Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking (Voortzetting)
Aan de orde is de voortzetting van de bespreking van de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2003.
De Septemberverklaring hanteert terecht voorzichtige parameters en een afgelijnd budgettair kader. Er is geen ruimte voor recurrent beleid. Het FFEU maakt de noodzakelijke investeringen mogelijk. Het ritme van de schuldafbouw en het stabiliteitspact worden gerespecteerd. De regering honoreert haar afspraken. Tachtig procent van het regeerakkoord staat al in de begroting. De genomen beslissingen worden uitgevoerd en er worden geen grote nieuwigheden ingevoerd. In het vierde jaar van een regeerperiode is dat de juiste houding.
De minister-president stelt een aantal evoluties vast : de economie valt terug; de werkloosheid groeit; onaanvaardbaar veel allochtonen vinden geen werk. Er is veel onzekerheid over de mondiale ontwikkelingen, die de interne ontwikkeling van Vlaanderen kunnen beïnvloeden. Door deze evoluties stijgt het angstgevoel en gedijen het extremisme en het populisme.
In de Septemberverklaring stelt de minister-president dat hij de creatieve voorstellen van de sociale partners over werkgelegenheid zal steunen. Dat is te zwak. De regering moet een offensief werkgelegenheidsbeleid voeren. Een hoge en langdurige werkloosheid van jongeren en allochtonen hypothekeren onze samenleving en hun toekomst.
Vlaanderen is een open democratie, waarin begrip en acceptatie sleutelwoorden zijn, maar de democratische waarden moeten gehandhaafd blijven. Integratie is noodzakelijk. Dat veronderstelt godsdienstvrijheid, ook voor de islam. We moeten werk maken van een theologische opleiding in Vlaanderen, zodat er ruimte komt voor de islam maar niet voor het islamisme. Is het niet mogelijk dat de vrije scholen de islam onderwijzen zodat deze kinderen niet overgelaten worden aan soms extremistische koranscholen?
Zorg staat centraal in de Septemberverklaring. De Vlaamse regering verbindt zich erttoe om tegen het einde van de regeerperiode de wachtlijsten voor de meest afhankelijke gehandicapten weg te werken.
De middelen uit het FFEU zullen aangewend worden voor de bouw en renovatie van rusthuizen. Bejaarden hebben immers recht op levenskwaliteit. Wij zijn verheugd dat de overheid zal optreden tegen misstanden. Er zullen ook nieuwe plaatsen komen.
Het is goed dat de wachtlijsten weggewerkt worden. Hoe zal men echter nieuwe wachtlijsten vermijden? De levenskwaliteit in de rusthuizen is belangrijk, maar wordt niet bevorderd door de paniek na de verklaringen dat rusthuizen gesloten zullen worden. De middelen voor nieuwe bedden zijn beperkt, het geld is voornamelijk bedoeld voor het vernieuwen van bestaande gebouwen.
Door bestaande rusthuizen te renoveren verhoogt de kwaliteit en door nieuwe rusthuizen te bouwen zorgen we voor nieuwe plaatsen.
De Vlaamse regering moet gehandicapten en hun familie het perspectief bieden dat ze hun verwachtingen zullen kunnen realiseren. Door hun verwachtingen en behoeften duidelijk te omschrijven, kunnen we er ook beter op inspelen.
Minister Martens heeft als eerste wachtlijsten gebruikt als programmacorrectie. (Samenspraken)
Het systeem is vooral de laatste twee jaren verbeterd.
De zorgverzekering blijft overeind. Vlaanderen stopt jaarlijks 100 miljoen frank uit de algemene middelen in het zorgfonds. Het Vlaams Parlement houdt de zorg zo betaalbaar en vermijdt tegelijk dat de lasten ervan volledig door de jongste generatie gedragen moet worden. Daarnaast wordt een persoonlijke bijdrage gevraagd. Wij zijn voorstander van een inkomensgerelateerde bijdrage en iedereen weet ondertussen waarom toch met een forfaitaire bijdrage gewerkt wordt. We mogen echter de illusie niet wekken dat een inkomensgerelateerde bijdrage maar 2 euro zal bedragen. Zorg kost nu eenmaal geld.
