Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de tewerkstelling in de land- en tuinbouw
Actuele vraag over het regeringsstandpunt met betrekking tot de mogelijke tewerkstelling van werknemers uit Oost-Europa in de fruitpluk
Verslag
Tekort aan arbeidskrachten in de tuinbouwsector en mogelijke tewerkstelling van werknemers uit Oost-Europa in de fruitpluk
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Callens tot de heer Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over het tekort aan arbeidskrachten in de tuinbouwsector, van de heer Boutsen tot minister Landuyt over de tewerkstelling in de land- en tuinbouw en van de heer Kindermans tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over het regeringsstandpunt met betrekking tot de mogelijke tewerkstelling van werknemers uit Oost-Europa in de fruitpluk.
Minister Landuyt zal op de drie vragen antwoorden.
Ik wil vanop dit spreekgestoelte een smeekbede richten tot het Vlaams Parlement in naam van de land- en tuinbouwsector. Op 9 december 2002 voerden 75 personen van de sociale inspectie in samenwerking met de politie een controle uit bij de arbeidskrachten van land- en tuinbouwers in Zuid-West-Vlaanderen. Er bleken verschillende Oost-Europeanen zonder vergunningen of documenten aan het werk te zijn.
Ik praat dit zeker niet goed, maar vraag me af of het niet mogelijk is om een helpende hand uit te steken met het oog op de nakende uitbreiding van de Europese Unie. Er zijn verschillende redenen voor een vergevingsgezinde houding. Zo zijn de land- en tuinbouwers in kwestie maandenlang op zoek geweest naar personen voor de dringende pluk, dit zonder resultaat.
Als er geen plukkers zijn, zijn er geen groenten en blijven heel wat bedrijven in Zuid-West-Vlaanderen en ook de veiligen werkloos. Men wil dan ook het koste wat het kost mensen uit Polen naar hier halen om te helpen. Dat zal leiden tot een aantal faillissementen in de sector aangezien de bedrijven de rekeningen met terugwerkende kracht niet kunnen betalen.
Welke initiatieven gaat de minister nemen om het tekort aan arbeidskrachten in de land- en tuinbouwsector te verhelpen? Zal hij contact opnemen met de Waalse minister van Werkgelegenheid om Waalse werklozen in de grensregio's in te schakelen? Zal de minister zich blijven verzetten tegen de inschakeling van Oost-Europese arbeidskrachten als er geen Vlaamse arbeidskrachten worden gevonden? Welk alternatief stelt hij voor? Wat denkt de minister ervan om bij wijze van proefproject arbeidskrachten uit Oost-Europa in de tuinbouwsector in te schakelen? (Applaus)
Vlaamse tuinbouwers hebben aan minister Onkelinkx meer arbeidskrachten, eventueel uit de ex-Oostbloklanden, gevraagd. Die stelde dat men eerst moest zoeken op de binnenlandse markt. De VDAB heeft niemand gevonden omdat het werk niet aangenaam is. Dat staat in sterk contrast met een artikel in het Belang van Limburg over het feit dat het vinden van werk een probleem is voor Turken en Marokkanen. Hier is dus sprake van werkweigeraars. Met enige opleiding kunnen de meeste mensen het werk in de land- en tuinbouwsector uitvoeren.
Wat gaat de minister doen om de land- en tuinbouwsector aan arbeidskrachten te helpen? Zal hij de werkweigeraars straffen?
Minister Landuyt stelde dat hij de inschakeling van werknemers uit de ex-Oostbloklanden voor seizoensarbeid in de land- en tuinbouw niet ziet zitten omdat er op die manier geprofiteerd zou worden van de armoede in Oost-Europa. Tijdens een studiedag over de fruitteelt in Sint-Truiden heeft de minister-president vorige week gezegd dat hij een uitwisseling van arbeiders blijkbaar wel een goed idee vindt. België is het enige land dat daarover geen overeenkomst heeft gesloten met Oost-Europese landen.
