Verslag plenaire vergadering
Motie van aanbeveling tot besluit van het op 2 oktober 2002 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de resolutie van de Raad van Europa over de bescherming van de minderheden in België
Motie van aanbeveling tot besluit van het op 2 oktober 2002 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de resolutie van de Raad van Europa over de bescherming van de minderheden in België
Verslag
MOTIES VAN AANBEVELING
Resolutie Raad van Europa
Hoofdelijke stemmingen
De voorzitter : Aan de orde zijn de hoofdelijke stemmingen over de moties van aanbeveling van de heren Van Overmeire, Van Hauthem en Van Nieuwenhuysen, van de heren Van den Brande en Caluwé, en van de heren Loones, Van Dijck en Vandenbroeke tot besluit van het op 2 oktober 2002 in plenaire vergadering gehouden actualiteitsdebat over de resolutie van de Raad van Europa over de bescherming van de minderheden in België.
Dit dossier raakt aan de fundamenten van het Belgische model : in elke menselijke relatie is een minimum aan respect, vertrouwen en goede wil nodig. Dit dossier bewijst dat men aan de andere kant van de taalgrens niet heeft.
Bovendien staat het Vlaams Parlement alleen. De federale regering heeft niets gedaan om de goedkeuring van deze resolutie in de Raad van Europa tegen te houden. De Vlaamse regering was evenmin geïnteresseerd. Daarom moet het Vlaams Parlement nu duidelijk stellen dat er geen definitie komt van het begrip minderheden en dat de kaderovereenkomst niet wordt goedgekeurd.
Ik roep iedereen in dit parlement op de resolutie van de Raad van Europa toch ernstig te nemen. In de Raad van Europa heeft men immers het initiatief genomen om na te gaan of goedgekeurde teksten ook worden uitgevoerd.
In onze motie van aanbeveling vragen we om het standpunt van 23 maart 1997 opnieuw te bevestigen. Wij brengen respect op voor de minderheden want onze grondwet gaat veel verder dan wat de Raad van Europa voorstelt. Als we consequent de Raad van Europa volgen, moeten we ook geen paritaire regering of administratie meer hebben.
Voorts benadrukken we dat de enig aanvaardbare definitie is dat er in België alleen maar een Duitstalige minderheid is op nationaal niveau. Zo lang er geen definitie is, mag de Vlaamse regering het Vlaams Parlement niet vragen de kaderconventie goed te keuren.
Wat wij in onze motie van aanbeveling vragen, komt overeen met het standpunt van de Vlaamse vertegenwoordigers in de Raad van Europa.
Wij zijn het grotendeels eens met de heer Van den Brande. Alleen vragen wij de kaderconventie niet te ratificeren omdat er geen zekerheid is over het juridische draagvlak ervan. Ten slotte vragen we de Vlaamse regering initiatieven te nemen om het beeld van Vlaanderen in het buitenland op te krikken.
De sp·a betreurt dat we in verspreide slagorde reageren op de resolutie van de Raad van Europa. Wij vragen daarom dat het parlement zich opnieuw unaniem achter de resolutie van 27 maart 2002 schaart. We roepen de indieners daarom op hun moties van aanbeveling in te trekken. Doen ze dat niet, dan zullen wij tegenstemmen.
Wij zouden net zoals de heer Timmermans liever de resolutie van 27 maart 2002 herbevestigen. Ons hier nu opnieuw uitspreken over een kloon van die unanieme resolutie, is geen goede techniek.
Het is een goede zaak dat de sp·a de oude lijn blijft volgen. We hebben de afgelopen weken geprobeerd een gemeenschappelijke motie van aanbeveling te schrijven en omdat niet iedereen daartoe bereid was, is het een goede zaak dat iedereen zich nogmaals duidelijk uitspreekt.
Ik volg de heren Timmermans en Denys. CD&V vraagt de unanieme resolutie opnieuw te bevestigen. Tijdens het actualiteitsdebat heeft minister Van Grembergen dat al gedaan.
Van die unanimiteit is al lang geen sprake meer. Wij vragen immers niet meer naar een definitie te zoeken en het minderhedenverdrag niet goed te keuren.
De situatie is de laatste maanden grondig veranderd. Zelfs de heer Schiltz verwittigt dat we ons op een glijdend vlak bevinden. Het verwondert me dat de meerderheid na het voorbije debat toch nog terugverwijst naar de unanieme resolutie. We moeten onze houding verstrakken.
De motie van aanbeveling van de heren Van Overmeire, Van Hauthem en Van Nieuwenhuysen wordt met 21 stemmen tegen 91 bij 3 onthoudingen niet aangenomen.De met redenen omklede motie van de heren Van den Brande en Caluwé wordt met 48 stemmen tegen 61 bij 6 onthoudingen niet aangenomen.
Ik heb een stemafspraak met de heer Van Vaerenbergh.
De met redenen omklede motie van de heren Loones, Van Dijck en Vandenbroeke wordt met 23 stemmen tegen 90 bij 2 onthoudingen niet aangenomen.