Vorig jaar hebben we een decreet goedgekeurd waarin we bepalen dat we tijdelijk met een forfaitaire bijdrage zouden werken. Vanaf 1 janauri 2003 zou de bijdrage afhankelijk zijn van het inkomen.
Een inkomensgerelateerde bijdrage botst op enkele praktische bezwaren. Het is geen eenvoudig systeem en bovendien verzet Europa zich ertegen. Op het moment dat we het bewuste decreet goedkeurden, was het al achterhaald. Daarom stel ik voor een nieuw decreet in te dienen. Voor ons moet elke verhoging voortaan inkomensgerelateerd zijn.
Het zomerakkoord wordt financieel vertaald. Door bijkomende middelen voor waterhuishouding moeten we greep krijgen op de overstromingen. Door de watertoets kunnen we vroegere fouten rechtzetten. Eén ding moet evenwel duidelijk zijn : de overstromingen in Oost-Europa waren niet het gevolg van foute investeringen. Ze zijn het gevolg van de klimaatwijziging. Pas als we ons beleid radicaal omgooien, kunnen we deze dreiging tegengaan. Ik hoop dat we de Kyoto-uitgangspunten spoedig terugvinden in het Vlaamse beleid.
We hebben er geen probleem mee dat sociale huurders de kans krijgen om hun sociale huurwoning te kopen. We mogen echter niet vergeten dat de meeste sociale huurders nooit in staat zullen zijn hun woning te kopen. Het gaat immers vooral om alleenstaanden met kinderen en een laag inkomen. Het zijn vooral tweeverdieners die een huis kunnen kopen. Deze maatregel ontslaat ons dus niet van de verplichting om het patrimonium uit te breiden.
We zijn tevreden dat er eindelijk in geld en personeel wordt voorzien voor zorgverbreding. Dat was één van de voorwaarden om het gelijkekansendecreet goed te keuren. Wellicht gaan we nog niet ver genoeg, maar we beschouwen deze stap als een aanzet.
Iedereen lijkt het erover eens te zijn dat niet de netten, maar wel de leerlingen en de scholen centraal moeten staan in de financiering. Elke school moet voldoende middelen krijgen om behoorlijk onderwijs aan te kunnen bieden. Het komt er niet op aan de lat gelijk te leggen voor de verschillende netten, maar wel voor de verschillende scholen. We rekenen erop dat minister Vanderpoorten in haar beleidsbrief duidelijk zal uiteenzetten hoe en tegen wanneer ze dat zal realiseren.
We hebben al heel veel geïnvesteerd in ons openbaar vervoer en merken dat steeds meer mensen gebruik maken van dat openbaar vervoer, maar toch daalt het aantal auto's niet. We zijn blijkbaar niet in staat greep te krijgen op de mobiliteit en daarom moeten we radicale antwoorden zoeken.
Het verheugt ons dat we de zwarte punten dankzij bijkomende middelen zullen wegwerken, maar ik vrees dat we dat niet snel genoeg doen. Aan het huidige ritme, zullen we over vijf jaar onze doelstellingen nooit bereiken.
Inzake mobiliteit levert Agalev dus dezelfde kritiek als wij. Wat zijn de concrete voorstellen van Agalev? Steunt deze partij het CD&V-voorstel tot invoering van een wegenvignet? Ons voorstel kan zorgen voor vier tot vijf miljard frank per jaar aan extra inkomsten en dat bedrag zou voor een belangrijk deel door buitenlanders betaald worden. Zo zou de inhaalbeweging voor de verkeersveiligheid kunnen gebeuren op basis van structurele inkomsten en niet langer met middelen van het FFEU.
Deze vraag verbaast me. In de debatten die werden gehouden over het thema mobiliteit heeft de heer Malcorps bij herhaling ons standpunt verwoord. Ik zal u de verslagen hierover laten bezorgen. Het ligt niet in mijn bedoeling hier vandaag het debat van vorig jaar over te doen.
De heer Vermeiren is er gerust in dat de regering het liberale programma ten uitvoer brengt. Ik stel echter vast dat de groene accenten in het beleid ontbreken. Dat geeft de heer Sannen impliciet toe.
