worden naar de sector. Toch toont deze reactie aan dat we geen fiscale cadeaus geven. We gebruiken alleen een fiscaal instrument om een sector te redden en om een cultuurhistorisch patrimonium nieuwe kansen te geven.
Artikel 9 van het voorstel van decreet vereist een jaarlijkse rapportering met de juiste cijfers per actor Op basis daarvan kunnen er aan de Vlaamse regering adviezen worden gegeven over takstariefaanpassingen.
De budgettaire inspanning van de overheid kan geraamd worden op 1,7 miljoen euro. Binnen de totale budgettaire discussie is dat een zeer klein bedrag. Ik heb dan ook de indruk dat die budgettaire discussie maar een alibi was.
Als de stemming in de openbare zitting dezelfde is als die in de commissie, zal het voorstel van decreet worden goedgekeurd met een wisselmeerderheid. Ik betreur dat, maar ik hou er geen schuldgevoel aan over. Ik heb immers van meetaf aan naar een kamerbrede consensus gestreefd, want dit zou een sterk politiek signaal zijn geweest naar de sector. Een eventuele wisselmeerderheid heeft niets te maken met een afgezwakte loyauteit tegenover deze coalitie, wel met mijn indruk dat de tegenstand van de coalitiepartners meer te maken heeft met politieke afgunst en politieke kortzichtigheid dan met inhoudelijke redenen.
Dit geeft me het wrange gevoel dat mijn loyauteit tegenover Agalev en sp·a in vele andere en moeilijkere dossiers niet gerespecteerd wordt, temeer omdat het hier niet gaat om een symbooldossier met een sterke band met het regeerakkoord.
Ik wil diegenen danken die me wel gesteund hebben : mijn eigen fractie en minister Van Mechelen, maar ook de oppositiepartijen. Aan CD&V en N-VA heb ik uitdrukkelijk om steun gevraagd. Aan het Vlaams Blok heb ik niets gevraagd, maar ook zij hebben het voorstel mee gesteund.
Ik heb gestreefd naar een consensus. Met amendementen heb ik geprobeerd om iedereen tegemoet te komen. Meer kan ik niet doen. Het lot van dit voorstel van decreet ligt nu in uw handen. (Applaus)
We zullen geen schuldgevoel overhouden aan het leveren van een wisselmeerderheid voor dit voorstel van decreet. Zonder dit initiatief dreigden de paardenwedrennen, een volkssport, te verdwijnen. De overheid moet een rol spelen. Sommigen noemen dit de etatisering van de paardenwedrennen. Wij menen dat de overheid binnen haar rol blijft, namelijk het creëren van een kader om de sector financieel gezond te maken en om transparantie te garanderen. Het verleden heeft uitgewezen dat de sector dit niet alleen kan. De inhoud van de beheersovereenkomst zal wel heel belangrijk zijn. De fiscale incentive is zeker een belangrijke stok achter de deur.
Het voorstel creëert het kader, maar dat moet nog worden ingevuld. Er is heel wat werk aan de winkel. Zo moet er een beheersovereenkomst worden afgesloten en moet het personeel van de vzw worden aangewezen. De betrokkenen zullen instaan voor de organisatie van de paardenwedrennen en de overheid garandeert dat dit op een correcte manier gebeurt.
Het is hypocriet om te stellen dat het voorstel een stimulans is voor gokverslaving. Bij de paardenwedrennen gaat het om zeer beperkte bedragen, namelijk 1 miljard frank. Bij de Lotto gaat het om 40 miljard frank per jaar, maar daartegen worden er geen ethische bezwaren geformuleerd. Bovendien heeft de federale regering, meer bepaald minister Vande Lanotte, de wetgeving op de kansspelen versoepeld. Zo wordt de gemiddelde winst die men per uur met een geldautomaat in een lunapark mag maken, verdubbeld en mogen casino's krediet- en debetkaarten aanvaarden. Als het gaat over paardenwedrennen, hebben de socialisten plots morele bezwaren. Ik ben het eens met de stelling van de heer Denys dat men ideologisch tegen dergelijke wedstrijden is.
