Verslag plenaire vergadering
Interpellatie over de recente uitspraken van de minister inzake de afbouw van een eigen Vlaams buitenlands beleid
Interpellatie over de recente uitspraken van de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, inzake de afbouw van een eigen Vlaams buitenlands beleid
Verslag
INTERPELLATIES
Recente uitspraken van de minister inzake de afbouw van een eigen Vlaams buitenlands beleid
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde interpellaties van de heren Van den Brande en Van Overmeire tot de heer Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, over de recente uitspraken van de minister inzake de afbouw van een eigen Vlaams buitenlands beleid en van de heer Loones tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, over de recente uitspraken van de heer Jaak Gabriels, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting, inzake de afbouw van een eigen Vlaams buitenlands beleid.
Mijn interpellatie is gericht tot minister Gabriels. Uiteraard beslist de Vlaamse regering wie antwoordt. Blijkbaar is dat de minister-president. Ik zou wel graag een antwoord hebben van de minister bevoegd voor het buitenlandse beleid.
De Vlaamse regering bepaalt wie antwoordt.
De vergadering wordt geschorst om 11.10 uur.- De vergadering wordt hervat om 11.19 uur.
De voorzitter : Het Vlaams Parlement heeft minister Gabriels uitgenodigd. We hebben het bewijs dat die uitnodiging op zijn kabinet aangekomen is. Desondanks beweert de minister de documenten niet te hebben ontvangen.
Ik stel voor de interpellaties te houden in aanwezigheid van de minister om 13.30 uur.
Ik betreur het dat minister Gabriëls hier niet is. Hij is te moe van de missie maar een journalist die hem vergezelde is wel aanwezig.
De missie is niet de reden van zijn afwezigheid. We zullen hem vorderen om 13.30 uur.
Mijn interpellatie is gericht tot de minister-president.
Ik benadruk nogmaals dat de regering beslist wie antwoordt op de interpellatie. Minister Gabriels is in opspraak gekomen door zijn uitspraken over het Vlaamse buitenlandse beleid.
De minister-president is hier aanwezig en weigert te komen. Hij kan zich toch niet verschuilen achter het niet-toekomen van de documenten.
De minister-president is in het Vlaams Parlement voor een fractievergadering. Telkens het parlement zijn aanwezigheid vraagt, is hij hier.
Ik ga akkoord met het voorstel van de voorzitter. De minister-president wenst blijkbaar niet te antwoorden.
Ik wijs erop dat de minister van Buitenlands Beleid node ingaat op de vraag om aanwezig te zijn in de commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden.
We zullen lessen trekken uit dit bijkomende incident. Ik zal een brief richten aan de minister-president en minister Gabriels aansporen om meer aanwezig te zijn in de commissie.