We steunen de investeringen van deze regering in het openbaar vervoer, in fietspaden en in het wegwerken van gevaarlijke punten. Deze maatregelen worden niet snel genoeg geïmplementeerd, maar dat is een technisch probleem.
De Lijn heeft een tekort van vijf tot twintig miljoen euro per jaar en dat zal door de Vlaamse regering moeten worden bijgepast. Zal Agalev de regering steunen wanneer haar ingrepen zouden leiden tot de ondergang van De Lijn als overheidsbedrijf?
Het is onze bedoeling De Lijn als openbaar bedrijf te handhaven, want de overheid volgens ons greep moet hebben op de organisatie van het openbaar vervoer.
Op het einde van de Septemberverklaring pakte de minister-president uit met een nieuw initiatief rond technologie. Het zou gaan om opendeurdagen en het organiseren van een meerdaags technisch symposium. Wij hebben daar geen probleem mee zolang het niet gaat om een kloon van Flanders Technology.
We hoeven de traditionele paden der technologische vernieuwing niet te verlaten. Er zijn echter nog andere mogelijkheden. Vlaanderen moet ook aantonen dat het een plaats kan veroveren op de markt van de nieuwe milieutechnieken, die een duurzame ontwikkeling kunnen garanderen. Er zijn daartoe al aanzetten geweest, die nadien zijn verloren gegaan. Denken we maar aan de windmolens van Zuid-Limburg.
Een dergelijke organisatie moet de band leggen tussen wat de mensen beroert, verheugt en verontrust inzake technologie. Het Vlaams Parlement kan een rol spelen opdat een technisch symposium niet zou beperkt blijven tot het ten toon spreiden van mogelijke nieuwe technieken. Het is ook nodig op een bedachtzame manier het debat te voeren.
Mijn fractie wil samen met het parlement de krachtlijnen van de Septemberverklaring omzetten in concreet beleid. Ze is bereid constructief mee te werken opdat dit een vruchtbaar politiek jaar zou worden. Er mag niet overdreven veel aandacht gaan naar de kiescampagne voor de federale verkiezingen. Met deze ingesteldheid geven we het vertrouwen aan de regering (Applaus bij de VLD, de sp·a, bij AGALEV en bij VU&ID).
Ik ga niet herhalen wat al gezegd is. Ik wil me beperken tot enkele thema's die ons ter harte gaan.
Eerst wil ik het hebben over de Vlaamse zorgverzekering. Hier werd al veel gesproken over de verhoging van de forfaitaire premie, maar ik wil benadrukken dat er daarnaast ook een uitbreiding is van de gerechtigden, een vereenvoudiging van de aanvraag en een controle op de toekenning door de ziekenfondsen.
De discussie over het optrekken van de premie naar 25 euro is overtrokken. Toegegeven, een premie die gebonden is aan het inkomen, zoals inderdaad was afgesproken in het regeerakkoord, zou het meest sociale systeem zijn. Het is echter de vraag of het wel de moeite loont een complex inningssysteem op te zetten voor een bijdrage die gemiddeld 25 euro zal bedragen. Toch gaat het hier om een belangrijk debat want de kosten van dit systeem zullen mettertijd stijgen en dus ook de nood aan inkomsten.
Een premie gebonden aan het inkomen kan op twee manieren geïnd worden, een financiering op basis van algemene middelen en een zorgopcentiem. Een financiering op basis van de algemene middelen vergt een massale interne herschikking en daarom denken we dat de financiering in de praktijk alleen mogelijk is door een zorgopcentiem, een belasting bestemd voor het zorgfonds. Dat is administratief de meest eenvoudige oplossing. De Brusselaars zijn vrij deze belasting al dan niet te betalen.
De minister-president verwijst naar een verordening van de Europese Commissie om het stelsel te herzien. De Europese Commissie gaat uit van het beginsel van de werkstaat als basis van de sociale zekerheid. De minister-president heeft daarop geantwoord dat de Vlaamse zorgverzekering niet kan beschouwd worden als een vorm van sociale zekerheid die gebaseerd is op de inkomsten uit arbeid, maar om bijstand aan personen. Het is geen werknemersverzekering. De gerechtigden zijn per definitie geen werknemers en de uitkering uit het zorgfonds staat los van het statuut dat mensen hebben gehad tijdens hun actieve leven.