Verder is het totaal verkeerd om te spreken over een subsidiëring van de sector. Het gaat om fiscale stimulansen. De Vlaamse ontvangt 100 tot 125 miljoen inkomsten uit de paardenwedrennen. Als men geen nieuwe structuur opzet, zal de opbrengst nul zijn.
Wat het dierenwelzijn betreft heeft Gaia tijdens een gesprek bezwaren naar voren gebracht omdat er onzekerheid is. De heer Denys wil een samenwerkingsprotocol sluiten met minister Tavernier. CD&V is er voorstander van dat er in de beheersovereenkomst een protocol, dat garanties biedt voor het dierenwelzijn, wordt opgenomen.
De meerderheid van de CD&V-fractie steunt het voorstel. Een aantal leden zullen zich onthouden. CD&V betreurt wel dat men geen advies heeft gevraagd aan de Raad van State. Het eerste lid van artikel 66 van het Wetboek bepaalt dat de opening van een paardenwedrenbaan, de inrichting van paardenwedrennen en het aannemen van weddenschappen onderworpen zijn aan de voorafgaande toestemming van de minister van Financiën. De opheffing ervan kan alleen gebeuren door de federale staat in het kader van institutionele hervorming. Artikel 29 van het voorstel heft artikel 66 op, maar volgens de heer Impens is Vlaanderen daarvoor niet bevoegd. Op dat vlak rijst er misschien een probleem. Dat is niet bewezen.
De informatie komt van de heer Impens, de voorzittter van de PMU. Die is niet gelukkig omdat het monopolie van zijn organisatie wordt aangetast door het voorstel van decreet. Ik ben ervan overtuigd dat er geen discussie mogelijk is over het voorstel. Voor de uitvoering ervan zullen we wel naar het Overlegcomité moeten stappen.
Ik wil het advies van de Raad van State vragen.
Dat moet de indiener beslissen. We moeten nog heel wat werk verrichten vooraleer het decreet kan worden uitgevoerd. Als er een bevoegdheidsprobleem is, moet dat worden vastgesteld. Anders blijft dat als een zwaard van Damocles boven ons hoofd hangen. We steunen het voorstel van decreet. (Applaus bij CD&V en de VLD)
Agalev is bereid om het advies van de Raad van State te vragen. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn. Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen.
Ik heb er geen probleem mee als er een spoedadvies wordt gevraagd aan de Raad van State. De sector wacht op een decretaal kader. We mogen geen verwarring creëren.
Ik zal het spoedadvies van de Raad van State vragen over artikel 29. (Instemming)
Ofwel zetten we de bespreking voort en geeft iedereen zijn mening over het voorstel van decreet zonder te spreken over het bevoegdheidselement ofwel stoppen we met de bespreking tot het advies van de Raad van State er is.
Het grootste deel van het voorstel berust op het overdragen van de bevoegdheden van het federale niveau naar een nieuw op te richten federatie. Het voorstel staat of valt met artikel 29. Het heeft niet veel zin om nu te discussiëren over de federatie en de structuur, als we volgende week vanaf nul moeten beginnen.
Ik wou in mijn uiteenzetting ingaan op de vaststelling dat gerenommeerde juristen van oordeel zijn dat dit voorstel van decreet indruist tegen de bevoegdheidsregels.
Ik heb begrip voor de opmerkingen van de heer Tobback.
Ik stel voor om de algemene bespreking nu te schorsen en dit voorstel van decreet opnieuw te agenderen als het advies van de Raad van State binnen is.
Kan ik de garantie krijgen dat dit voorstel van decreet volgende week tijdens de plenaire vergadering zal worden besproken?
Zelfs op een spoedadvies moeten we minimum tien dagen wachten, dus dat lijkt me niet realistisch.
Ik verbind me ertoe dat dit voorstel van decreet kan worden geagendeerd op de eerstvolgende plenaire vergadering nadat het advies van de Raad van State binnen is.
We spreken af dat dit voorstel van decreet ten laatste op 1 mei zal worden besproken door het Vlaams Parlement.
Ik stel voor dat we de algemene bespreking nu schorsen. (Instemming)