Vorig jaar is het aantal seizoensarbeiders in Sint-Truiden door het systeem van asielzoekers met een derde gedaald. Momenteel kunnen minstens 5000 arbeidsplaatsen niet worden ingevuld, tenzij er seizoensarbeiders worden ingeschakeld.
Wat is het standpunt van de minister? Is hij het eens met de minister-president? Wat gaat hij concreet doen? Op welke manier zal hij zijn federale collega overtuigen om initiatieven te nemen?
In Duitsland werken 300.000 Oost-Europese arbeidskrachten en ook in Nederland wordt seizoensgebonden arbeid uitgevoerd door Poolse werknemers. Dat werkt concurrentievervalsend.
- De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.
Het probleem van de werkgelegenheid in de land- en tuinbouwsector komt pijnlijk tot uiting naar aanleiding van het strafrechterlijke onderzoek naar zwartwerk. Het is niet de bedoeling van de federale of Vlaamse regering om zwartwerk wit te wassen. Ondertussen zijn er contacten geweest met de sector en is er ervaring opgedaan met andere sectoren, zoals de binnenvaart.
De wetgeving betreffende de economische immigratie wordt uitgevoerd door de regionale ministers maar ze blijft een federale bevoegdheid. De federale overheid kan beslissen of buitenlandse werknemers op de arbeidsmarkt worden toegelaten.
Ze heeft besloten om in de land- en tuinbouwsector geen initiatieven te nemen. De wet maakt het evenwel mogelijk dat werkgevers in bepaalde omstandigheden voor individuele werknemers een arbeidsvergunning en -kaart geven. In het kader van die bevoegdheid is er een overeenkomst gesloten met de binnenvaart, waar er een versoepeling is inzake de toekenning van arbeidsvergunningen en -kaarten voor een periode van zes maanden.
Dit systeem moeten we ook toepassen in de land- en tuinbouwsector. Daar is het probleem echter specifieker. Het gaat hier om zeer tijdelijke banen, die geen perspectief biedt op duurzame werkgelegenheid. Vroeger werd dit werk door kinderen, studenten en huisvrouwen gedaan.
Eerst moet men samen met de RVA en met de OCMW's naar een oplossing zoeken. Bij de indienstneming moeten de gangbare Belgische normen worden toegepast. Binnen dat kader kan ook een individuele arbeidskaart worden afgeleverd. Dat heeft ook de minister-president verklaard tijdens die studiedag.
Er moet dus een evenwicht gevonden worden tussen de bescherming tegen sociale uitbuiting en de goede werking van de sector.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Daaruit is duidelijk gebleken waarom er geen mensen konden worden gevonden : het gaat hier om ondankbaar, vuil werk.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik pleit er wel voor de regeling die uit de bus komt, op een eenvoudige manier voor te stellen. Niet iedereen is hooggeschoold.
Ik heb weinig gehoord over de tegenstrijdigheden in de verklaringen. Minister Landuyt had namelijk gezegd dat hij niet kon aanvaarden dat men van de armoede in Oost-Europa zou profiteren. De minister-president beloofde dan weer aan de sector dat hij inspanningen zou doen om arbeidskaarten uit te reiken. Minister Landuyt verwijst daarvoor echter naar de bevoegdheden van het federale niveau. Blijkbaar heeft men de mensen uit de fruitsector weer blij gemaakt met een dode mus.
Ik ben het er niet mee eens dat het werk in de fruitsector vuil werk wordt genoemd. Elk werk is respectabel. Kersen plukken in de open lucht, in de natuur, is niet vies. Veel mensen zijn gestopt met de fruitteelt als bijverdienste door de sociale en fiscale heksenjacht van de Vlaamse overheid en niet omdat ze dit beschouwden als vuil werk.
De term vuil werk komt niet uit mijn mond. Hij is afkomstig van iemand die aan mijn antwoord een verkeerde interpretatie wilde geven.
Voor de opmerking over de tegenstrijdigheden verwijs ik naar de eerste paragraaf van mijn antwoord.
Het incident is gesloten.