Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de nieuwe milieusamenwerkingsovereenkomst met de gemeenten
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Matthijs en van mevrouw Vertriest tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de nieuwe milieusamenwerkingsovereenkomst met de gemeenten.
In 2000 en 2001 werd de nieuwe milieuconvenant met de gemeenten met veel bravoure aangekondigd. Weliswaar zou de term convenant vervangen worden door de term samenwerkingsoverenkomst. In elk geval werd er hiervoor in de begroting 5 miljoen euro extra uitgetrokken zodat er nu een totaal bedrag van 19,6 miljoen euro beschikbaar is.
De nieuwe overeenkomst zou van start gaan op 1 januari 2002, althans dat antwoordde de minister op een vraag van mevrouw Vertriest. Nu wordt die overeenkomst aan de kant geschoven, wat op het terrein tot grote verwarring leidt. De teksten waren pas in mei klaar en toen moesten de gemeenten zeer snel reageren. Midden oktober hebben ze dan de documenten teruggekregen voor het aanbrengen van correcties.
De minister had beloofd dat er in de begroting meer middelen zouden worden uitgetrokken voor administratieve vereenvoudiging en voor personele ondersteuning vanuit de administratie en het kabinet. Daarvan is echter niets in huis gekomen. Zullen de 19,6 miljoen euro die in de begroting zijn opgenomen, dan gebruikt worden voor de schuldafbouw of zullen ze terechtkomen in het FFEU?
Heel wat gemeenten zijn inderdaad ongerust over de beoordeling door de Vlaamse administratie van de milieusamenwerkingsovereenkomst en het milieujaarprogramma 2002. Toch is er ook heel wat tevredenheid over het feit dat er vanuit Brussel eindelijk reactie komt op het werk van de gemeenten.
Wat betekent de beoordeling? Is bijsturing nodig? Krijgen de gemeenten voldoende begeleiding en informatie?
Ik ben verbaasd over de demagogische toon van de heer Matthijs. Eind december 2001 werd de tekst van het samenwerkingsakkoord naar de gemeenten gestuurd, één week na de beslissing van de Vlaamse regering. In februari 2002 hebben we de gemeenten tevens een uitgebreide handleiding bezorgd. Ze hadden tot eind juli 2002 tijd om in te tekenen op de samenwerkingsovereenkomst. Het succes is enorm : 226 gemeenten hebben dat gedaan.
We hebben geopteerd voor een eenvoudig systeem. Als een gemeente intekent, moet ze één document opsturen, met name het milieujaarverslag. Op basis daarvan gebeurt dan de evaluatie.
Momenteel is er 30 miljoen euro beschikbaar voor de samenwerkingsoverkomsten. Verder zijn er 10 extra personeelsleden aangeworven. We hebben van het begin af geopteerd voor twee rondes. De evaluatieronde duurde tot eind september 2002. Op basis van het mileujaarverslag heeft de administratie bijkomende informatie opgevraagd. Een vraag om meer informatie betekent dan ook geen tweede zittijd, het gaat om een mogelijkheid die is opgenomen in de procedure. Tot eind januari 2003 hebben de gemeenten tijd voor een definitieve beslissing.
Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk gemeenten intekenen op de samenwerkingsovereenkomst. Op die manier wordt een lokaal milieubeleid mogelijk.
Ik onderstreep dat het geld gereserveerd is voor de gemeenten en dus voor niets anders gebruikt wordt. Ik stond voor het volgende dilemma. Ofwel krijgt elke gemeente die zich inschrijft, meteen een positieve reactie, met het risico dat ze uiteindelijk geen geld krijgt omdat ze niet in orde is. Ofwel onderwerpt men de gemeente op voorhand aan een strenge beoordeling zodat ze de garantie heeft dat ze ook werkelijk het geld krijgt. We hebben voor het laatste gekozen.
Bij de verschillende onderdelen van de samenwerkingsovereenkomst zou een handboek ter beschikking worden gesteld. Dat is nog altijd niet gebeurd. Verder hadden heel wat gemeenten meer administratieve ondersteuning verwacht. Ze hebben nog niets gemerkt van de extra ambtenaren die aangeworven zijn. Het is de bedoeling dat de milieusamenwerkingsovereenkomst uitgevoerd wordt en niet dat men moet zorgen voor de administratieve afhandeling.
Het is duidelijk de bedoeling om proactief te werken. Men wil vermijden dat gemeenten op het laatste moment geen geld krijgen. Precies daarom zijn er tien extra mensen aangeworven.
De Vlaamse regering heeft voor dit dossier serieuze inspanningen gedaan. Waarschijnlijk is het nooit genoeg. Laat ons een nieuwe afspraak maken na januari 2003 om het succes te beoordelen.
Ik heb geen kritiek op de kredieten die ter beschikking gesteld worden. Ik stel alleen vast dat de administratieve rompslomp verdubbeld is.
Het incident is gesloten.