Nu probeert de Franstalige gemeenschap de Vlaamse zorgverzekering aan te vechten. Ze stelt dat het hier wel degelijk gaat om een verzekeringsstelsel in de definitie van sociale zekerheid, zodat het principe van de werkstaat zou gelden.
Ik vind dat de minister-president zich in deze kwestie erg meegaand heeft opgesteld, al heeft hij wat tijd gewonnen tot januari 2004. Als we de Europese Commissie zouden volgen, dan zou dat het eigenaardige gevolg hebben dat een Vlaming die in Nederland heeft gewerkt, niet kan genieten van de zorgverzekering, terwijl een Nederlander die in Vlaanderen heeft gewerkt, dat wel kan.
In elk geval zullen we geen enkele hervorming van de financiering steunen die aanleiding kan geven tot een federalisering. Een koppeling van de financiering aan arbeid kan voor ons niet. Nu al worden de kinderbijslagen en de gezondheidszorg op federaal niveau georganiseerd om tegmoet te komen aan de verschillen in noden. De solidariteit blijft dus zeker een rol spelen.
Ik wil hier ook een lans breken voor het stedelijk beleid. De minister-president heeft gelijk als hij zegt dat de stadsvlucht daalt. Het Gemeentefonds zorgt er inderdaad voor dat residentiële gemeenten hulp bieden aan gemeenten die het op financieel gebied moeilijk hebben. Voor gemiddelde gezinnen met kinderen is er echter geen verbetering merkbaar. Alleen voor 50-plussers en voor welgestelde alleenstaanden is de situatie verbeterd. De stadsvlucht leidt tot hippe wijken met tal van culturele mogelijkheden. Echt kindvriendelijk zijn deze buurten echter niet. Nochtans zouden initiatieven in verband met lofts en met woonruimtes die boven winkelruimtes gecreëerd worden, op gezinnen met kinderen moeten gericht zijn.
Een regio zonder natuurlijke rijkdommen maar met havens moet uiteraard investeren in infrastuctuur, in een KMO-vriendelijk beleid, in de integratie van nieuwkomers en in onderwijs. In verband met het onderwijs moet trouwens opgemerkt worden dat onze fractie voorstander is van een leerlingenstatuut in het secundair onderwijs. In dit statuut moet participatie centraal staan en een doel op zich vormen.
Maar een overheid van een land dat niet over natuurlijke grondstoffen beschikt, moet ook in cultuur investeren. Vlaanderen mag immers geen louter economische regio worden, met een paar havens en rond een Europese hoofdstad. Vlaanderen moet daarentegen ook een cultuurregio zijn die investeert in de hervorming van het socio-culturele leven, in levenslang leren en in de in- en uitstraling van het culturele leven. Ik vraag daarom met nadruk dat een oplossing gezocht wordt om besparingen in de concertsector te vermijden.
Ik vraag dit laatste niet omdat nu toevallig een Spirit-minister bevoegd is voor deze aangelegenheid maar omdat een cultuurbeleid het serum is tegen een louter economisch, rationeel handelen. Zonder cultuur blijft Vlaanderen zeker een welvarende regio maar men heeft het shockerende en het emotionele evenzeer nodig om een leefbare regio te blijven. Er moet dus een evenwicht gezocht worden tussen de culturele en de economische stimuli.
Het budget voor cultuur is tussen 1999 en 2001 met 43,7 procent gestegen. Men ging van 269 miljoen euro naar 387 miljoen euro.
Ik betwist deze cijfers niet. Ze zijn echter een uitvoering van beslissingen die genomen werden door het parlement.
Vraagt u dus aan de ministerraad dat de besparingen in de culturele sector zouden tenietgedaan worden?
Er liggen nog geen detailbedragen vast. Alleen het totale bedrag is bekend. Wij vragen aan de regering dat zij, wanneer de detailbedragen bekend zijn, nog eens onderzoekt of de besparingen echt moeten doorgedrukt worden.
Ik wens hier mijn verantwoordelijkheid te nemen. Binnen het kader van de begroting moet 300 miljoen euro bespaard worden. Voor 60 miljoen euro daarvan moet ik nog een oplossing weten te zoeken.
