Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de deontologische verantwoording voor het uitdelen van folders in Ford Genk door medewerkers van minister Gabriels
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer De Reuse tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, en van de heer Schuermans tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de deontologische verantwoordening voor het uitdelen van folders in Ford Genk door medewerkers van de ministers.
Op 11 februari bezochten minister-president Dewael en minister Gabriels Ford Genk. Minister Gabriels wou tijdens dat bezoek een folder uitdelen aan de werknemers. Dat is uiteindelijk niet doorgegaan omdat minister-president Dewael het niet wou. Twee dagen later stuurde minister Gabriels evenwel enkele medewerkers naar Ford Genk om de bewuste folder alsnog te verspreiden.
Het is goed dat de heer Schuermans zijn vraag tot minister-president Dewael richt. De minister-president en minister Gabriels houden er immers een verschillende mening op na.
Op de folder wordt de verantwoordelijke uitgever niet vermeld. Wat we er wel in terugvinden zijn het logo van Ford Genk, de functies van de heren Dewael en Gabriels, een lijst van hun verwezenlijkingen ten voordele van Ford Genk en een quiz. De winnaar van de quiz kan een wedstrijd van Kim Clijsters bijwonen.
Als minister Gabriels deze folder effectief zelf betaald heeft, kan hij dat bewijzen. Maar als hij medewerkers naar Genk stuurt om de folders uit te delen, zal hij ook die onkosten moeten terugstorten.
Voorts beweert minister Gabriels dat hij geen deontologisch probleem ziet. Op enkele maanden van de verkiezingen mag niemand nog gadgets uitdelen, behalve blijkbaar de leden van de Vlaamse regering. Minister Gabriels maakt niet alleen misbruik van zijn hoedanigheid, maar ook van de naam van minister-president Dewael. Als minister-president Dewael zich verzet tegen het uitdelen van folders, moet zijn naam van de folder geschrapt worden. Ten slotte wordt ook het logo van Ford Genk misbruikt, maar die zullen daar wellicht geen gerechtelijke stappen zetten.
Blijft minister Gabriels de mening toegedaan dat hij geen deontologische fout heeft gemaakt?
CD&V heeft altijd twijfels gehad over de deelname van de Vlaamse ministers aan de federale verkiezingen, maar de campagne is inmiddels al volop aan de gang. Tijdens een werkbezoek aan Ford Genk, wilden minister Gabriels een folder uitdelen, maar minister-president Dewael verzette zich daartegen. Daarom liet minister Gabriels de folder twee dagen later verspreiden.
Die folder is niet meer dan propaganda voor alles wat deze regering in het algemeen en minister Gabriels in het bijzonder voor Ford Genk heeft gedaan. Als dat de stijl is waarmee we de komende maanden geconfronteerd zullen worden, dan hoop ik dat de heer De Batselier als parlementsvoorzitter nauwlettend toezicht houdt op het naleven van de deontologische code.
Deze folder geeft aan dat de Vlaamse minister als weldoener van de grote bedrijven rondgaat in Vlaanderen. Er is nog een andere dimensie : er worden ook tickets voor de FED-cup in Bree uitgedeeld. Men mag evenwel niet blind zijn voor de reacties op de werkvloer. In een e-mail stelt de directie van Ford Genk duidelijk dat ze de investeringssteun niet heeft durven weigeren maar dat ze er verder niets mee te maken heeft. Het bedrijf wenst politiek neutraal te zijn en te blijven. Dat spreekt boekdelen. Het is een kwalijke zaak dat een minister misbruik maakt van een officieel bezoek voor partijpolitieke doeleinden. Wat is de houding van de minister-president in deze zaak? Welke conclusies trekt hij daaruit?
Ik heb gisteren een brief geschreven naar de voorzitter van het Vlaams Parlement. Daarin staat dat ik als minister van Economie bevoegd ben voor de economische expansiesteun. Een dergelijk steun is bedoeld om de industriële activiteiten in de regio veilig te stellen. Daarom vond ik het nuttig om de reikwijdte van die expansiesteun om economische drama's, zoals de sluiting van Renault, te vermijden, nog eens benadrukken door een pamflet uit te delen aan de werknemers van de bedrijven. Met een dergelijke actie, betaald met eigen middelen, wil ik de werknemers gerust stellen. Op vraag van de minister-president om de pamfletten niet te verspreiden tijdens het werkbezoek, is dat een paar dagen later gebeurd. Ik meen dat ik geen deontologische fout heb gemaakt. Als het Vlaams Parlement oordeelt dat dit wel het geval is, bied ik mijn verontschuldigingen aan.
Het is voldoende duidelijk gebleken dat ik het niet eens ben met het voornemen om de folder te verspreiden omdat dat niet in overeenstemming is met de deontologische code. Uit het antwoord van minister Gabriels blijkt dat die dezelfde overweging heeft gemaakt. Daarom is voor mij dit incident gesloten.
Ik heb de brief van minister Gabriels vandaag ontvangen. Ik heb aan het Bureau voorgesteld om in een protocol duidelijk te stellen dat de Vlaamse ministers inzake regeringsmededelingen dezelfde terughoudendheid als de federale ministers in acht dienen te nemen. Na dit incident moet worden overwogen of er geen bijzondere maatregelen moeten worden genomen zodat er duidelijkheid komt. Er is momenteel geen deontologische code, maar wel een deontologie. De minister-president is verantwoordelijk voor het toezicht daarop en het parlement kan dat controleren.
Ik neem akte van de woorden van minister Gabriels. De minister antwoordt niet op de vragen. Hij had evengoed een medewerker naar dit parlement kunnen sturen om de brief voor te lezen. Hij zegt dat de folder als een officiële mededeling is bedoeld en betaald is met eigen middelen. In de pers is er sprake van particuliere middelen. Eigen middelen zijn afkomstig van zijn kabinet, maar dat is nog altijd overheidsgeld. Bij particuliere middelen gaat het om privé-geld.
Ik geloof niet dat de minister overheidscommunicatie betaald heeft met eigen middelen. Hij zal dat waarschijnlijk wel doen om verder onheil te voorkomen. Bovendien heeft hij een medewerker gestuurd naar Genk en die werkt eveneens op kosten van de gemeenschap.
Het zou kunnen dat minister Gabriels dezelfde overweging heeft gemaakt als de minister-president, maar dan heeft hij wel een andere conclusie getrokken. Het is de taak van de minister-president om te zeggen wat hij werkelijk denkt over de houding van de ministers.
Het incident is niet gesloten. Het feit dat minister Gabriels een dergelijk initiatief neemt tegen de wil van de minister-president, zegt veel over deze regering. Ik hoop dat we dergelijke campagnetechnieken kunnen vermijden.
Ik heb geen problemen met de houding van de minister-president in dit dossier. Verder laat minister Gabriels het oordeel of hij al dan niet een deontologische fout heeft gemaakt over aan het parlement. Als dat oordeelt dat hij wel een deontologische fout heeft gemaakt, biedt hij zijn verontschuldigingen aan. Ik neem daarvan akte.
Zou de minister zich vrijwillig onderwerpen aan de parlementaire deontologische commissie?
De Vlaamse regering is bereid om samen met de voorzitter en het parlement bijzondere maatregelen te nemen.
Het incident is gesloten.