In mijn hele betoog heb ik een aantal zaken zoals de federalisering van de ontwikkelingssamenwerking, de sociale huisvesting en de implementatie van een sociaal huis in elke gemeente onaangeroerd gelaten.
Een deel van mijn fractie zal het vertrouwen schenken aan de regering en aan de Septemberverklaring. (Applaus bij de VLD, sp.a, AGALEV en VU&ID)
Ik dank de goden dat ik al 8 jaar in dit parlement zitting mag hebben. Ik kan dus al een en ander evalueren. Alleen al om formele redenen durf ik hier stellen dat dit de zwakste Septemberverklaring is van de afgelopen 8 jaar. Ik vraag me af wie de pen van de minister-president heeft vastgehouden terwijl de verklaring opgesteld werd. De tekst is op een drafje geschreven. Ik merkte maandag dat ook de minister-president zich daar niet echt lekker bij voelde.
Een SERV-nota voorspelde onlangs een begrotingstekort van 300 miljoen euro; volgens een geheime nota van minister Van Mechelen was er zelfs 600 miljoen euro te weinig; de Vlaamse regering kondigde aanvankelijk aan dat er 270 miljoen euro tekort zou zijn. En nu is er plots een overschot. Hoe verklaart de regering deze carrousel?
Er wordt te weinig rekening gehouden met de ongunstige conjunctuur. Federaal minister Vande Lanotte heeft het Vlaamse investeringsbeleid terecht met de vinger gewezen. De cijfers spreken voor zich : de jeugdwerkloosheid is sterk gestegen. Minister Landuyt doet niets; hij wacht gewoon af. Het wantrouwen van de bevolking neem dan ook toe.
De goednieuwsshow die de regering keer op keer heeft gebracht was overtrokken. Er moet werk gemaakt worden van de problemen die de vergrijzing met zich meebrengen. De inbreng in het Zorgfonds uit de algemene middelen moet worden verhoogd. Het nultarief voor het kijk- en luistergeld was een historische vergissing. We hadden de middelen goed kunnen gebruiken voor sociale voorzieningen. (Applaus bij CD&V)
Het is positief dat de fiscale druk wordt verminderd om de concurrentiekracht van de bedrijven te verbeteren. Er moet echter ook rekening gehouden worden met de nood aan verantwoorde sociale voorzieningen. De homo ludens in deze regering moet dringend plaatsruimen voor de homo faber.
N-VA kiest dus voor een lastenverlaging voor bedrijven, terwijl er niets moet gebeuren voor de burger? De afschaffing van het kijk- en luistergeld heeft voor meer zuurstof gezorgd bij de gezinnen. U zit blijkbaar op hetzelfde spoor als CD&V. U wijst een belastingverlaging voor de burger af en kiest voor een uitgavenbeleid. (Applaus bij de VLD)
Ik sluit me aan bij de heer Denys. De heer Vandenbroeke vertelt hier eigenlijk dat N-VA lastenverlagingen alleen maar goedkeurt als die een economisch nut hebben. Dus bedrijven moeten minder belastingen betalen, de burgers hoe meer hoe liever.
Ik wou duidelijk maken dat N-VA lastenverlagingen die de concurrentiekracht ten goede komen, ten volle steunt, maar dat die niet ten koste mogen gaan van de infrastructuur en openbare voorzieningen. Vlaanderen is er de laatste jaren in geslaagd een welvaarts- en welzijnsstaat uit te bouwen, maar moet zich nu voorbereiden op het feit dat die in 2010 onder grote druk zal komen te staan. Wij bepleiten een fiscaliteit met sociale doelstellingen.
Op 11 juli was ik zo enthousiast over het Vlaams Manifest van de minister-president dat ik van plan was het boek te laten signeren. Maar uitspraken van diverse Franstalige politici deden me al snel met de voeten op de grond belanden. Zoals de heer Van Cauwenberghe zei : ze kunnen hoffelijk zeer gevaarlijk uit de hoek komen. Institutionele hervormingen moeten daarom zeer goed worden voorbereid.
Minister-president Dewael is van plan open technologiedagen te organiseren. Ik raad hem aan voorzichtig te werk te gaan en de spraaktechnologie hieruit te lichten.
Ik voorspel dat we over drie tot vier jaar in het onderwijs met immense tekorten aan kleuterleiders, onderwijzers en regenten zullen kampen. Ik vraag hiervoor de nodige financiële inspanningen. In het hoger onderwijs wordt gemord over de Bologna-hervormingen. De 'bende van 139' spreekt van je reinste improvisatie. Het gaat hier nochtans om de toekomst van Vlaanderen.
Tijdens de vorige zittingsperiode werd een groeitraject uitgetekend voor het wetenschappelijk onderzoek. Uit de nota's van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid blijkt dat dit groeipad onvoldoende is. Er is nog 100 miljoen euro nodig om het pact van Lissabon te realiseren. We bevinden ons op een scharniermoment, maar deze regering is aan het knoeien. De homo ludens primeert, terwijl wij de homo economicus terug willen.
De voorzitter heeft gelijk dat het debat over de septemberverklaring over grote politieke lijnen moet gaan, en dit op basis van de gekende budgettaire keuzes. Die zullen dan later in een ontwerp van begrotingsdecreet worden gegoten.
De huidige economische parameters komen overeen met die van het debat van vorig jaar. Toen werd opgemerkt dat de economische inzinking al merkbaar was zes maanden voor de gebeurtenissen van 11 september. De vraag werd gesteld of de vooropgestelde groeicijfers en begroting wel realistisch waren en of de parameters niet moesten worden bijgesteld. Het antwoord van minister Van Mechelen is ook nu nog van kracht : de budgetcontrole leent zich voor eventuele bijsturingen, maar de Vlaamse begroting is orthodox en zal dat ook blijven.
Vele Europese staten dromen van een begroting zoals de onze. Voor de zesde keer op rij sluiten we de begroting af met een overschot, een overschot dat op het einde van het jaar groter is dan aanvankelijk was begroot. We werken verder aan de schuldafbouw en zullen de belofte van de halvering van de schuld daadwerkelijk kunnen nakomen. Daarnaast leggen we reserves aan voor de toekomst. Eind 2003 zal in het Zorgfonds maar liefst 440 miljoen euro zitten.
En dat is niet alles. We proberen tegelijkertijd een antwoord te bieden op nieuwe maatschappelijke uitdagingen. In een land waar een burger de helft van zijn inkomen moet afgeven aan de overheid, willen we ervoor zorgen dat die burger daar zoveel mogelijk van terugkrijgt.
CD&V vertelt hier dat als de partij eventueel opnieuw aan de macht komt, ze de lastenverlagingen niet zal terugschroeven, maar zij doet dat niet van harte. En N-VA komt hier vertellen dat de afschaffing van het kijk- en luistergeld een vergissing was. Maar achter deze lastenverlagingen zit wel degelijk een logica.
De achterliggende economische logica is het vertrouwen in de mensen en hun keuzes. Een andere coalitie zou dit uitgangspunt niet hanteren.
Onder meer de stijging van de werkloosheid voorspelt een economische verzwakking. Dat heb ik trouwens ook in de septemberverklaring gezegd. De groeivooruitzichten zijn echter gunstiger dan vorig jaar. In het eerste kwartaal van 2002 herstelt de export zich. Het aandeel van Vlaanderen in de Belgische export stijgt nog steeds. Een eventueel Waals herstel is positief voor Vlaanderen, want dat is onze belangrijkste exportpartner. Ook de buitenlandse investeringen zijn beter dan vorig jaar. Het consumentenvertrouwen stabiliseert in september. De uitzendsector groeit met 1,6 procent.
Desondanks is er wel een tweede economische terugval op komst. Onze groeicijfers blijven realistisch : wij hanteren 2 procent groei en 0,4 procent wordt in een conjunctuurprovisiefonds gestort. Verschillende gezaghebbende instanties hanteren vergelijkbare groeicijfers. We zijn strikter dan andere Europese landen, zelfs nu de Europese commissie erover denkt om het Stabiliteitspact te versoepelen om de conjuncturele tendensen te neutraliseren. Nederland heeft een begrotingstekort van 0,4 procent en kondigt draconische besparingen aan. Wij blijven echter investeren.
Door tal van factoren zal de Europese economie beter bestand zijn tegen een recessie dan de Amerikaanse. Mits we de nodige maatregelen nemen, zal ook Vlaanderen gewapend zijn. Het gaat niet op om kortetermijnmaatregelen te nemen, gebaseerd op de beursinformatie. We moeten wel de handicaps wegnemen die wegen op onze economie.
Bij gebrek aan bevoegdheden moet Vlaanderen samenwerken met de federale overheid. Zij heeft de vennootschapsbelasting verlaagd en maatregelen genomen om de loonkosten te drukken. Door toedoen van de werkgevers is de concurrentiekracht echter niet verhoogd. De loonvorming is een federale bevoegdheid. Veel hangt af van de komende loononderhandelingen.
De Vlaamse overheid kan echter wel ingrijpen in de fiscaliteit en zo het consumentenvertrouwen herstellen. Het ondernemen moet bevorderd worden door onderwijs. Er moet ook meer ruimte komen om te ondernemen, onder meer door industrieterreinen versneld ter beschikking te stellen. Door de begroting en door het financieringsfonds is er 66 miljoen euro voor onderwijs en ontwikkeling. De overheid moet een innovatiepact sluiten met de privé-sector en de universiteiten om de doelstellingen van Lissabon en Barcelona te realiseren.
De komende besprekingen over het risicokapitaal zijn belangrijk. Het is de bedoeling om beleggers fiscale voordelen te geven als ze geld investeren in de fondsen voor risicokapitaal voor KMO's.
We willen de toekomst voorbereiden met respect voor de doelstellingen van het pact van Vilvoorde. De regering zal jaarlijks met de sociale partners nagaan of de objectieven gerealiseerd worden.
De kritiek op het financieringsfonds kan ik maar op één manier uitleggen : we kunnen meer doen dan sommigen hoopten. Wat kan men erop tegen hebben dat we bovenop de begroting en afhankelijk van wat we overkomen eenmalige investeringen doen? Vroeger kregen we immers vaak kritiek omdat we te weinig investeerden. Tijdens de begrotingscontrole beslist de regering hoeveel in het financieringsfonds wordt gestort. Mocht ooit blijken dat we het fonds niet kunnen aanvullen zoals gewenst, zullen die bijkomende investeringen verdwijnen. Vroeger gingen we ervan uit dat het 18 jaar zou duren vooraleer we alle zwarte punten hadden weggewerkt. Dankzij het FFEU zullen we daar in vijf jaar in slagen.
Ik neem de stijgende jeugdwerkloosheid ernstig, maar dramatiseer niet want nog maar anderhalf jaar geleden kloegen werkgevers erover dat ze geen werknemers meer vonden. Volgens mij is het een conjuctureel probleem. De Vlaamse regering heeft de sociale partners gevraagd om enkele oplossingen voor te stellen en tegelijk beloofd om voor de nodige middelen te zorgen van zodra er voorstellen zijn. Nu beweren de vakbonden dat de Vlaamse regering te weinig doet aan de jeugdwerkloosheid. Daarom roep ik de sociale partners opnieuw op om een nieuw en volwaardig Vlaams werkgelegeheidsakkoord af te sluiten. De Vlaamse regering is onder dezelfde voorwaarden bereid voor middelen te zorgen tijdens de begrotingscontrole.
In dit debat heb ik één zaak gemist. Wie kritiek heeft op onze politieke keuzes, moet een alternatief voorstellen. Het enige wat ik hier geleerd heb, is dat CD&V de Vlamingen geen lastenverlaging gunt. De Vlamingen zullen dat niet vergeten. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
De bespreking is gesloten.
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Minister-president Dewael heeft gevraagd dat wij ons bij hoofdelijke stemming zouden uitspreken over de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2003.
Ik heb een stemafspraak met de heer Timmermans.
Ik heb een stemafspraak met de heer Bossuyt.
- De verklaring van de Vlaamse regering wordt, wat de gemeenschapsaangelegenheden betreft met 61stemmen tegen 49 bij 2 onthoudingen en, wat de gewestaangelegenheden betreft met 60 stemmen tegen 46 bij 2 onthoudingen aangenomen.